s F C Nederlandse ontwerpers bij internationale top I Binnenhuisarchitect geen glamourberoep DE STEM IWONINGINRICHTING EN ONTWERPEN I DESIGN OOGST STEEDS MEER WAARDERING Designed meubelen, moderne produkten, die door een kunstenaar/ontwerper zijn vormgegeven, zit ten in de lift. Evenals modekleding hebben zij zich gekwalificeerd als life-style attributen, zaken waarmee men zich omringt ter aanduiding van wie men is in dit bestel. Of binnenkort hoopt te worden. Circa vijftien procent van de Nederlan ders volgt de ontwikkelingen in dit 'marktsegment' met grote interesse. Vooral vrouwen naar interieur-cursussei Door Hans Bours De belangstelling voor al les wat met wonen en in richten te maken heeft is heel groot en veel mensen willen dan ook iets meer weten over het verant woord inrichten van de eigen wo ning. Dat is logisch want wonen is iets dat we allemaal dagelijks doen. En het is natuurlijk prettig als je in staat bent om je woning zo in te richten als je dat zelf wilt. Hoewel er over smaak niet valt te twisten zijn er een aantal basisprincipes die voor elk interieur gelden. En die basisprincipes kun je leren door het volgen van bepaalde cursussen. Voor de particulier die puur uit hobbyisme een cursus op het gebied van binnenhuisarchitectuur wil vol gen is de keuze niet echt groot. De Leidse Onderwijs Instellingen heb ben vier cursussen in het pakket, 'binnenhuisarchitectuur', 'speels wo nen', 'interieurtekenen' en 'kleuren- kunde'. Daarnaast is er nog een par ticuliere, commerciële, instelling die mondelinge en schriftelijke cursus sen geeft. Dat is het 'Instituut voor Binnenhuisarchitectuur' te Amster dam. Wie volgen nu eigenlijk die cur sussen? Jongelui of oudere mensen die hun vrije tijd aangenaam willen besteden?Of huisvrouwen die de in richting willen veranderen maar niet weten hoe? De heer Smittenaar, marketing-manager bij de L.O.I.: „Zo'n zestig procent van onze cur sisten zijn dames, hoofdzakelijk in de leeftijdsgroep van 28 tot 40 jaar. Maar mensen die onze cursus bin nenhuisarchitectuur volgen zijn over het algemeen wat jonger, die willen op een op andere manier ook verder in dat vak, dus beroepsmatig. Zij vin den banen bij adviesbureaus, wo ninginrichters en dergelijke. De an dere cursussen zijn puur voor de geïnteresseerde leek bedoeld. CERTIFICAAT Overigens is de L.O.I. al twintig jaar geleden begonnen met de cursus 'interieurverzorging'. Deze cursus werd zo om de twee jaar aangepast, uiteindelijk resulterend in de huidige opleiding 'binnenhuisarchitectuur'. Deze cursus duurt gemiddeld 2V* jaar en is bedoeld voor die mensen die niet in de gelegenheid zijn om een dag- of avondstudie te volgen aan een van de beroepsopleidingen. Wij stellen zelf het leerplan op en de exameneisen. Het ministerie van onderwijs houdt daarop toezicht, ter wijl een gecommitteerde van het mi nisterie de cursus en het examen controleert. Ook de docenten zijn er kend waardoor het niveau van de cursus gegarandeerd is", aldus Smittenaar. „De andere drie cursus sen, 'speels wonen', 'interieurteke nen en 'kleurenkunde' zijn voor de particulier die dit puur uit interesse en/of hobby doet. Deze cursussen worden dan ook niet met een exa men afgesloten, de cursisten krijgen wel een certificaat", aldus Smitte naar. GEWOON LEUK Een ander instituut dat cursussen verzorgt is het Instituut voor Binnen huisarchitectuur inAmsterdam. Wie of wat gaat er schuil achter deze offi cieel klinkende naam? Het blijkt een puur commerciële, particuliere on derneming te zijn waarvan de op richter tevens directeur, eigenaar en docent is. Dat is de heer H. Slim. „Ik ben