Vette crisis! Absoluut zeker weten' Non Nobis' spannende avonturenroman Twee vrouwen over oorlog De dichter Anton van Duinkerken Ontwape| DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1987 DE TAAL VAN DE JAREN TACHTIG VASTGELEGD DEBUUT HANNY ALDERS OYER ORDE DER TEMPELIERS Autodidact Sprookjes Schisma Citaten FAY WELDON WINT HET RUIMSCHOOTS VAN ALISON LURIE Sneeuw Verruwing Bloedserieus IE STEM GIDS 3 Wijsgerig Kerstmis 1 Ik vecht niet Kinderen intervit ïuske en Wiske: 'ambone G2 Door Dirk Vellenga DE taal veraniiert zo snel dat iemand die dertig jaar weg is geweest de ge sprekken van nu niet meer kan volgen en iemand die tien jaar binnen heeft ge zeten de verkeerde woor den gebruikt. Jan Kuiten brouwer, kenner van 'het moderne leven' en schrij vend in Haagse Post, NRC en Intermagazine, heeft een luchtige poging ge daan het taalgebruik van de jaren tachtig vast te leggen in het boekje Tur bo-taal'. Een aardig initiatief, maar ook riskant, want sinds de verschijning zijn er al tien nieuwe woorden uitgevonden en tien oude afgedankt. Kui tenbrouwer stelt dat verschil lende sectoren him eigen jar gon hebben, de jongeren, de carrièremakers, de zaken mensen, de zachte sector, de vergaderaars en de moeilijk te classificeren uitgaanders, die zich vrolijk vergrijpen aan vreemde afkortingen, uitdrukkingen uit andere ta len en opzettelijke fouten. Een lesje in eigentijds taal gebruik. We beginnen met de 'snelle sector' (o.a. de yup pies). „Er zijn geloof ik wat problemen, qua drinkmans". „Ik ben wat later, wegens doorgezakt". „Ik ga eens een beetje weg". „Het wordt van daag weer een mék-simale dag". De uitdrukkingen worden steeds krachtiger ('giganti- scher'). Overleggende par tijen waren in de jaren vijftig nog 'ontstemd' over het mis lukken van de besprekingen. In de jaren zestig werd het 'verontwaardigd', in de jaren zeventig 'boos' en in de jaren tachtig 'woedend' of zelf 'fu rieus'. Je neemt tegenwoordig duidelijk stelling: „Ik geloof hier vreselijk heilig in. Abso luut zeker weten". Jongeren praten heel an ders dan tien jaar geleden. Let op! „Ik ga even naar de disco, een kipje (miepje, vrouwtje) snuiven". „Een hef tige pyjama". „Echt een hele stijle gozer". „Een heel strak doelpunt" (naar Ruud Gullit). „Een sneue gast". „Oei, vette crisis! Ongelofeloos". „Ik ging door het geluid, ik ging boven m'n wimpers". In sommige kringen is de 'afko' erg popi. Iemand is een gewono, Brabo, nonchi of saggo (van chagrijnig). „Ik ben een beetje depri". „Sorry hoor, maar oesters en ananas vind ik geen combi". „Leek me een zeer deca type". Woorden consequent ver basteren is ook nog steeds modieus. „Ik heb niks tegen homosuelen, maar de heren vragen wel astronautische bedragen". „In de vrijdagbij- laazje van de NRC stond een juichende recensie". „Een kopje koovie dan nog maar". Spelen met Frans, Duitsof Engels: „Japans eten is niet echt mijn kopje thee". Zaken- taal: „Hij is toch peedee (pre sident-directeur) van die out fit?" De zachte sector is op z'n retour, de wolligheid bestaat nog: „Ik kijk daar toch vanuit een soort scepsis tegenaan en dan heb ik iets van: lékt maar". „Hoe voelt u zich? Nou eh, kut, toch wel". Een tip voor mensen die eens iets anders willen: be dien u van archaïsmen (ver ouderde uitdrukkingen) „Waaratje die dekselse vent! Dat is kras. Was die niet reeds lang verscheiden?". „A propos, moesten wij wellicht eens het rijwiel bestijgen?" Jan Kuitenbrouwer: Turbo taal -van