Nederlandse textiel verovert Spanje n Kabinet houdt boot nog af aar— r lONSUMENTEN-DIVISIE ZOCHT ZELF HEIL BH DOUWE EGBERTS RATIEF/ MEDEWERKER FINANCIËN 'fabriek ik B.V. - Breda qxüiivjl riiVMiMumiM/cuuimuiviie Z.MI tnuMü oer icivipcn iao/ TRECHT - In juni van dit jaar :eeg divisiedirecteur drs. H.B. Ja- jbs van de hoogste Akzo-bazen de idracht zijn Akzo Consumenten rodukten, een dertigtal bedrijven et 3600 werknemers, snel elders nderdakte brengen. TECHNOLOGIEBELEID: NEDERLAND BLUFT VOORLOPIG ACHTERLOPEN SUUIAAL RbKLKtN Aandacht voor armoede NIEUWSOVERZICHT Ter Meulen wil warenhuizen verkopen DSM samen met Du Pont kunststoffabriek Haven van Gent fruitsapcentrum T11 n n nderzoek kan deel ctieprocedure. er aard en inhoud van tu bellen met de heer teur, telefoon citatie wordt met n 14 dagen verwacht de Rabobank, Halsteren. r Paul van der Voort CELONA - De Neder- e textielindustrie be dt zich voor op de mas- e verovering van de aanse markt In oktober ;mt voor de eerste keer i delegatie van twaalf jderlandse fabrikanten aan een grote mode ls in Madrid. „Het is een ïlbelovend initiatief want liggen hier grote moge- kheden", aldus Jan imp, de commerciëel-di- iteur van C&A-Spanje. A is een van de onderne- i die zich de laatste ja de Spaanse markt heb- 1 begeven. In september 1983 ide het kledingmagazijn i eerste vestiging in 'sinas- pelstad' Valencia. Vorige volgde de achtste in Bar- ona. Zoals gebruikelijk bin- idit concern houdt de direc- omzetrijfers zorgvuldig sim. „We willen de concur- itie geen tips geven", aldus Kamp. „Maar u kunt van mij aannemen dat het goed met ons gaat. We zijn vol vertrouwen en we gaan rustig door met onze expansie". Volgens directeur Kamp kan ook de rest van de Nederlandse textielfabrikanten de verkoop mogelijkheden op de Spaanse markt met optimisme tegemoet zien. Bij de import in Spanje moet men op dit moment onge veer 17 procent invoerrechten betalen. Pas in 1992 -bij de vol ledige integratie van Spanje in de Euromarkt- verdwijnen die heffingen helemaal. Toch is Kamp er van overtuigd dat de Nederlandse textielgoederen nu al tegen concurrerende prij zen in Spanje kunnen worden verkocht. De produktiesystemen zijn volgens Kamp in Nederland veel meer gerationaliseerd dan in Spanje. Daardoor is de kost prijs van het produkt gemid deld 25 tot 30 procent goedko per. De transportkosten van Nederland naar Spanje bedra gen volgens hem nauwelijks 2,5 tot 3 procent van de verkoop prijs. „Ondanks de hoge in voertarieven kunnen wij met ons prijsniveau prima mee op de Spaanse markt. Bovendien is de kwaliteit van het Neder landse produkt veel constanter dan die van het Spaanse", al dus Kamp, die al zes jaar in Spanje werkt. Een ander sterk punt van de Nederlandse textielindustrie is de betrouwbaarheid wat be treft de leveringstermijnen. „Een Nederlands bedrijf levert op de dag die afgesproken is. In Spanje kun je daar veel minder van op aan. Met name de Spaanse cpnfectie-industrie ondervindt vaak grote proble men omdat de gekochte stoffen niet op tijd worden afgele verd". Problemen op het gebied van de verschillende mode-tenden- zen ziet hij niet. „De mode is steeds internationalen Wat in Nederland goed verkoopt, breng je ook hier in Spanje meestal zonder veel problemen aan de man". In vergelijking met de rest van de Europese markten is Spanje op dit mo ment extra aantrekkelijk. „We zijn hier met een soort inhaal manoeuvre bezig. De consump tie van textielgoederen lag de laatste jaren duidelijk onder het Europese gemiddelde. Dat verschil is aan het verdwijnen want in Spanje stijgt de koop kracht snel. We moeten ook de positieve effecten van 1992 niet vergeten. In dat jaar zullen de toltarieven verdwenen zijn waardoor het produkt goedko per wordt voor de consument. Ook organiseert men hier dan de Olympische Spelen in Bar celona en de Wereldtentoon stelling in Sevilla. Die twee