hiermee in 1982 begonnen na dat ik daarvoor op verschillende plaatsen in het land lezingen over binnenhuisarchitectuur heb gege ven. Idealisme speelt bij mij geen rol, ik vind het gewoon leuk om te doen en dat is toevallig in deze vorm ge goten. Dat wil zeggen, we hebben een korte mondelinge cursus, van vier middagen of avonden en een langere schriftelijke cursus. De mon delinge cursussen worden in tal van plaatsen in het land gegeven. Kijk, die lezingen die kostten natuurlijk veel tijd, tijd die ik niet meer vrij had voor mijn andere werk. Op dat mo ment was ik absoluut niet commer cieel bezig, maar voordat je het weet zeg je; ik kan wel lezingen geven maar dan verdien ik met mijn andere werk geen bal meer. Dus heb ik een combinatie gevonden en laat me voor de cursussen betalen", aldus Slim. „De korte cursus van vier midda- Het beroep binnenhuisar chitect wordt vaak voorge steld ais een soort vere delde woninginrichter die alleen voor de happy-few werkt De werkelijkheid ziet er echter anders uit Ten eerste bestaat in Ne derland de titel 'binnen huisarchitect' niet, wet is het beroep sinds kort be schermd, evenals dat van architect. Heb |e de juiste opleiding gevolgd en sta je ingeschreven in het betref fende register, dan mag je de Met 'interieurarchitect' ol 'architect' voeren. Wie belangstelling heeft om in deze richting te gaan Studeren kan daarvoor te- recht op één van de kunst academies in Nederland, de- kunt Je onder andere specialiseren in meubel ontwerpen, Industrieel ont werpen, architectonische vormgeving en interieur ontwerpen. Wie zich als zelfstandig ontwerper wif vestigen moet geduld, doorzettings vermogen en geluk heb ben. In de meeste gevallen duurt het zo'n tien jaar voordat een echt goede boterham verdiend kan worden. Daar komt dus geen glamour bij kijken, het is keihard werken en volhouden voor een bo gen of avonden is bedoeld voor mensen die bijvoorbeeld een huis willen kopen of verbouwen of op nieuw inrichten. Die mensen geven wij in zeer korte tijd brede informatie met allerlei woontips. Is het pro bleem opgelost, dan is de cursus voorbij. We mikken op groepjes van vijftien tot 25 personen, dat ligt een beetje aan de locatie. Ik heb één col lega die me regelmatig helpt. In het hoogseizoen draai ik vier avonden per week gemiddeld, van september tot eind april, begin mei". TEGENWICHT „De langere schriftelijke cursus is bedoeld voor mensen die bijvoor beeld een huis gaan bouwen en met argumenten wat tegenwicht tegen de architect willen geven. Ze willen dus wat meer zelfvertrouwen hebben daar helpen wij ze bij. We doen dat door veel materiaal- en kleurinforma- tie te geven en ze te leren hoe ze een bouwtekening moeten lezen. Maar het geldt ook voor mensen die een andere inrichting willen hebben en daarvoor naar een woninginrich tingszaak gaan. Vooral de exclusieve zaken hadden en hebben zo'n elitair sfeertje met verkopers die je be paalde designmeubelen willen op dringen. Wij zijn gewoon super-prak tisch, geen hoogdravende moeilijke verhalen over esthetische eisen en zo", aldus Slim. „Bij de schriftelijke cursus, die ge middeld twee jaar duurt, stellen wij zelf de eisen en normen vast", ver volgt Slim. „De beoordeling van de cursisten doen we ook zelf. Ik pas de beoordeling aan op het niveau van de cursist. Mijn visie is om het altijd positief te doen, ook bij mensen die nog niet zo goed uit de verf komen. Ik kan wel zeggen, 'nou waardeloos', maar dan zijn ze niet meer gemoti veerd. Ze doen het natuurlijk vrijwil lig en daar moet je rekening mee houden. Ik mag ze dan niet aanval len". KALK „Het niveau van de