Woezie, woezie wat een poezie CONSTAMTJN HUYGENSPRIJS VOOR ANME M.G. SCHMIDT: Nep-Strauss ontlokt Waldheim uitspraken Mens heeft vier ore DE STEM EXTRA MAANDAG 7 SEPTEMBER 1987 Annie M. G. Schmidt (76) krijgt de Constantijn Huygensprijs 1987. En terecht. Zeeuwse Musical Zeur niet Een dichter Geschokt Plaatje PAPIER VOOR UW PEN Mainonides Hogere ambtenaren VAN EYSDEN Mantel van de koningin Volgens de Vries (Pv Brillen B en W van de meente Oostburg volg ar een nieuw stuk str or naaktrecreatie op ellen. Zijn collega-v iuder A. de Feijter (Cl tkent echter dat er bim The Windmill of my Mind keizersnede 'uinruimen T48 Door Mick Salet Waarom heeft het eigenlijk zo lang moeten duren? Annie M.G. Schmidt heeft een boekenkast vol geschreven. Maar haar prijzenkast bleef bijna helemaal leeg. Waarom? Misschien omdat Annie M.G. Schmidt zo alle daags schrijft. Het is een hele kunst om zó te schrijven dat iedereen het kan begrijpen. Het is moeilijk om makkelijk te schrijven. En dan nog leuk zijn óók. Annie M.G. Schmidt is een meester in die kunst. Ze schrijft eenvoudige taal. Lek ker om te lezen. Lekker om naar te luisteren. En lekker om te bekken. Ze heeft weinig woorden no dig om veel te vertellen. Want ze hééft een boodschap. Een kleine boodschap. Geen bood schap met een vermanend vin gertje. Annie M.G. Schmidt schopt tegen alles wat kleinburgerlijk en hypocriet is. Ze houdt niet van roddelende buurvrouwen die zich achter hun gordijntjes verschuilen. Ze houdt niet van zeurkousen, mopperkonten en fatsoenrakkers. Annie M.G. Schmidt houdt van stoute kinderen, die opge blazen ballonnen doorprikken. Maar waarom heeft ze die prijs nou eigenlijk verdiend? Annie werd in 1911 geboren in het Zeeuwse Kapelle. Als doch ter van een dominee. Haar kin dertijd slaan we maar snel over. „Ik kijk niet graag terug op die jeugd. Zwart is het, wat ik dan zie". Na de HBS ging ze werken. Eerst als assistente in een Am sterdamse bibliotheek. Daarna als directrice van de Openbare Leeszaal in Vlissingen. Dat was een goede leerschool. Want in die bieb las ze precies hoe je leuke kinderboeken niét moet schrijven. Annie M.G. Schmidt ging voorzichtig vrolijke versjes schrijven. Het echte werk be gon pas na de Tweede Wereld oorlog, toen ze voor dagblad Het Parool ging schrijven. Ook werkte ze mee aan het journa listencabaret De Inktvis. Dat was allemaal nog voor grote mensen. In 1950 kwam haar eerste dichtbundel voor kinderen uit. Het Fluitketeltje. Het léék niet op de pedagogi sche poëzie die Annie M.G. Schmidt zelf als kind had moe ten lezen. „Moderne kinderversjes moeten eenvoudig, zangerig en simpel zijn. Grappig en verras send nonsensicaal. En ze moe ten vooral aanspreken door hun dansend ritme. Kinderen moet je nu een maal amuseren. Het enige dat ik aan kinderen wil leren is: consideratie hebben met je om geving. Lekker je gang gaan en toch aardig wezen. Rekening houden met anderen, met beestjes met mensen, dat is mijn boodschap. Maar 't liefst steek ik de draak met een hele boel dingen." In 1964 kreeg ze, als eerste, de staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur. „De P.C. Kin- derhooftprijs", zoals ze zelf zei. Ook die was dik verdiend. Annie M.G. Schmidt schreef meer dan vijftig kinderboeken. Héle generaties hebben geno ten, en genieten nog, van haar kinderboeken. Alleen al het noemen van een paar namen is genoeg voor een glimlach van herkenning. Jip en Janneke. Abeltje. Dikkertje Dap. Het schaap Veronica. Wiplala. Maar Annie M.G. Schmidt schreef ook voor grote mensen. Het zijn teksten om te lezen, maar ook composities om te ho ren. Luister maar naar de lied jes van de musicals die ze sa men