projekten betekenen een grote impuls voor de algemene eco nomie. En dat betekent dat er meer geld onder de mensen komt", aldus de commerciëel- directeur van de Spaanse C&A. De beste mogelijkheden voor de Nederlandse confectie-indu strie ziet de C&A-directeur op het gebied van de mode voor jonge mensen. „Het marktseg ment van jongeren van 16 tot 25 jaar groeit snel, terwijl er tege lijkertijd niet zoveel Spaanse firma's zijn die daarop mikken. Daarnaast is ook de markt van de volwassen man weer inte ressant. Want vergeet niet dat de Spaanse man wellicht meer geld aan kleding uitgeeft dan de Spaanse vrouw". De kledingmarkt van het nieuwe EG-land heeft echter ook enkele duidelijke nadelen. Zo is het distributiesysteem bijzonder slecht georganiseerd. Transportdiensten voor het hangend vervoeren van kle ding zijn er bijna niet. En goed functionerende inkoopcentra les voor de detailhandel in de stijl van bijvoorbeeld het Con- fectiecentrum in Amsterdam vind je er nauwelijks. „Je bent in Spanje bijna altijd gedwon gen om met vertegenwoordi gers te werken. En dat ver hoogt natuurlijk de eindprijs voor de consument", aldus Kamp. Het grootste nadeel is vol gens hem echter wel de Spaanse betalingsmoraal. In Spanje is het regel dat de afne mer pas na 90 of 120 dagen de fabrikant betaalt. „De Neder landse exporteur moet dat geld dus allemaal voorschieten. En als je goed verkoopt gaat het om een gigantisch bedrag. Vooral voor de kleinere be drijfjes misschien wel een te groot bedrag". eren. - 4CP eindelijk onderdak nn7p verslaffeever 7fjjpfjf ~J I Tussen D.E.-topman Boonstra en Jac< Mw. I.H.M. Middeldon Bergstraat 27, 3811 tel. 033-62117, raamcentru ft* iik' in onze verslaggever icobs was niet verrast. Hij voelde zich al reniang steeds meer een vreemdeling in it Arnhemse chemieconcern en was al het vorige najaar in gesprek met mwe Egberts-topman C. Boonstra. ir de aankoop van een groep chemische be- iven van het Amerikaanse concern Stauffer Akzo diep in zijn reserves moeten tasten en dat pleitte voor een spoedig afscheid. Hij is welkom bij D.E. Het was niet de eerste keer dat Akzo van zijn osumentendivisie, met bedrijven als Duyvis Veenendaal en Dobbelman in Nijmegen, af dde. Aan het eind van de vezelcrisis in de ja- i zeventig was de voorganger van Jacobs er 4 al op uitgestuurd, nadat McKinsey tot de :om was gekomen dat het sterk verzwakte ;o te veel wagons had en dat ACP de eerste is om afgehaakt te worden. Gesprekken met ;ee Nederlandse kandidaten (welke wilde Ja niet zeggen) leidden toen niet tot resultaat. In 1984 werd Jacobs er op uitgestuurd omdat inmiddels van de crisis bekomen Akzo-con- geen kans zag de consumentendivisie vol- inde kansen te geven voor de toekomst, larvoor ging de aandacht inmiddels te veel uit ir hoogwaardige chemische technologie als activiteit voor het concern, slaagde niet in zijn verkoopmissie, maar ram terug met een fusie tussen ACP en Shell- thter Temana. Akzo behield echter de meer heid. Het was eerder zo dat Akzo een pro lan oploste voor Shell, dat zich niet goed raad met zijn Vaponastrips en andere consu- itenprodukten, dan andersom, derde poging om een nieuw dak te vinden 'en het hoofd van ACP ondernam Jacobs, zo ilde hij gisteren in zijn nieuwe tehuis bij 'we Egberts in Utrecht, op eigen initiatief, fabrikanten van mayonaise, waspoeder en lyzalf voelden zich steeds minder op hun ge- G. Boonstra (D.E.), J. Koning (D.E.), H.Ja cobs (AKZO) -vlnr.