aocio-babble tot yuppie-speak'. Uitg. Aramith, prijs 14,90. Door Henk Egbers „IK heb dit boek geschreven vanuit een diepe bewogen heid met de mensen die dit hebben doorgemaakt", zei Hanny Alders bij de pre sentatie van haar debuut: 'Non Nobis'; een historische roman, die speelt in de late middeleeuwen. Over deze periode verschijnen de laat ste jaren opvallend veel ge romantiseerde boeken; meestal turven. Ook dit boek telt 525 pagina's. Toch is het niet gemaakt als reac tie op deze nieuwe trend, want Hanny Alders heeft aan 'Non Nobis' veertien jaar gewerkt. Wie haar zelf wil horen over deze opvallende- en goed ge schreven roman, doet er goed aan de literaire avond rond 'Non Nobis' op 28 september om 20 uur in café Tompouce aan de Bredase Baronielaan te bezoe ken. Daar zal ze geïnterviewd worden door de oud-redacteur van Boekblad, Kees Bakker, die met zijn jonge uitgeverij Conserve dit debuut met succes lijkt te brengen. Bij de voor aanbieding werden, zegt hij, in de boekhandel al 3100 exempla ren afgezet en dat is binnen de Nederlandse context behoorlijk veel. De roman gaat over de on dergang van de Orde der Tem peliers in de 14e eeuw. Een gru welijke geschiedenis. Hanny Alders: „Een roman die zich af speelt tegen de achtergrond en binnen de grenzen van de his torische gebeurtenissen. Dat was mijn opzet. Ik wilde de ge schiedenis geen geweld aan doen. Ik wilde de personen voor wie ik zoveel respect heb in hun waarde laten. Daarom heb ik gekozen voor fictieve hoofd personen. Daarom ook ben ik in de enkele bladzijden die zui ver geschiedenis zijn, nauwe lijks van historici afgeweken." Er is ongetwijfeld een boeiend verhaal ontstaan, ge baseerd op historische feiten. Voor de achteloze lezer zal het evenwel niet zo duidelijk zijn wat Wahrheit en wat Dichtung is. Tempelier Richard bijvoor beeld, de hoofdpersoon, is be dacht, maar Paus Clemens (V) was historie, evenals de Franse koning Philips de Schone. Een ander mogelijk bezwaar is dat deze geschiedenis, dit verhaal Non Nobis, te weinig context meekrijgt en nauwelijks ge plaatst wordt tegen de alge mene gescheidenis van de herf- stij der middeleeuwen en de rollen van kerkelijke- en we reldlijke culturen. Nu lijkt het verhaal vooral geboren te zijn uit verontwaardiging over ene losstaand feit (de moord op de orde der Tempeliers), terwijl dit deel uitmaakt van een veel groter geheel, waarin decaden tie en verval de poten weg zaagden onder Europa. Hanny Alders vertelt dat ze op de MMS door haar lerares ge schiedenis dol op historie is ge worden. „De geschiedenis is voor mij een roman van de mensheid." En verder meent ze dat schrijven iets is dat in je bloed moet zitten. Kees Bakker zegt: „Hanny Alders strijdt te gen onrecht van wie of wat ook. Veertien jaar heeft ze, volledig autodidact, gewerkt aan het boek. De afgelopen vier jaar herschreef ze het. Het laatste jaar hebben wij er een boek van gemaakt." Hanny Braber (41) stamt uit Rotterdam, werkte acht jaar op een reisbureau. In 1970 trouwde ze met makelaar Bob Alders. Ze hebben twee dochters. Het gezin woont nu in Schoorl. Eén van haar hobby's is de calligra- fie (schoonschrijven). Van deze kloosterlijke kunst is iets te zien op en in het boek. Hanny Alders: veertien jaar arbeid in één boek foto chris van houts De Tempeliers zijn een erfenis van de kruistochten. Na de ont ruiming vna het Heilig Land (Israël) hadden zij, afgezien van hun vroegere verdiensten, hun oorspronkelijke reden van bestaan