DE STEM
V/ E E K E
VLUCHTEUNG HEEFT
IN ONS LAND EEN
ONZEKER BESTAAN
D
D
Nog niet vrij in het "Vrije Westen'
illeke
'Antiekb
lAAR ZEG
'NEDERLAND
DAT IS
ONS HEIM'
e komst van grote groepen vluch
telingen heeft voor emotionele reacties gezorgd. In
Stevensbeek en Slagharen werd openlijk gedemon
streerd. In Goes heerste aanvankelijk ook een anti-
vluchtelingenstemming, maar één voorlichtingsavond
van de ministeries van WVC en Justitie was voldoende
om die stemming te wijzigen in een positieve opstel
ling. In de discussie over asielzoekers komt één groep
niet of nauwelijks aan het woord: de vluchtelingen
zelf. Verslaggever Cees Manders zocht enkele vluch
telingen op, mensen die hun geboorteland hebben
moeten ontvluchten en familie en vrienden hebben
moeten achterlaten om te ontkomen aan terreur en
willekeur. Mensen die hier zijn, omdat geen enkel an
der land hen wil, mensen die vooral onzeker zijn en
bang door de Nederlanders te worden 'geweigerd' en
teruggestuurd naar de gevangenissen van hun land.
Taallessen
Afwijzing
Whisky
zaterdag
17 OKTOBER 198?
Opnieuw gepakt
Istanbul
Doodsbang
Mishandeld
L panel van vier personen
oet voor het vuurwerk zor-
fen. Fillekers en Van der Horst
Even de voorzetten. „Het is
Edere manier van invervie-
L», zo omschrijft Fillekers
[jn aandeel. „Ondanks de aan-
izigheid van een panel is het
jen wedstrijd. Er zijn geen
[ijzen aan verbonden".
Sp
ORGANISATOREN
Ho°g gemiddelde
Door Cees Manders
Er zijn hier niet veel vluchtelingen die de
poëzie hebben gekozen als middel om
'Den Haag' er van te overtuigen dat hun
asielrecht moet worden verleend. Ah is
zo'n dichter. Hij schreef (eerst in het Per
zisch en vertaalde het later eigenhandig
in het Nederlands): „Ik kom uit het land
dat Iran heet."
Een fragment van dit eenvoudige
maar daardoor juist zo indringende
dichtwerkje:
„Sinds twee jaar ben ik in Nederland.
Waarom? Omdat in Iran de zon niet
meer stralende is. Omdat het land in een
diep dal zit. Het huilt omdat de blauwe
hemel grijs geworden is. Grijze lucht
alsof de duivel zijn schaduw over de
mensen heeft geworpen. Die het ademen
van de mensen moeilijk heeft gemaakt,
die met zijn ouderwetse ideeën het leven
onmogelijk heeft gemaakt. Daar zijn
geen mensenrechten meer, duizenden
jongeren zitten al jaren in de gevangenis
sen, en duizenden jongeren zijn daar
door die duivel geëxecuteerd. Daar is
oorlog en het kost miljoenen mensenle
vens. De gezichten lachen niet meer. De
lippen zijn gesloten. En de pennen
schrijven niet meer. De bloemen geuren
niet meer, het wordt overstemd door de
geur van bloed. De parken veranderen in
overvolle kerkhoven. Ik kom uit.
Ah (31) wacht al 3,5 jaar (inderdaad:
drie en een half!) op het besluit dat hij
hier mag blijven, dat hij niet zal worden
teruggestuurd naar Iran. „Als ik terug
ga", zegt hij wat hulpeloos op zijn Nij
meegse zolderkamertje, „stoppen ze me
in de gevangenis, zullen ze me mishande
len, dood maken. Wie weet. Waarom
zouden ze mij anders behandelen dan al
die andere tegenstanders van het regiem
die zijn vermoord?"
