IE STEM
DIT LAND IS ZIEK
DOOR HONGER,
ARMOE EN OORLOG'
t
ZATERDAG IH
3 OKTOBER 19871 I
~i
de service
waalf cassettebandjes. Een reizi-
er heeft ze in zijn koffer meegenomen uit Afrika. 'Mu-
ic' staat er op, voor alle veiligheid. De bandjes bevat-
n oorlogsradio, propaganda, haast cabaratesk
oms. Bovendien staat er een onthullende getuigenis
p van de toenemende invloed van de islam in Oost-
frika en van bruut geweld in een verscheurd land:
udan. De cassettes bevestigen dat rimboe-piloot
!ddy Folman uit Nijmegen echt dood is. Bovenal ech-
sr bevatten de 12 bandjes een noodkreet van - bijna
stterlijk- een roepende in de woestijn, een Neder-
andse pater, thuisbasis West-Brabant. Zichzelf verge-
snd spreekt hij me toe: „Paul, alsjeblieft schrijf! Laat
Ie wereld weten wat hier gebeurt. Er zijn zusters ge-
idnapt, Sudanese priesters, paters Salesianen, ont
wikkelingswerkers. Noem me Adriaan, je weet het
ooit, ook al schrijf je geen Arabisch. Maar schrijf.
want ik denk aan de woorden van Jezus: 'De waarheid
al je vrij maken'.
IEENTE OOSTBU
p bij inschrijving
'ezenloos
Eigen oorlogen
Lepra-lijdér
Dr.John
Vliegtuig
Justino
Levensgevaarlijk
I
T
WEEKEND
55-2710
Door Paul de Schipper
3oede morgen Paul of misschien goe-
imiddag". De stem van pater Adriaan,
lar ver weg, in die belegerde, haast on-
preikbare stad Juba. „Wat ik stuur?
mdjes opgenomen wanneer de radio-
ader van de opstandelingen niet al te
gestoord wordt. Ik geloof dat het
iel belangrijk is dat de mensen in Ne-
fctland weten wat hier gaande is. Jam-
er dat de burgeroorlog in het zuiden
m Sudan geen nieuws is voor de we
'd. Jammer dat er hier geen internatio-
ile camera's zijn zoals in de Perzische
oir.
„Die aandacht is nodig want de druk
ordt steeds groter. De mensen staan
ior een keuze: toegeven aan die druk
ui het noorden aan de Arabieren, aan
in slavenmeesters van vroeger of toege-
n aan de opstandelingen van de SPLA.
Ide op het schoolplein van cb iide dingen deugen natuurlijk niet"
|ol te Breskens, J.H. van Dale* de maar
>k cultuur. Alles willen ze Arabiseren,
anbiedingen in gesloten envet identiteit van de zwarte mensen weg-
plding van „Jarinolokaal Breskefl - -
ingediend vóór 15 oktober 1S
I aan de gemeente Oostburg,
Oostburg. Nadere informatief
stburg biedt te koop aan 1 Jarino
-\ c/uotwuiy. naucic iiiiumiaiiv
door de heer H. Verhage (tele* ra°rsch, Arabisch
Ionder nummer 01170-7000,
pg van de lokalen is mogelijk
de lokalen direct na toewijzir
)ien veertien dagen na toewijzing
wen, te beginnen met de taal. De taal
de drager van de cultuur en die taal
ordt weggemoffeld. Het is allemaal
„De toestand hier in het zuiden is on-
udbaar: ontzettend veel vluchtelingen,
i hebben geen eten, geen dak, niets en
het brute, al het geweld, al het do-
n..."
Juba krioelt het overal van de men-
Als je hier nog een keer terug zou
'men zou je het niet herkennen. De
ïnsen zijn opgejaagd, bang. Ze zitten
der een boom, wezenloos voor zich uit
staren. Je vraagt jezelf af wat gaat er
a u z'n hoofd van zo'n man of zo'n
,ouw of zo'n kind. Ze zitten daar maar,
wachten waarop, op niets. Je vraagt je
wat ze meemaakten, de angst, de
™lt, de nachtmerries."
