s p c DESTEM NA ONDERZOEK ONGEVALLEN Stichting bepleit f ietskeurmerk Nog geen gedragscode sociaal rechercheurs A RIJWIEL MOET GOED 'PASSEN' 1 Er wordt wel eens gezegd dat de Nederlander op de fiets wordt geboren. Iedereen kan fietsen en je hoeft het niet speciaal te leren. Het gaat vanzelf. Maar er komt toch meer bij kijken wil men echt plezier beleven aan het fietsen. Een belangrijke voorwaarde om zo prettig en efficiënt mogelijk te kunnen fietsen is dat de fiets goed moet passen, dat wil zeggen zoveel mogelijk aangepast is aan het lichaam van de berijder. 3IJDAG 12 JUN11987 fhet ite de de nds orgd en rm ook :dat voor en, loen, al De en uwe terk, door elijke sen sn. et et de elijke !n in et srs en na gaan naar pen rin ss en ledrijf I rop erd. tenk. niet ad te men vlak. \nsen ien i. Of hij of in ake. In idvies i de S3 VRIJDAG 12 JUN11987 Goede zit geeft meer f ietsplezier Door Gert van Amerongen Fietsen is gedeeltelijk te leren maar een verkeerde lichaamshouding op de fiets -en die valt ook bij trimmers nogal eens te constateren - wordt voor het grootste gedeelte bepaald door een onjuiste afstelling van de fiets. En die is gemakkelijk te corrigeren. Een algemene vuistregel hoe je de fiets behoort af te stellen, kan niet worden gegeven, omdat we niet allemaal hetzelfde zijn. Zo heeft de een langere benen dan de ander, is de romp wat korter of verschilt de lengte. Allemaal factoren die van invloed zijn. Je kunt wel te rade gaan bij ervaren fietsers, maar die kunnen ook meestal slechts vage adviezen geven. Ze weten uit ervaring hoe ze moeten zitten om een goede controle over hun eigen fiets te hebben. Maar omdat ze van hun eigen lichaam uitgaan, hebben anderen daar niet al te veel aan. Daarom is de afstelling een heel persoonlijke zaak. Het is maatwerk, waarbij advies van de fietsvakman onontbeerlijk is. HART Heel belangrijk voor een goede fiets(-houding) is het frame, ook wel het hart van de fiets genoemd. Het gaat met name om de framehoogte. Volgens de Stichting Fiets moet de hoogte van het frame gemeten worden vanaf het hart van de trapas tot aan de bovenkant van de zadelpenlug. Die hoogte moet corresponderen met de lengte van het been, gemeten aan de binnenzijde van het been vanaf de lies tot aan de voetzool (zonder schoen). Als die beenlengte bijvoorbeeld 70 centimeter is, dan hoort daarbij een framehoogte van 45 centimeter. Steeds een verschil van 25 centimeter. Ook de hoogte van het zadel is belangrijk. De afstand van de bovenzijde van het zadel tot aan de grond moet gelijk zijn aan de lengte van het been (volgens de zojuist genoemde methode) plus 10 procent van die lengte. Het bovenstaande heeft betrekking op een 'gewone fiets'. Bij een racefiets moet de fietser bij een geheel horizontaal staand zadel in staat zijn met de hiel van de blote voet op het pedaal in de laagste stand te steunen, zonder dat hiervoor het been overmatig moet worden gestrekt. Zadels zijn altijd in hoogte te verstellen, zodat wat dit betreft de fiets passend kan worden gemaakt. Dat geldt ook voor de stuurhoogte, al wordt de hoogtestand daarbij ook bepaald door het soort fiets. Bij toerfietsen staat het stuur verhoudingsgewijs het hoogst en bij racefietsen het laagst. De stand van Een zadeltester kan het vinden van het zadel met de luiste pasvorm vergemakkelijken. het stuur bepaalt mede de houding, die de fietser moet aannemen, hoe lager, hoe meer voorover gebogen. RUGKLACHTEN Niet iedereen vindt het gemakkelijk om voorover gebogen te fietsen en voor mensen met rugklachten wordt een dergelijke houding afgeraden. Ook wielrenners rijden nooit lang voorover gebogen, je