met Harry Bannink maakte. Heerlijk duurt het langst. Wat een planeet. En nu naar bed. Foxtrot. Madam. „Ik mag wel zeggen dat ik in Nederland de enige ben die goeie musicals maakt. De rest is allemaal rotzooi", zei Annie M.G. Schmidt in 1984 zonder valse bescheidenheid. Het was ook zo. En dat terwijl ze niets van musicals afwist toen John de Crane haar in de jaren zestig om teksten voor een musical vroeg. Het was ook De Crane die haar koppelde aan Harry Bannink. Aanvankelijk voelde Annie 'em gee' daar weinig voor. Het zou het afsluiten van een hoofdstuk zijn. Een hoofdstuk dat ze samen met Cor Lemaire schreef. Met zijn muziek en haar tek sten was 'De familie Doorsnee' van 1952 tot 1958 zo'n beetje het populairste radio-programma uit de geschiedenis van Hilver sum. Op de televisie had ze hits met 'Pension Hommeles' en 'Ja zuster, nee zuster'. Een reden waarom ze liever musicals dat televisieprogram ma's schreef: bij de televisie lag ze vaak in de censuur- clinch met fatsoenrakkers die Annie M.G. Schmidt: dat heerlijke doordraven. dachten dat de kijkers kleuters waren. Vaak genoeg zuchtte ze: „Fatsoen, ik heb zo'n hekel aan fatsoen." Bij de musical was ze vrijer. En met Bannink vormde ze een gouden duo. Samen maakten ze musicals die, net als in Ameri ka, klassieke songs opleverden. Hun eerste musical, 'Heerlijk duurt het langst' uit 1965, zat vol onvergetelijke liedjes. Leen Jongewaard zong die mooie meezinger 'Kom, Kees, het is maar tijdelijk, 't Zal wel weer overgaan.' Dezelfde Jongewaard zong met André van den Heuvel het lied dat iedere vader met op groeiende dochters mee kan zingen: 'Op een mooie Pink sterdag'. En voor moeder was er het lied van Conny Stuart, met een tekst die schrijfster Annie M.G. Schmidt recht uit het hart kwam. Als je moe bent, als je oud bent, als je rillerig en miezerig en koud bent, als je man weer met een juffrouw op de pier zit, als de echtelijke liefde je tot hier zit, als je schoonfamilie vraagt om ondersteuning, als je vader zich weer vasthoudt aan de leuning, als er sneeuw is, als er mist is, als het ijzelt en je min naar een sadist is, als dat alle maal je lot is, en je vraagt of er een god is, sla dan woedend met de deuren, ga je cocktrail- dress verscheuren, maar niet zeuren." Alles mag van Annie M.G. Schmidt, al je maar niet zanikt en zeurt. „Trap om je heen, wees nooit een dame en gooi het theeser vies dwars door de ramen, maar zeur niet..Spring in de gracht of knip je haar af, duw oude dametjes van het trottoir af, maar zeur niet..Ransel je kind, knijp je parkietje, zeg tot de generaal 'u bent een mietje', maar zeur niet." Dat heerlijke doordraven was de kracht van Annie M.G. Schmidt die kinderen de tranen van het lachen bezorgt en ook het grote publiek dubbel (en dwars) kreeg. Misschien was dat lachen er wel de oorzaak van dat het héél héél lang geduurd heeft voor dat de kunstkenners, die hun eigen beroep met twee grote K's schrijven, beseften dat An nie M.G.Schmidt méér schreef dan kinderversjes. Annie M.G. Schmidt weet zelf wel waarom het zo lang heeft geduurd voor ze serieus geno men werd. Waarom? Een typi sche dichtje van de prijswinna- res. Een dichter. Piet Plumers wou het liefste verzen schrijven over wat late rozen in de zon./ Hij was een dichter en hij wou het blij ven. Hij schreef sonnetten toen hij pas begon. Het rijmde ook. maar and're dichters zeiden: je mag niet rijmen joh, 't is geen gezicht!/ Je moet zorgvuldig alle rijm vermijden, want een gedicht dat rijmt is geen gedicht. En dan dat metrum! Dat is uit de mode. 