„Ik heb vader Justin uit Maridi op be-
Hij vertelde me dat-ie zo ontzet
tend bang is geweest dat hij onder het
bed probeerde te slapen. Er werd door
het dak geschoten, een zinken dak. Dat
maakte ontzettend veel lawaai. Hij is
nogal overstuur. Als hij 's nachts slaapt,
hoor ik hem schreeuwen".
„Dit is radio SPLA, de radio van de Su
dan People's Liberation Army". Mars
muziek, het geluid van machinegeweer
vuur, weggedrukt door de gekmakende
fluittoon van een stoorzender. Het is een
ether-offensief vanuit het Sudanese rege
ringscentrum Khartoum.
2 mei: „And now the news. Op 39 mijl
zuidwestelijk van Juba is gisteren een
truck van het regeringsleger op een land
mijn gereden. Alle dertien inzittenden
zijn omgekomen. De landmijn werd ge
plaatst door de SPLA-officieren sergeant
Oboto Mumurnete, tweede luitenant Ju
lius Olerki en sergant Thomas Felko".
Veel Afrikaanse landen hebben een
eigen oorlog. Neem Tchad, Uganda, An
gola, Mosambique, Ethiopië. Vaak zijn
die, veelal binnenlandse, conflicten geïn
spireerd door stammentwisten, religie of
invloeden van buitenaf. De ellende die er
door ontstaat nemen we in Westeuropa
meestal pas waar, als er weer eens een
paar honderdduizend hongerende zwar
ten op onze kleuren-tv verschijnen.
Bij de oorlog in Zuid-Sudan spelen
alle voor Afrika bekende factoren een
rol; Islam contra christendom, de poli
tieke partijen met hun regionaal gebon
den steun en betrokkenheid van buiten
landse mogendheden als Libië en Ethio
pië.
Het resultaat is een vernield land,
waar niemand zeker is van zijn leven.
Waar wegen onbegaanbaar zijn door
mijnen, waar guerrilla's, bandieten, rege
ringssoldaten en door het Khartoum-be-
wind bewapende milities tegenover elk-
De oorlog In Zuid-Sudan Is een keiharde strijd in zeer barre omstandigheden. Desondanks kan een guerrilla nog lachend poseren.
Noodkreet uit Zuid-Sudan
FOTO'S SUNSHINE
aar staan. Uitzichtloos doden, massa
moorden.
Zuid-Sudan is een van oudsher onder
ontwikkelde regio, een voormalig jacht
gebied van Arabische slavenhalers, al
zijn er ook recente berichten over slaver
nij. Vier jaar oorlog, misoogsten en
sprinkhanenplagen. De guerrilla zit op
het platteland, de garnizoenen in de ste
den. En niemand die precies weet wat er
in dit immense land gebeurt: geruchten,
propaganda en contra-propaganda.
In hun hutten of onder een boom luis
teren de Zuidsudanezen naar de radio,
hun enige communicatie-middel, maar
ook op de radio is er oorlog.
De radio. „Hallo luisteraars, welkom bij
de nieuwe aflevering van ons program
ma: 'De stem van de verdrukten'. 'Geen
honger, geen bedreigde religie!' Dat zijn
de doelen van de bevrijdingsbeweging en
van iedere Sudanees. Het is de basis voor
de schepping van een nieuw verenigd Su
dan. Maar premier Sadeq el Mahdi en
zijn lakeien geloven niet dat de Sudanese
samenleving is opgebouwd uit veel gelo
ven en nationaliteiten. Ze arresteren en
martelen mensen. Sadeq el Mahdi is een
John Garang, de leider van het
SPLA.
terrorist. De mensen gedood in Juba, in
Malakal, Wau. als zij opnieuw tot le
ven zouden komen. Zij zouden hem her
kennen".
Het huis van pater Adriaan, twee jaar
geleden, een eerste bezoek op een zon
dagmorgen. Voor de deur schuift een le
pra-lijder door het zand. Hij kruipt om
hoog langs de treden van de stoep. Voor
het gaas van de muskietendeur houdt hij
zijn hand op. Adriaan geeft hem wat
gierstmeel uit een zak die net achter de
deur staat. Of hij een huisdier eten geeft.
,,'t Was hier altijd een hele parade op
zondagmorgen. Dat ging niet meer, nu
blijven ze in hun kamp". Die middag
was er een samenkomst in de missiepost.