cursus is gega randeerd door mijn eigen praktijker varing. Dat is mijn sterke punt. Ik word gelukkig gevraagd voor allerlei grote produkties, dus mijn naam zien ze overal staan. Kijk en dat geeft wel iets meer waarde. Dat heb ik ook te gen op cursussen bijvoorbeeld door volksuniversiteiten. Daar worden cursussen gegeven door, zeg ik al tijd, werkloze binnenhuisarchitecten. Die hebben geen spat werkervaring. Nou, ik heb elke dag kalk aan mijn broek hoor. Dat is wat ik bedoel, we zijn puur praktijkmensen. En het be staansrecht van mijn instituut wordt wel bewezen door het aantal cursis ten. De schriftelijke cursus bestaat nog maar drie jaar, maar we hebben al wel zo'n tweeduizend cursisten. En we zitten over de hele wereld: Oman, Bahrein, Indonesië, Zwitser land, Amerika, Griekenland, België, Duitsland. Allemaal Nederlanders die in het buitenland wonen". Voor meer informatie over kosten en oplei dingsplaatsen: Instituut voor Binnenhuisarchitectuur Postbus 14703 1001 LE Amsterdam Tel. 020 -229985 Leidse Onderwijs Instellingen Antwoordnummer 1 2300 VB Leiden Tel. 071 -451911 jid i' nab si i: Een bekroonde ronde tafel van Rob Hermes uit Arnhem. Zltelement Pouf Gaml van Rob Eckhardt (Pastoe). Door Henriette Verburgh Waren tot nu toe de Ita liaanse en Finse sty ling toonaangevend, het ziet er naar uit dat Nederlands vormgevings-talent aansluiting gaat vinden bij de top van de wereld. Waar komt die plotselinge oriënta tie op het toch beslist niet goedkope moderne designed meubel van daan? Terugblikkend lijkt het een niet onlogische stap in een histori sche ontwikkeling. Honderd jaar ge leden bezaten de gegoeden een echte inrichting, met rijk versierde, donkere, houten kasten, tafels en stoelen in een neo-stijl. De arbei dende massa moest het binnenshuis doen met het allernoodzakelijkste of nog minder. Hierdoor ontstond er bij de lagere klassen een enorme hon ger 'naar juist die entourage van de hoger geplaatsten op de maatschap pelijke ladder. Deze 'honger' kon dankzij de industrialisatie en een stij gende welvaart in de loop van deze eeuw worden gestild met massapro- dukten die 'rijk' oogden. Inmiddels had er zich echter in de jaren twintig een aanzienlijke smaak- verandering voorgedaan in de cultu rele voorhoede. Men keerde zich te gen 'de zinloze' versiering. Zo werd het zware ornamentale confectie- meubel een verdacht stukje wans maak. Tenminste bij hen die het we ten konden, de kunst- en museale wereld. Toch konden bijvoorbeeld de ruimtelijke, koele meubels van ontwerpers als Rietveld en Stam de hartstocht van de arbeidersklasse niet oproepen. Zo kwamen de simpele stoelen, niet zelden bedoeld voor 'het volk', terecht bij de nieuwe industriële en intellectuele elite die wel prijs stel den op een interieur in harmonie met 'de tijdgeest'. Verregaande democratisering heeft inmiddels tesamen met de al gemene welvaart oude maatschap pelijke grenzen goeddeels vervaagd. Smaakverschillen zijn aan het uitslij ten. Bevolkingsgroepen bestaan meer naast elkaar dan boven elkaar. De jaren tachtig verheerlijken de 'persoonlijkheid'. Schuilt achter die wens 'iemand' te zijn niet eenvoudig de vraag 'wie ben ik'. En het is niet waarschijnlijk dat in de jaren negen tig deze vraag aan actualiteit inboet. Het ziet er naar uit dat na een krappe driekwart eeuw het volk zijn kunste naars weer werkelijk kan gebruiken. En waarom zouden dat geen Neder landse meesters mogen zijn. Dat is ook de mening van Harm Scheltens, directeur van de Utrechtse meubelfabriek Pastoe en voorzitter van het Dutch Design Cen ter, een samenwerkingsverband van acht modieuze