ziet ze geregeld van houding veranderen door het stuur op een andere plaats vast te pakken. De breedte van het stuur moet ongeveer gelijk zijn aan de breedte van de borstkas. De afstand tussen zadel en stuur is ook belangrijk. Daarvoor geeft de Stichting Fiets de volgende vuistregel: Als je de elleboog tegen de punt van het zadel legt moet de gestrekte middelvinger van de evenens gestrekte arm net het tegenover liggende stuurgedeelte raken. ZITBENEN Het zitcomfort op een fiets wordt in belangrijke mate bepaald door het zadel. Wil je er goed op kunnen zitten dan moet het voldoende breed zijn. De zitbenen of zitknobbels moeten op het zadel steunen en wel zo dat aan beide zijden van de zitbenen ongeveer een centimeter zadel uitsteekt. Dameszadels zijn daarom altijd wat breder, omdat een Belangrijk voor een goede fletshoudlng Is de maat van het frame. vrouw een breder bekken heeft dan een man. Toch worden er ook smalle zadels gebruikt. Dat is het geval met trim- en racefietsen, waarop je voorover gebogen rijdt. Het zadel heeft dan een minder ondersteunende functie omdat meer op de handen wordt gesteund. FANATEN En dan de keuze van het materiaal: leer of kunststof. Er blijkt een toenemende vraag naar leren zadels te zijn. Dit is ook goed te merken bij bekende fabrikanten als Brooks en Lepper (Nederlands grootste), die steeds meer leren zadels verkopen. Dat is niet zo verwonderlijk, want leer heeft veel voordelen boven kunststof. Leer is ademend en verwerkt vocht beter. Zachte zadels lijken comfortabel maar als je er lang op moet zitten, krijg je last van broeien. En vooral in de zomer zit dat niet lekker. Een nadeel van een leren zadel is datje het moet 'inzitten'. Pas na enige tijd is het naar het zitvlak gevormd. Wie weinig rijdt kan daarom beter een kunststof zadel nemen. Overigens bestaan er sinds kort zadels, waarvan het leer op een speciale manier is voorbewerkt met als gevolg dat de 'inzittijd' met ongeveer de helft kan worden bekort. Ze zijn erg duur -rond de honderd gulden-en worden daarom meestal alleen door echte fietsfanaten gekocht. Steunen kunnen spaakongevallen voorkomen. De Stichting Consument en Veiligheid wil een (internationaal) keurmerk voor fietsen. Er zouden in elk geval normen opgesteld moeten worden ten aanzien van zaken als de stroefheid van de trappers, de remmen, de sterkte van het frame en de voorvork alsmede de bevestiging van het voorwiel. Consument en Veiligheid komt tot deze aanbeveling na een onderzoek op verzoek van het ministerie van Verkeer en Waterstaat naar het aantal zogenoemde privé-ongevallen met fietsen. Ongelukken, met andere woorden, waarbij geen andere verkeersdeelnemer is betrokken. De stichting schat dat elk jaar in de Nederlandse ziekenhuizen 43.000 fietsers worden behandeld die zelf 'onderuit zijn gegaan', bij voorbeeld doordat een voet tussen de spaken terecht komt of doordat men de macht over het stuur kwijt raakt. Ter vergelijking: 13.000 fietsers raken elk jaar gewond door ongevallen waarbij wel andere weggebruikers betrokken zijn. Vooral jongeren tot 20 jaar zijn het slachtoffer van een privé-ongeval met een fiets. De 12- tot 15-jarigen El TEGEN LUCHTJES Fabrikant Citin Chemical Products in Leiderdorp beweert het ei van Columbus te hebben gevonden als het gaat om nare luchtjes in de koelkast. Het Citin- ei behoedt levensmiddelen in de koelkast voor de luchtjes van andere produkten in diezelfde koelkast, beweert de fabrikant. In het ei bevindt zich een filter met actieve koolstof. De totale oppervlakte ervan is ruim 25.000 vierkante meter. Het eitje zou daardoor een halfjaar werkzaam blijven. Prijs