Ah praat best goed Nederlands voor
iemand die vóór 6 juni 1984 van dit land
niets meer wist dan „de molens, kaas en
Johan Cruyff." Hij volgt allerlei taalles
sen (hem gegeven door vrijwilligers) om
het Nederlands zo snel mogehjk onder
de knie te krijgen. Alle beetjes helpen om
de almachtige staatssecretaris van Justi
tie te vermurwen.
Op zijn tv (hem evenals al het andere
meubilair geschonken door meelevende
vrienden en buurtbewoners) zag Ah hoe
Stevensbeek en Slagharen reageerden op
de plannen om in die dorpen tijdehjk
asielzoekers te huisvesten.
Die zaak heeft hem aangegrepen.
„Jammer, dat die mensen zo negatief
reageren op de komst van de asielzoe
kers. Ze begrijpen niet dat de vluchtelin
gen ongelooflijk veel problemen heb
ben."
„Elke vluchteling heeft enorm veel
meegemaakt. Weet je wat het is om je fa
milie, je vrienden, je geboortestad, je
land te moeten verlaten, misschien wel
nooit meer terug te kunnen zien? En dan
komen we hier, en staan we helemaal al
leen. We hebben niemand hier. En als we
dan ook nog gediscrimineerd worden,
dat is het ergste, veel erger dan geen geld
hebben."
Ah leeft van de bijstand (van 1042
per maand). Hij heeft een (keurig ver
taald) Perzisch diploma MTS-electro-
techniek 'in zijn zak'. Maar een baan
zoeken in die richting mag hij niet. En
dat komt hem eigenlijk wel goed uit nu.
„Als vluchteling ben je zo bezig met je
situatie en met je land. Ik wil zo snel mo
gelijk Nederlands leren. Dan kan ik de
mensen hier zeggen wat er daarginds ge
beurt, hoe erg het is onder Khomeiny,
hoe die ons land naar de ondergang
voert. Dat vind ik belangrijker dan geld
verdienen."
Ah weet nog steeds niet of hij in Ne
derland kan blijven. „Die onzekerheid is
erg vervelend. Die verlamt je. Maar ik
moet bhjven. Ik kan toch niet terug, of
wel?"
De staatssecretaris van Justitie heeft al
een keer afwijzend beschikt op Ali's ver
zoek om toelating. Maar zijn advocaat
Kingma, uit Nijmegen, heeft herziening
van de beschikking gevraagd. Wordt
daar weer negatief op beschikt, dan is er
nog een beroep op de Raad van State
mogehjk. Ah: „Dat kan nog wel jaren
duren. Maar toch is het erg vervelend
dat je geen enkele zekerheid hebt."
Volgens Kingma is Iran zo'n „rot
iand" dat vluchtelingen die daar van
daan komen doorgaans zonder al teveel
problemen in ons land worden toegela
ten. Maar in het geval van Ah doen de
ambtenaren van Justitie ineens heel
moeilijk. „Onbegrijpelijk", vindt hij.
Ali weet nog steeds
niet of hij welkom is
Kingma: „Ze schreven in de afwij
zende beschikking dat 'het niet aanne
melijk was dat hij in het land van her
komst reden heeft te vrezen voor vervol
ging'. Want hij zou geen hd zijn geweest
van een organisatie die zich verzet tegen
het bewind en hij zou nooit activiteiten
tegen de autoriteiten hebben ontplooid.
Dat klopt helemaal niet. Maar dat zeg
gen ze in Den Haag dan zomaar. Een
dan moet ik maar aantonen dat het wel
zo is."
Ali's geval hjkt duidelijk, als je hem zo
hoort. „Tijdens de revolutie raakte ik be
trokken bij de politiek. Iedereen was in
feite voor Khomeiny, in die dagen. Maar
dat veranderde snel. Toen je zag dat in
eens alles verboden werd, dat mensen,
ook vrienden en familie van me, werden
opgepakt en doodgeschoten zonder
rechtspraak, ging je wel anders denken."