meubelfabrikanten. |Met de vaste ontwerpers Aldo van den Nieuwelaar en Rob Eckhardt blijkt Pastoe in de roos te schieten. Het laatste succes wordt gevormd door het zitmeubeltje met de naam Pouf Garni, van de hand van Rob. Het werd niet alleen onlangs op de Utrechtse Jaarbeurs uitgeroepen tot het beste meubel van dit jaar, maar het wist ook een plaats te veroveren in het International Design Yearbook 1986/'87 van Philippe Starck. De nuchterheid gebiedt vast te stellen dat voldoende Nederlands ontwerptalent alleen geen waarborg betekent voor een ereplaats in de meubel-avant-garde. Wrijft Harm Scheltens de industrie een minimale dosis aan fantasie aan, de Neder landse meubelindustrie wordt ge brek aan inzicht in wensen en ver langens van het publiek verweten. Volgens deze ambitieuze onderne mer is het hoog tijd dat de meubelin dustrie gaat werken met marktseg- mentatiemodellen, 'papieren profie len', die wat orde scheppen in de grote verscheidenheid aan consu menten. Pas als men de afnemers goed kent is het immers mogelijk een, eigen doelgroep te kiezen, met een daarop afgestemd 'concept' of te wel woonprogramma. Scheltens: „In de mode-kleding- branche is marktsegmentatie al lang gemeengoed. Het nauwlettend vol gen van de mode zou voor onze sec tor heel goed zijn. Niet alleen qua marketing maar ook inhoudelijk loopt de mode voor op de ontwikke lingen in het woon-gebeuren". Zelf gebruikt Pastoe al enige tijd een segmentatie-model dat de con sument indeelt naar mentaliteit. Het is tot stand gekomen in samenwer king met de Erasmusuniversiteit. He lemaal bevredigend is het nog niet, maar binnenkort hoopt men een va riant te presenteren, die ook de be wegingen in de mode beter in het oog houdt. Helaas zijn de meeste marketing modellen geënt op de binnenlandse markt terwijl het duidelijk de bedoe ling is dat de Nederlandse design meubels in groten getale de lands grenzen passeren. Export is immers niet alleen goed voor het image, maar een absolute must voor de va derlandse fabrikant om het hoofd fi nancieel boven water te houden. „De distributie naar het buitenland verloopt via de grote internationale beurzen", licht Scheltens toe. „Keu len en Milaan zijn daarvan de be langrijkste. Helaas moet ik vaststel len dat ook daar het nodige moet veranderen. Tot nu toe groepeerde de beursleiding de deelnemers naar nationaliteit in plaats van naar genre. Het gevolg is dat een zogenaamde 'witte' Nederlandse fabrikant met zijn producenten verzuipt in de bruine meubelen, die het overgrote deel van het Hollandse paviljoen uitmaken". Pastoe heeft zich inmiddels weten te ontworstelen aan dit ongelukkig lot. Het merk presenteert zich op de grote buitenlandse beurzen heel na drukkelijk met de zeven partners van het Dutch Design Center, fabrikan ten die mikken op ongeveer dezelfde doelgroep. Dat gezamelijk naar bui ten treden gebeurt overigens ook in eigen land. In een vleugel van de Pastoe fabriek etaleert het Dutch Design Center permanent het assor timent aan architect, detaillist en consument. Deze vorm van samen werking tussen broeders in de kunst die toch ook concurrenten zijn heeft inmiddels zijn vruchten afgeworpen, getuige het grote aantal internatio nale prijzen en een exportquantum van 50 „Maar of het succes doorzet, dat is natuurlijk de grote vraag", zegt Harm Scheltens behoedzaam. „Er zal bij economische zaken een be reidheid moeten bestaan om Neder land tot ontwikkeling te laten komen als design-land. Gelukkig doet men er momenteel veel aan". Een opvallend matras van de Rotterdamse Inene Dlrkzwaayer.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 16