Vette crisis! Absoluut zeker weten'
Non Nobis' spannende avonturenroman
Twee vrouwen over oorlog
De dichter Anton
van Duinkerken
Ontwape|
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1987
DE TAAL VAN DE JAREN TACHTIG VASTGELEGD
DEBUUT HANNY ALDERS OYER ORDE DER TEMPELIERS
Autodidact
Sprookjes
Schisma
Citaten
FAY WELDON WINT HET RUIMSCHOOTS VAN ALISON LURIE
Sneeuw
Verruwing
Bloedserieus
IE STEM GIDS 3
Wijsgerig
Kerstmis
1
Ik vecht niet
Kinderen intervit
ïuske en Wiske:
'ambone
G2
Door Dirk Vellenga
DE taal veraniiert zo snel
dat iemand die dertig jaar
weg is geweest de ge
sprekken van nu niet meer
kan volgen en iemand die
tien jaar binnen heeft ge
zeten de verkeerde woor
den gebruikt. Jan Kuiten
brouwer, kenner van 'het
moderne leven' en schrij
vend in Haagse Post, NRC
en Intermagazine, heeft
een luchtige poging ge
daan het taalgebruik van
de jaren tachtig vast te
leggen in het boekje Tur
bo-taal'.
Een aardig initiatief, maar
ook riskant, want sinds de
verschijning zijn er al tien
nieuwe woorden uitgevonden
en tien oude afgedankt. Kui
tenbrouwer stelt dat verschil
lende sectoren him eigen jar
gon hebben, de jongeren, de
carrièremakers, de zaken
mensen, de zachte sector, de
vergaderaars en de moeilijk
te classificeren uitgaanders,
die zich vrolijk vergrijpen
aan vreemde afkortingen,
uitdrukkingen uit andere ta
len en opzettelijke fouten.
Een lesje in eigentijds taal
gebruik. We beginnen met de
'snelle sector' (o.a. de yup
pies). „Er zijn geloof ik wat
problemen, qua drinkmans".
„Ik ben wat later, wegens
doorgezakt". „Ik ga eens een
beetje weg". „Het wordt van
daag weer een mék-simale
dag".
De uitdrukkingen worden
steeds krachtiger ('giganti-
scher'). Overleggende par
tijen waren in de jaren vijftig
nog 'ontstemd' over het mis
lukken van de besprekingen.
In de jaren zestig werd het
'verontwaardigd', in de jaren
zeventig 'boos' en in de jaren
tachtig 'woedend' of zelf 'fu
rieus'. Je neemt tegenwoordig
duidelijk stelling: „Ik geloof
hier vreselijk heilig in. Abso
luut zeker weten".
Jongeren praten heel an
ders dan tien jaar geleden.
Let op! „Ik ga even naar de
disco, een kipje (miepje,
vrouwtje) snuiven". „Een hef
tige pyjama". „Echt een hele
stijle gozer". „Een heel strak
doelpunt" (naar Ruud Gullit).
„Een sneue gast". „Oei, vette
crisis! Ongelofeloos". „Ik ging
door het geluid, ik ging boven
m'n wimpers".
In sommige kringen is de
'afko' erg popi. Iemand is een
gewono, Brabo, nonchi of
saggo (van chagrijnig). „Ik
ben een beetje depri". „Sorry
hoor, maar oesters en ananas
vind ik geen combi". „Leek
me een zeer deca type".
Woorden consequent ver
basteren is ook nog steeds
modieus. „Ik heb niks tegen
homosuelen, maar de heren
vragen wel astronautische
bedragen". „In de vrijdagbij-
laazje van de NRC stond een
juichende recensie". „Een
kopje koovie dan nog maar".
Spelen met Frans, Duitsof
Engels: „Japans eten is niet
echt mijn kopje thee". Zaken-
taal: „Hij is toch peedee (pre
sident-directeur) van die out
fit?" De zachte sector is op z'n
retour, de wolligheid bestaat
nog: „Ik kijk daar toch vanuit
een soort scepsis tegenaan en
dan heb ik iets van: lékt
maar". „Hoe voelt u zich? Nou
eh, kut, toch wel".
Een tip voor mensen die
eens iets anders willen: be
dien u van archaïsmen (ver
ouderde uitdrukkingen)
„Waaratje die dekselse vent!