„Ik sloot me aan bij de partij van Sha-
riat Madari, die zich tegen Khomeiny
had gekeerd en dan ook verboden werd.
Ik werd belast met de propaganda in de
sportwereld. Dat was gevaarlijk. Want je
wist 's ochtends als je van huis ging niet
of je 's avonds terug zou zijn."
„Zo'n half jaar heb ik me schuil moe
ten houden, ook in Teheran, omdat ik
dacht dat het daar makkelijker zou zijn.
Maar daar was het misschien nog moei
lijker en ik keerde terug naar mijn ge
boortestad. Khomeiny's mensen waren
overal."
„Op zekere dag werd ik gepakt, omdat ik
een klein flesje whisky bij me had. Die
mensen van het veiligheidscomite dach
ten: 'Oh, die heeft whisky. Hij zal dan
ook wel üd zijn van een verboden orga
nisatie, of hij zal mensen kennen die
daar hd van zijn.'"
„Ze hebben me ontzettend mishan
deld om wat informatie uit me te krijgen.
Maar ik deed net alsof ik niets wist. Als
ik had gezegd dat ik hd was van de orga
nisatie van Shariat Madari, hadden ze
me gedood. Dat is zeker."
„Je zat daar op een stoel en iedereen
die langs kwam vuurde een vraag op je
af gevolgd door een trap of een klap in
het gezicht. Maar toen ze begrepen dat
ze van mij toch niet wijzer werden moest
ik verschijnen voor een volksrechtbank
voor het bezit van die fles whisky."
„Dat gebeurde allemaal in het pubhek
en je kunt je dus voorstellen wat voor
een vertoning het was. Op het laatst
kwam er een moellah die me veroor
deelde tot 80 stokslagen. Ze kleedden me
uit, daar voor de hele menigte, en begon
nen me te slaan. Dat deed verschrikke
lijk veel pijn. Eerst achter op de benen
In '85 maakten In Iranlërs eeJ
tocht naar Den Haag om tfaar|J
testeren tegen het vluchtellngei
Net als toen wachten velen i
steeds gelaten OP wat er met (ijjl
gebeuren.
en over de hele rug naar boven tol
de nek."
„Ik ben niet flauw gevallen, ikh
volgehouden, want ik dacht bij j.
'als ze me slaan, doden ze me nj(]
weten dus niet dat ik hd ben vandjl
boden organisatie'. Toen ze me y
gaan zat mijn hele rug vol zwarte |j
alsof die erop geschilderd waren. i.
er nu nog httekens van. Een dokj
Nijmegen heeft dat schriftelijk r
bevestigen voor de asielaanvraag."
„Een paar weken later werd ik opJ
opgepakt. Toen dacht ik: 'nu is he
lopen. Nu weten ze van die verbot
ganisatie.' Ze hebben me weer t
mishandeld. Iedereen sloeg me.zl
den me zo bang maken dat ik zou J
praten. Toen kwam er een mollakl?
hij vroeg: 'ben je getrouwd?' 'Ntt|
ik. 'Heb je dan een vriendin?' Ikz
'nee', want voor het hebben vi
vriendin krijg je 80 stokslagen. 'D
je homoseksueel', zei de moellah t«
ontkende ook dat. Want op hou
suahteit staat in Iran de doodstraf."
„Ik hield vol. Als ze maar nietotij
verboden organisatie beginnen, c
alsmaar bij me zelf. Na een paart
gaven ze het op heten ze me g
zei ik tegen mezelf: 'Dit wordt it]
Straks pakken ze me toch nog vootl
verboden partij. Ik moet weg, heil{
uit. Zo snel mogehjk.'"
„Van mijn familie (mijn vader is
kleine middenstander) kreeg ikg
200.000 tuman. Genoeg om op dezi
markt 50.000 mark mee te kopt
had ik nodig, want alleen al oil
Turkse grens over te komen moestij
smokkelaar 30.000 mark betalen."
