Woezie, woezie wat een poezie
CONSTAMTJN HUYGENSPRIJS VOOR ANME M.G. SCHMIDT:
Nep-Strauss ontlokt Waldheim uitspraken
Mens heeft vier ore
DE STEM EXTRA MAANDAG 7 SEPTEMBER 1987
Annie M. G. Schmidt (76) krijgt de Constantijn
Huygensprijs 1987. En terecht.
Zeeuwse
Musical
Zeur niet
Een dichter
Geschokt
Plaatje
PAPIER
VOOR UW PEN
Mainonides
Hogere
ambtenaren
VAN EYSDEN
Mantel van
de koningin
Volgens
de Vries (Pv
Brillen B en W van de
meente Oostburg volg
ar een nieuw stuk str
or naaktrecreatie op
ellen. Zijn collega-v
iuder A. de Feijter (Cl
tkent echter dat er bim
The Windmill
of my Mind
keizersnede
'uinruimen
T48
Door Mick Salet
Waarom heeft het eigenlijk zo lang moeten duren? Annie
M.G. Schmidt heeft een boekenkast vol geschreven. Maar
haar prijzenkast bleef bijna helemaal leeg.
Waarom? Misschien omdat
Annie M.G. Schmidt zo alle
daags schrijft.
Het is een hele kunst om zó te
schrijven dat iedereen het kan
begrijpen. Het is moeilijk om
makkelijk te schrijven. En dan
nog leuk zijn óók.
Annie M.G. Schmidt is een
meester in die kunst. Ze
schrijft eenvoudige taal. Lek
ker om te lezen. Lekker om
naar te luisteren. En lekker om
te bekken.
Ze heeft weinig woorden no
dig om veel te vertellen. Want
ze hééft een boodschap. Een
kleine boodschap. Geen bood
schap met een vermanend vin
gertje.
Annie M.G. Schmidt schopt
tegen alles wat kleinburgerlijk
en hypocriet is. Ze houdt niet
van roddelende buurvrouwen
die zich achter hun gordijntjes
verschuilen. Ze houdt niet van
zeurkousen, mopperkonten en
fatsoenrakkers.
Annie M.G. Schmidt houdt
van stoute kinderen, die opge
blazen ballonnen doorprikken.
Maar waarom heeft ze die
prijs nou eigenlijk verdiend?
Annie werd in 1911 geboren in
het Zeeuwse Kapelle. Als doch
ter van een dominee. Haar kin
dertijd slaan we maar snel
over. „Ik kijk niet graag terug
op die jeugd. Zwart is het, wat
ik dan zie".
Na de HBS ging ze werken.
Eerst als assistente in een Am
sterdamse bibliotheek. Daarna
als directrice van de Openbare
Leeszaal in Vlissingen. Dat was
een goede leerschool. Want in
die bieb las ze precies hoe je
leuke kinderboeken niét moet
schrijven.
Annie M.G. Schmidt ging
voorzichtig vrolijke versjes
schrijven. Het echte werk be
gon pas na de Tweede Wereld
oorlog, toen ze voor dagblad
Het Parool ging schrijven. Ook
werkte ze mee aan het journa
listencabaret De Inktvis.
Dat was allemaal nog voor
grote mensen. In 1950 kwam
haar eerste dichtbundel voor
kinderen uit. Het Fluitketeltje.
Het léék niet op de pedagogi
sche poëzie die Annie M.G.
Schmidt zelf als kind had moe
ten lezen.
„Moderne kinderversjes
moeten eenvoudig, zangerig en
simpel zijn. Grappig en verras
send nonsensicaal. En ze moe
ten vooral aanspreken door
hun dansend ritme.
Kinderen moet je nu een
maal amuseren. Het enige dat
ik aan kinderen wil leren is:
consideratie hebben met je om
geving. Lekker je gang gaan en
toch aardig wezen. Rekening
houden met anderen, met
beestjes met mensen, dat is
mijn boodschap. Maar 't liefst
steek ik de draak met een hele
boel dingen."