't Mag niet van ról de ral de ról de ral. Punten en komma's, jongen, zijn ver boden. En denk erom: geen hoofdletters vooral. En nooit een hele zin. Alleen maar brokken. En rozen mó gen wel een keer, maar dan slechts in verband met baar moeders en sokken en zó dat niemand het begrijpen kan. 't Is maar een weet, we zeg gen 't je maar even. Piet had het spoedig door en hij zei: o. Hij heeft dezelfde dag een vers geschreven, zijn eerste echte vers. En dat ging zo: Ik drijf de spelden van wan hoop in de huid van je grut ten wezenloos woezie woeize 17 en klaan uit je klukhaar versuikeren bleke bliezen in schedels met spuigaten/ vol blauw gehakt. En toe zei iedereen: dat is reusachtig! En Paul Rodenko schreef een heel lang stuk in Maatstaf om te laten zien hoe prachtig het wss. Vooral dat 'woezie' en dat 'kluk.' Alleen Piet Pluimers zelf was niet tevreden. Hij wou zo graag eens rijmen, want he laas. hij heeft nu eenmaal 't rijm onder z'n leden. Maar nee, hij mag alleen met Sin terklaas. En hij wou graag één keer een komma zetten. /Ach Piet! Over tien jaar slaat het om! Dan rijmt men weer. Dan maakt men weer sonnetten. Dan gaat het weer van póm de róm de róm. Die dichteres is die Constan tijn Huygensuprijs toch dubbel en dwars waard? Door Annette Ramelsberger, Associated Press WENEN (AP) - „Herr Dr. Waldheim, ik bel u even privé op en u zult wel wat verwonderd zijn...", zo klonk het op zondagoch tend, 5 juli 1987 uit de tele foon van de Oostenrijkse president Kurt Waldheim. Aan de andere kant van de lijn sprak Franz-Josef Strauss, de minister-president van Beie ren, die de internationaal ver guisde Oostenrijkse president wilde uitnodigen voor de Okto berfeesten in München. Waldheim was wellicht niet verwonderd genoeg, want hij sprak 20 minuten lang met 'Strauss', die nu, twee maanden later, de Beierse imitator Ott- fried Fischer blijkt te zijn ge weest. Het hele gesprek is nu, inclusief alle ehs en ohs afge drukt in het Weense blad 'Wie ner'. Een onverwachte uitnodi ging voor het oktoberfeest in München en Waldheim hapte toe. Opgetogen zelfs. Zo opgeto- gen dat hij zelfs over mogelijke bezwaren uit Bonn heenstapte. Waldheim: „De vraag is alleen,, in hoeverre men zoiets dan eh, eh, met Bonn regelt." Strauss/Fischer: „Ik zou dat in principe vooralsnog niet met Bonn regelen." En vervolgens laat Waldheim zich totaal in de luren leggen met een smake lijke beschrijving van alle pu blicitaire voordelen van een bezoek aan de Oktoberfeesten. „Wij hebben ook verschillende televisieploegen daar, ook de Amerikanen", zegt Strauss/Fi scher en stelt de Oostenrijkse president zelfs een gezamenlijk koetstochlje in het vooruit zicht. Naar in Wenen verluidt zou Waldheim het incident het liefst vergeten en is hij „ge schokt". Hij zou de hele affaire „waanzinnig pijnlijk" vinden. Andreas Dressier, de hoofd redacteur van Wiener, zei de affaire te beschouwen als een „steuntje in de rug" voor de ge plaagde Waldheim, die in ver band met zijn verzwegen oor logsverleden door vrijwel de hele wereld wordt geboycot. De voorbereiding voor de te lefonische aanslag op de presi dent duurde twee maanden. „We moesten in de eerste plaats te weten komen wanneer en waar we Waldheim het beste konden bereiken, met zo min mogelijk hindernissen tussen de opbeller en de president", zei Dressier. De Beierse cabaretier Fi scher belde vanuit München en was zelf stomverbaasd hoe snel „Strauss hier" tot de president kon doordringen. Alle gebrui kelijke veiligheidsvoorschrif ten werden voor de belangrijke politicus uit Beieren blijkbaar aan de kant gezet. Met de publicatie van de let terlijke tekst van het gesprek over twee hele pagina's van Wiener is de stunt nog niet voorbij, want het blad heeft de bandopname nog. „We wilden