Zingende en dansende vrouwen. Daar
tussen Adriaan, ritmisch meeklappend,
enthousiast.
Diezelfde avond werden er even ver
derop aan de Nijl drie mensen doodge
schoten, veedieven, verdreven door de
oorlog, gedreven door de honger, omdat
ook hun vee geroofd was. 's Avonds bij
het licht van een olielamp heeft hij me
deelgenoot gemaakt van zijn zorgen om
dit land, om de zwarte Afrikaanse men
sen die hem zo dierbaar zijn geworden.
Dit voorjaar keerde hij na een lang
verblijf in Nederland terug naar zijn ge
liefde missie. Hij is een van de laatste
Nederlanders die in het gebied werkt.
Hij noemt zichzelf dr.John. Hij houdt
van verse aardbeien en ijs met nootjes en
heeft altijd een AK-47 machine-geweer
bij de hand, terwijl een revolver en een
mes tussen z'n broekriem zitten. Hij is de
leider van het opstandeüngenleger: kolo
nel John Garang (44), ooit student eco
nomie aan de universiteit van Iowa in de
Verenigde Staten.
Garang en zijn mede-opstandelingen
geloven in het ideaal van een verenigd
Sudan, een Sudan met godsdienstvrij
heid en zonder wurgende Islam-wetten.
Garang in een radiotoespraak tot de
Zuidsudanese bevolking: „We vechten
voor een Sudan waar niemand honger
heeft en waar de christenen de broeders
zijn van de Arabieren en met hen de po
litieke macht delen. De regeerders in
Khartoum denken dat deze oorlog een
klein wondje is in het politieke lichaam
van ons land en dat het maar weinig me
dicijn nodig heeft, maar ze bedriegen
zichzelf. Dit land is ziek door armoe,
door honger en door oorlog. Sadeq el
Mahdi is een internationale bedelaar ge
worden. Zij in Khartoum luisteren niet
naar de stem van hun gesneuvelde com
mandanten, maar ik weet dat er geen
hoop is voor de regeringssoldaten van de
ingesloten garnizoenen. Ik weet dat de
meeste officieren in het hoofdkwartier in
Khartoum niet weten hoe een bos eruit
ziet omdat ze bezig zijn om te kopen op
de zwarte markt. Soldaten in de bele
gerde steden van Zuid-Sudan! De SPLA
zal jullie voertuigen en vliegtuigen ver
nietigen en op den duur zullen we alle
maal te voet gaan".
De radio. Woensdag 6 mei. Een drama
tisch radio-bericht. „Gewapende strijd
krachten van de SPLA hebben gisteren
een vijandelijk vliegtuig neergeschoten
bij Wau. Het vliegtuig werd gevlogen
door een Nederlander. Volgens gevon
den documenten is zijn naam Edward
Valentijn Folman. Hij werd op 4 april
1937 geboren. Hij bezat een 'commercial
pilot license B 3'. Zijn papieren zijn ge
vonden in het neergschoten vliegtuig.
Een reddingsteam van de SPLA-strijd-
krachten is ter plaatse geweest en heeft
gezocht naar mogelijke overlevenden,
maar er waren geen overlevenden. Het
vüegtuig is neergeschoten door luitenant
Adid Dako".
Eddy Folman en zijn co-piloot Theo
Coenen, beiden afkomstig uit Nijmegen,
waagden zich als enigen nog in het lucht
ruim boven Zuid-Sudan, ook dinsdag 5
mei. Mill Hillpater Piet van Leüeveld
vloog die dag mee tot aan Malakal. „Fol
man wist van de risico's. Hij zei tegen
me: ik weet dat het hiernamaals mooi is,
maar ik bid elke dag. Van machinegewe
ren ben ik niet bang, maar die raketten,
daar hou ik niet van".
In Malakal stegen ze weer op, dertien
mensen aan boord, zwarte mensen. On
der hen de Lutherse dominee Johannes
met zijn vrouw en twee kinderen, een
weduwe, twee studenten op de terugweg
naar Khartoum. Na een kwartier kwam
de raket. Een chauffeur van de Mill Hill
missie stond met een vrachtauto zand te
laden aan de Nijl. Hij zag witte rook,
toen zwarte. Daama dook het toestel
omlaag, zes kilometer van het vliegveld.