verloren. Hanny Al ders zei bij de presentatie: „Ik houd van sprookjes... Eens, heel lang geleden, waren er negen ridders, die het Heilige Land wilden bewaren. En ze sticht ten de Orde van de Arme Sol daten van Christus en de Tem pel van Salomon, waar zij zich vestigdea Het Heilige Land ging voor de Christenheid ver loren en de droom van de Tem pel eindigde in een nachtmerrie die vijf jaren zou duren en voor velen van hen zelfs nog veel langer." De geschiedenis van de Tem peliers was allesbehalve een sprookje. Toen na de kruis tocht-periode in het Heilige Land andere orden als de Jo- hannieters de ziekenverpleging bleven beoefenen en de Duitse Orde in Oost-Pruisen eigen grondgebied verwierf waren de Tempeliers bekwame finan ciers geworden. Pausen en vor sten gaven hen hun geld in be waring. De thesaurier van de Par ij se Temjpel beheerste lange tijd de Franse schatkist. De grote rijkdom, het niets om handen hebben van velen uit de orde, haar militaire or ganisatie verslapte niet alleen de oorspronkelijke klooster tucht, maar maakte de Tempe liers ook tot een macht in de staat. Afgunst en laster waren het gevolg. Koning Philips de Schone bond de strijd tegen de orde aan en maakte de be ruchte inquisitie daarbij tot zijn wapen. Alle Tempeliers in Frankrijk werden gevangen genomen, gefolterd en tot be kentenissen gedwongen; de goederen geconfisqueerd. Andere vorsten volgen Philips en paus Clemens V was een ta melijk willig werktuig in zijn hand. Deze zwakke paus was in Frankrijk gaan wonen en ver oorzaakte zo mede het zogehe ten Westers schisma. Zeker is dat de Tempeliers, ondanks mogelijke misstanden, gruwe lijk onderuit gehaald zijn in een strijd om de macht In 1312 hief de paus in de bulle 'Vox in exelso' deze orde op, niet op grond van een gerechtelijke uitspraak, maar door een be stuursmaatregel en krachtens apostolische beschikking. De bezittingen werden toegewezen aan de Johannieters. De groot meester werd ter dood ge bracht en Philips, niet tevrede- nover deze gang van zaken, re kende nog een deel van de be zittingen in. De handelswijze van de paus wees in de richting van onschuld. Dit is globaal de historische stof die Hanny Alders ge bruikte voor haar geromanti seerde verhaal; een goed ver haal, maar uit historisch oog punt toch met te weinig body. Het boek heet een 'historische roman'. Als roman laat het boek zich uitstekend lezen: mede dankzij de vlot geschre ven dialogen die mede de sfeer bepalen, die heel illustratief kan heten voor een fantasti sche invulling van genoemd kader. Het verhaal van Ri chard, de bastaard... Hij is weg gezonden uit de Tempel van Londen. Daaraan ligt een ge heim ten grondslag betreffende zijn afkomst. Dat geheim en het geheim van de orde der Tempeliers speelt een rol bij de verdere ontvouwing van deze geschiedenis. Richard trekt naar Frank rijk, waar hij een soort onder grondse begint tegen Philips als vervolger van zijn gevan gen medebroeders. Harde strijd en wreedheden worden afge wisseld met romantische pas sages, die weer de mogelijkheid bieden de harde kloosterregels, met name die ten aanzien van het celibaat, aan de orde te stellen. Richard is trouw, maar zwicht af en toe voor schone jonkvrouwen; met name voor ene Beatrice; een naam die ook uit literair oogpunt past binnen dit kader. Hanny Alders haakt trouwens in op de literatuurgeschiedenis door boven de talrijke niet ge nummerde- en geïndexeerde hoofdstukken telkens een ci taat te zetten. Het viel me op dat ik vaak zó verzonken was in de sfeer van deze veertiende eeuwse historie, dat citaten van onder meer Verlaine, Shakes peare of Milton me wat hinder den als anachronismen. 