DE STEM
'JE KUNT HET WEG
DRUKKEN, MAAR
HET KOMT
STEEDS OPNIEUW'
E
ZATERDAG.
24 OKTOBER 1987
ZATERDAG |Q
24 OKTOBER 1987IO
lechtbeheer
andaag vindt in het Congresge
bouw in Den Haag de 'Indische dag' plaats, voor het
vijfde opeenvolgende jaar. Het is méér dan een uit de
kluiten gegroeide Pasar Malam. Het is een evenement
waarop het allermooiste uit de Indische cultuur te be
wonderen is: krontjongmuziek, Balinese dans, zang,
theater, klederdrachten en shows, stuk voor stuk ge
presenteerd door absolute toppers in het genre. Dit
jaar worden er zo'n tienduizend mensen verwacht.
Het bewijst dat 'het Indische gevoel' geenszins voor
behouden was aan de eerste generatie Indische Ne
derlanders, die in de jaren vijftig bij vele tienduizenden
naar Nederland kwamen. Het 'Indische gevoel' leeft
ook bij hun nazaten, de tweede en derde generatie.
Cultureel centrum
Uit schoolboekjes
Zwijgzaam
Levensvragen
Onzichtbaar
Nieuwsgierig
Verrijking
irstig gezocht naar nieuwe fiSt
ngen. „Onze specialisten zijn
uwe mogelijkheden voor de finai
-shore aan het uitdenken en zij
ijk positief gestemd. Er komt i
'al een regeling voor go^,
ieepsregistratie zoals Panama en]
die kennen, en daarnaast wil)
belasting op onroerend goed
|ngen tot nul (naar schatting 25I
Amerikaanse onroerend goed-H
ies loopt via de Antillen, FvO)
werkgelegenheid betreft zullen J
de off-shore wel redden maar del
id zal met de inkomsten uit deze J
iter nooit meer het nivo van de la
:n bereiken".
lijn er economische alternatij
in Martina: „We denken di
iral aan het toerisme. Dat moi,
ware de hoofdpijler van de ecom
ons land worden. Toerisme bets
rk. Voor Aruba, Sint Maarten en
■e is het al de belangrijkste sa
it Curasao heeft hier nooit zo1
prioriteit bij gelegd. Men hoefde
nodig want men had hier immei
eraffinaderij en de brievenbus!
ïappijen. Nu is dat wel anders,
me is van levensbelang en er zijn a
■:se stimuleringsmaatregelen getroi
al is het toeristenbeleid toch vol
1 eiland-aangelegenheid en geen 1
or de nationale regering, we prori
;h zoveel mogelijk steun te geven"]
WEE K E
D;
V
Curasao is de toerismebrancb.
laatste 10 jaar niet goed beha
lardoor is de kwaliteit van het
me aangetast en zijn de vakantie)
Vs weggebleven. Grote hotelondet
ngen als Hilton en Holiday Inn!
zkken waarna de hotels noodgedw
*.n in overheidshanden kwamen,
iljoenenexploitatie van de hotels dj
t zwaar op de staatskas. Daar 11
■rendering in komen, hotels horen t
de particuliere sector en daarom l
ert Curasao ze nu te verkopen. En 1
|cces overigens". Het belastingpara
et nu dus een toeristenparadijs 1
fen.
Aruba dat zich sinds januari vorig]
.et de 'status aparte' uit het Antilliai
aatsverband heeft losgewrikt, heeft1
inks de sluiting van de Lago-raffinaj
j (verhes van 50 procent van de eilj
komsten) toch redelijke econotr
sultaten kunnen behalen en het bed
igstekort zelfs kunnen verkleinen.