die voor een radiospotje ge bruiken, maar de ÖRF (de Oos tenrijkse omroep) was daar te gen", zei Dressier. Nu wordt overwogen bij een volgend nummer een floppy plaatje met het gesprek te voe gen, zodat iedereen het kan be luisteren. Intussen wordt ook al gepraat met een Duitse omroep om het gesprek uit te zenden ten behoeve van alle Strauss-, Waldheim- en Fischerfans ten noorden van de Alpen. Interessant is het gesprek tussen de 'beide' conservatieve politici niet in de laatste plaats vanwege het ontspannen poli tieke babbeltje dat Strauss/Fi scher met Waldheim aan knoopte. Waldheim zegt bij voorbeeld over het verschil in betrouwbaarheid tussen Ara bieren en Israëliërs: „Ja, zij (de Arabieren) zijn zeer.zij zijn beslist achteraf gezien wezen lijk betrouwbaarder. Ik bedoel, de Israëliërs maken de fout dat ze de zaken overdrijven, niet waar, dat ze provocerend age ren, en op den duur zal dat niet worden geaccepteerd, ook niet door andere staten." En natuurlijk kon het thema van de omstreden nucleaire op werkingsfabriek in het Beierse Wackersdorf niet ontbreken in het gezellige onderonsje op de zondagochtend. Waldheim: „Het zijn altijd dezelfden, die eh, die Groenen.en die groe pen, nietwaar, die eh, die ge woon tegen alles zijn, niet waar?" De Oostenrijkse president ver volgt: „Gedeeltelijk zitten er dus ook anarchisten bij en... het is dus een heel merkwaar dig conglomeraat van alle mo gelijke negativisten en nihilis ten, nietwaar?" En Waldheim sluit zijn poli tieke analyse af met de gerust stellende woorden: „De Oos tenrijkers mogen de Beiers bij zonder graag, zoals u weet". En die zin wordt door de redactie van Wiener tot „leugen van het jaar" gebombardeerd. V.0É' i0B,P?™&°Noe La In zijn artikel over het Mai- monides-lyceum in de Stem van 27 augustus jongstle den, doet dhr. Bouwmans uitspraken die bij een be kende Joodse instantie de uitroep ontlokte: „Waar komt die nonsens van daan?" In Israël leerde men mij drie stromingen te onder scheiden nl. de orthodoxe-, de traditionele- en de libe rale stroming. Onder de tra- ditionelen vallen die gelo vige Joden die de Joodse tradities in ere houden als besnijdenis, sjoelbezoek op Sjabat, sederviering, kosjer eten enz. Onder de noemer 'libera len' zou dan de rest vallen. Daar het Jodendom veel ouder is dan de vijf boeken van Mozes, kan men zich af vragen of de orthodoxie niet is ontstaan uit het andere Jodendom. Dat hetgeen dhr. Bouwmans verstaat onder 'liberaal Jodendom' geen onderdeel is van de Joodse religie lijkt mij ongeloof waardig, laat staan dat het een volstrekt andere gods dienst is. Om bij mijn eigen Katho lieke Kerk te blijven, waar eenzelfde strijd gaande is, zou ik dhr. Bouwmans wil len vragen of hij dan ook niet de volgende konse- kwentie moet trekken: nl. dat de katholiciteit die hij propageert een volstrekt andere religie is dan de offi ciële RK Kerk, waartegen hij permanent te keer gaat. Vanwelke katholieke kerk gaat dan het extremisme uit tegen de Rome-getrouwe kerk? Denk aan het pausbezoek en aan de rose driehoekjes. Ik denk dat vooral ook in Nederland de traditioneel katholieken, die toch wel 'n enorme groep vormen, of worden genegeerd of ten onrechte tot het kamp van de 'liberalen' worden gere kend. Tot welke religie be hoort dhr. Bouwmans dan? Rucphen, P. Marijnissen Minima door het bedrijfsle ven onderbetaald. 