'Non Nobis' - een niet zo in- sprirerende titel voor deze ro man - zijn de twee eerste woor den van het devies van de Tempelorde ('Niet ons, Heer, maar u zij de glorie'). Er is in de naam van de Heer wat afge- moord! Maar Richard is een nobele vent, die al vanaf zijn zeer jonge jaren binnen de orde werd opgevoed (gehersen spoeld). In hem wordt goed ge tekend de discrepantie tussen het keurslijf van de orde en zijn emotionele reacties als hij op en neer trekkend tussen Frankrijk en Engeland zijn verontwaardiging over onrecht laat prevaleren boven persoon lijke behoeften. Hanny alders moet veel re search gepleegd hebben, want tot in de kleinste details getui gen haar beschrijvingen van een kennis, die de roman iets authentieks geven. Het is echt een lekkere roman geworden van honderden pagina's (dik mag weerwaarmee je je kunt terugtrekken in een hoekje om te smullea In de eeuwig zin gende bossen der fantasie biedt dit boek veel stof om weg te dromen in oude barre tijden waarin pausen en vorsten hun onderdanen prikkelden tot hef tige reacties. Hoe mooi... op af stand. Hanny Alders: Non Nobis - uitg. Conserve -f34,50. Door Dirk Vellenga Ja, waarom zouden vrou wen zich niet eens met oor log bezighouden? Fay Wel don doet het op haar be kende ironische manier in 'De oorlog tussen boven en beneden', dat in het Engels 'The Shrapnel Academy' heet. Historische heldenda den van de grote strategen worden belachelijk ge maakt, maar Fay Weldon is veel te nuchter om simpel weg te stellen dat het alle maal de schuld van de man nen is. Ze hakt haar verhaal uiteen in korte stukjes, zodat het boek lijkt opgebouwd uit uitroepte kens en vraagtekens. Weldon verbaast zich over haar eigen vertelling, dikt flink aan en stelt vragen die de lezer ook zou stellen. Ze maniplueert de lezers, maar bewaart afstand. We moeten zelf de conclusies trekken, want, schrijft ze: „Is zelfontdekking immers niet het doel van de literatuur?" Het decor is de Britse Shrap nel Academy, genoemd naar de man die in 1804 de explode rende kanonskogel uitvond. Daar komen gasten bijeen voor een maaltijd aan de vooravond van de jaarlijke Wellington-le zing, die wordt uitgsproken Fay Weldon - foto bert sakker door generaal Makeshift. Be halve de genenraal en zijn vriendin Bella zijn onder meer de oud-strijder Murray, de jonge wapenhandelaar Baf en de journaliste Mew van de fe ministische krant 'Woman's Times' aanwezig. De plechtigheden worden geleid door Joan Lumb, de di rectrice van de academie, die heilig gelooft dat vechtlust en discipline voor vrede zorgen en dat protest tegen het oorlogsbe drijf niets anders is dan 'ge klaag van de burgerbevolking'. Zij gedraagt zich als een gene raal die elke overtreding van de regels ziet als landverraad. De gasten worden onderge bracht in kamers die genoemd zijn naar beroemde veldheren als de Assyriër Tiglatpileser 111, Alexander de Grote, Karei de Grote, Dzjengis Khan, Gustaaf Adolf en Napoleon. In wat zij zelf 'saaie colleges' noemt, licht Fay Weldon toe hoe deze heren erin slaagden de vernietigings kracht van hun leger te vergro ten, vrouwen en kinderen te vermoorden en zo in onze ge schiedenisboekjes te komen. In de academie ontstaat een oorlogssituatie, als hevige sneeuwval contact met de bui tenwereld