N 'Ik heb het spel vaak door' Spaanse zon doet Rooks goed 'Tour de France is wel wat anders dan de Giro' Coureurs maken ronde zwaar 1 Ik kan nog beter Ik moet nog een hoop verbeteren TEUN VAN VLIET HEEFT GOED KOERSINZICHT NIET ONVOORWAARDELIJK IN DIENST DELGADO ERIK BREUKINK ONBEVA NGEN NAAR RONDE VAN FRANKRIJK lESTEM DINSDAG 30 JUNI 1987 Tweede natuur Vedette Scheel getraind Forceren Pech Opeisen Verwijt Kick 4 Favoriet emails, Oosterstr. 1 Reedijk, Nassaulaan 26 emd o5 Stem, Zuivelstr. 26 entsestr. 7 Ginnekenstr. 41 veld 55 chuttershoefweg 7 brghe, Schravenstr. 253 |hterstr. 26 roene Kruisstr. 32 lusstr. 14 Baarschotsestr. 40 F Markt 28 •ven, Boomgaardstr. 7 van Gils, Willem I str. 29 B. van Poppelstr. 94 ktr. 1 Jt, Rozenstr. 32 [Julianastr. 67 Tijn, Eurostr. 12 str. 14 |re, W. Alexanderstr. 4 iter, Kerklaan 50 str. 4 |s, Kerkpad 4 ad, Zuidzandsestr. 41 I Arendstr. 41 li, Molenstr. 47 el, Molenstr. 86 Ie, Frankenlaan 15 V.d. Elshout, Kasteellaan 26 i Molenstr. 45 hof 3 B.W. Gommerstr. 79 |jox, Vredestr. 23 arter, Wilhelminastr. 51 itoorinst., Dorpsstraat 83 ig, Berenstr. 38 Jers, Markkant 1 •Jieuwstr. 9 I Hoolstr. 25 Wiek 38 Torenstr. 5 llink, Bosses traat 134 gers, Kerkvaartstr. 26 Spper, Bolwerk 13 person, den Engelsenstraat 1 leahof 1 °U* aar moeten wor- je bergen. Mon- an telkens weer out te raken, is het zout in de rland heeft weer bijvoorbeeld. De Herman 'Levitan' geen dag! irende de maand psturen naar da. 'eun van Vliet begint vrijblijvend an zijn tweede Ronde van Frank- ijk. Ie winnaar dit seizoen van de klassiekers imloop Het Volk en Gent-Wevelgem, die 11985 na achttien dagen Tour uitgeput n ziek moest opgeven en vorig jaar niet an de partij- was in de Grande Bouclé, Mt eigenlijk niet wat hem te wachten iaat. Wel dat hij zeker de afgelopen aaanden als profwielrenner een enorme prong vooruit maakte. En dat niet alleen door die twee aan brekende zeges. Teun van Vliet, 25 jaar, append in wat bruine boterhammen met aas: „Heel wat mensen roepen elk jaar at de Tour de zwaarste van de laatste zal worden. Maar ik ga er vanuit dat idereen die lastige bergen over moet. De [roten in het peloton, maar ook de leinljes. De coureurs, die van voren zit- en, zien enorm af, maar zij die achteraan angen ook. Welk routeschema je ook irijgt voorgetoverd, vlak of juist veel erg-op, in Frankrijk wordt er altijd ge aaid. Dus de coureurs zelf maken deze onde zwaar". Voor zich zelf heeft Teun van Vliet uit- emaakt dat hij zich vooral in dienst van e ploeg van Peter Post zal moeten stel en. „Ik kan een vlakke rit winnen, maar r zijn er zo veel die met dat voornemen aar de Tour komen. Een tijdrit moet ik rergeten, een berg-etappe ook. Dus er lijft niet veel over". Openhartig verhaalt de goedlachse sureur uit het Belgische Baarle-Hertog an zijn zwakke en zijn sterke punten. Meer dan genoeg zwakke punten, als ik lerlijk moet zijn. Veel te veel zelfs. In de ace tegen de klok kom ik nog steeds te lort. In de echte cols kan ik niet met de esten mee omhoog. En dan kan je het oor het klassement in de Tour helemaal lergeten. Mijn sterke punten zijn meer geschikt voor de eendagswedstrijden. Ik nerk dat ik dit seizoen bijvoorbeeld een aar kilometer achter elkaar verschrik- elijk hard op kop kan koersen. Bergjes ot 500 meter hoogte zijn ook geen pro- ileem. Dat heb ik in de Tirreno wel laten ien. Ik neem die dingen op de macht. laar zodra het hoger richting hemel aat, moet ik afhaken. Wanneer? Dat ligt an de vorm van de dag. Soms kan ik lang iet de eerste of tweede bus mee, maar Teun van Vliet: „Vast staat dat er een nieuwe chef zal opstaan". - FOTO DE STEM/BEN STEFFEN soms ook zit ik gelijk in de derde. Daar zit je behoorlijk ongezond. Moet je aanklam pen om alleen maar te blijven volgen. Verschrikkelijk is dat. Maar ik zal zulke momenten wel weer tegenkomen. Daar kan ik tevoren op rekenen. In de Tour hoef ik in de bergen echter niet van voren