315.000 mensen krijgen er via de eenmalige uitkering een aalmoes bij, waaruit blijkt dat voor die mensen het loon of uitkering te laag is om van te leven. Deeltijd werkers rechteloos. Mini mumloon tot 24 jaar. Poli tiemensen op hun ziel ge trapt door hogere ambte naar met riant salaris, om dat ze wel eens over hun sa laris praten. Hogere ambte naar bijna 400 per maand meer, lagere ambtenaar 13 per maand. Allemaal nieuws in de kranten binnen enkele da gen. De witteboordenbond van ambtenaren en minister v. Dijk blij met bereikt re sultaat. Gaan de ministers soms wat salaris betreft met de ambtenaren mee? Het bedrijfsleven trekt hogere ambtenaren weg. Laten gaan, niemand in het be drijfsleven is onmisbaar. Met doorstroming van on der naar boven is dit ook op te lossen. Vele lagere amb tenaren moeten vuil, zwaar en moeilijk werk opknap pen voor een mager salaris. Wat doet minister Van Dijk als deze mensen massaal naar het bedrijfsleven gaan? 't Is te hopen dat de jeugd die een baan zoekt maar geen lagere ambte naar wordt. Zonder onderhandelings vrijheid en het eenzijdig af sluiten van een CAO met de witteboordenbond zal het voor lagere ambtenaren een armoedig baantje blijven. In deze situatie misschien nut tig dat alle lagere ambtena ren echt lui worden Hopen dat de politiek en de andere ambtenarenbonden dit on rechtvaardig eenzijdig ac- coord kunnen terugdraaien. Als we de blijde gezichten zien op de foto's over het eenzijdig bereikte accoord is het wel schrijnend voor de lagere ambtenaren en droe vig gesteld met de solidari teit van mensen, ambtena ren onder elkaar. Breda, P. v. Gurp fOlfQ De koningin is weer aan het werk Een goed teken, fijn voor haar. Wij hebben er niets van gemerkt, dat ze een poos je uit geschakeld was. Zo hoort het ook: in een goed geleid bedrijf gaat alles gewoon door. Er golfde wel een lichte deining door ons land, toen die altijd voor op stappende, immer stra lende, correct gekapte Beatrix zomaar van de ene dag op de andere toch niet zo vorm vast bleek als we altijd hadden ge dacht. Ingestort, tijdens haar vakantie nog wel. Hersenvlies ontsteking misschien, meld den de krantekoppen. En er was grote bezorgdheid om haar. Bezorgdheid, maar geen pa niek. Waarom ook Haar ge zin met de grote zonen kon zich best redden. Handen genoeg om hals-overkop de spu&en in te pakken en het vakantiehuisj e schoon achter te laten. De pa tiënt hoefde gelukkig niet naar een vreemd ziekenhuis, waar de verpleegsters je eigen taal niet spreken. We kennen die verha len van onfortuinlijke vakantie gangers. Bedden niet brand schoon, eten even min om over naar huis te schrijven, verzor ging ver beneden Nederlands peil. Want in zo'n buitenland is het gebruik, dat de familieleden de pannetjes soep en de was beurten voor hun rekening ne men. Dat bleef Claus en zonen, maar voor al hun vrouw en moeder bespaard. In nood leert men zijn vrienden kennen, nou, Freddy Heineken wis er een. Bezem de gauw zijn eigen va kantiehuisje schoon: kom maar hier liggen. Gelukkig duur de het verre ziekbed niet lang. Al loopt alles dan gesmeerd, een volk wil toch graag zijn koningin onder hand bereik hebben. Ze kwam. En vervoer was - alweer - geen Êrobleem. In het Haagse zie- enhuis werd niet moeilijk ge daan over inkrimping van aan tal bedden of krappe perso neels bezetting. Astublieft drie kamers majesteit. Twee stonden vol met bloemen van blije Nederlanders. Zegt men, want daarvan kwamen j levisiebeelden. In de opzet van het NOS-jom, had dat toch best gekund Beatrix recht op in de kus aan een beschuitje. Wa» niet De hoed dót was probleem, zo werd gefl Nog nooit was er eentj e J worpen voor bij een nach 4 Maar goed het viel allaj mee en toen mocht de konrj naar huis. „Denk er oijT vrouwtje, uzelf niet oversea ten, veel rusten en kalmT doen U hebt toch hulp n| hoop ik." Ja hoor, dat zaj goed Er hoefde geen zorg aap te pas te komea j nancieel was dat geen prob, geweest. Want hoewel de ninklijke