onmogelijk maakt en Joan Lumb vermoedt dat het feest wordt gesaboteerd door het personeel, legale en nog meer illegale werkkrach ten uit de Derde Wereld, die zich in de kelders van het ge bouw ophouden. Het gemor bij de mensen daar beneden is al lang weer gesust, als de gasten van boven onder aanvoering van de krijgszuchtige Joan Lumb ten strijde gaan. Weldon trekt tussen de gevechtshande lingen door paralellen met de rampen die Napoleon over zich uit riep door in de winter van 1812 de Russen in hun eigen land te bestrijden. 'De oorlog tussen boven en beneden' legt en passant de machtverhoudingen in de we reld bloot en is weer een ge slaagde satire in de reeks die de produktieve Weldon de laatste jaren heeft geschreven. In het voorjaar verschijnt haar vol gende alweer, 'Het hart van het land' over het 'bijstandsleven' in een klein Engels plaatsje. Ook de Amerikaanse schrijf ster Alison Lurie gebruikt mi litaire acties als achtergrond in haar boek 'De oorlog tussen de Tates'. Erica en Brian Tate hebben een prima leven door de goed betaalde universiteits job van Brian. Maar in het ru moerige jaar 1969 verandert al les. Hun twee kinderen worden lastig, het worden 'monster lijke pubers', en ze hebben moeite met de verruwing van de samenleving. Opeens blijkt Brian een ver houding te hebben met stu dente Wendy en die meldt zelfs na enige tijd dat ze zwanger is. Erica ziet haar wereld instor ten, zoekt steun bij vriendin Danielle, die feministe is, maar voert verder in haar eentje de strijd tegen haar man, haar kinderen en de rest van de we reld. Alison Lurie vergelijkt haar strijd met de oorlog in Vietnam en met de schermut selingen om de macht op de universiteit Hoewel de flaptekst spreekt van 'veel gevoel voor humor', worden die vergelijkingen met de échte oorlog gemaakt op een bloedserieuze manier: „Brian zou zich geïdentificeerd hebben met de Zuidvietnamese rege ring". Brian werkt zich vrese lijk in de nesten met zijn stu dente, die hem in contact brengt met rebellerende stu- dentengroepen. Erica ontmoet een oude vriend, Sandy Finkel- stein, die nu onder de naam Zed in bewustzijn-verrui- mende filosofieën doet Via avonturen in de subculturen van de jaren zestig belanden Erica en Brian beiden in een grote Vredesmars en komt al les toch weer een beetje goed. Lurie heeft willen aangeven hoe mensen zich gedragen als ze een Nieuwe Tijd op zich af zien golven. Erica's verstand zegt dat ze mee moet doen, maar haar gevoel zegt nee. Maar het zwakke is dat ze hele maal niet gelouterd uit de strijd komt. Ze blijft weigeren een tv-toestel in huis te nemen en zegt constant 'Mmm', als vrienden iets zeggen waar ze het niet mee eens is. Brian is nog steeds de pietlut, die blijft preken over orde en verant woordelijkheid. Vietnam en de hippies zijn er wat onhandig bijgesleept. Mis schien is 'De oorlog tussen de Tates' veel te laat vertaald. Hij boek stamt uit 1974 en is pas in Nederland uitgegeven na het succes van Alison Lurie's boek 'Buitenlandse verhoudingen', dat in 1985 de Pulitzer-prijs won. De perikelen van de jaren zestig zijn door John Updike ('Rabbit Redux') en vele ande ren al afdoende behandeld. De stijve poging van Lurie komt als mosterd na de maaltijd. Fay Weldon: 'De oorlog tussen boven en beneden'. Uitg. Bert Bakker, prijs 27,90. Alison Lurie: 'De oorlog tussen de Tates'. Uitg. Bert Bakker Door Gerard van Herpen „DE katholiek voelt er zich veilig bij", schreef de an dere katholiek