Dat is kras. Was die niet
reeds lang verscheiden?". „A
propos, moesten wij wellicht
eens het rijwiel bestijgen?"
Jan Kuitenbrouwer: Turbo
taal -van aocio-babble tot
yuppie-speak'. Uitg. Aramith,
prijs 14,90.
Door Henk Egbers
„IK heb dit boek geschreven
vanuit een diepe bewogen
heid met de mensen die dit
hebben doorgemaakt", zei
Hanny Alders bij de pre
sentatie van haar debuut:
'Non Nobis'; een historische
roman, die speelt in de late
middeleeuwen. Over deze
periode verschijnen de laat
ste jaren opvallend veel ge
romantiseerde boeken;
meestal turven. Ook dit
boek telt 525 pagina's. Toch
is het niet gemaakt als reac
tie op deze nieuwe trend,
want Hanny Alders heeft
aan 'Non Nobis' veertien
jaar gewerkt.
Wie haar zelf wil horen over
deze opvallende- en goed ge
schreven roman, doet er goed
aan de literaire avond rond
'Non Nobis' op 28 september om
20 uur in café Tompouce aan de
Bredase Baronielaan te bezoe
ken. Daar zal ze geïnterviewd
worden door de oud-redacteur
van Boekblad, Kees Bakker,
die met zijn jonge uitgeverij
Conserve dit debuut met succes
lijkt te brengen. Bij de voor
aanbieding werden, zegt hij, in
de boekhandel al 3100 exempla
ren afgezet en dat is binnen de
Nederlandse context behoorlijk
veel.
De roman gaat over de on
dergang van de Orde der Tem
peliers in de 14e eeuw. Een gru
welijke geschiedenis. Hanny
Alders: „Een roman die zich af
speelt tegen de achtergrond en
binnen de grenzen van de his
torische gebeurtenissen. Dat
was mijn opzet. Ik wilde de ge
schiedenis geen geweld aan
doen. Ik wilde de personen voor
wie ik zoveel respect heb in
hun waarde laten. Daarom heb
ik gekozen voor fictieve hoofd
personen. Daarom ook ben ik
in de enkele bladzijden die zui
ver geschiedenis zijn, nauwe
lijks van historici afgeweken."
Er is ongetwijfeld een
boeiend verhaal ontstaan, ge
baseerd op historische feiten.
Voor de achteloze lezer zal het
evenwel niet zo duidelijk zijn
wat Wahrheit en wat Dichtung
is. Tempelier Richard bijvoor
beeld, de hoofdpersoon, is be
dacht, maar Paus Clemens (V)
was historie, evenals de Franse
koning Philips de Schone. Een
ander mogelijk bezwaar is dat
deze geschiedenis, dit verhaal
Non Nobis, te weinig context
meekrijgt en nauwelijks ge
plaatst wordt tegen de alge
mene gescheidenis van de herf-
stij der middeleeuwen en de
rollen van kerkelijke- en we
reldlijke culturen. Nu lijkt het
verhaal vooral geboren te zijn
uit verontwaardiging over ene
losstaand feit (de moord op de
orde der Tempeliers), terwijl
dit deel uitmaakt van een veel
groter geheel, waarin decaden
tie en verval de poten weg
zaagden onder Europa.
Hanny Alders vertelt dat ze op
de MMS door haar lerares ge
schiedenis dol op historie is ge
worden. „De geschiedenis is
voor mij een roman van de
mensheid." En verder meent ze
dat schrijven iets is dat in je
bloed moet zitten. Kees Bakker
zegt: „Hanny Alders strijdt te
gen onrecht van wie of wat ook.
Veertien jaar heeft ze, volledig
autodidact, gewerkt aan het
boek. De afgelopen vier jaar
herschreef ze het. Het laatste
jaar hebben wij er een boek
van gemaakt."
Hanny Braber (41) stamt uit
Rotterdam, werkte acht jaar op
een reisbureau. In 1970 trouwde
ze met makelaar Bob Alders.
Ze hebben twee dochters. Het
gezin woont nu in Schoorl. Eén
van haar hobby's is de calligra-
fie (schoonschrijven). Van deze
kloosterlijke kunst is iets te
zien op en in het boek.