te rijden, dat is mijn taak ook niet. Een vlak ritje winnen, dat zou al heel mooi zijn". Teun van Vliet rekent daarbij op zijn ge voel voor de koers. Het zien van de juiste ontsnapping ontwikkelde hij tot tweede natuur. „Ik voel het meestal minuten van tevoren aankomen als iemand wat van plan is. Intuïtie zou ik het niet willen noe men, maar ik heb het spel vaak door. In een oogopslag. Ik kijk overal naar. Naar gezichten, als twee coureurs met elkaar praten of als er iemand plotseling naar voren komt knallen. Aan bepaalde bewe gingen kun je zien wat coureurs van plan zijn. Ze kijken om zich heen, schakelen een keer, staan een paar seconden op de pedalen of ze rijden in de kop van het pe loton even door een gaatje. Open boeken zijn het soms voor mij. Misschien telefo neer ik zelf ook op die manier een poging om te ontsnappen. Ik weet het niet zeker, maar ik denk het wel. Anders zou ik het toch niet zo scherp van anderen zien?" Het valt Teun van Vliet zwaar om een fa voriet voor de eindzege in deze Ronde van Frankrijk aan te wijzen. „Ze zeggen dat er een heleboel kandidaten zijn, maar als je de geschiedenis van de Tour nagaat, springt er meestal een echte vedette bo venuit. Misschien dit keer wel iemand me wie niemand rekening houdt. Ik denk dan aan Jean Francois Bernard, de Frans man. Stephen Roche zou het ook kunnen. De Colombiaan Luis Herrera zie ik niet zo zitten. Hij is alleen, moet dus in een veld van meer dan 200 coureurs overal achter aan. En zelfs voor een ploeg als die van Panasonic valt de wedstrijd in de Tour al heel moeilijk te controleren. Dus Herrera in z'n eentje kan het helemaal niet. Of hij moet in de cols verschrikkelijk uithalen. Vast staat dat er een nieuwe chef zal op staan. En van hem hangt veel af". Phil Anderson, de kopman van Panaso nic, krijgt van Teun van Vliet het voor deel van de twijfel. „In Italië zat Ander son moeilijk met Breukink en Millar voor hem in het klassement, maar hij zal er best weer staan. Anderson heeft zich scheel getraind, maar miste steeds dat kleine beetje geluk dat je nodig hebt om te winnen. Datzelfde verhaal geldt voor Van der Poel. Ik weet zelf wat dat is. Mijn eerste twee profjaren stonden eigenlijk in het teken van de geboren verliezer. Ik zat er telkens dichtbij, maar echt doorbreken lukte niet. En dit seizoen gaat het haast als vanzelf. Misschien loop ik volgend jaar wel te balen als eën stier. Dat ik niets meer win, omdat het even tegenzit. Maar dat ligt besloten in de wielersport. Win nen of verliezen scheelt sohis nauwelijks een millimeter...." De Spaanse zon heeft Steven Rooks het moreel gegeven voor deze Tour de France. Hoe gek het ook klinkt, maar een privé- trainingsstage van een week in gezel schap van Gert-Jan Theunisse met als thuisbasis de badplaats Alicante bracht Rooks in de juiste stemming. „Ik werd he lemaal ziek van steeds weer in de regen koersen. Ik had de zon gewoon een paar dagen nodig. Zeven dagen hebben we daar bij een temperatuur van dertig gra den boven nul kunnen trainen. Gewoon lekker in een koersbroek met korte pij pen. Dat heeft me veel deugd gedaan. Ik ben er vol vertrouwen van teruggeko men". Ondanks het feit dat de Ronde van Lu xemburg en daarna die van Zwitserland nu niet bepaald in het gesternte van het goede weer stonden, voelt de Noordhol lander zich opperbest. In Luxemburg liep hij tegen een verkoudheidje aan, maar dat deerde hem niet. „Liever op dat mo ment, dan zoals vorig jaar, toen ik tijdens het Nederlands kampioenschap onderuit ging en mijn rug een behoorlijke tik kreeg. Dat heeft me, zo ben ik overtuigd, een klassering bij de eerste vijf in het eindklassement van de Tour van '86 ge kost. In de eerste week van de Ronde van Frankrijk moest ik een jaar geleden te veel forceren, omdat ik in de dagen voor de start juist vier dagen training miste. En de kracht die die eerste zeven dagen extra hebben gevergd, kwam ik in de