Gerard Knuvelder over het dicht werk van Anton van Duinkerken. Ik herken dat gevoel van vertrouwdheid als het om Van Duinker ken gaat, maar veilig voel ik mij er zeker niet meer bij. De tijd tussen toen en nu roept behalve een vage herkenning toch ook een gevoel van afstandelijk heid bij mij op. Op grond van hoevele titels heb ik hem vroeger bewon derd als een van de onzen, als een man die zich op literair en wetenschappelijk niveau kon meten met de literaire feno menen van niet-rooms for maat. Idool van de katholieke jonge intelligentia, de reus van de katholieke emancipa tie, de verwoorder van een nieuw katholiek elan, de ver dediger van een tolerant en goedmoedig geloof, de dichter van het Brabantse hart, de scribent die Tijd, Roeping en Gemeenschap de moeite van het lezen waard maakte, de orator van de Kempense cul- tuurdagen, de onuitputtelijke bierdrinker en de eerste hoogleraar die in Leiden Vondel doceerde. De barokke klank van die lofprijzingen maakt al duide lijk hoe wankel en van een andere tijd mijn stellingen over het schrijverschap van Anton van Duinkerken zijn. Theo Kroon, die in 1980 een boek over Anton van Duin kerken schreef, komt al in zijn inleiding tot de droevige conclusie dat de naam Anton van Duinkerken de meeste mensen niets meer zegt en dat een enkeling vaag wel eens iets van hem heeft gehoord. Hij kreeg een standbeeld in Bergen op Zoom en een in Hilvarenbeek, maar in mijn eigen boekenkast zie ik toch hoe de boeken, die ik ooit mijn geestelijk behoud noem de, gaandeweg naar een la gere plank zijn verhuisd. Het is anders gelopen dan wij toen vermoedden, al blijft waar wat Albert Smulders in een vooroorlogs studenten blad verwoordde, dat Van Duinkerken onschendbaar een groot man is, naar wie het ten eeuwigen dage waard is om naar te luisterea Anton van Duinkerken heeft als dichter in ieder geval nooit veel roem geoogst Hem werd verweten dat hij het toch niet kon laten om ook in zijn poëzie wijsgerig en poli- miserend te doen. Gerard Knuvelder constateerde na de bundel 'Het Lyrisch Laby rinth' dat Van Duinkerken's grootste kracht niet in het vers was gelegen. „Zijn be zinning over het leven ver heft zich maar in een bepaald aantal gevallen tot in de sfeer der artistieke schoonheid". Dat is, zij het in mindere mate, ook het geval met de dichtbundel 'Hart van Bra bant', die in 1936 voor het eerst verscheen en die in 1948 een tweede druk beleefde bij uitgeverij Het Spectrum. Bij het herlezen van zijn poëzie, die bij Van Duinkerken mis schien beter verskunst kan worden genoemd, is er aan het begin toch dat wonder lijke en warme gevoel van herkenning, dat gedichten te rug vindt die tot het dierbare bezit van vroeger hebben be- Toch is ook met die ii(f kwalifikatie de dichtte'I van Anton van DuinkeH| niet voldoende naar v geschetst. Anton van Duinkerken, tn hij staat afgebeeld op de»| grafie van Theo Kroon hoord. Gedichten die katt liek van toon zijn en die c en voorbije elementen vÜ het Brabant van weleer 1 zich hebben opgezogen In 'Hart van Brabant' Anton van Duinkerken voo altijd herkenbaar: De verc diger van het geloof, roomse journalist, de mani niet van puriteinen houdt e die Amsterdam een vindt 'zo muf als een kel<fo| zwam', die een godvrucht drinker is en die de vroljjld heid lof toedicht. Al die ele menten komen terug in ge. dichten die weliswaar |J alle Brabants van thema zijn,1 maar die toch met een zuidjJ lijke zwier aan het papier zijn] toevertrouwd. Het