Hanny Alders: veertien jaar arbeid in één boek
foto chris van houts
De Tempeliers zijn een erfenis
van de kruistochten. Na de ont
ruiming vna het Heilig Land
(Israël) hadden zij, afgezien
van hun vroegere verdiensten,
hun oorspronkelijke reden van
bestaan verloren. Hanny Al
ders zei bij de presentatie: „Ik
houd van sprookjes... Eens, heel
lang geleden, waren er negen
ridders, die het Heilige Land
wilden bewaren. En ze sticht
ten de Orde van de Arme Sol
daten van Christus en de Tem
pel van Salomon, waar zij zich
vestigdea Het Heilige Land
ging voor de Christenheid ver
loren en de droom van de Tem
pel eindigde in een nachtmerrie
die vijf jaren zou duren en voor
velen van hen zelfs nog veel
langer."
De geschiedenis van de Tem
peliers was allesbehalve een
sprookje. Toen na de kruis
tocht-periode in het Heilige
Land andere orden als de Jo-
hannieters de ziekenverpleging
bleven beoefenen en de Duitse
Orde in Oost-Pruisen eigen
grondgebied verwierf waren de
Tempeliers bekwame finan
ciers geworden. Pausen en vor
sten gaven hen hun geld in be
waring. De thesaurier van de
Par ij se Temjpel beheerste
lange tijd de Franse schatkist.
De grote rijkdom, het niets
om handen hebben van velen
uit de orde, haar militaire or
ganisatie verslapte niet alleen
de oorspronkelijke klooster
tucht, maar maakte de Tempe
liers ook tot een macht in de
staat. Afgunst en laster waren
het gevolg. Koning Philips de
Schone bond de strijd tegen de
orde aan en maakte de be
ruchte inquisitie daarbij tot
zijn wapen. Alle Tempeliers in
Frankrijk werden gevangen
genomen, gefolterd en tot be
kentenissen gedwongen; de
goederen geconfisqueerd.
Andere vorsten volgen Philips
en paus Clemens V was een ta
melijk willig werktuig in zijn
hand. Deze zwakke paus was in
Frankrijk gaan wonen en ver
oorzaakte zo mede het zogehe
ten Westers schisma. Zeker is
dat de Tempeliers, ondanks
mogelijke misstanden, gruwe
lijk onderuit gehaald zijn in
een strijd om de macht In 1312
hief de paus in de bulle 'Vox in
exelso' deze orde op, niet op
grond van een gerechtelijke
uitspraak, maar door een be
stuursmaatregel en krachtens
apostolische beschikking. De
bezittingen werden toegewezen
aan de Johannieters. De groot
meester werd ter dood ge
bracht en Philips, niet tevrede-
nover deze gang van zaken, re
kende nog een deel van de be
zittingen in. De handelswijze
van de paus wees in de richting
van onschuld.
Dit is globaal de historische
stof die Hanny Alders ge
bruikte voor haar geromanti
seerde verhaal; een goed ver
haal, maar uit historisch oog
punt toch met te weinig body.
Het boek heet een 'historische
roman'. Als roman laat het
boek zich uitstekend lezen:
mede dankzij de vlot geschre
ven dialogen die mede de sfeer
bepalen, die heel illustratief
kan heten voor een fantasti
sche invulling van genoemd
kader. Het verhaal van Ri
chard, de bastaard... Hij is weg
gezonden uit de Tempel van
Londen. Daaraan ligt een ge
heim ten grondslag betreffende
zijn afkomst. Dat geheim en
het geheim van de orde der
Tempeliers speelt een rol bij de
verdere ontvouwing van deze
geschiedenis.
Richard trekt naar Frank
rijk, waar hij een soort onder
grondse begint tegen Philips
als vervolger van zijn gevan
gen medebroeders. Harde strijd
en wreedheden worden afge
wisseld met romantische pas
sages, die weer de mogelijkheid
bieden de harde kloosterregels,
met name die ten aanzien van
het celibaat, aan de orde te
stellen. Richard is trouw, maar
zwicht af en toe voor schone
jonkvrouwen; met name voor
ene Beatrice; een naam die ook
uit literair oogpunt past binnen
dit kader.
