>PE'S CENTRE DE STEM .ORDER 19.55 laandenfilms!! 1298, 1499, \ND! T - BRESKENS GGE onpiatenzaak in Zeeland! fio- en videoapparatuur lub" ook in we kunnen ers een in 3-, 4- of "lub" is Het kan tl een oogje leen et predikaat /kent: Met een geboortegolf in het vooruitzicht, lijkt de ontwikkeling van kinderopvang in Nederland zo goed als stil te staan. De meest voor de hand liggende vorm van opvang van de nog niet schoolgaande kinderen is een kinderdagverblijf. Nederland telt er nog niet meer dan zo'n 150, waarvan het grootste deel in de Randstad. Nieuwe kinderdagverblijven komen nauwelijks van de grond. Geen geld, zegt de politiek. En door vooroordelen gedreven onwil lijkt ook een belangrijke rol te spelen. Terwijl alle adviezen, ook die die op verzoek van de overheid worden uitgebracht, wijzen op een toenemende behoefte aan kinderdagverblijven. Een tussenstand en een kijkje in een kinderdagverblijf. VRIJDAG 12 JUN11987 Panasonic/Matsushita pfst.bediening. I slechtsuuj),11 bij EMC: DIGITAL AUD 0 Maandagmiddag geopend ers, STSRAL MOTORS ACHTER Door René van der Velden Vanaf de vierde verjaardag is het geen probleem meer voor de ouders. Als Deetman zijn bezuinigingswoede wat weet in te dammen, kunnen ouders er vrij zeker van zijn dat hun kinderen vanaf die leeftijd een groot deel van de week 'onderdak' hebben. Voor kleinere kinderen, peuters, is destijds voorzichtig de peuterspeelzaal ingevoerd. En hoewel deze instelling in den beginne met veel scepsis werd bekeken, is ze op grote schaal ingevoerd in Nederland. Ongeveer 150.000 peuters worden er een of twee keer per week enkele uren beziggehouden. Het wantrouwen dat vroeger tegen peuterspeelzalen bestond, is verdwenen en heeft zich gericht op kinderdagverblijven. Zodanig dat deze voorziening, die de kinderopvang in Nederland moet completeren, maar zeer moeizaam van de grond komt. Een kinderdagverblijf is er voor baby's vanaf zes weken en peuters tot vier jaar, die daar hele werkdagen terecht kunnen. Het is de meest voor de hand liggende opvangmogelijheid voor kinderen van ouders die allebei willen werken, studeren of simpelweg wat anders willen doen. Toch zijn er in heel Nederland nog niet meer dan 150 kinderdagverblijven. Vrijwel allemaal zijn ze afhankelijk van de inzet van vrijwilligsters én van de bijdrage van de ouders, variërend van een paar piek tot vier- vijfhonderd gulden per maand. Verbeteringen in de kinderopvang zijn op korte termijn niet te verwachten. Zowel maatschappelijk als politiek lijken vooroordelen te overheersen die behoudend genoeg zijn om aansluitend bij de CDA-leus 'het gezin is de hoeksteen van de samenleving' de jonge moeder uitsluitend een plaats in de kinderkamer en achter het aanrecht te gunnen. GEBOORTEGOLF Bestaande kinderdagverblijven kampen met tekorten aan begeleidsters (lees: vrijwilligsters) en daaraan gekoppeld: enorme wachtlijsten. De behoefte aan kinderopvang wordt met de dag groter. Doordat uitgesteld ouderschap wordt ingehaald, volgt tot 1997 een geboortegolf, voorspelt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zowel de Emancipatieraad als de Vrouwenraad pleiten voor meer en betere voorzieningen voor met name werkende moeders. In een eind vorig jaar verschenen rapport 'Samenhang rond de kinderopvang' meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau: „Alleen al gezien vanuit een doelmatige besteding van overheidsgeld is kinderopvang op de langere termijn bezien een goedkoop instrument". In 1982 al nam de Tweede Kamer een motie aan van PSP, PvdA, D66 en PPR, waarin aangedrongen werd op uitbreiding en een wettelijke regeling van kinderopvangvoorzieningen. De regering (Van Agt II) reageerde met het instellen van een Interdepartementale Werkgroep Kinderopvang. Sindsdien is het ene rapport na het andere verschenen en zijn er kilometers beleid op papier gezet, maar kinderopvang, ho maar. De overheid stelt zich uiterst terughoudend op. GEEN OPVANG Een behoefte-onderzoek van de onder staatssecretaris Hedy d'Ancona ingestelde Werkgroep Kinderopvang toonde in 1984 al aan dat een 'harde kern' van ongeveer 14.000 ouders geen kinderopvang kon vinden, terwijl ze dat wel wilden of nodig hadden. Deze ouders zochten hele- en halve dagopvang voor in totaal 24.000 kinderen. Om aan die vraag te voldoen zouden er Ria Verweijen van kinderdagverblijf De Woelige Roef in Zevenbergen: „Eigenlijk zou Iedere gemeente een kinderdagverblijf moeten hebben". zeshonderd kinderdagverblijven moeten komen, waarmee een bedrag gemoeid is van 160 miljoen gulden. In een in 1984 verschenen rapport 'Meer kinderopvang: Het belang van ouders en kinderen' van diezelfde werkgroep is te lezen dat bij het ministerie van WVC meer dan zestig gemeentelijke aanvragen voor kinderdagverblijven bekend zijn, die onmiddellijk gerealiseerd zouden kunnen worden als er voldoende geld beschikbaar zou zijn. Daarnaast wordt melding