In 1964 kreeg ze, als eerste, de
staatsprijs voor kinder- en
jeugdliteratuur. „De P.C. Kin-
derhooftprijs", zoals ze zelf zei.
Ook die was dik verdiend.
Annie M.G. Schmidt schreef
meer dan vijftig kinderboeken.
Héle generaties hebben geno
ten, en genieten nog, van haar
kinderboeken. Alleen al het
noemen van een paar namen is
genoeg voor een glimlach van
herkenning. Jip en Janneke.
Abeltje. Dikkertje Dap. Het
schaap Veronica. Wiplala.
Maar Annie M.G. Schmidt
schreef ook voor grote mensen.
Het zijn teksten om te lezen,
maar ook composities om te ho
ren. Luister maar naar de lied
jes van de musicals die ze sa
men met Harry Bannink
maakte. Heerlijk duurt het
langst. Wat een planeet. En nu
naar bed. Foxtrot. Madam.
„Ik mag wel zeggen dat ik in
Nederland de enige ben die
goeie musicals maakt. De rest
is allemaal rotzooi", zei Annie
M.G. Schmidt in 1984 zonder
valse bescheidenheid. Het was
ook zo.
En dat terwijl ze niets van
musicals afwist toen John de
Crane haar in de jaren zestig
om teksten voor een musical
vroeg. Het was ook De Crane
die haar koppelde aan Harry
Bannink.
Aanvankelijk voelde Annie
'em gee' daar weinig voor. Het
zou het afsluiten van een
hoofdstuk zijn. Een hoofdstuk
dat ze samen met Cor Lemaire
schreef.
Met zijn muziek en haar tek
sten was 'De familie Doorsnee'
van 1952 tot 1958 zo'n beetje het
populairste radio-programma
uit de geschiedenis van Hilver
sum. Op de televisie had ze hits
met 'Pension Hommeles' en 'Ja
zuster, nee zuster'.
Een reden waarom ze liever
musicals dat televisieprogram
ma's schreef: bij de televisie
lag ze vaak in de censuur-
clinch met fatsoenrakkers die
Annie M.G. Schmidt: dat heerlijke doordraven.
dachten dat de kijkers kleuters
waren. Vaak genoeg zuchtte ze:
„Fatsoen, ik heb zo'n hekel aan
fatsoen."
Bij de musical was ze vrijer.
En met Bannink vormde ze een
gouden duo. Samen maakten ze
musicals die, net als in Ameri
ka, klassieke songs opleverden.
Hun eerste musical, 'Heerlijk
duurt het langst' uit 1965, zat
vol onvergetelijke liedjes. Leen
Jongewaard zong die mooie
meezinger 'Kom, Kees, het is
maar tijdelijk, 't Zal wel weer
overgaan.'
Dezelfde Jongewaard zong
met André van den Heuvel het
lied dat iedere vader met op
groeiende dochters mee kan
zingen: 'Op een mooie Pink
sterdag'. En voor moeder was
er het lied van Conny Stuart,
met een tekst die schrijfster
Annie M.G. Schmidt recht uit
het hart kwam.
Als je moe bent, als je oud bent,
als je rillerig en miezerig en
koud bent, als je man weer met
een juffrouw op de pier zit, als
de echtelijke liefde je tot hier
zit, als je schoonfamilie vraagt
om ondersteuning, als je vader
zich weer vasthoudt aan de
leuning, als er sneeuw is, als er
mist is, als het ijzelt en je min
naar een sadist is, als dat alle
maal je lot is, en je vraagt of er
een god is, sla dan woedend
met de deuren, ga je cocktrail-
dress verscheuren, maar niet
zeuren."
Alles mag van Annie M.G.
Schmidt, al je maar niet zanikt
en zeurt.
„Trap om je heen, wees nooit
een dame en gooi het theeser
vies dwars door de ramen,
maar zeur niet..Spring in de
gracht of knip je haar af, duw
oude dametjes van het trottoir
af, maar zeur niet..Ransel je
kind, knijp je parkietje, zeg tot
de generaal 'u bent een mietje',
maar zeur niet."