- bij de bekendmaking van de samenwerking. - fotoanp mak bij Akzo en kregen ook niet meer de arm slag die zij nodig vonden. Bij zijn sollicitatiegesprekken hanteerde Ja cobs drie uitgangspunten: de ACP-bedrijven mogen niet worden opgesplitst en doorverkocht; de nieuwe moeder moet wat betreft produkten en markten passen en in Nederland zijn geves tigd; de ACP-bedrijven moeten zelf de nodige inbreng hebben bij de samenvoeging. De ACP-directeur hoefde niet ver te zoeken. De kopers kwamen vanzelf op de geruchten af: British Petroleum, Unilever, Nestlé, Henkei, Reckitt Colman. Op het lijstje van drie kandi daten dat Jacobs tenslotte deze zomer voorlegde aan de Akzo-top prijkten Douwe Egberts en het Amerikaanse moederbedrijf Sara Lee Corpora tion bovenaan. Op de tweede plaats had Jacobs het Britse Reckitt Colman gezet, dat in Ne derland onder meer Conimex bezit Alleen Douwe Egberts voldeed aan de uit gangspunten van Jacobs. Hij knoopte nog wel een gesprek aan met Unilever, maar voor deze kandidaat gold hetzelfde als voor Reckitt Col man: de ACP-bedrijven zouden er allerminst ongeschonden af komen. Jacobs ontkende dat Unilever een hoger bod heeft uitgebracht dan de 1,25 miljard die in beginsel tussen Akzo en Douwe Egberts is afgesproken. Als D.E. zich in dit richtbedrag kon vinden, kreeg het bedrijf een voorkeursrecht. De ACP-divisiedirecteur liet doorschemeren dat hij voor Unilever, van wege de vele overlappingen in het produkten- pakket, ook een minder aantrekkelijke partner was. Tussen D.E.-topman Boonstra en Jacobs klikte het meteen, verklaarden beide heren tij dens een presentatie in Utrecht. Het is de bedoe ling dat Jacobs vice-voorzitter wordt van de raad van bestuur van de nieuwe holding, die D.E. naar aanleiding van deze overname gaat vormen. De onderneming gaat dan uit twee di visies bestaan: 'food', met onder meer Duyvis en D.E. koffie en thee, en 'non-food', met een groot aantal merkprodukten voor persoonlijke ver zorging, wasmiddelen enzovoort. Het is de be doeling dat de holding een hoofdkantoor krijgt dicht bij Schiphol, de 'food'-divisie wordt be stuurd vanuit Utrecht en 'non-food' vanuit het huidige ACP-kantoor in Den Haag. Vorige week maakten beide ondernemingen al bekend dat de komende jaren 450 banen ver loren gaan door de samenvoeging, waarvan 150 tot 200 in Nederland. Hoewel D.E.-topman Boonstra met nadruk wees op het goede sociale beleid van zijn bedrijf, wil hij zich niet ophan gen aan garanties of het in elkaar schuiven van arbeidsvoorwaarden. Dergelijke problemen waren er eerder volgens hem de oorzaak van de D.E. de overname van koekfabrikant Peijnen- burg, sigarenfirma Balmoral en de wijnhandel Verbunt niet kon doorzetten. „We stoten liever niet nog eens ons hoofd". De overname van de ACP-bedrijven is de grootste aankoop die D.E. tot dusver heeft ge daan. Ondanks de hulp van de Amerikaanse moeder, die een achtergestelde lening verstrekt van 400 miljoen, zakt het eigen vermogen af van vijfenveertig procent van het balanstotaal nu tot dertig procent volgend jaar. Boonstra en Jacobs verwachten echter dat de verbrede onderneming snel bij kan spijkeren. Zij verwachten in 1991 een eigen vermogen te hebben dat gelijk is aan de schulden. D.E. maakte in het 30 juni geëindigde boekjaar een nettowinst van ƒ175,1 miljoen, bij een omzet van vier miljard gulden en een bedrijfsresultaat van 260 miljoen. Met de ACP-bedrijven erbij verwacht Boonstra in de komende twee jaar naar een brutowinst te komen van 450 milj oen. De omzet van D.E. daalde het afgelopen boek jaar met tien procent, voornamelijk door de da ling van de internationale koffieprijzen. Daar door kwam ook geld vrij waarmee het koffie- en theebedrijf voor een belangrijk deel deze grote boodschap kan betalen. D.E. is daardoor met een omzet van ƒ5,5 miljard en meer dan 11.000 werknemers tot de Nederlandse indu striële top-tien doorgedrongen. De functle-elsen zijn: - creatief en initiërend den- ken. - het vermogen om zowel zelf standig als in teamverband te werken. - goede contactuele en. dinggevende eigenschap pen. - ervaring met automatisering - opleiding HEAO BE of SPD1 en II - leeftijd 30-40 jaar. Sollicitatiebrieven met curried' lum vitae kunt U, gaarne bin nen twee weken, zenden aa de directie van Machinefabrie Fred. A. Schuurink B.V. 40ü DE