Aruba probeert ook door een uitl
ng van de toeristensector de toeki,
ilig te stellen. Andere economische
Viteiten zijn er in tegenstelling tot
|Sao nauwehjks op Aruba wat
wetsbaarheid van het eiland a
laakt. Of Aruba na de door Nederl.
pgelegde onafhankelijkheid (aan de
enste 'status aparte' hing immers 1
rijskaartje) in 1996 in staat is om het
en te redden, is nog maar zeer
jaag
de ijskast
'enst premier Martina - 10 jaar geled
ig een vurig voorstander van een sne
(afhankelijkheid - ook in 1996 de A
len los te maken uit het Koninkr
.let de status aparte van Aruba is
■oces dat naar de onafhankelijldie
in de Nederlandse Antillen moet vo
:n, in de ijskast gezet. De discussie
)or ons voorjaren gesloten. Eerst de it
rne zaken regelen. Het is niet mogel
pbleken om de zes eilanden in e
jaatsverband te houden, daarom ma
:n we nu eerst met de vijf overgeblevi
landen proberen zodanige afspraken
laken dat we als Antillen bijeen kunn<
ijven. En die taak is al moeilijk gen«
.ndat Curasao door oppervlakte en
'onertal ver boven de anderen 1
leekt."
Vreest de Antilliaanse regering nic
:n onafhankelijkheidsverklaring 'P
—igetekende brief uit Den Haag te on
angen', waarmee een Nederlandse k»
lerlid van de PvdA in het verleden no
el eens dreigde? „Nee", zegt Martini
want Nederland heeft respect voor on1
chten. Een onafhankelijksverklann
ider dwang opleggen is geen daad Ml
aspect. Wij zullen zelf mogen bep
anneer en hoe we die overgang zn®
oorlopen".
Niet ver van de containerhaven vi
Willemstad staat het nationale inoni
lent van de Antillen: Zes vogelt'""
:n die onderling met elkaar verbom
verschillende richtingen lijken *s
iegen. Op het monument staat de vo
ende spreuk: 'Steunend op eigen.-
och met de wil elkander bij te staan
u Aruba het Antilliaans staatsveiy2®1
seft verlaten en er nog maar vijf ent®
en over zijn, lijkt het zesde vogeuigu
Jorbestemd om Nederland tot na
2000 te symboliseren.
ioen om met fervente gebeden te re
wat er niet meer te redden was. Zover
ditmaal niet gekomen, maar een her
van de krach van '29 en de daaropvoU
jrote Depressie is volgens Kenneth
rraith, wereldberoemd econoom die 0B
neer een standaardwerk over de in'
ing van destijds heeft geschreven,
•an denkbeeldig.
Onder de stekelbaarzen van
len zich ook huisvrouwen en fabrieks
es, die met niet zelden geleend ge'? ""L
ïair probeerden te worden. Toch ja®£j
lat ik maandag niet heb kunnen laten
ioe een stekelbaars een haai vei
Anderzijds woon ik thans nog op t--
ïdres en hoef ik niet te verhuizen naw^jj
roosteloze straat waar door kleuter'
etje balletje wordt gespeeld.
Door John van Oppen
Al zijn de Indische jongeren net zoveel
Nederlander als premier Lubbers of An
dre van Duin, ze kunnen nooit helemaal
losraken van Indië. „Veel jongeren we
len geen raad met dat Indische gevoel.
Ze weten niet hoe ze er hier en nu mee
om moeten gaan, hoe ze er vorm en in
houd aan kunnen geven. Daar willen wij
hen graag bij helpen. Wij kunnen sugges
ties doen, mensen over hun twijfels en
onzekerheden heen helpen," zegt mr.
Erik Schenkhuizen. Hij is voorzitter van
de stichting Nines, een afkorting voor
'Nazaten Indische-Nederlanders en sym
pathisanten'.
Nines is niet alleen een gezelligheids-
vereniging die elk jaar de 'Indische dag'
organiseert. Ze verleent ook immateriële
hulp. Ze functioneert als een vraagbaak
waar iedereen - en jongeren in het bij
zonder- op terug kan vallen als hij meer
wil weten van het 'Indisch zijn'. Dat kan
bijvoorbeeld het geval zijn als de genera
tie die het leven in de Gordel van Sma
ragd zélf heeft gekend, er niet meer is.