Hanny Alders haakt trouwens
in op de literatuurgeschiedenis
door boven de talrijke niet ge
nummerde- en geïndexeerde
hoofdstukken telkens een ci
taat te zetten. Het viel me op
dat ik vaak zó verzonken was
in de sfeer van deze veertiende
eeuwse historie, dat citaten van
onder meer Verlaine, Shakes
peare of Milton me wat hinder
den als anachronismen.
'Non Nobis' - een niet zo in-
sprirerende titel voor deze ro
man - zijn de twee eerste woor
den van het devies van de
Tempelorde ('Niet ons, Heer,
maar u zij de glorie'). Er is in de
naam van de Heer wat afge-
moord! Maar Richard is een
nobele vent, die al vanaf zijn
zeer jonge jaren binnen de orde
werd opgevoed (gehersen
spoeld). In hem wordt goed ge
tekend de discrepantie tussen
het keurslijf van de orde en
zijn emotionele reacties als hij
op en neer trekkend tussen
Frankrijk en Engeland zijn
verontwaardiging over onrecht
laat prevaleren boven persoon
lijke behoeften.
Hanny alders moet veel re
search gepleegd hebben, want
tot in de kleinste details getui
gen haar beschrijvingen van
een kennis, die de roman iets
authentieks geven. Het is echt
een lekkere roman geworden
van honderden pagina's (dik
mag weerwaarmee je je kunt
terugtrekken in een hoekje om
te smullea In de eeuwig zin
gende bossen der fantasie biedt
dit boek veel stof om weg te
dromen in oude barre tijden
waarin pausen en vorsten hun
onderdanen prikkelden tot hef
tige reacties. Hoe mooi... op af
stand.
Hanny Alders: Non Nobis - uitg.
Conserve -f34,50.
Door Dirk Vellenga
Ja, waarom zouden vrou
wen zich niet eens met oor
log bezighouden? Fay Wel
don doet het op haar be
kende ironische manier in
'De oorlog tussen boven en
beneden', dat in het Engels
'The Shrapnel Academy'
heet. Historische heldenda
den van de grote strategen
worden belachelijk ge
maakt, maar Fay Weldon is
veel te nuchter om simpel
weg te stellen dat het alle
maal de schuld van de man
nen is.
Ze hakt haar verhaal uiteen in
korte stukjes, zodat het boek
lijkt opgebouwd uit uitroepte
kens en vraagtekens. Weldon
verbaast zich over haar eigen
vertelling, dikt flink aan en
stelt vragen die de lezer ook
zou stellen. Ze maniplueert de
lezers, maar bewaart afstand.
We moeten zelf de conclusies
trekken, want, schrijft ze: „Is
zelfontdekking immers niet het
doel van de literatuur?"
Het decor is de Britse Shrap
nel Academy, genoemd naar de
man die in 1804 de explode
rende kanonskogel uitvond.
Daar komen gasten bijeen voor
een maaltijd aan de vooravond
van de jaarlijke Wellington-le
zing, die wordt uitgsproken
Fay Weldon - foto bert sakker
door generaal Makeshift. Be
halve de genenraal en zijn
vriendin Bella zijn onder meer
de oud-strijder Murray, de
jonge wapenhandelaar Baf en
de journaliste Mew van de fe
ministische krant 'Woman's
Times' aanwezig.
De plechtigheden worden
geleid door Joan Lumb, de di
rectrice van de academie, die
heilig gelooft dat vechtlust en
discipline voor vrede zorgen en
dat protest tegen het oorlogsbe
drijf niets anders is dan 'ge
klaag van de burgerbevolking'.
Zij gedraagt zich als een gene
raal die elke overtreding van
de regels ziet als landverraad.
De gasten worden onderge
bracht in kamers die genoemd
zijn naar beroemde veldheren
als de Assyriër Tiglatpileser 111,
Alexander de Grote, Karei de
Grote, Dzjengis Khan, Gustaaf
Adolf en Napoleon. In wat zij
zelf 'saaie colleges' noemt, licht
Fay Weldon toe hoe deze heren
erin slaagden de vernietigings
kracht van hun leger te vergro
ten, vrouwen en kinderen te
vermoorden en zo in onze ge
schiedenisboekjes te komen.