Breda, Postbus 3214. Een psychologisch onderz°^ kan deel uitmaken van de s lectieprocedure. Uw gegeve worden uiteraard vertrouwen behandeld. |Pr Pieter- Jan Dekkers LBURG - Nederland zal komende jaren inzake .1 technologie-beleid nog "eds achterlopen bij de i omringende landen, consteert prof. dr. Wisse fer, voorzitter van de ad- scommissie voor de uitbouw 1 het technologiebeleid. Tij- s een bijeenkomst van het ansferpunt van de Katho- Universiteit Brabant linde Dekker zich nogal te- fgesteld over de beperkte fi- hciële steun van de overheid. W Nederland achterloop W ook uit de prestaties die Were landen op dat terrein leren. Het valt, aldus Dekker, ,-1 te ontkennen dat het suc- £van het technologiebeleid Japan in de Westerse lan- roet bewondering, maar afgunst, wordt gadegesla- 'apan, dat tot het eind van zestiger jaren nog een ach- "tand had op met name de renigde Staten, heeft die in iPer tien jaar tijd in een ^sprong omgezet. In 1983 aedd Japan 2,6 procent van bruto nationaal produkt onderzoek en ontwikke- In Nederland is dat -hts' 2 procent. De meeste lere Westeuropese landen hoger, West-Duitsland 'adert het Japanse niveau, 'at Japanse succes komt gans Dekker voor een be- 6n]k deel voor rekening net Japanse ministrie van ^nationale Handel en Indu- bij Nederlandse expor- r? beter bekend als het Mi ne instantie die het hen zo auijk maakt produkten op 'apanse markt af te zetten. fet Mm neemt meestal het «tief voor een bepaald on- derzoek, brengt bedrijven bij een in tijdelijke onderzoeks verbanden en stelt geld be schikbaar. Een goed voorbeeld van zo'n samenwerking is het VLSI- projekt. Tussen 1976 en 1979 zochten vijf grote ondernemin gen naar de beste methode om geintegreerde schakelingen te produceren om de voorsprong van Amerikaanse bedrijven te niet te doen. Het MITI betaalde de hele zaak (350 miljoen gul den). Juist door op die manier de handen ineen te slaan en on derlinge concurrentie tijdelijk uit te schakelen slaagde Japan erin de eerste plaats op de we reldmarkt van geheugenchips te veroveren. Er zijn momen teel 55 van dergelijke onder- zoek-associaties in Japan. Nederland heeft de afgelo pen jaren overigens niet hele maal stilgezeten. Zo heeft de regering de adviescommissie ingesteld, waarvan Dekker vcoorzitter is. De commissie deed de rege ring vijf aanbevelingen. Ten eerste is een betere scholing van de beroepsbevolking ur gent. Nieuwe technologische ontwikkelingen vragen om een voortdurende bijscholing van werkenden. Dat moet, aldus Dekker, een permanent onder deel van het beroepsleven wor den, te financieren uit de be schikbare loonruimte en in te passen in het arbeidsproces. Het bedrijfsleven zal die scho ling zelf ter hand moeten ne men. Maar ook het reguliere, door de overheid bekostigde onder wijs moet betere diensten aan bieden. 'Ook het onderwijs moet de markt op', zegt Dek ker. Hoe hard dat nodig is blijkt wel de raming dat in de ko mende jaren gemiddeld een te kort aan aanbod van acade misch geschoolde ingenieurs zal ontstaan van 50 procent. Maar er is ook een tekort aan vaklieden, waardoor het tech nisch beroepsonderwijs ook meer geschoolde mensen moet afleveren. Dekker acht een grotere fi nanciële zelfstandigheid van onderwijsinstellingen noodza kelijk. Willen bijvoorbeeld uni versiteiten alert reageren op de vraag uit de markt naar gea vanceerde technologie dan zul len ze bedrijfsmatig moeten functioneren en over een slag vaardig management moeten beschikken De commissie vraagt het ka binet voor onderwijs en scho ling 95 miljoen gulden extra uit te trekken, maar het kabinet laat het volgens Dekker afwe ten. In de begroting 1988 wordt slechts verwezen naar de be groting van Onderwijs en wie weet hoeveel moeite het minis ter Deetman kost om de touwfjes aan elkaar te knopen, kan op z'n vingers natellen dat er gewoon geen extra geld voor technologie-onderwijs be schikbaar