Dat heerlijke doordraven
was de kracht van Annie M.G.
Schmidt die kinderen de tranen
van het lachen bezorgt en ook
het grote publiek dubbel (en
dwars) kreeg.
Misschien was dat lachen er
wel de oorzaak van dat het héél
héél lang geduurd heeft voor
dat de kunstkenners, die hun
eigen beroep met twee grote
K's schrijven, beseften dat An
nie M.G.Schmidt méér schreef
dan kinderversjes.
Annie M.G. Schmidt weet zelf
wel waarom het zo lang heeft
geduurd voor ze serieus geno
men werd. Waarom? Een typi
sche dichtje van de prijswinna-
res. Een dichter.
Piet Plumers wou het liefste
verzen schrijven over wat
late rozen in de zon./ Hij was
een dichter en hij wou het blij
ven. Hij schreef sonnetten
toen hij pas begon.
Het rijmde ook. maar and're
dichters zeiden: je mag niet
rijmen joh, 't is geen gezicht!/
Je moet zorgvuldig alle rijm
vermijden, want een gedicht
dat rijmt is geen gedicht.
En dan dat metrum! Dat is
uit de mode. 't Mag niet van
ról de ral de ról de ral. Punten
en komma's, jongen, zijn ver
boden. En denk erom: geen
hoofdletters vooral.
En nooit een hele zin. Alleen
maar brokken. En rozen mó
gen wel een keer, maar dan
slechts in verband met baar
moeders en sokken en zó dat
niemand het begrijpen kan.
't Is maar een weet, we zeg
gen 't je maar even. Piet had
het spoedig door en hij zei: o.
Hij heeft dezelfde dag een vers
geschreven, zijn eerste echte
vers. En dat ging zo:
Ik drijf de spelden van wan
hoop in de huid van je grut
ten wezenloos woezie woeize
17 en klaan uit je klukhaar
versuikeren bleke bliezen in
schedels met spuigaten/ vol
blauw gehakt.
En toe zei iedereen: dat is
reusachtig! En Paul Rodenko
schreef een heel lang stuk in
Maatstaf om te laten zien hoe
prachtig het wss. Vooral dat
'woezie' en dat 'kluk.'
Alleen Piet Pluimers zelf
was niet tevreden. Hij wou zo
graag eens rijmen, want he
laas. hij heeft nu eenmaal 't
rijm onder z'n leden. Maar
nee, hij mag alleen met Sin
terklaas.
En hij wou graag één keer
een komma zetten. /Ach Piet!
Over tien jaar slaat het om!
Dan rijmt men weer. Dan
maakt men weer sonnetten.
Dan gaat het weer van póm de
róm de róm.
Die dichteres is die Constan
tijn Huygensuprijs toch dubbel
en dwars waard?
Door Annette Ramelsberger,
Associated Press
WENEN (AP) - „Herr Dr.
Waldheim, ik bel u even
privé op en u zult wel wat
verwonderd zijn...", zo
klonk het op zondagoch
tend, 5 juli 1987 uit de tele
foon van de Oostenrijkse
president Kurt Waldheim.
Aan de andere kant van de lijn
sprak Franz-Josef Strauss, de
minister-president van Beie
ren, die de internationaal ver
guisde Oostenrijkse president
wilde uitnodigen voor de Okto
berfeesten in München.
Waldheim was wellicht niet
verwonderd genoeg, want hij
sprak 20 minuten lang met
'Strauss', die nu, twee maanden
later, de Beierse imitator Ott-
fried Fischer blijkt te zijn ge
weest. Het hele gesprek is nu,
inclusief alle ehs en ohs afge
drukt in het Weense blad 'Wie
ner'.
Een onverwachte uitnodi
ging voor het oktoberfeest in
München en Waldheim hapte
toe. Opgetogen zelfs. Zo opgeto-
gen dat hij zelfs over mogelijke
bezwaren uit Bonn heenstapte.