f 2,98. BLESSURES VOORKOMEN Jaarlijks raken 2,3 miljoen Nederlanders geblesseerd tijdens het sporten. Onderzoek heeft volgens de fabrikant van Push braces aangetoond dat circa zeventig procent van die blessures voorkomen konden worden, mits de juiste preventieve maatregelen waren genomen. De meeste blessures treden op aan pols, knie en enkel. Voor die Icgaamsdelen heeft Push braces bandages ontwikkeld in samenwerking met de Rijksuniversiteit Limburg. Te koop bij apotheker en drogist. GEZOND KOKEN Gezond en lekker eten. Wie niet precies weet hoe dat te bereiden, kan haar of zijn voordeel doen met het bij Zomer Keuning in Ede uitgegeven boek Gezonde recepten. Sommige bekende gerechten zijn in een 'gezonder jasje'gestoken, terwijl 'vergeten' recepten zijn gemoderniseerd. Ook de internationale keuken wordt niet vergeten. In het f 34,90 kostende boek staan meer dan 150 recepten, alle verlucht met kleurenfoto 's. VEILIGHEIDSSOK hebben statistisch gezien de meeste kans op een prive-ongeval. De meeste ongevallen gebeuren op de openbare weg. Consument en Veiligheid beveelt in verband hiermee fietscontroles op scholen aan. Lessen in herstel en onderhoud zouden ook kunnen helpen. Een privé-ongeval met de fiets ligt meestal aan de berijder zelf of aan degene die achterop zit. In naar schatting 2,5 procent van de gevallen kan de oorzaak worden gezocht in de fiets zelf. Consument en Veiligheid stelt in haar rapport vast dat de kwaliteit van de gewone gebruiksfiets daalt. De Security-sok is een nieuw wapen in de strijd tegen zakkenrollers. Het is een elastische en altijd passende band die onder de broekspijp om het been wordt gedragen. De sok, die door Vah Dam Beveiligingen in Rotterdam wordt geïmporteerd, heeft twee opbergvakken van 10 x 15 cm. De prijs is bijna vijftig gulden. Pia Houtwerk is in augustus 1985 gescheiden. Zij heeft twee kinderen, vijf en zeven jaar oud, die bij de echtscheiding aan haar zijn toegewezen. Aangezien Pia niet beschikte over eigen inkomsten heeft zij een bijstandsuitkering. Zij ontvangt het normbedrag voor een één-oudergezin. In maart 1986 leert Pia Otte Kleiheuvel kennen. Otte is ook gescheiden heeft wel eigen inkomsten: 1600 netto per maand. Pia en Otte hebben een leuk contact en kunnen goed met elkaar praten. Ze komen met enige regelmaat bij elkaar over de vloer en ze gaan ook wel eens samen uit, maar zij piekeren er niet over om een vaste relatie aan te gaan, laat staan te gaan samenwonen. De nare huweiijkservaringen liggen hen nog vers in het geheugen. Bij een toevallig bezoek op de sociale dienst vertelt Pia ook tegen haar bijstands-maatschappelijk werker dat het wat beter met haar gaat en dat zij een goed contact heeft met Otte. De bijstandsmaatschappelijk werker suggereert dat zij misschien wel gaat samenwonen met Otte. Pia vertelt dat dat helemaal niet de bedoeling is. De maatschappelijk werker vraagt niet verder en wenst Pia het allerbeste. Een aantal maanden later, het is inmiddels oktober 1986, krijgt Pia van haar bijstands-maatschappelijk werker het verzoek naar de sociale dienst te komen. Enige inkomensgegevens zouden niet kloppen. Dat kan misschien wel, denkt Pia en ze gaat. Tot haar verbazing komt zij tegenover twee ambtenaren te zitten: haar maatschappelijk werker en een bijzonder onderzoeksambtenaar oftewel sociaal rechercheur. De sociaal rechercheur maakt haar duidelijk dat Pia sinds het vorige gesprek op de sociale dienst geschaduwd is. En hij heeft geconstateerd dat er 's nachts wel eens een man bij Pia bleef en dat Pia en diezelfde man ook een keer samen, gearmd nog wel, over de markt hebben gelopen. Volgens