„De Indische geschiedenis, de cultuur
en de achtergronden moeten worden
meegegeven aan de opvolgende genera
ties, zeker aan nazaten uit de Archipel,
zodat ze leren begrijpen en waarderen
wie of wat ze zijn," zegt Schenkhuizen.
Voor het vervullen van die taak heeft Ni-
nes ook een Indisch Cultureel Centrum
in oprichting in Den Haag, een stad die
van oudsher relatief veel Indische Ne
derlanders telt. Het moet een sfeervol en
permanent geopend huis worden voor
uiteenlopende activiteiten als muziek,
dans, toneel, cabaret, lezingen, video
voorstellingen, lessen, ontmoetingen en
thema-avonden, bestemd voor iedereen
met Indische of Indonesische (Zuidmo-
lukse) achtergrond.
Zo'n Indisch Cultureel Centrum was
hard nodig, vindt Schenkhuizen. Elke
minderheid in Nederland heeft inmid
dels wel zijn eigen radio- of televisiepro
gramma. Limburg en Friesland hebben
hun eigen regionale omroepen, maar
voor de Indische provincie was er nog
helemaal niets. „Het Cultureel Centrum
wordt een gastvrij huis, waar niemand
vergeefs aanklopt als hij problemen heeft
die te maken hebben met zijn achter
grond," zegt Schenkhuizen.
De Indische gemeenschap in Neder
land omvat, naar schatting van de Stich
ting Nines, ongeveer 750.000 mensen.
De meesten zijn hier geboren en getogen,
of zijn op heel jonge leeftijd in Neder
land aangekomen.
Het aantal Indische Nederlanders dat
zelf de koloniale tijd heeft meegemaakt,
sterft langzaam maar zeker uit. De men
sen die kunnen navertellen hoe het dage
lijks leven in de dessa was voordat het
oorlogsgeweld losbarstte, zijn hoogbe
jaard.
De bejaarden van nu, werden in de ja
ren vijftig in scheepsladingen naar Ne
derland gerepatrieerd. Ze hadden Indo
nesische voorouders, maar vaak ook
Europese - en altijd hadden ze de kant
van Nederland gekozen: tijdens de Ja
panse bezetting, maar ook in de onaf-
lankelijkheidsstrijd.
Na 1949, toen Indonesië na een bittere
burgeroorlog zelfstandig werd, was hun
positie onmogelijk geworden. Ze moes
ten hun geboortegrond ontvluchten,
geen vlrmlfV* Van tfe stlch,ln9 Nines:„Er was, totdat Nines werd opgericht,
praien ovü 9een tlidschrlft waar Jonge Indische mensen met elkaar konden
die verbanrth hen bezlg houdt> over emotionele problemen, over sociale vragen
o hoqden met Ie afkomst.- fotopersbureau hendriksen-valk
- •¥S-v:r',A V3-A
„Het Indisch gevoel laat zich niet In een paar korte zinnen vangen. Als Je van Indische of Indonesische komaf bent, héb Je
het gewoon. Je kunt wel proberen om het weg te drukken, maar het komt steeds terug.- foto archief de stem
Het Indische gevoel
hadden reeds vanaf hun kindertijd de
Nederlandse nationaliteit en kwamen
dan ook naar Holland. Ze werden hier
verspreid over dorpen en steden en pro
beerden zo snel mogelijk thuis te raken
in dat natte en koude land, dat ze slechts
kenden van schoolboekjes en verhalen.
'De Rijn komt bij Lobith oris land
binnen,' zo hadden ze als kind geleerd,
ook al speelden ze 's middags op het
witte strand achter de kampong en
zwommen ze in de Indische Oceaan. Ze
hadden nooit gedacht dat ze die Rijn
ooit nog te zien zouden krijgen. Ze had
den nooit gedacht dat ze ooit nog zou
den gaan wonen, leven en sterven in dat
verre vaderland, waaraan ze oh zo trouw
aan bleven, zelfs nadat Soekarno op 17
agustus 1945 de onafhankelijkheid had
uitgeroepen en er een burgeroorlog be
gon die vier jaar duurde en tal van
slachtoffers eiste.