Ah belandde tenslotte in Istanbul. D|
ontmoette hij een schoolgenoot,
eens op de loop voor Khomeiny. DitI
zorgde hem een vals paspoort.
„Toen was het probleem: wal
heen? In Turkije kon je als Iraansvl
tehng niet bhjven. Je moest er voo.
rend oppassen, uitkijken voor dept
Als die je pakte, werd je teruggesll
naar Iran. Want de Turkse autonia
hebben nu eenmaal goede contacten!
het regiem van Khomeiny."
In Istanboel maakte hij een i
langs de reisbureaus. „Je vroeg m
ze een land wisten waar je zondera
papieren en als vluchteling gem
naartoe kon. De directeur van b
toor van de PIA (de Pakistaanse^
vaartmaatschappij, cm) zei: 'Ik sttoi
naar Nederland. Daar nemen zejtl
op'."
„Dat vhegticket, dat ik bij hem®
kopen, kostte 2500 mark en was vail
MALEV, de luchtvaartmaatschappij!
Hongarije. Hoe dat kwam, wist ill
niet. Maar ik vond het al goed. Via ij
dapest kwam ik op 6 juni 1984 inAj
sterdam aan."
Ah had dus voor hetzelfde
Rome, Brussel of op de noordpool a
nen arriveren, als het aan de PIA«
ger in Istanbul gelegen had. Ali: ,1'
helemaal niet wat me in Nederl®
wachten stond. Ik was zenuwacltjl
doodsbang. Ik dacht bij mezelf: 'lijf
maar één ding, dat ze me niet tempi
ren naar Turkije. Want dan I
me in Iran toch nog'."
Schiphol International Airport»!
mee. Op zijn mededehng 'I am artjT
from Iran' reageerde de diens»®
douanefunctionaris verrassend
hjk. Na twee dagen Schiphol i
naar Amsterdam. Ik kreeg het adresj
Vluchtelingenwerk en die hebben «f
alles voor me gedaan. Ze hebben
voor gezorgd dat ik weg kon uit®!
te, rommelige Amsterdam. Ik hen»
in een stad die rustiger, kleiner M
weer een beetje tot mezelf te komen. I
„Als het regiem van Khomeiny1®!
komt, ga ik terug naar Iran. Daarrs.»"
twijfel over mogehjk. En ik weet'
dat de situatie in mijn land zal ver
ren. Die moet veranderen. Kijk
naar de geschiedenis."
(>Het maakt niet veel uit
Bolivia of in het Kralin
filmt. Je denkt toch allee
j e onderwerp"
Fons de Poel
ezer dagen week
beslist een Arnhemse rechter over
het lot van een Tsjechisch gezin
(dat we maar de naam Novak zullen
geven). Ingewikkeld is ons asiel
recht, maar simpel gezegd gaat het
hierom dat ze hier mogen blijven
totdat Justitie beslist over hun toela
ting als vluchteling.
Door Cees Manders
„Waar moeten we heen, als we hier niet
mogen bhjven?", roept de vrouw, Jana,
uit op haar hotelkamer in Beek bij Nij
megen. Zij voert het woord, want echtge
noot Karei, die ook aanwezig is, „is nog
niet zo goed in het Duits."
Karei (39) .maakt een wat gelaten in
druk, maar Jana (37) is triest en hjkt
soms de wanhoop nabij. „Wij kunnen
nergens anders heen. Oostenrijk wil ons
niet hebben. Dat staat vast. Ja, het enige
land waar we terecht kunnen is Tsjecho-
slowakije. We zijn nog steeds Tsjechen
en we hebben een Tsjechisch paspoort.
Maar dat land zijn we nu juist ontvlucht.
We kunnen er niet meer leven."
Karei: „Als we teruggaan stoppen ze
ons zeker voor vier, vijf jaar in de gevan
genis. Dat is de straf die staat op vluch
ten. Ze zullen ons kind afnemen. En
werk en een huis krijgen we ook niet
meer. Alles wat we bezaten is door de re
gering in beslag genomen. Het is onmo
gelijk terug te gaan."