werk zaam hedenBOS J ^URG 'itjej.1 lagen of op een zacht pitje, den, de verdiensten ginge: houder J woon door. Nee, het is mee dat de familie voor Oranje niet voor hulp in aanmt zou komen kinderen de uit, een hulpje voor halve, gen en eens in de week werkster, dat moet genoeg En het ging. Vorige meld de de krant dat de ki gin het werk heeft herval opening hier, bezoek je neit te veren niet te lang. die dokter: „U moet zich nog ontzien, mevrouwtje, u heus wel hulp genoeg ja, dat is het niet, maai man heeft makkelijk prat zijn van die werkjes ditl vrouw hoe dan ook zelf doen De staatsstukken en tekenen, zelfs in het zie huis ging dat gewoon dooil zal verder langzaam aan» gang komen. Zoals het uitziet, zit onze koning derde dinsdag van sepi waardig en wel op haar tri Ogenschijnlijk net als jaren. Maar er is dat grolil schil van ziekbed en zorg heen Wanneer nü - ter diging van het regerings - in de troonrede spra kek opkomen voor elkaar, de zame samenleving en se' teit zijn dat geen holle I Aan den lijve het grote gi varen van familie-, vriei en andere hulpverlei (hermelijnen) mantelzorg kt dat je zelfs als koning-j waar over het gaat. voorlezen van de bezuinij ligt dat anders. Om te voelen wat die teweeg bi staan er wat slordige m tussen een vorstin en haal Door Joep Trommelen HAMBURG (DPA) - De mens heeft vier oren. Dit hebben wetenschappelijke onderzoekers in Hamburg vastgesteld. Het menselijke oor is volgens hen niet een enkelvoudige geluidstrech ter: elk oor beschikt over twee afzonderlijke, niet even lange geluidswegen, die taal en geluid transpor teren. Deze 'ontdekking' werd door professor Johann BurchaiJ zijn medewerkers in Ham| gedaan. Naast de bekende kort<| luidsweg midden in schelp vonden Burchard e:| assistenten een tweede, veer twee keer zo lang luidsweg in de bovenrand| het oor. Die leidt evene de gehoorgang. Bijgevolg| schikken de menselijke I nen feitelijk over twee: uitwendige en twee diep legen 'oren'. Waldheim vraagt de Beierse premier ook de afspraak voor het bezoek vooralsnog vertrou welijk te houden en Strauss/ Fischer toont zich daartoe gaarne bereid. In München werd vorige week, ook vertrou welijk, door ingewijden gezegd dat het theoretisch nog wel mo gelijk zou zijn dat Waldheim voor de oktoberfeesten zou worden uitgenodigd, maar dat Strauss dat beslist niet per soonlijk door de telefoon zou doen. Een dergelijke uitnodi ging zou langs diplomatieke weg worden verstuurd. Als uitsmijter zei Strauss/ Fischer op die gedenkwaardige zondagochtend in juli tegen Waldheim: „Ik ben uw bewon deraar". En daarop schakelde Waldheim beduusd over op de pluralis majestatis/modestiae: „Wij hebben een zuiver gewe ten, en wij weten dat wij niets verkeerds of slechts hebben ge daan, en dat zuivere geweten helpt mij ook om die soms wer kelijk on verdragelij ke be schimpingen te verwerken". Hoofdredacteur Dressier zei desgevraagd dat zijn redactie ook een bijzonder zuiver gewe ten heeft. Waarom kan ik mijn ogen niet dwingen niet te lezen. Ik wil helemaal niet lezen wat er te lezen valt op deu ren en glazen en auto's ind e stad als ik terugkuier met mijn tas vol boeken van de bibliotheek naar mijn auto Wat moet ik met al die reclame bla bla die ik allemaal en opneem in mijn gedachten. De malle molen in 1 hoofd werkt op volle toeren, verwerkt al die tekst, maaltf dat leesvuil fijn tot griezelig gruismeel en begint er van te bakken. Dat wil ik niet maar mijn ogen laten zich niets verb» den. Alleen bij de letters op de etalage van de Mars!" kaanse slager vangen ze bot. Daar glijden ze wel even g tig langs maar ze kunnen er niks van maken. Stond al/ maar in het arabisch, wat een rust zou dat geven in mi]| mallemolen. 