ge bergte later in de Tour te kort". Rooks eindigde in Parijs uiteindelijk als negende in de eindrangschikking en wist zich daarmee een aantrekkelijk ob ject voor de inrichters van de reeks van criteriums, omdat hij met deze plaats als beste Nederlander te boek werd gesteld. Voor zichzelf heeft Rooks echter uitge maakt dat hij beter kan. Zeker omdat het hem dit seizoen nog niet mee zat. „Ik heb tot nu toe zo veel pech gehad, dat,,, het de komende weken ook eens mee zal moeten zitten. Dat kan haast niet anders. Voor mijn gevoel rijd ik precies zo goed als vorig jaar tot aan het Nederlands kampioenschap in Geulle. Toen had ik de Amstel Gold Race op zak en de zege in de Ruta del Sol. Op dit moment alleen maar de overwinning in het criterium van Schijndel en de zege in de tweede etappe van de Ronde van Zwitserland. Dat is Steven Rooks: „Het is een linke zaak om op één paard te wedden". FOTOTONNYSTROUKEN heel mager vind ik zelf. Maar als je na gaat hoeveel keer ik dit jaar al tweede ben geworden, zie je dat ik er steeds weer dichtbij zat. Maar dat extra beetje geluk dat je nodig hebt om te winnen, ontbrak dit keer. En daarnaast heb ik van die val in de Waalse Pijl lang last gehad. In die periode was ik een van de besten in het peloton. Dat voelde ik en dat zag ik om me heen. Maar ja, als je geluk niet kunt af dwingen, houdt alles op. Dan moet je ge duld bewaren tot het moment komt dat je dat wel kunt". In de samenstelling van de Tour-ploeg van PDM schuilt heel wat pikanterie. Pe dro Delgado heeft immers ploegleider Jan Gisbers laten weten dat hij het absolute kopmanschap voor zich opeist. Echter, Steven Rooks en ook Adrie van der Poel zullen steun verlangen. Rooks, na enig denkwerk: „Het is niet verkeerd dat Del gado zich zo opstelt. Maar hij mag niet vergeten dat het een linke zaak is om op een paard te wedden. Ik ben echt niet te beroerd om me in dienst van Delgado te stellen, maar als de koers uitwijst dat ik er beter voor sta, dan zal ik toch bepaalde rechten opeisen". Vorig jaar kreeg Rooks van zijn toenma lige ploegleider Roy Schuiten het verwijt dat hij Delgado in de Pyreneeën op de flanken van de Superbagnères in de steek had gelaten. „Schuiten reed op het mo ment dat ik wegsprong pal achter ons. Hij had als hij had gewild dat ik op Delgado moest wachten, moeten ingrijpen. Dan had ik echt wel op Delgado gewacht. Ik demarreerde trouwens helemaal niet. Ik reed alleen keihard op kop en toen viel de rest er af". Rooks voelt dus dat de Spaanse zon hem goed heeft gedaaa En zweert bij de hui dige aanpak van PDM-baas Jan Gisbers. Zelfs de tijdritten in deze Tour de France vreest hij niet. „Schuiten zei dat het rij den van tijdritten met dichte wielen en zo totaal geen verschil maakte met het ge wone materiaal. Gisbers heeft afgelopen winter een speciale tijdrit-fiets voor mij laten maken met alle moderne toeters en bellen van de laatste tijd. Die special zit precies hetzelfde als mijn normale fiets. Het is bewezen dat dichte wielen bijvoor beeld al een tijdwinst van een seconde per kilometer opleveren. Dat levert met in de rit tegen de klok over tachtig kilometer in deze Tour dus al 1 minuut en 20 seconden puur voordeel op. En daar krijg ik een kick van. Als de leiding alles doet om mij zo optimaal mogelijk aan de start te bren gen, dan stel ik daar altijd wat extra's te genover. Een renner, en dan zeker ik, is zeer gevoelig voor zelfs de kleinste de tails. Een nieuw stuurlint kan mij zo nu en dan al veel plezier doen In een paar weken tijd is er veel veranderd voor Erik Breukink. Van een van de vele betrekkelijk ano nieme profs in het wielerpeloton veranderde de Westbrander, dank zij zijn eminente rijden in de jong ste Ronde van Italië, in een vedette waar een ieder op let. Toch hebben de derde plaats voor Breu- tónk in de eindrangschikking van de Giro de plannen van ploegleider Peter Post met zijn pupil niet veranderd. Breukink: „De Tour de France is wel even wat anders dan de Giro. Bovendien romen beide rondes vrij kort op elkaar. Het is vooral de bedoeling dat ik een hoop leer in mijn eerste Tour. Ik hoef nog niet per se voor het klassement te rijden. Mocht blijken dat ik toch kort rom te staan, dan kunnen we altijd het strijdplan nog veranderen. Maar zeker m het begin zal ik gewoon mijn werk moeten doen". De tijd tussen Tour en Giro besteedde de 23-jarige Erik Breukink aanvanke- vooral aan rusten. „Hoewel ik me zelf niet eens zo verschrikkelijk moe voelde, kost een etappe-koers als de «onde van Italië gewoon veel kracht. Ik neb veel gerust en op het gemak wat ge- Koerst, om het ritme te houden. In de tweede week heb ik vervolgens ook wat wedstrijden gereden, ook al om me voor te bereiden op het nationale kampioen schap". Dat Breukink zo vlak na de Giro aan zijn rust toegekomen is, mag verwon derlijk heten. De nationale én interna tionale pers dook immers als een ko ningsadelaar op haar nieuwe prooi. Breukink: „Ach, dat is gewoon een tijd van indelen. Bovendien, een interview kost toch weinig moeite. Je kunt gewoon blijven zitten en een beetje kletsen. Het is een deel van je beroep. Dat weet je als je voor een prof-loopbaan kiest". De keuze voor een carrière als wieler- prof was destijds een hele bewuste. Hoewel hij pas als junior, op zeventien jarige leeftijd, serieus ging wielrennen, wilde de inmiddels tweedejaars-profes sional niets anders. Dat blijkt nu ook wel, Breukink leeft er voor de volle hon derd procent naar. Verzorgt zich goed, eet bewust en gaat vroeg naar bed. „Daar heb ik absoluut geen moeite mee", aldus Breukink. „Ik ben nu een maal rustig van aard, geen fuifnum mer". Breukinks kwaliteiten - hij is een goede all-rounder - en zijn levenswijze maken van hem een 'ideale' ronde-renner. Ploegleider Walter Planckaert durfde onlangs zelfs te beweren dat 'Breukink binnen drie of vier jaar de Tour de France kan winnen'. Breukink zelf vindt dat een beetje voorbarig. „Wiel rennen hangt van zoveel kleine dingen af. Aah degelijke uitspraken waag ik me liever ftiet- Maar als de stijgende lijn zich voortzet, zoals hij Tiu doet, dan zit het ér misschien wel in, wie weet. Al moet ik nog een' hbop verbeteren. Ik ben laat begonnen Biet wielrennen, en ben nu, op tnijn 23-ste, nog niet op mijn t Erik Breukink: „Ik start in dienst van de ploeg" FOTO OE STEM/BEN STEFFEN sterkst. Ik moet nog harden. Als je van de amateurs komt, weet je nog niet wat afzien is. Dat leer je pas bij de profs. Moet ook, je moet je grenzen kunnen verleggen. Ik zal zowel in het tijdrijden als bij het klimmen nog beter moeten worden. Goed, in de Giro eindigde ik telkens vrij kort in die onderdelen, maar ik verloor tegen de stopwatch toch nog te veel op Roche". Met het noemen van Giro-winnaar Ste phen Roche, noemt de Bergenaar met een zijn grootste favoriet voor de eind zege in de Tour. „Het wordt, zoals ieder een al zegt, een open ronde. Dat geloof ik zeker. Vorig jaar wist je van tevoren dat het Hinault of LeMond zou worden, maar die zijn er geen van beiden bij nu. Naast Roche tip ik ook Hampsten en Robert Millar. Robert zal in die tijdrit over 80 kilometer wel tijd verliezen op Roche, maar naar de Mont Ventoux kan hij dat weer terug winnen. We hebben het er nog niet met de ploeg over gehad, maar ik denk dat met Millar ook Ander son kopman wordt bij ons. De resultaten bepalen vervolgens wel de tactiek". „Fignon, die moet je trouwens ook niet vergeten. Afwachten, wat die nog kan. Bovendien, hij is een Fransman. Wat mezelf betreft, ik vind het vooral belangrijk dat ik Parijs haal. Maar als daar mee alles gezegd is, zou ik een beetje een onbevredigend gevoel heb ben. Ik hoop op eed dagsucces, en wie weet toch wel wat meer. Maar, pas op, ik ga niét louter op eigen succes jagen. Ik startin dienst van de ploeg".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 25