In de academie ontstaat een
oorlogssituatie, als hevige
sneeuwval contact met de bui
tenwereld onmogelijk maakt
en Joan Lumb vermoedt dat
het feest wordt gesaboteerd
door het personeel, legale en
nog meer illegale werkkrach
ten uit de Derde Wereld, die
zich in de kelders van het ge
bouw ophouden. Het gemor bij
de mensen daar beneden is al
lang weer gesust, als de gasten
van boven onder aanvoering
van de krijgszuchtige Joan
Lumb ten strijde gaan. Weldon
trekt tussen de gevechtshande
lingen door paralellen met de
rampen die Napoleon over zich
uit riep door in de winter van
1812 de Russen in hun eigen
land te bestrijden.
'De oorlog tussen boven en
beneden' legt en passant de
machtverhoudingen in de we
reld bloot en is weer een ge
slaagde satire in de reeks die de
produktieve Weldon de laatste
jaren heeft geschreven. In het
voorjaar verschijnt haar vol
gende alweer, 'Het hart van het
land' over het 'bijstandsleven'
in een klein Engels plaatsje.
Ook de Amerikaanse schrijf
ster Alison Lurie gebruikt mi
litaire acties als achtergrond in
haar boek 'De oorlog tussen de
Tates'. Erica en Brian Tate
hebben een prima leven door
de goed betaalde universiteits
job van Brian. Maar in het ru
moerige jaar 1969 verandert al
les. Hun twee kinderen worden
lastig, het worden 'monster
lijke pubers', en ze hebben
moeite met de verruwing van
de samenleving.
Opeens blijkt Brian een ver
houding te hebben met stu
dente Wendy en die meldt zelfs
na enige tijd dat ze zwanger is.
Erica ziet haar wereld instor
ten, zoekt steun bij vriendin
Danielle, die feministe is, maar
voert verder in haar eentje de
strijd tegen haar man, haar
kinderen en de rest van de we
reld. Alison Lurie vergelijkt
haar strijd met de oorlog in
Vietnam en met de schermut
selingen om de macht op de
universiteit
Hoewel de flaptekst spreekt
van 'veel gevoel voor humor',
worden die vergelijkingen met
de échte oorlog gemaakt op een
bloedserieuze manier: „Brian
zou zich geïdentificeerd hebben
met de Zuidvietnamese rege
ring". Brian werkt zich vrese
lijk in de nesten met zijn stu
dente, die hem in contact
brengt met rebellerende stu-
dentengroepen. Erica ontmoet
een oude vriend, Sandy Finkel-
stein, die nu onder de naam
Zed in bewustzijn-verrui-
mende filosofieën doet Via
avonturen in de subculturen
van de jaren zestig belanden
Erica en Brian beiden in een
grote Vredesmars en komt al
les toch weer een beetje goed.
Lurie heeft willen aangeven
hoe mensen zich gedragen als
ze een Nieuwe Tijd op zich af
zien golven. Erica's verstand
zegt dat ze mee moet doen,
maar haar gevoel zegt nee.
Maar het zwakke is dat ze hele
maal niet gelouterd uit de
strijd komt. Ze blijft weigeren
een tv-toestel in huis te nemen
en zegt constant 'Mmm', als
vrienden iets zeggen waar ze
het niet mee eens is. Brian is
nog steeds de pietlut, die blijft
preken over orde en verant
woordelijkheid.
Vietnam en de hippies zijn er
wat onhandig bijgesleept. Mis
schien is 'De oorlog tussen de
Tates' veel te laat vertaald. Hij
boek stamt uit 1974 en is pas in
Nederland uitgegeven na het
succes van Alison Lurie's boek
'Buitenlandse verhoudingen',
dat in 1985 de Pulitzer-prijs
won. De perikelen van de jaren
zestig zijn door John Updike
('Rabbit Redux') en vele ande
ren al afdoende behandeld. De
stijve poging van Lurie komt
als mosterd na de maaltijd.
Fay Weldon: 'De oorlog tussen
boven en beneden'. Uitg. Bert
Bakker, prijs 27,90.
Alison Lurie: 'De oorlog tussen
de Tates'. Uitg. Bert Bakker
Door Gerard van Herpen
„DE katholiek voelt er zich
veilig bij", schreef de an
dere katholiek Gerard
Knuvelder over het dicht
werk van Anton van
Duinkerken. Ik herken dat
gevoel van vertrouwdheid
als het om Van Duinker
ken gaat, maar veilig voel
ik mij er zeker niet meer
bij. De tijd tussen toen en
nu roept behalve een vage
herkenning toch ook een
gevoel van afstandelijk
heid bij mij op.