Waldheim: „De vraag is alleen,,
in hoeverre men zoiets dan eh,
eh, met Bonn regelt."
Strauss/Fischer: „Ik zou dat
in principe vooralsnog niet met
Bonn regelen." En vervolgens
laat Waldheim zich totaal in de
luren leggen met een smake
lijke beschrijving van alle pu
blicitaire voordelen van een
bezoek aan de Oktoberfeesten.
„Wij hebben ook verschillende
televisieploegen daar, ook de
Amerikanen", zegt Strauss/Fi
scher en stelt de Oostenrijkse
president zelfs een gezamenlijk
koetstochlje in het vooruit
zicht.
Naar in Wenen verluidt zou
Waldheim het incident het
liefst vergeten en is hij „ge
schokt". Hij zou de hele affaire
„waanzinnig pijnlijk" vinden.
Andreas Dressier, de hoofd
redacteur van Wiener, zei de
affaire te beschouwen als een
„steuntje in de rug" voor de ge
plaagde Waldheim, die in ver
band met zijn verzwegen oor
logsverleden door vrijwel de
hele wereld wordt geboycot.
De voorbereiding voor de te
lefonische aanslag op de presi
dent duurde twee maanden.
„We moesten in de eerste plaats
te weten komen wanneer en
waar we Waldheim het beste
konden bereiken, met zo min
mogelijk hindernissen tussen
de opbeller en de president", zei
Dressier.
De Beierse cabaretier Fi
scher belde vanuit München en
was zelf stomverbaasd hoe snel
„Strauss hier" tot de president
kon doordringen. Alle gebrui
kelijke veiligheidsvoorschrif
ten werden voor de belangrijke
politicus uit Beieren blijkbaar
aan de kant gezet.
Met de publicatie van de let
terlijke tekst van het gesprek
over twee hele pagina's van
Wiener is de stunt nog niet
voorbij, want het blad heeft de
bandopname nog. „We wilden
die voor een radiospotje ge
bruiken, maar de ÖRF (de Oos
tenrijkse omroep) was daar te
gen", zei Dressier.
Nu wordt overwogen bij een
volgend nummer een floppy
plaatje met het gesprek te voe
gen, zodat iedereen het kan be
luisteren. Intussen wordt ook al
gepraat met een Duitse omroep
om het gesprek uit te zenden
ten behoeve van alle Strauss-,
Waldheim- en Fischerfans ten
noorden van de Alpen.
Interessant is het gesprek
tussen de 'beide' conservatieve
politici niet in de laatste plaats
vanwege het ontspannen poli
tieke babbeltje dat Strauss/Fi
scher met Waldheim aan
knoopte. Waldheim zegt bij
voorbeeld over het verschil in
betrouwbaarheid tussen Ara
bieren en Israëliërs: „Ja, zij (de
Arabieren) zijn zeer.zij zijn
beslist achteraf gezien wezen
lijk betrouwbaarder. Ik bedoel,
de Israëliërs maken de fout dat
ze de zaken overdrijven, niet
waar, dat ze provocerend age
ren, en op den duur zal dat niet
worden geaccepteerd, ook niet
door andere staten."
En natuurlijk kon het thema
van de omstreden nucleaire op
werkingsfabriek in het Beierse
Wackersdorf niet ontbreken in
het gezellige onderonsje op de
zondagochtend. Waldheim:
„Het zijn altijd dezelfden, die
eh, die Groenen.en die groe
pen, nietwaar, die eh, die ge
woon tegen alles zijn, niet
waar?"
De Oostenrijkse president ver
volgt: „Gedeeltelijk zitten er
dus ook anarchisten bij en...
het is dus een heel merkwaar
dig conglomeraat van alle mo
gelijke negativisten en nihilis
ten, nietwaar?"
En Waldheim sluit zijn poli
tieke analyse af met de gerust
stellende woorden: „De Oos
tenrijkers mogen de Beiers bij
zonder graag, zoals u weet". En
die zin wordt door de redactie
van Wiener tot „leugen van het
jaar" gebombardeerd.