Karei en Jana hebben genoeg onder
vonden van de kant van het communisti
sche regiem om te weten wat er met hen
zal gebeuren, mochten ze ooit terugke
ren. Ze zijn voortdurend bedreigd, ge
pest en lastiggevallen door de STB, de
geheime pohtie. Allebei zijn ze al ver
schillende keren gearresteerd, hun huis is
geregeld ondersteboven gehaald.
Ze zijn ook al een keer mishandeld door
de STB. De pohtie het zelfs Jana's moe
der niet met rust. Ze kreeg na een ver
hoor een hersenbloeding en overleed.
Vrienden en kennissen durfden niet
meer met hen om te gaan. Ze voelden
zich op het laatst geïsoleerd.
Jana en Karei zijn allebei praktizerend
rooms-kathohek. „Dat is altijd zo ge
weest in onze families, al meer dan 200
jaar", zegt Karei. Volgens hem zijn de
meeste Tsjechen katholiek. Maar ze ver
bergen dat of passen zich aan. Als je
vooruit wilt komen in Tsjechoslowakije,
ontkom je daar niet aan.
Het kost de Novaks enige moeite dui
delijk te maken of ze tegen het regiem
zijn vanwege hun geloof of dat ze zowel
religieus als politiek tegen zijn. Maar dat
maakt eigenlijk weinig uit. Voor de
staatsecretaris telt toch alleen maar de
kans op vervolging na terugkeer in eigen
land.
Maar wat heet 'vervolgen'? De No
vaks zullen na hun terugkeer in Praag
wel niet gegeseld worden of vermoord
(alhoewel je dat bij dictaturen nooit ze
ker kunt weten). Maar dat ze volledig als
mensen gerespecteerd zullen worden, is
niet te verwachten.
Vluchtelingen uit de landen van achter
het IJzeren Gordijn moeten in het 'vrije
westen' toch gemakkelijk asiel kunnen
krijgen, zou je denken. Maar zo simpel is
het niet (meer). Ook het geval Novak be
wijst dat de tijden veranderd zijn.
Waarom naar Nederland en niet naar
België of Duitsland? Jana: „We kenden
een familie in Veenendaal. Onze dochter
had bij hen het jaar daarvoor gelogeerd."
Karei: „Aan de grens heten ze ons ge
woon door. Dat was geen probleem. We
reden zo naar Veenendaal."
Zowel Karei als Jana hebben een goed
beroep, waarmee ze hier zo aan de slag
zouden kunnen. Hij is electrotechnicus
(met specialisatie antennebouw) en heeft
alle rijbewijzen. Zij werkte tien jaar als
machinebouwkundige in de atoomfa-
brieken van Skoda. En toen ze daar ont
slagen werd (vanwege haar politieke ge
zindheid) heeft ze jaren gewerkt^!
jaardenverzorgster.
„We zouden dolgraag hier wiM'J
beiten', maar zolang we geen
hebben mogen we niet werken'
rel. Zijn advocaat heeft hem êe-. v:i
vreemdelingen die nog niet of»1
Nederland zijn toegelaten niet
werken. 'Den Haag' wil hen voo
aanmoedigen te bhjven.
Karei, Jana sr. en Jana jr.
een gerieflijk hotel in Beek. De
kening (van 150 per dag) be
gemeentehuis. Bovendien krijg® j
zakgeld per persoon per fflaaD T
„We voelen ons sehr gut, hi®
dorp. We zijn vrij. De mensen P
kennen ons, groeten ons. Ze J
vriendelijk."
„Iedereen weet dat we vluc
zijn. Mijn dochter zit hier op sc
heeft al Nederlandse vrier
orDirkVellenga
let draait om eenvoudige za
Leel gesproken wordt. In
Lden actuele onderwerp
Maatschappelijke problemei
jaar zeg je zowat' nu juist ni
omschrijft Jan Fillekers het r
met Henk van der Horst (óók
0r de NCRV en dat zaterdag vo
zonden (Nederland 1,21.42).