Op grond van hoevele titels
heb ik hem vroeger bewon
derd als een van de onzen, als
een man die zich op literair en
wetenschappelijk niveau kon
meten met de literaire feno
menen van niet-rooms for
maat. Idool van de katholieke
jonge intelligentia, de reus
van de katholieke emancipa
tie, de verwoorder van een
nieuw katholiek elan, de ver
dediger van een tolerant en
goedmoedig geloof, de dichter
van het Brabantse hart, de
scribent die Tijd, Roeping en
Gemeenschap de moeite van
het lezen waard maakte, de
orator van de Kempense cul-
tuurdagen, de onuitputtelijke
bierdrinker en de eerste
hoogleraar die in Leiden
Vondel doceerde.
De barokke klank van die
lofprijzingen maakt al duide
lijk hoe wankel en van een
andere tijd mijn stellingen
over het schrijverschap van
Anton van Duinkerken zijn.
Theo Kroon, die in 1980 een
boek over Anton van Duin
kerken schreef, komt al in
zijn inleiding tot de droevige
conclusie dat de naam Anton
van Duinkerken de meeste
mensen niets meer zegt en dat
een enkeling vaag wel eens
iets van hem heeft gehoord.
Hij kreeg een standbeeld in
Bergen op Zoom en een in
Hilvarenbeek, maar in mijn
eigen boekenkast zie ik toch
hoe de boeken, die ik ooit
mijn geestelijk behoud noem
de, gaandeweg naar een la
gere plank zijn verhuisd. Het
is anders gelopen dan wij
toen vermoedden, al blijft
waar wat Albert Smulders in
een vooroorlogs studenten
blad verwoordde, dat Van
Duinkerken onschendbaar
een groot man is, naar wie het
ten eeuwigen dage waard is
om naar te luisterea
Anton van Duinkerken heeft
als dichter in ieder geval
nooit veel roem geoogst Hem
werd verweten dat hij het
toch niet kon laten om ook in
zijn poëzie wijsgerig en poli-
miserend te doen. Gerard
Knuvelder constateerde na de
bundel 'Het Lyrisch Laby
rinth' dat Van Duinkerken's
grootste kracht niet in het
vers was gelegen. „Zijn be
zinning over het leven ver
heft zich maar in een bepaald
aantal gevallen tot in de sfeer
der artistieke schoonheid".
Dat is, zij het in mindere
mate, ook het geval met de
dichtbundel 'Hart van Bra
bant', die in 1936 voor het
eerst verscheen en die in 1948
een tweede druk beleefde bij
uitgeverij Het Spectrum. Bij
het herlezen van zijn poëzie,
die bij Van Duinkerken mis
schien beter verskunst kan
worden genoemd, is er aan
het begin toch dat wonder
lijke en warme gevoel van
herkenning, dat gedichten te
rug vindt die tot het dierbare
bezit van vroeger hebben be-
Toch is ook met die ii(f
kwalifikatie de dichtte'I
van Anton van DuinkeH|
niet voldoende naar v
geschetst.
Anton van Duinkerken, tn
hij staat afgebeeld op de»|
grafie van Theo Kroon
hoord. Gedichten die katt
liek van toon zijn en die c
en voorbije elementen vÜ
het Brabant van weleer 1
zich hebben opgezogen
In 'Hart van Brabant'
Anton van Duinkerken voo
altijd herkenbaar: De verc
diger van het geloof,
roomse journalist, de mani
niet van puriteinen houdt e
die Amsterdam een
vindt 'zo muf als een kel<fo|
zwam', die een godvrucht
drinker is en die de vroljjld
heid lof toedicht. Al die ele
menten komen terug in ge.
dichten die weliswaar |J
alle Brabants van thema zijn,1
maar die toch met een zuidjJ
lijke zwier aan het papier zijn]
toevertrouwd.