V.0É'
i0B,P?™&°Noe La
In zijn artikel over het Mai-
monides-lyceum in de Stem
van 27 augustus jongstle
den, doet dhr. Bouwmans
uitspraken die bij een be
kende Joodse instantie de
uitroep ontlokte: „Waar
komt die nonsens van
daan?"
In Israël leerde men mij
drie stromingen te onder
scheiden nl. de orthodoxe-,
de traditionele- en de libe
rale stroming. Onder de tra-
ditionelen vallen die gelo
vige Joden die de Joodse
tradities in ere houden als
besnijdenis, sjoelbezoek op
Sjabat, sederviering, kosjer
eten enz.
Onder de noemer 'libera
len' zou dan de rest vallen.
Daar het Jodendom veel
ouder is dan de vijf boeken
van Mozes, kan men zich af
vragen of de orthodoxie niet
is ontstaan uit het andere
Jodendom. Dat hetgeen dhr.
Bouwmans verstaat onder
'liberaal Jodendom' geen
onderdeel is van de Joodse
religie lijkt mij ongeloof
waardig, laat staan dat het
een volstrekt andere gods
dienst is.
Om bij mijn eigen Katho
lieke Kerk te blijven, waar
eenzelfde strijd gaande is,
zou ik dhr. Bouwmans wil
len vragen of hij dan ook
niet de volgende konse-
kwentie moet trekken: nl.
dat de katholiciteit die hij
propageert een volstrekt
andere religie is dan de offi
ciële RK Kerk, waartegen
hij permanent te keer gaat.
Vanwelke katholieke kerk
gaat dan het extremisme uit
tegen de Rome-getrouwe
kerk?
Denk aan het pausbezoek
en aan de rose driehoekjes.
Ik denk dat vooral ook in
Nederland de traditioneel
katholieken, die toch wel 'n
enorme groep vormen, of
worden genegeerd of ten
onrechte tot het kamp van
de 'liberalen' worden gere
kend. Tot welke religie be
hoort dhr. Bouwmans dan?
Rucphen,
P. Marijnissen
Minima door het bedrijfsle
ven onderbetaald. 315.000
mensen krijgen er via de
eenmalige uitkering een
aalmoes bij, waaruit blijkt
dat voor die mensen het
loon of uitkering te laag is
om van te leven. Deeltijd
werkers rechteloos. Mini
mumloon tot 24 jaar. Poli
tiemensen op hun ziel ge
trapt door hogere ambte
naar met riant salaris, om
dat ze wel eens over hun sa
laris praten. Hogere ambte
naar bijna 400 per maand
meer, lagere ambtenaar 13
per maand.
Allemaal nieuws in de
kranten binnen enkele da
gen. De witteboordenbond
van ambtenaren en minister
v. Dijk blij met bereikt re
sultaat. Gaan de ministers
soms wat salaris betreft met
de ambtenaren mee? Het
bedrijfsleven trekt hogere
ambtenaren weg. Laten
gaan, niemand in het be
drijfsleven is onmisbaar.
Met doorstroming van on
der naar boven is dit ook op
te lossen. Vele lagere amb
tenaren moeten vuil, zwaar
en moeilijk werk opknap
pen voor een mager salaris.
Wat doet minister Van Dijk
als deze mensen massaal
naar het bedrijfsleven
gaan? 't Is te hopen dat de
jeugd die een baan zoekt
maar geen lagere ambte
naar wordt.
Zonder onderhandelings
vrijheid en het eenzijdig af
sluiten van een CAO met de
witteboordenbond zal het
voor lagere ambtenaren een
armoedig baantje blijven. In
deze situatie misschien nut
tig dat alle lagere ambtena
ren echt lui worden Hopen
dat de politiek en de andere
ambtenarenbonden dit on
rechtvaardig eenzijdig ac-
coord kunnen terugdraaien.
Als we de blijde gezichten
zien op de foto's over het
eenzijdig bereikte accoord is
het wel schrijnend voor de
lagere ambtenaren en droe
vig gesteld met de solidari
teit van mensen, ambtena
ren onder elkaar.