Eerst arriveerden de guerrilla's, later het
leger. De soldaten begroeven de doden
in een massagraf. Pater Van Leüeveld:
„Wij zijn er niet geweest. Te onveilig.
Hun dood is enorme slag geweest voor
de mensen in de belegerde steden, want
ze waren de enigen die nog durfden vlie
gen".
Vanwege het neerschieten van 'het
tweede vliegtuig binnen een jaar' krijgt
luitenant Adid Dako enkele dagen later,
ook per radio, 'de revolutionaire feücita-
ties' van het opperbevel van de SPLA.
De oorlog in Zuid-Sudan treft iedereen.
Het verhaal van Thomas, een 18-jarige
jongen van de Alchoü-stam en vluchte
ling, vertelt aan pater Adriaan: „Mijn
vriend Justino heeft zich aangesloten bij
het rebellenleger. Zijn vader en zijn twee
ooms zijn voor z'n ogen doodgeschoten
door de Arabieren en zijn moeder is ver
schillende keren verkracht. Nu kwamen
er gisteren Arabische soldaten met een
luidspreker. Ze riepen dat we naar de ka
zerne moesten komen, want ze hadden
een rebel-soldaat gevangen. Ik ben ge
gaan. Ik wist niet dat het een Alchoü
was. Wat was er gebeurd? Afgelopen
week was er 's nachts een aanval op de
radio-antennes vlakbij Juba. Er ontstond
een vuurgevecht. Justino kreeg een kogel
in z'n voet en de Arabieren hebben hem
meegenomen. Aboena, ik heb Justino ge
zien. Daar zat hij, in de brandende zon.
Hij leefde nog wel, maar meer ook niet.
Ze hadden kettingen om z'n enkels ge
daan, om z'n polsen en zelfs om z'n nek.
Die schotwond aan z'n voet zag er afgrij
selijk uit. Allemaal vüegen en heel erg
opgezwollen. Op z'n blouse stonden de
letters SPLA. Om hem heen stonden sol
daten met hun geweren in aanslag. Nie
mand durfde iets te zeggen of hem water
te geven of zo, want dan denken ze datje
van de SPLA bent. Zou jij dat gedaan
hebben aboena Adriaan? Ik denk dat ze
hem ontzettend gemarteld hebben om
informatie te krijgenze gaan hem ze
ker doodmaken, maar eerst willen ze na
men horen. ik hoop niet dat hij mijn
naam genoemd heeft, want als hij echt
pijn heeft kan hij elke naam noemen
ik ben. echt bang".
De ontwikkelingswerkers zijn in 1986 uit
Zuid-Sudan vertrokken uit angst om ge
kidnapt te worden. „Het is er levensge
vaarlijk", aldus Ineke de Hoog van het
directoraat-generaal voor Ontwikkeüns-
samenwerking in Den Haag.
Een teruggekeerde Nederlander: „De
SPLA heeft vier Amerikanen zes weken
gegijzeld. Ze zijn vrijgekomen na een
persoonüjke brief van ex-president
Jimmy Carter, maar ze moesten wel lo
pend naar Kenia, honderden kilometers
door de bush naar Nairobi". En
Adriaan: „De meeste grijzelaars moeten
een heel eind lopen als ze vrij zijn,1 soms
meer dan 1000 kilometer en geen hotels
onderweg, alleen muskieten en vies wa
ter uit poelen en steeds maar door het
bos en de wildernis, geen wonder dat je
als blanke je uiterste best doet niet ge
pakt te worden".
Het zuiden ontgüpt steeds verder aan
het centrale gezag en de oorlog begint
zijn weg te yreten in de westeüjke pro
vincies.
En de oorlog gaat door: 29 maart, dui
zend Dinka's in afgemaakt en levend
verbrand in Diein, 11 en 12 augustus
zeshonderd dode burgers in Wau en 7
september, ook in Wau honderden bur
gers gedood en 63 verstikt in te kleine
cellen.
„Paul, je moet echt proberen aan de
wereld te laten zien wat er hier aan on
rechtvaardigheid gaande is: de angst, de
onderdrukking en de opstand daartegen.
Het zijn allemaal hele menseüjk dingen,
maar het brengt zo ontzettend veel Hjden
met zich mee. Tot ziens, Adriaan".