gemak waarmee Anta van Duinkerken te geleger tijd verzen leverde opbesteïj ling is ook in deze bur altijd herkenbaar. Tóch zijn| er minstens twee gedichten in deze bundel die mij leren zien dat Van Duinkerken behalve een godvruchtig verzenmakerl soms ook een bewogen en be-l genadigd dichter was. Zijif kerstlied, van zo pure, I middeleeuwse schoonheid^ echt van alle tijden gebleven I „Nu zal wel gauw gaan sw| wen, Dan worden de wegen uht Dan rijden de kamelen, Waarop elk een koning sit Door een woestijn van eeum| Vol boosheid en gevit. Het andere gedicht wa»| Van Duinkerken voor alt zijn naam als hekeldicht mee heeft gevestigd, is teld 'Ballade van den k liek'. De leider van de Anton Mussert, schreef ii| zijn weekblad 'Volk en Va derland' over „de zich kathol liek noemende van Duinker-I ken". Helemaal in de van Vondel's hekeldichten! schreef Van Duinkerken hen met kerende post terug. Zij 'Ballade van den katholiek] begon zo: „Jawel, mijnheer, ik noem| mij katholiek En twintig eeuwen kunnen| 't woord verklaren Aan u en aan uw •pgewon- den kliek, Die blij mag zijn net twin tig volle jaren, Als onze God u toestaat It bedaren Van 't heilgeschreuw, ge leerd bij de barbaren En als uw volksteweginj haar muziek Toonzetten leert op ta maat der eeuwen. De Roomsen hebbtn in i politiek Iets meer gedaan land- welluidend schreeuwen. Daarom, mijnheer, ïoenit mij katholiek". Anton van Duirtetel pseudoniem voor pof.'-[ W.J.M.A AsstlM (1903-1968), heeft mit f| poëzie ook in de werdd de critici verwarring! roepen. Theo Kroon stélt dat Van Duinkerken <±pé| had zo veelzijdig te zip, Ml in de volgorde der dingmi| poëzie op de laatste pWj kwam en hij zelf zei e®frj gen dr J.J. Buskes: „II h®| bij de dichters van het tvewl plan". De soldaten trekken zie prik halen in Libanon. Sinds tijden was het niet zcj Misschien kon je hier en c maar dat klinkt anders daij de hand? Libanese kinderen werden' tetanus, polio enz. Je kent gehad. Een heleboel kindere Unicef, het kinderfonds vai 1990 alle kinderen ingeënt z ria, Colombia zijn er al inenj je niet goed eet of verzorgd i Nu was Libanon aan de 1 eef, het Rode Kruis, de militi wapenstilstand van drie daj delen van het land rustig op taald wordt door Unicef. O' in kranten en gepraat op r; ook 350.000 kinderen en dat i De mop is dat de inenting het niet. Dus kunnen kinde genieten van een paar rus billen bloot moeten. Ik doe niet mee met Veel liever kus en zc Hier leveren kinder^ Ik wil naar een land Waar iedereen gli en luiert in het gras En iedereen kust elk Waar iedereen de lie O als ik dat land ber waar niemand verlo Shel Sil verstem: Het r| Uitg. Fontein. Vraag aan Thea Beckmann: Hoe komt u aan de onderwe Antwoord: „Je hoort of ziet seum, daar zag ik een dolk ik: Daar ga ik een boek oveij Vraag aan Veronica Hazell Had u als kind ook het idee dat gewoon zo gekomen? Antwoord: „Nee hoor, ik wd seres worden, maar ik was letdanseres worden". Deze en nog veel meer én tekenaars kun je vinden dag' heet. Die is door kinder november 66 schrijvers vai van Baarle-Nassau rondlie veel vind je er anders nooit 1 Het is een leuke krant g| nog wat in over bekende i heel veel tekeningen en foto- een briefje te schrijven aan 2330 Merksplas (België) en sluiten. Marijke Lukacs Verscheurd Uaiht "lY maar, dit merfelbeest iets meemaker ïi,5'm 31 w3i hy gemaakt.. Tol\ tof en as n hy weeryeheerd 1 £>4 T je &/J OA/5 Bluft ham gom

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 30