Breda,
P. v. Gurp
fOlfQ
De koningin is weer
aan het werk Een
goed teken, fijn voor
haar. Wij hebben er niets van
gemerkt, dat ze een poos je uit
geschakeld was. Zo hoort het
ook: in een goed geleid bedrijf
gaat alles gewoon door. Er
golfde wel een lichte deining
door ons land, toen die altijd
voor op stappende, immer stra
lende, correct gekapte Beatrix
zomaar van de ene dag op de
andere toch niet zo vorm vast
bleek als we altijd hadden ge
dacht. Ingestort, tijdens haar
vakantie nog wel. Hersenvlies
ontsteking misschien, meld den
de krantekoppen. En er was
grote bezorgdheid om haar.
Bezorgdheid, maar geen pa
niek. Waarom ook Haar ge
zin met de grote zonen kon zich
best redden. Handen genoeg
om hals-overkop de spu&en in
te pakken en het vakantiehuisj
e schoon achter te laten. De pa
tiënt hoefde gelukkig niet naar
een vreemd ziekenhuis, waar de
verpleegsters je eigen taal niet
spreken. We kennen die verha
len van onfortuinlijke vakantie
gangers. Bedden niet brand
schoon, eten even min om over
naar huis te schrijven, verzor
ging ver beneden Nederlands
peil.
Want in zo'n buitenland is
het gebruik, dat de familieleden
de pannetjes soep en de was
beurten voor hun rekening ne
men. Dat bleef Claus en zonen,
maar voor al hun vrouw en
moeder bespaard. In nood leert
men zijn vrienden kennen, nou,
Freddy Heineken wis er een.
Bezem de gauw zijn eigen va
kantiehuisje schoon: kom maar
hier liggen.
Gelukkig duur de het verre
ziekbed niet lang. Al loopt alles
dan gesmeerd, een volk wil
toch graag zijn koningin onder
hand bereik hebben. Ze kwam.
En vervoer was - alweer - geen
Êrobleem. In het Haagse zie-
enhuis werd niet moeilijk ge
daan over inkrimping van aan
tal bedden of krappe perso
neels bezetting. Astublieft
drie kamers majesteit. Twee
stonden vol met bloemen van
blije Nederlanders. Zegt men,
want daarvan kwamen j
levisiebeelden. In de
opzet van het NOS-jom,
had dat toch best gekund
Beatrix recht op in de kus
aan een beschuitje. Wa»
niet De hoed dót was
probleem, zo werd gefl
Nog nooit was er eentj e J
worpen voor bij een nach 4
Maar goed het viel allaj
mee en toen mocht de konrj
naar huis. „Denk er oijT
vrouwtje, uzelf niet oversea
ten, veel rusten en kalmT
doen U hebt toch hulp n|
hoop ik." Ja hoor, dat zaj
goed Er hoefde geen
zorg aap te pas te komea j
nancieel was dat geen prob,
geweest. Want hoewel de
ninklijke werk zaam hedenBOS J ^URG
'itjej.1
lagen of op een zacht pitje,
den, de verdiensten ginge: houder J
woon door. Nee, het is mee
dat de familie voor Oranje
niet voor hulp in aanmt
zou komen kinderen de
uit, een hulpje voor halve,
gen en eens in de week
werkster, dat moet genoeg
En het ging. Vorige
meld de de krant dat de ki
gin het werk heeft herval
opening hier, bezoek je
neit te veren niet te lang.
die dokter: „U moet zich
nog ontzien, mevrouwtje,
u heus wel hulp genoeg
ja, dat is het niet, maai
man heeft makkelijk prat
zijn van die werkjes ditl
vrouw hoe dan ook zelf
doen De staatsstukken
en tekenen, zelfs in het zie
huis ging dat gewoon dooil
zal verder langzaam aan»
gang komen. Zoals het
uitziet, zit onze koning
derde dinsdag van sepi
waardig en wel op haar tri
Ogenschijnlijk net als
jaren. Maar er is dat grolil
schil van ziekbed en zorg
heen Wanneer nü - ter
diging van het regerings
- in de troonrede spra kek
opkomen voor elkaar, de
zame samenleving en se'
teit zijn dat geen holle I
Aan den lijve het grote gi
varen van familie-, vriei
en andere hulpverlei
(hermelijnen) mantelzorg
kt dat je zelfs als koning-j
waar over het gaat.