gemaakt van een groot aantal aanvragen voor capaciteitsuitbreiding van bestaande kinderdagverblijven. „Bovendien zullen vele gemeenten hun aanvraag voor een rijksbijdrage niet eens indienen, omdat een afwijzing nagenoeg zeker is", aldus de werkgroep. GASTOUDERS Inmiddels zijn we ruim drie jaar verder. Hoe staat het er politiek nu voor? „Zowel de ministers De Koning als Brinkman hebben de Kamer toegezegd medio '88 met een nieuw standpunt te komen. Voor '87 en '88 is door Sociale Zaken en Werkgelegenheid een miljoen per jaar beschikbaar gesteld voor het opzetten van gastouderprojecten via een centraal meldpunt", vertelt een woordvoerster van het ministerie van WVC. Zo'n georganiseerd gastouderschap komt neer op het onderbrengen van kinderen van werkende ouders bij gastouders. Goedkope kinderopvang naar het voorbeeld van onder meer België, Frankrijk en Zweden. Wat opvang in kindercentra betreft, springt van de Europese landen alleen Oost-Duitsland er maar uit. Vijftig procent van de kinderen onder drie jaar verblijft daar in centra. Initiatieven tot oprichting van een kinderdagverblijf krijgen in veel plaatsen nul op het rekest. Waar het bijvoorbeeld wel gelukt is om een kinderdagverblijf van de grond te krijgen is in Zevenbergen. Adèle Franssen, voorzitter van de Vrouwenraad Noord-Brabant noemde op een begin dit jaar gehouden studiedag in Oudenbosch 'Zevenbergen een voorbeeld voor andere gemeenten'. Het kinderdagverblijf daar heet De Woelige Roef. Het is ondergebracht in een vrij grote hoekwoning aan het Arkelhof. Kinderen van zes weken tot vier jaar kunnen er vijf dagen in de week terecht van 7.30 tot 18.30 uur. Opgericht en gerund door onder anderen Ria Verweijen. De Woelige Roef heeft op het moment 35 kinderen ingeschreven staan. Niet alleen uit Zevenbergen, maar ook uit Fijnaart, Heijningen, Oudenbosch, Zegge en Klundert. De meesten kinderen komen er twee dagen per week. Slechts twee kinderen komen het maximale aantal dagen van drie naar De Woelige Roef. „Ik denk dat ouders anders te veel missen van hun kinderen", zegt Ria Verweijen over dat maximum. MEER RUIMTE Wat is de bedoeling? „Ouders de mogelijkheid bieden hun kinderen op een veilige plaats te brengen. Zodat ze zelf wat meer ruimte krijgen, bijvoorbeeld om te gaan studeren of werken. Maar ook als ze een kind hebben waar ze zelf mee naar het plafond vliegen. Of op een dijk wonen, waar hun kind geen contact met andere kinderen heeft. Een kind kan tenslotte pas met zijn tweeëneenhalf jaar naar de peuterspeelzaal en dan nog slechts twee keer per week", vertelt Ria Verweijen. Ze wil bewust niet de nadruk leggen op ouders die werken, al vormen die in Zevenbergen wel de meerderheid. „Ik vind dat een vrouw de vrijheid moet hebben om te gaan werken. Een vrouw kan op de arbeidsmarkt wel voorrang hebben, maar dan moet ze geen kinderen hebben". Ria Verweijen weerspreekt het argument van tegenstanders van kinderopvang dat kinderen op die leeftijd thuis moeten zijn in 'de veilige geborgenheid van de moederschoot'. „De kinderen hier hebben een beetje voor op kinderen die thuis zijn omdat wij er meer mee bezig zijn. Wij hebben vijf mensen op veertien kinderen. Als het kind er behoefte aan heeft, dan ben je er ook. Onze ervaring is dat een kind een leidster 'claimt' voor zichzelf". STRUIKELBLOK De kosten zijn overal het grootste struikelblok. In Zevenbergen heeft het kinderdagverblijf van de gemeente in 1983 een startsubsidie gekregen van 3.000 gulden. Hoe lossen ze het nu op? „Ouders betalen per kind twee gulden per uur. Dat betekent dat ouders die samen werken goed af zijn in Zevenbergen. Aan de andere kant staat dat we tot nu toe niets hebben kunnen doen voor schrijnende gevallen. Daar is wel een regeling voor, maar ouders haken af vanwege de stap naar de Sociale Dienst". De kosten zijn volgens haar voor een heleboel mensen toch de drempel. „Als het niet zo duur was, hadden we wel honderd kinderen", aldus Ria Verweijen. De inkomsten zijn net genoeg voor het betalen van huur 652) en vaste lasten. Van beroepskrachten in dienst nemen kan geen sprake zijn. De Woelige Roef draait met twaalf vrijwilligsters. De meesten - op twee moeders en enkele stagiars na - hebben een uitkering. Ze krijgen voor hun werk in het kinderdagverblijf een kleine vergoeding van acht gulden per dagdeel per maand. Over het werken met onbetaalde krachten zijn de meningen verdeeld Ria Verweljen:„Eigenlijk zou je iedereen moeten kunnen betalen, zoals in de grote steden. Daar verwijten ze ons dat we fout gestart zijn door met vrijwilligsters te beginnen. Want dat gaat goed en nu moeten wij inleveren, zeggen ze daar". Haar conclusie: „Eigenlijk zou iedere behoorlijke gemeente een kinderdagverblijf moeten hebben en dat zou dan voor iedereen betaalbaar moeten zijn naar inkomen". FOTOGRAFIE DE STEM JOHAN VANGURP.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 15