is. Dat betekent overigens niet dat de overheid helemaal geen geld voor onderzoek beschik baar stelt. Integendeel. De overheid beheert en betaalt een groot aantal kenniscentra als universiteiten en technologi sche instituten. Daaronder het Energie-onderzoekcentrum Nederland, het Maritiem Re- seareh-instituut, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart-lano- ratorium en het Waterloop kundig Laboratorium. Verder is er TNO. Dekker vindt dat deze insti tuten, nog meer dan tot nu toe, hoogwaardige kennis moeten leveren van het type waar de markt om vraagt. De kennis centra moeten zich ontwikke len tot 'kennisbedrijven', die zelfstandig opereren op een armlengte afstand van de over heid. Dekker wil ook meer geld voor betere apparatuur voor universiteiten en onderzoeks centra. Juist daarop is de laat ste jaren fors bezuinigd. Dek ker vraagt het kabinet 60 mil joen gulden, hij krijgt echter niets. Het bedrijfsleven betaalt meer dan de helft van alle on derzoek en ontwikkeling. Daarmee is jaarlijks 5,2 mil jard gulden gemoeid. Meer dan 90 procent daarvan wordt uit gegeven door de 30 grootste be drijven, ruim 70 procent is ge concentreerd bij de vijf grote multi-nationals. Dat vindt Dekker een onge zonde situatie, vooral omdat het midden- en kleinbedrijf bijna niets aan onderzoek doet. Dat beperkt hun kansen op ex port. De overheid moet, zegt Dek ker, de rechtstreekse financiële steun voor onderzoek van be drijven extra verhogen. Voor gesteld wordt in totaal 300 mil joen gulden daarvoor uit te trekken. De helft van dat be drag zou ten goede moeten ko men aan het midden-en klein bedrijf. Het kabinet wil echter niet verder gaan dan 185 miljoen extra, waarvan 75 miljoen te recht komt bij het midden- en kleinbedrijf. Via het Europese onderzoekprogramma Eureka komt nog eens 50 miljoen gul den beschikbaar. Voor grote, multinationale ondernemingen is internatio nale samenwerking belangrijk met het oog op de enorme groei van kosten en dus ook van de risico's van onderzoek en ont wikkeling. De overheid moet, meer dan tot nu toe, bemidde len en financieel bijdragen in de aanloopkosten. Vooral de positie van het midden- en kleinbedrijf moet volgens Dekker worden verbe terd. Veel van die bedrijven komen niet verder dan de da gelijkse bedrijfsvoering. Pro blemen als hoge loonkosten en hevige concurrentie nemen die ondernemers vaak volledig in beslag. Bovendien mist het midden- en kleinbedrijf vaak hogergeschoold personeel dat een gesprekspartner kan zijn voor de centra waar technolo gische kennis aanwezig is. Er bestaan al een groot aan tal transferpunten, die de drempels slechten tussen bedij- ven en universiteiten. Die moe ten verder uitgebouwd worden. De kennis moet, aldus Dekker, als het ware om de hoek te ha len zijn. Tenslotte acht de commissie een Adviesorgaan, te vergelij ken met de Raad voor het We tenschapsbeleid, onmisbaar. Het kabinet stelt voor de coör dinatie van het technologiebe leid te leggen in handen van een nog op te richten Agent schap, dat losser van de over heid zal staan dan de bestaande instituten. Dit Agentschap, een naamloze vennootschap, zal een aantal werkmaatschap pijen bundelen. En in 1988 ko men de eerste zeven regionale innovatie-adviescentra. (De commissie had er twintig ge vraagd). De regering zal zich de ko mende twee jaar door een groep 'wijze mannen' laten ad viseren. Daarna wordt een nieuwe Adviesraad voor We tenschap en Technologie opge richt, die het technologiebeleid moet gaan coördineren. Over de inrichting van het technologiebeleid door het ka binet is Dekker redelijk tevre den. Echter niet over de finan ciële bijdrage van de overheid: ruim een half miljard extra ge vraagd, maar nog geen kwart gekregen. Daarmee loopt Ne derland volgens Dekker toch weer ver achter bij het buiten land. De werkgeversorganisaties beamen dat. VNO en NCW hebben onlangs becijferd