voorlezen van de bezuinij
ligt dat anders. Om te
voelen wat die teweeg bi
staan er wat slordige m
tussen een vorstin en haal
Door Joep Trommelen
HAMBURG (DPA) - De
mens heeft vier oren. Dit
hebben wetenschappelijke
onderzoekers in Hamburg
vastgesteld. Het menselijke
oor is volgens hen niet een
enkelvoudige geluidstrech
ter: elk oor beschikt over
twee afzonderlijke, niet
even lange geluidswegen,
die taal en geluid transpor
teren.
Deze 'ontdekking' werd door
professor Johann BurchaiJ
zijn medewerkers in Ham|
gedaan.
Naast de bekende kort<|
luidsweg midden in
schelp vonden Burchard e:|
assistenten een tweede,
veer twee keer zo lang
luidsweg in de bovenrand|
het oor. Die leidt evene
de gehoorgang. Bijgevolg|
schikken de menselijke I
nen feitelijk over twee:
uitwendige en twee diep
legen 'oren'.
Waldheim vraagt de Beierse
premier ook de afspraak voor
het bezoek vooralsnog vertrou
welijk te houden en Strauss/
Fischer toont zich daartoe
gaarne bereid. In München
werd vorige week, ook vertrou
welijk, door ingewijden gezegd
dat het theoretisch nog wel mo
gelijk zou zijn dat Waldheim
voor de oktoberfeesten zou
worden uitgenodigd, maar dat
Strauss dat beslist niet per
soonlijk door de telefoon zou
doen. Een dergelijke uitnodi
ging zou langs diplomatieke
weg worden verstuurd.
Als uitsmijter zei Strauss/
Fischer op die gedenkwaardige
zondagochtend in juli tegen
Waldheim: „Ik ben uw bewon
deraar". En daarop schakelde
Waldheim beduusd over op de
pluralis majestatis/modestiae:
„Wij hebben een zuiver gewe
ten, en wij weten dat wij niets
verkeerds of slechts hebben ge
daan, en dat zuivere geweten
helpt mij ook om die soms wer
kelijk on verdragelij ke be
schimpingen te verwerken".
Hoofdredacteur Dressier zei
desgevraagd dat zijn redactie
ook een bijzonder zuiver gewe
ten heeft.
Waarom kan ik mijn ogen
niet dwingen niet te lezen.
Ik wil helemaal niet lezen
wat er te lezen valt op deu
ren en glazen en auto's ind
e stad als ik terugkuier met
mijn tas vol boeken van de
bibliotheek naar mijn auto
Wat moet ik met al die reclame bla bla die ik allemaal
en opneem in mijn gedachten. De malle molen in 1
hoofd werkt op volle toeren, verwerkt al die tekst, maaltf
dat leesvuil fijn tot griezelig gruismeel en begint er
van te bakken.
Dat wil ik niet maar mijn ogen laten zich niets verb»
den. Alleen bij de letters op de etalage van de Mars!"
kaanse slager vangen ze bot. Daar glijden ze wel even g
tig langs maar ze kunnen er niks van maken. Stond al/
maar in het arabisch, wat een rust zou dat geven in mi]|
mallemolen. 'Wie slim is rijdt SKODA' zegt de achten
van de auto naast die van mij en meteen vraagt de dol]
tekstverwerker in mijn hoofd: 'en wie niet slim is, 1
rijdt die Bits en balsturig schreeuw ik zwijgend:
beestmaar nu is het hek helemaal van de dam. Ik t
ook nog een noodlottig gevoel voor zin ritme en 'Wie slinl
rijdt Skoda is dezelfde melodie als: Wie zoet is krijgt tóf
kers. De vraag: Wat krijgt wie niet zoet is is al I
woord. Wie stout is de roe
Onstuitbaar maalt nu the windmill of my mind. Nu «I
de caroussel diabolique ook nog een rijmpje en moedigt®)
aan: Wie slim is rijdt Skoda - wie dom is den beest,,.