Het gemak waarmee Anta
van Duinkerken te geleger
tijd verzen leverde opbesteïj
ling is ook in deze bur
altijd herkenbaar. Tóch zijn|
er minstens twee gedichten in
deze bundel die mij leren zien
dat Van Duinkerken behalve
een godvruchtig verzenmakerl
soms ook een bewogen en be-l
genadigd dichter was. Zijif
kerstlied, van zo pure, I
middeleeuwse schoonheid^
echt van alle tijden gebleven I
„Nu zal wel gauw gaan sw|
wen,
Dan worden de wegen uht
Dan rijden de kamelen,
Waarop elk een koning sit
Door een woestijn van eeum|
Vol boosheid en gevit.
Het andere gedicht wa»|
Van Duinkerken voor alt
zijn naam als hekeldicht
mee heeft gevestigd, is
teld 'Ballade van den k
liek'. De leider van de
Anton Mussert, schreef ii|
zijn weekblad 'Volk en Va
derland' over „de zich kathol
liek noemende van Duinker-I
ken". Helemaal in de
van Vondel's hekeldichten!
schreef Van Duinkerken hen
met kerende post terug. Zij
'Ballade van den katholiek]
begon zo:
„Jawel, mijnheer, ik noem|
mij katholiek
En twintig eeuwen kunnen|
't woord verklaren
Aan u en aan uw •pgewon-
den kliek,
Die blij mag zijn net twin
tig volle jaren,
Als onze God u toestaat It
bedaren
Van 't heilgeschreuw, ge
leerd bij de barbaren
En als uw volksteweginj
haar muziek
Toonzetten leert op ta
maat der eeuwen.
De Roomsen hebbtn in i
politiek
Iets meer gedaan land-
welluidend schreeuwen.
Daarom, mijnheer, ïoenit
mij katholiek".
Anton van Duirtetel
pseudoniem voor pof.'-[
W.J.M.A AsstlM
(1903-1968), heeft mit f|
poëzie ook in de werdd
de critici verwarring!
roepen. Theo Kroon stélt
dat Van Duinkerken <±pé|
had zo veelzijdig te zip, Ml
in de volgorde der dingmi|
poëzie op de laatste pWj
kwam en hij zelf zei e®frj
gen dr J.J. Buskes: „II h®|
bij de dichters van het tvewl
plan".
De soldaten trekken zie
prik halen in Libanon.
Sinds tijden was het niet zcj
Misschien kon je hier en c
maar dat klinkt anders daij
de hand?
Libanese kinderen werden'
tetanus, polio enz. Je kent
gehad. Een heleboel kindere
Unicef, het kinderfonds vai
1990 alle kinderen ingeënt z
ria, Colombia zijn er al inenj
je niet goed eet of verzorgd i
Nu was Libanon aan de 1
eef, het Rode Kruis, de militi
wapenstilstand van drie daj
delen van het land rustig op
taald wordt door Unicef. O'
in kranten en gepraat op r;
ook 350.000 kinderen en dat i
De mop is dat de inenting
het niet. Dus kunnen kinde
genieten van een paar rus
billen bloot moeten.
Ik doe niet mee met
Veel liever kus en zc
Hier leveren kinder^
Ik wil naar een land
Waar iedereen gli
en luiert in het gras
En iedereen kust elk
Waar iedereen de lie
O als ik dat land ber
waar niemand verlo
Shel Sil verstem: Het r|
Uitg. Fontein.
Vraag aan Thea Beckmann:
Hoe komt u aan de onderwe
Antwoord: „Je hoort of ziet
seum, daar zag ik een dolk
ik: Daar ga ik een boek oveij
Vraag aan Veronica Hazell
Had u als kind ook het idee
dat gewoon zo gekomen?
Antwoord: „Nee hoor, ik wd
seres worden, maar ik was
letdanseres worden".
Deze en nog veel meer
én tekenaars kun je vinden
dag' heet. Die is door kinder
november 66 schrijvers vai
van Baarle-Nassau rondlie
veel vind je er anders nooit 1
Het is een leuke krant g|
nog wat in over bekende i
heel veel tekeningen en foto-
een briefje te schrijven aan
2330 Merksplas (België) en
sluiten.
Marijke Lukacs
Verscheurd Uaiht "lY
maar, dit merfelbeest
iets meemaker
ïi,5'm 31 w3i hy gemaakt.. Tol\
tof en as n hy weeryeheerd 1
£>4 T je
&/J OA/5 Bluft
ham gom