Niet klagen, hard werken, meehelpen
aan de wederopbouw van Nederland.
Dat was de mentaliteit waarmee deze
eerste generatie de nieuwe wereld in
1950 tegemoet trad. Je moest laten zien
dat je een nog betere Nederlander was
dan de Nederlander zelf. Over het verle
den in Indië werd niet gepraat. Dat was
een gepasseerd station. Praten over het
verleden zou uitgelegd kunnen worden
als een teken van zwakte, van ontevre
denheid, van onaangepast rijn. Dat
moest koste wat kost voorkomen wor
den.
Daardoor werd de Indische gemeen
schap de zwijgzaamste minderheid van
Nederland. Het gevoel van respect en ge
hoorzaamheid aan het vaderland was
sterker dan het verlangen naar erken
ning.
Zo kon het tot ver in de jaren zeventig
duren voordat Nederland een beeld
kreeg van de verschrikkingen, die de In
dische landgenoten hadden moeten
doorstaan in de woelige jaren tussen
1940 en 1950. Zo kon het tot 1986 duren
voordat het Indische verzet officieel er
kend werd door de Staat. Zo kon het ge
beuren dat blank Nederland tevreden
was over de 'assimilatie', maar geen idee
had van de extra inspanningen die repa
trianten vaak moesten verrichten om als
gelijkwaardige geaccepteerd te worden:
bij sollicitaties, op de werkvloer, in de
woonbuurt. Eén fout, één incident en de
blik met vooroordelen werd opengetrok
ken.
De mentaliteit van zwijgen en lijd
zaam verdragen is ook terug te vinden in
de tweede generatie Indo's. „De tijd
heeft ook voor ons niet stilgestaan. We
rijn wel mondiger geworden, maar in
onze opvoeding hebben we toch allemaal
flarden meegekregen van de oud-Indi
sche mentaliteit," erkent Margreet Far-
ret Jentink, een van de bestuursleden
van Nines.
„Er schuilt ook wel iets tweeslachtigs
in ons denken. Van de ene kant willen
wij Indo's niet beschouwd worden als
een minderheid. Wij rijn net zoveel Ne
derlander als wie dan ook. Uit die con
statering vloeit een houding voort van:
met ons is niks aan de hand, laat ons
toch gewoon met rust. Maar er is ook
een keerzijde, een tweede stem in ons
binnenste die zegt: wanneer wordt er
eindelijk eens aandacht aan ons besteed.
Wanneer doet iemand eens de moeite
om dat Indische gevoel te verstaan?"
Roel Reijgers, een derde gesprekspartner
die zich inzet voor de 'bewustwording'
van de tweede generatie Indo's, drukt
het als volgt uit: „Er was, totdat Nines
werd opgericht, geen vereniging, geen
tijdschrift waar jonge Indische mensen
met elkaar konden praten over wat hen
bezig houdt, over emotionele problemen,
over sociale vragen die verband houden
met je afkomst. Hoe moetje omgaan met
je Indo-Europese achtergrond? Hoe kun
je het beste uit die twee culturen combi
neren? Wat geef je door aan je eigen kin
deren? Hoe verwerk je de Indische af
komst in de opvoeding van je kinderen?
Hoe reageer je op vraagstukken als dis
criminatie, bijvoorbeeld op school?
Welke houding neem je zélf aan ten op
zichte van buitenlanders? Er was geen
platform waar je al die levensvragen,
angsten en zorgen aan kon voorleggen.
Daarom is Nines opgericht."