door, ga door Murw geef ik me gewonnen en produtë
tegen wil en dank: Wie slim is rijdt Skoda. Wie dom is
beest. Wie dom is drinkt Loda... Ja, ja, juicht the windi
Ier in my mind, verder, verder Wanhopig zoekend 1
een punch-line rond ik het jengelrijm af met: en geeft*
de geestZoutloos, zinloos gerijmelMottat nou Ja.l
kan er echt niets aan doen. Zo werkt dat nou eenmaal bij
John O'fl
P.S.
Op de achterruit van de auto aan de andere kant
staat: Kijk eens wat vaker in de spiegel van de
kapper. Kreunend mompel ik onder het instappen:
Also sprach Herr Ule Wapper... en rijd maar meteen
weg. Nu moet ik mijn ogen te kost geven wat ze niet
lusten maar wat leven en dood kan betekenen voor
ons beiden. Op het wegdek staan geen letters. Wel
op de auto achter mij maar ik zie in het spiegeltje
dat het nog in gewoon schrift staat, niet in spiegel
schrift. Ik kan het gelukkig niet lezen...
AARDENBURG - Een
mammoetwervel, katten-
foetussen, een gruwelka
binet van instrumenten,
een video van een kei-
zerssnee en een speelgoed
beest op de operatietafel.
Open Dag bij de dieren
arts. Ter gelegenheid van
het 125-jarig jubileum van
de Koninklijke Maat
schappij voor Dierenge-
neeskunde zetten tal van
dierenartsen afgelopen za
terdag hun deuren open
voor het publiek. De prak
tijk van A. van Bruinessen
in Aardenburg was er een
van. En het publiek kwam
in groten getale.
„Dierenarts is een vrij beroep.
Wij mogen geen reclame voor
onszelf maken. Het is verbo
den om te zeggen: vandaag
hebben wij de sterilisatie in
de aanbieding. En terecht,
laar we kunnen ons daarom
aar matig naar de buiten-
'ereld presenteren. De maat-
ichappij heeft daarom deze
ag uitgekozen om eens flink
it te pakken", zegt A. Brui-
iessen, die samen met zijn
ouw en zijn schoonvader de
iraktijk aan de Aarden-
iurgse Romanlaan runt.
ichoonvader W. Kapsenberg
momenteel waarnemend
oorzitter van de Maatschap-
ijDe inspiratie om een
'pen Dag te houden was dus
inel in daden omgezet.
In wat Bruinessen te vertel
len had, was interressant,
:elfs voor een leek die niet
:ns een kanariepiet in huis
leeft. „Zo'n open dag moet
leel publiekgericht zijn", zegt
ij. „De mensen moeten de
lingen herkennen. De dingen
lie niet zo leuk zijn, moet je
iet laten zien. Maar zoiets
is de videoband van een kei-
irsnede bij een koe, dat
ipreekt enorm aan. Veel
lensen hebben zoiets nog
looit gezien en zitten met
>pen mond te kijken".
De hele dag lopen mensen
le praktijk binnen. Meestal
'kenden, waar Bruinessen
lis goede vrienden mee om-
;aat. Bruinessen heeft een zo
genaamde gemengde prak
tik. voor kleine en grote
luisdieren, vee en bovendien
">k nog voor een verschijnsel
'an de laatste jaren: bedrijfs-
"geleiding. Want ook de die-
«artsenpraktijk bevindt
ich midden in de maal-
itroorn van de alsmaar ver-
Werende techniek. Het sleu-
nlwoord: de computer.
J0"den- en kattenbezitters
F en met hun dieren naar
praktijk, maar voor de
;r moet Bruinessen de hort