I Qe leden van het panel zijn
«ur Peter Faber, Daan Mod-
rman, ooit geïnterviewde in
.lowroom', schrijfster Yvonne
[euls en de neerlandicus Hans
i den Bergh, ooit medewer-
aan het baanbrekende 'Zo
het' en literair columnist
Ten Braven') in Vrij Neder-
ind.
„Het panel leggen wij vragen
opdrachten, voor. Die zijn
>p gericht dat de leden iets
ellen van hun ervaringen,
gewoonten, hun herinne-
jgen", zegt Fillekers. „Het
latom dingen die herkenbaar
jn; dingen die iedereen heeft,
de eerste uitzending hebben
bijvoorbeeld een tafel met
voorwerpen. De panelleden
ogen even kijken en kiezen
in één voorwerp uit, waar ze
over te vertellen hebben,
ferder zit er iets in over na-
aen, hun eigen namen en de
amen die ze aan hun huisdie-
en hebben gegeven.
"eel aardig is ook het her-
—lingsfluitje. Veel mensen
ebben een speciaal fluilje om
ii komst aan te kondigen of
de aandacht te trekken op
strai
Daa;
lent
Sc
en v
ook
prog
herk
ze e<
had
ven
verv
moe:
oude
vont
Zijn
voor
bij
beur
„I
spre
lede
aar
der
wan
zo
den.
dat
haai
vert
mee
Het
men
less
H
iets
'Sho
„I
roor
lang
heel
Door Henk Egbers
DELFT- „Alle bedrijfs-
overvallen, die de laatste
tijd hebben plaatsgevon
den op de traditionele
Oude Kunst- en Antiek
beurs van Delft zijn afge
slagen. Alle kaarten zijn
geschud en 'Delft' blijft
ook in de toekomst dé top
beurs van Nederlland", al
dus zijn voorzitter Theo
Laurentius. Van 15 tot en
met 29 oktober wordt de
beurs voor de 39e keer
zelfbewuster dan ooit en
met een uiterste zorg voor
de inhoud gehouden in
Het Prinsenhof' te Delft.
Zoals wellicht bekend werd
er de laatste jaren nogal kri-
aek uitgeoefend op deze
Mars, waarvan men de for
mule verouderd achtte en de
reikwijdte - ondanks de grote
Buitenlandse interesse - te
nationalistisch. Het schaarser
worden van antiek en de eco-
J^Mhe terugslag (althans
1 het brede publiek) speel
den daarbij een rol. Nieuwe
r~?en en nieuwe formules
nwu6n beproefd; het rom
melde onder meer in Amster
dam en Maastricht.
bmmentius: „Er zijn veel te
beurzen gekomen, zodat
geen overleg meer moge-
evL1S' 0Pgezette monster-
Wr^enten verwaterden de
b»...,! Men heeft gepro-
'Dnife v°orbije jaren om
ders J6?? te zuigen om el~
mulo er beproefde for-
daarn te Passen- Wij zijn
honn .met de leden op een
is b gejaagd. De solidariteit
Z"og?ooit zo groot geweest".
BraWj11, waaronder enkele
uit r]o ?e,rs' ziin vertrokken
lm, elob om elders hun ge-
deeW beproeven. Nieuwe
ren rs ziSn in de gelede-
gast,£genomen' terwijl twee
het klassieke filatelie
voelen ons hier op ons u
naar Tsjechoslowakije hebben
meer, kunnen we ook niet
Nederland is voortaan ons
vrienau*« het 'iv Kwieke filatelie
gcïi ,:«l hebben vbS van de beurs
In verrijkt.
etiw"1» beeft een nieuwe
gekregen. De beel-
st
ru
be
d
Ti
rr
h
r<
g'
d<
'k
rc
v
t£