„Er bestonden natuurlijk wel heel wat
Indische verenigingen, maar dat waren
vooral ontspanningsclubs die in het te
ken stonden van de Tempo Doeloe, van
hét heimwee en de reünie. Nines is an
ders. Wij blikken niet nostalgisch terug
op vervlogen tijden, wij richten ons oog
op de toekomst. We willen weten hoe wij
Indische nazaten, hier en nu, het beste
kunnen handelen. En met 'wij' bedoel ik
iedereen die het Indische gevoel kent,
dus zowel Indische Nederlanders als In
donesiërs. Wij willen een brugfunctie
vervullen tussen Indische Nederlanders,
hun nazaten, Nederlanders en Indone
siërs."
Maar wat is dat nou, dat Indisch gevoel?
Hoe manifesteert het zich?
Drs. Ruud Scipio, cultureel antropo
loog, glimlacht ris we hem die vraag
voorleggen. Ook hij is een van de drij
vende krachten in de Nines-beweging,
maar een heldere definitie van het begrip
waar rijn organisatie het bestaansrecht
aan ontleent, kan hij niet geven.
„Het Indisch gevoel laat zich niet in
een paar korte zinnen vangen. Als je van
Indische of Indonesische komaf bent,
héb je het gewoon. Je kunt wel proberen
om het weg te drukken, maar het komt
steeds terug. Vergelijk het met 'het Lim
burgse gevoel', of het 'Nederlandse ge
voel'. Ook dat rijn onzichtbare groothe
den die je onmogelijk onder woorden
kunt brengen, maar die er wel degelijk
rijn. Elke Nederlander die in het buiten
land op een camping rit, zal voelen dat
Drs. Ruud Sclplo, cultureel antropoloog: „Onze wortels liggen In twee landen.
Nederland Is ons ene, Indië ons tweede honk. Maar van dat tweede thulshonk zijn
we af gesneden. Voor altijd, want Indië bestaat niet meer."
- foto fotopersbureau hendriksen-valk
hij bepaalde achtergronden gemeen heeft
met elke andere Nederlander op die
camping. Dat gevoel van verbonden-zijn
kent onze gemeenschap ook. Alleen
komt er in dit geval een dimensie bij.
Onze wortels liggen in twee landen. Ne
derland is ons ene, Indië ons tweede
honk. Maar van dat tweede thuishonk
rijn we afgesneden. Voor altijd, want In
dië bestaat niet meer."
„Iedereen die ooit voor vakantie- of
studiereis door Indonesië is getrokken,
zal erkennen dat hij daar niet langer vol
ledig thuis is, dat Indonesië het oude In
dië niet is. Maar tegelijkertijd vind je in
dat land en deel van jezelf terug. En dat
is een wonderlijke ervaring. Als je er
bent, herken je bepaalde tradities, om
gangsvormen en leefregels, die je opeens
doen begrijpen waarom je ouders be
paalde waarden in de opvoeding hebben
meegegeven. Dat helpt je eigen persoon
lijkheid beter te doorgronden. Je kunt
onmogelijk om dat 'tweede honk' heen,
als je er bent voel je de intense verbon
denheid met de mensen die nu in Indo
nesië leven."
Erik Schenkhuizen: „We rijn geen club
van gefrustreerde jongeren. We rijn
doodeenvoudig nieuwsgierig naar onze
eigen wortels. We onderzoeken wat de
eigenheid van onze groep is, we willen de
goede elementen uit onze oude, Oosterse
cultuur samensmelten met de goede ele
menten van onze Westerse achtergrond.
En dan willen we zien hoe we daar prak
tisch mee om kunnen gaan."
„Het komt erop neer dat je als Indo
nooit Hollandser moet proberen te zijn
dan je Hollandse vrienden. Blijf jezelf.
Wring jezelf niet in allerlei bochten. Pro
beer je Indisch-rijn niet te verstoppen
maar maak er op positieve wijze gebruik
van."