de sociaal rechercheur vormen Pia en Otte een economische eenheid en moet haar bijstandsuitkering waarschijnlijk worden ingetrokken. Pia is hevig ontdaan, maar kan nog de moed opbrengen om te protesteren. Zij wonen toch zelfstandig en ze zijn helemaal niet van plan een vaste relatie aan te gaan. Haar protest wordt haar niet in dank afgenomen en ze krijgt te horen dat zij misbruik maakt van de sociale wetgeving en dat zij maar beter een verklaring kan ondertekenen dat zij een economische eenheid vormt met Otte. Pia weigert te ondertekenen. Eindelijk, nadat ze nog een spervuur van opmerkingen en vragen over zich heeft heeft gekregen, kan zij gaan. BANG Een aantal dagen na het gesprek op de sociale dienst komt zij voor advies op het spreekuur van het Buro voor Rechtshulp. Zij vertelt onder andere dat zij niet meer rustig door de stad durft te lopen. Zij heeft de neiging voortdurend achterom te kijken. Bang dat ze gevolgd wordt. Het contact met Otte heeft ze maar verbroken. Kan dit allemaal maar zo, vraagt ze. Pia hoort dat het erg onduidelijk is wanneer er sprake is van een economische eenheid. Van een economische eenheid is sprake wanneer een man en een vrouw die niet gehuwd zijn zich naar buiten toe gedragen als waren zij gehuwd. Absolute zekerheid is niet nodig. Een groot aantal feiten en omstandigheden kunnen een rot spelen. In een notitie van het Landelijk Overleg Sociale Rechercheurs is een lijst van meer dan negentig punten opgenomen aan de hand waarvan wordt bepaald of er sprake is van een economische eenheid. Punten zoals 'man haalt kind vrouw van school', 'men eet gezamenlijk', 'man wordt regelmatig in de woning van de vrouw gezien' enz. Aan hoeveel punten moet worden voldaan, staat nergens vast. De schijn van een relatie was soms al voldoende. GEWIJZIGD Het begrip economische eenheid is wel met ingang van 1-1-1987 sterk gewijzigd. Vanaf die datum is er sprake van een economische eenheid, wanneer twee personen van verschillend of gelijk geslacht gezamenlijke huisvesting hebben, uitgezonderd bloedverwanten in de eerste en tweede graad; de partners beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding, dan wel elkaar op andere wijze verzorgen en tenminste drie maanden die gezamenlijke huisvesting hebben. De beoordeling mag alleen gebeuren aan de hand van financiële criteria. Er is bij voorbeeld sprake van een gezamenlijke giro- of bankrekening, met sluit samen een geldlening af, het huurcontract staat op beider naam enz. Van de financiële criteria kan uiteraard ook een hele waslijst gemaakt worden. VERHOOR Voor de beoordeling of twee mensen een economische eenheid vormen is het vanaf 1-1-1987 niet meer van belang of zij een liefdesrelatie hebben. Allerlei zogenaamde subjectieve vragen zoals 'hoe vaak slaapt u bij elkaar', 'doet u wel eens samen boodschappen' en opmerkingen zoals 'wij hebben u gearmd in de stad zien lopen' doen vanaf 1-1-1987 niet meer ter zake. Pia kan dan ook gerust zijn. Zij woont niet samen en de verhouding met Otte kan dan ook niet beschouwd worden als een economische eenheid. Maar de manier van behandeling dan, vraagt Pia. Het is net alsof ze mij een verhoor afnamen. Er is jammer genoeg nog geen landelijke gedragscode voor bijstands-maatschappelijk werkers en de sociale recherche. Iedere gemeente kan dus zelf hierover richtlijnen maken: een enkele gemeente zoals Apeldoorn heeft dit Inmiddels gedaan, de meeste gemeenten hebben hierover nog geen richtlijn. Deze Juridische rubriek wordt samengesteld doordeBuro's voor Rechtshulp In Breda en Middelburg.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 17