'Wie slim is rijdt SKODA' zegt de achten van de auto naast die van mij en meteen vraagt de dol] tekstverwerker in mijn hoofd: 'en wie niet slim is, 1 rijdt die Bits en balsturig schreeuw ik zwijgend: beestmaar nu is het hek helemaal van de dam. Ik t ook nog een noodlottig gevoel voor zin ritme en 'Wie slinl rijdt Skoda is dezelfde melodie als: Wie zoet is krijgt tóf kers. De vraag: Wat krijgt wie niet zoet is is al I woord. Wie stout is de roe Onstuitbaar maalt nu the windmill of my mind. Nu «I de caroussel diabolique ook nog een rijmpje en moedigt®) aan: Wie slim is rijdt Skoda - wie dom is den beest,,. door, ga door Murw geef ik me gewonnen en produtë tegen wil en dank: Wie slim is rijdt Skoda. Wie dom is beest. Wie dom is drinkt Loda... Ja, ja, juicht the windi Ier in my mind, verder, verder Wanhopig zoekend 1 een punch-line rond ik het jengelrijm af met: en geeft* de geestZoutloos, zinloos gerijmelMottat nou Ja.l kan er echt niets aan doen. Zo werkt dat nou eenmaal bij John O'fl P.S. Op de achterruit van de auto aan de andere kant staat: Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper. Kreunend mompel ik onder het instappen: Also sprach Herr Ule Wapper... en rijd maar meteen weg. Nu moet ik mijn ogen te kost geven wat ze niet lusten maar wat leven en dood kan betekenen voor ons beiden. Op het wegdek staan geen letters. Wel op de auto achter mij maar ik zie in het spiegeltje dat het nog in gewoon schrift staat, niet in spiegel schrift. Ik kan het gelukkig niet lezen... AARDENBURG - Een mammoetwervel, katten- foetussen, een gruwelka binet van instrumenten, een video van een kei- zerssnee en een speelgoed beest op de operatietafel. Open Dag bij de dieren arts. Ter gelegenheid van het 125-jarig jubileum van de Koninklijke Maat schappij voor Dierenge- neeskunde zetten tal van dierenartsen afgelopen za terdag hun deuren open voor het publiek. De prak tijk van A. van Bruinessen in Aardenburg was er een van. En het publiek kwam in groten getale. „Dierenarts is een vrij beroep. Wij mogen geen reclame voor onszelf maken. Het is verbo den om te zeggen: vandaag hebben wij de sterilisatie in de aanbieding. En terecht, laar we kunnen ons daarom aar matig naar de buiten- 'ereld presenteren. De maat- ichappij heeft daarom deze ag uitgekozen om eens flink it te pakken", zegt A. Brui- iessen, die samen met zijn ouw en zijn schoonvader de iraktijk aan de Aarden- iurgse Romanlaan runt. ichoonvader W. Kapsenberg momenteel waarnemend oorzitter van de Maatschap- ijDe inspiratie om een 'pen Dag te houden was dus inel in daden omgezet. In wat Bruinessen te vertel len had, was interressant, :elfs voor een leek die niet :ns een kanariepiet in huis leeft. „Zo'n open dag moet leel publiekgericht zijn", zegt ij. „De mensen moeten de lingen herkennen. De dingen lie niet zo leuk zijn, moet je iet laten zien. Maar zoiets is de videoband van een kei- irsnede bij een koe, dat ipreekt enorm aan. Veel lensen hebben zoiets nog looit gezien en zitten met >pen mond te kijken". De hele dag lopen mensen le praktijk binnen. Meestal 'kenden, waar Bruinessen lis goede vrienden mee om- ;aat. Bruinessen heeft een zo genaamde gemengde prak tik. voor kleine en grote luisdieren, vee en bovendien ">k nog voor een verschijnsel 'an de laatste jaren: bedrijfs- "geleiding. Want ook de die- «artsenpraktijk bevindt ich midden in de maal- itroorn van de alsmaar ver- Werende techniek. Het sleu- nlwoord: de computer. J0"den- en kattenbezitters F en met hun dieren naar praktijk, maar voor de ;r moet Bruinessen de hort

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 4