„Hoe? In de jaren dat we nu actief
rijn, hebben ons heel wat vragen daar
over bereikt. We hebben inmiddels een
heel proces doorgemaakt en menen aan
knopingspunten gevonden te hebben om
dat Indische gevoel om te zetten in da
den. We kunnen nu een steuntje in de
rug rijn, zeker voor jonge Indo's die met
levensvragen ritten die te maken hebben
met hun oorsprong. Het gaat vaak om
emotioneel zeer beladen kwesties, die in
eerste instantie een strikt persoonlijk
probleem üjken. Totdat je merkt dat je
niet de enige bent die ermee rit: zorgen
bij de opvoeding van kinderen, ontslag
kwesties, botsingen in gemengde huwe
lijken, de onmogelijkheid om bepaalde
oneffenheden aan de kaak te stellen
'want jullie rijn toch zo goed geassimi
leerd'. Als je daar kanttekeningen bij
plaatst, als je durft te stellen dat de po
ging tot integratie te vaak slechts van één
kant is gekomen, roept dat onverhulde
ergernis op."
De oudere generatie Indische Neder
landers willen nog wel eens schrikken als
ze van de activiteiten van Nines horen.
Ze stellen aan de leden vragen als: rijn
jullie dan niet gelukkig, hebben jullie
problemen met je afkomst? Schaam je je
ervoor? Kun je niet beter gewoon naar
Spanje op vakantie gaan? Waarom gaan
jullie toch op vakantie in Indonesië, op
zoek naar dingen die verloren rijn ge
gaan en toch nooit meer terug kunnen
worden gevonden?
Erik Schenkhuizen: „Mijn moeder
praatte ook nooit over het verleden, hoe
ik ook aandrong. Ze was er ook tegen
dat ik dit jaar - voof het eerst - naar In
donesië op vakantie ging. Ik ben naar
haar geboortedorp gegaan, heb haar ge
boortehuis gevonden. Toen ik weer thuis
was, heb ik haar daar de videobeelden
van haar oude dorp laten zien. Ze was
sprakeloos, maar ze begrijpt nu dat het
zoeken naar je wortels ook louterend kan
werken."
Ruud Scipio: „Je kunt wel doen alsof je
geen Indo bent, maar je blijft het toch.
Net zoals je wel kunt ontkennen dat je
christen bent, terwijl uit tal van hande
lingen toch die achtergrond spreekt. Na
tuurlijk, je bent in Nederland, hebt Hol
landse vrienden, je bent hier thuis, maar
je moet je afkomst niet verloochenen.
Dat leidt alleen maar tot stress en frus
traties. En dat terwijl het bezit van dat
'tweede honk' juist een verrijking kan
rijn. Je draagt kennis van twee culturen
en het is de kunst om ze allebei vorm te
geven en over te dragen aan je kinde
ren."
Margreet Farret Jentink: „Het is toch
opvallend dat de Indische gemeenschap
momenteel meer dan ooit bezig is zich
op allerlei gebied te manifesteren. Kijk
naar de opleving van de Indische litera
tuur, met een nieuwe generatie schrijvers
als Jill Stolk en Ernst Jansz. Er komen
Indische films zoals 'Land van mijn
ouders' van Marion Bloem of 'Blauw
bloed' van Hans Kemna. Indische jonge
ren ontdekken de krontjongmuziek. Er
komen toneelprodukties op het gebied
van Indisch rijn en er rijn zelfs plannen
voor. een Indische opera. Allemaal posi
tieve uitingen van zelfbewuste mensen."
Roel Reijgers: „De 'Indische dag' is er
vooral voor jonge mensen die familie
banden hebben met het oude land, maar
zich geen raad weten met dat Indische
gevoel. Laat ze komen. Je moet die dag
gewoon ondergaan. Je kunt er contacten
leggen, je vindt er ingangen. En dat alles
in een heel feestelijke en bruisende am
biance, zonder dat er ook maar iets ver
plicht is."
Wie meer inlichtingen wil over het Indisch Cultureel
Centrum of de activiteiten van de Stichting Nines,
kan contact opnemen met het secretariaatsadres:
Stichting Nines, Lange Voorhout 5,2514 Den Haag.
Telefoon 070-656983.