dat er jaarlijks minstens 700 miljoen gulden extra overheidsgeld no dig is om met het buitenland in de pas te lopen en de groeiende concurrentie van het lijf te houden. Vorige week plaatsten we op de achtergrondpagina een bij drage van Wim Verwey over armoede. Er is toen een deel van de tekst verdwenen, reden waarom we het verhaal vandaag herplaatsen. Door Wim Verwey Uit publikaties in een aantal wetenschappelijke vakbladen blijkt vooral in het laatste jaar een sterk toenemende be langstelling te bestaan voor wat men pleegt te noemen de gevolgen van een langdurig minimum-inkomensituatie voor mensen. In die publika ties valt steeds vaker het woord armoede. Maar zodra je het woord armoede ge bruikt, wordt je geconfron teerd met een aantal ingrij pende vragen, waaruit blijkt, dat men er de grootste moeite mee heeft om een definitie te geven van het begrip armoe de. Armoede is een heel per soonlijk bepaalde situatie. Wat de één armoede noemt, vindt de ander nog een aan vaardbare situatie. Vooral als men armoede via budgetaire gegevens probeert aan te to nen, ontstaan er discussies. En toch is armoede een probleem van de eerste orde in Neder land. Het verhardt in niet ge ringe mate de samenleving, en je beseft dat we ondanks alle mooie sociale voorzienin gen er met z'n allen niet uit zijn gekomen. En ik gebruik hier met op zet de woorden 'met z'n allen' omdat je dit probleem niet al leen kunt afschuiven naar Regering en Parlement. Het verschijnsel vraagt niet alleen een humanitaire benadering, maar ook de economie en de algemeen maatschappelijke verhoudingen spelen daarbij eveneens een voorname rol. Omdat ik van mening ben, dat de discussie over het ver schijnsel armoede in Neder land niet tot de wetenschap pers beperkt mag blijven, wil ik hieronder een paar publi katies bespreken die de laat ste tijd over armoede zijn ver schenen en daarbij enkele kanttekeningen plaatsen. Daarbij maak ik o.m. ge bruik van een uitstekend arti kel van de hand van de heer E. C. van Berk, beleidsmede werker van het Ministerie van WVC in het vakblad So ciaal Bestek. In de studie 'Arm en Arm is twee', een empirische verge lijking van armoededefinities - samengesteld door onder zoekers van de Erasmus Uni versiteit Rotterdam en de Rijksuniversiteit Leiden, blijkt dat volgens de meest reeële definities 10 tot 20% van de bevolking te maken heeft met armoedeverschijnselen. Dat betekent dus ellende voor zo'n twee miljoen van onze medeburgers. In 'Moderne Armoede' een studie van Engbersen en van der Veen wordt gesteld, dat als je langere tijd van een in komen op bijstandsniveau moet leven, het onmogelijk blijkt om gelijkwaardig deel te nemen aan de samenleving. Die ongelijkwaardigheid wordt op vele manieren dui delijk. Het uitkomen met het huishoudbudget is elke dag weer een dominerend pro bleem. Er ontstaan problemen bij het omgaan met de kinderen, de familie en vrienden. Men voelt zich aan handen en voe ten gebonden door de situatie waarin men verkeert. Die si tuatie leidt tot isolement, want de onderzoekers consta teren, dat er geen sprake is van zoiets als een onderlinge band door lotverbondenheid onder de minima. Eerder is er sprake, van toenemende te genstellingen tussen de ver schillende groepen. Erik de Gier schrijft in zijn studie 'Welzijn en Bestaansonzeker- heid' - een uitgave van de Harmonisatieraad - dat je wetenschappelijk niet kunt vaststellen wat een aan vaardbare ondergrens is. Daarom moet er steeds weer een politieke keuze gemaakt worden. Het belang van de mensen die moeten leven op minimum-inkomensniveau moet telkens weer afgewogen worden tegen andere (econo mische en sociale) belangen. „En tenslotte is daar nog het recente rapport 'Minima zonder marge', een onderzoek verricht op initiatief van de Gemeentelijke Sociale Dienst in Rotterdam. „Op lokaal ni veau is er in toenemende mate een verlies aan vertrouwen van een min of meer perma nente 'onderklasse'. Voor deze categorie is er sprake van een groeiend sociaal isolement". Er is al heel wat studie ver richt om tot een beter inzicht in het begrip armoede te ko men. Er zal nog meer onder zocht moeten worden. Daar door kan uiteindelijk de poli tiek ook tot beter gefundeerde besluiten komen om zodoende tot oplossingen te komen, die het lot kan verlichten van de velen die nu onder de armoe- de-grens moeten leven. Maar ook dan kan je van de Overheid geen definitieve op lossingen verwachten. F. de Kam van het Sociaal Cultu reel Planbureau verklaarde op persoonlijke titel op een conferentie van de Wiarda Beekman Stichting, dat het voor het probleem van de ar moede weinig uitmaakt of er in Nederland een WD/CDA- kabinet aan de macht is of dat de PvdA mee regeert. De aan pak van dit probleem vereist zoveel geld, dat de realiteit gebiedt te zeggen, dat geen enkele regering dit zou weten te realiseren. Het trieste daarbij is bo vendien, dat een keuze voor structureel beleid en op grond van enige machtsvorming van degenen die armoede lijden, geen sprake zal zijn. Die groep is niet meer tot grote activiteit in staat. Tegenover de maximaal 20% van de be volking die in armoede ver keert, staat ook nogeens 80% die het beter heeft of nog hoop heeft op een betere toekomst voor zich zelf. En toch - ik vind dat we ons niet bij de situatie mogen neerleggen. In een welvaarts staat als Nederland zouden we ons moeten schamen, dat een vijfde deel van de Neder landse bevolking in een ar- moede-situatie leeft: De ar moede helemaal uitbannen is nog nergens in de wereld ge lukt, maar het zou voor velen al een geweldige vooruitgang betekenen, als we het armoe- de-percentage tot 10% zouden kunnen terugbrengen. Via een doelgerichte bestrijding van de (jeugd)werkloosheid, zouden we dat percentage al aardig kunnen benaderen. Maar hoe dan ook het ar- moede-probleem moet in de aandacht blijven, het zou ons dagelijks bezig moeten hou den. ROTTERDAM (ANP) - De directie van Ter Meulen wil zijn warenhuizen in Rotterdam, Spijkenisse en Dordrecht verko pen. Met Wolters Schaberg in Utrecht worden daarover onder handelingen gevoerd, zo heeft de directie van Ter Meulen be kendgemaakt. De werkgelegenheid van de ongeveer 750 perso neelsleden komt bij een eventuele overname niet in gevaar. De warenhuizen zijn nu nog eigendom van de Rotterdamse fami lie Ter Meulen. In november 1985 werd het postorderbedrijf van de warenhuisgroep al verkocht aan Vendex (onder meer V D). HEERLEN (ANP) - De chemieconcerns DSM en Du Pont de Nemours (Nederland) willen gezamenlijk een onderneming op richten voor de produktie en verkoop van etheencopolymeren. Dat zijn stoffen die worden gebruikt voor uiteenlopende toe passingen zoals verpakkingen voor bepaalde vloeibare pro dukten, lijmen, inkt en produkten voor de agararische sector. Het is de bedoeling bij de divisie kunststoffen van DSM in Ge leen een fabriek te bouwen. De totale investering wordt ge schat op 100 miljoen, waarmee 80 tot 90 mensen werk zullen vinden. De leiding van de nieuwe onderneming zal berusten uit een directie waarin zowel DSM als Du Pont zal zijn vertegen woordigd. GENT - Aanvoer en behandeling van fruitsap worden steeds belangrijker in de Gentse haven. Onlangs is de vestiging aan gekondigd van het Zweedse bedrijf Skandjuice, dat Gent ver koos boven Rotterdam en Amsterdam. Reden is de grote aan voer die er al gebeurt in Gent van diepgekoeld en geconcen treerd fruitsap uit Brazilië, wat dus geen problemen van be voorrading schept, met daarenboven de goede verbindingswe gen waarover Gent met de rest van Benelux en Frankrijk en Duitsland beschikt. Skandjuice is nl. de exclusieve leverancier van de luchtvaartmaatschappij SAS, die zich overal waar haar vliegtuigen landen wil bevoorraden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 7