DE STEM
WILLEM SAS WIL
EEN LEGERMUSEUM
HOOGE ZWALUWE
WE E K E
H
Dj
D
Moskou struikelt over de meubels
MAATREGEL
WERKT
AVERECHTS
ij kleedt zich in het groen. Leger
groene trui, idem broek en overhemd en als het even
kan een baret. Willem .Sas, eigenaar van landgoed
Logtenburg precies op de grens van de gemeenten
Veghel en St. Oedenrode, is weg van alles wat maar
iets te maken heeft met het leger. Voertuigen, vliegtui
gen, militaire kleding, maar ook camera's, die in het
leger gebruikt worden, telegrafen, radio's en zelfs de
kleinste akefietjes, die mensen in dienst gebruiken.
Zijn ideaal is het verwezenlijken van een militair mu
seum in West-Brabant. Dat museum zou dan moeten
komen te staan in Hooge Zwaluwe. Daar heeft Sas nu
aan de Kerkdijk een loods, waar hij al zijn militaire
eigendommen niet alleen in elkaar zet en repareert,
maar ook laat zien aan toevallige passanten.
Compleet
ZATERDAG I A
6 JUN119871H
Schoolgebouw
Bevoorrading
Niet afwijzend
Regeling
Klachten
1 DItZwaluwse schoolgebouwtje zou een legermuseum kunnen worden.
Door Ron Gregoor
Willem Sas is dag en nacht bezig met zijn
hobby: het verzamelen van militaire voor
werpen en het repareren en restaureren
van militaire voertuigen. Die hobby da
teert al vanuit de dagen dat hij in Breda
een garagebedrijf runde. Daar zette hij
oude Rolls Royces en Bentley's in elkaar.
Later werden dat militaire voertuigen. Na
dat hij zijn bedrijf verkocht, trok hij naar
Schotland, waar hij in een kasteel woonde.
Daar had hij volop de tijd om zijn hobby
uit te oefenen.
Terug in Nederland kocht hij een boer
derij in Den Hout. Twee jaar geleden
brandde die tot op de grond toe af. Nu be
woont het echtpaar Sas een kapitale villa
op het landgoed Logtenburg.
Willem Sas ziet er niet uit als een man
die al tien jaar renteniert en woont op een
kapitaal landgoed. In trui en ribbroek
sleutelt hij doorgaans aan oude auto's en
legervoertuigen. Hij deinst er zelfs niet
voor terug tanks en trucks te reviseren.
Iedere dag is Willem druk in de weer met
zijn hobby, die zich op een tweetal manie
ren manifesteert.
Samen met zijn vriend Leo van Aerle en
eigenaar van het pand, de Veghelse indu
strieel Jan Driessen, runt hij het bevrij
dingsmuseum 'Bevrijdende Vleugels' in
Veghel. In dat museum is letterlijk van al
les te zien wat maar iets te maken heeft
met het thema oorlog en vrede. Het mu
seum biedt een volledig overzicht van de
geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog
en van een deel van de Eerste. Het geeft
niet alleen een exact beeld van de wapens,
voertuigen, uniformen en andere zaken,
die daarin gebruikt werden, het geeft ook
de sfeer weer,' waarin men in die tijd leef
de.
„Ons museum is verreweg het compleetste
van ons land. Overloon heeft de naam,
maar dat is momenteel niet zo compleet en
goed meer. Het andere oorlogsmuseum,
Harkestijn, is volgepakt, kan voorlopig
niet uitbreiden en is dus niet aantrekkelijk
voor een bezoek. Maar het materiaal, dat
wij hebben, is verder nergens te zien", zegt
Willem.
De artikelen, die je in het Veghelse mu
seum tegenkomt, zijn eigendom van Wil
lem Sas en van zijn vriend Leo van Aerle,
die vooral de kleding heeft geleverd en het
ministerie van Defensie. Naast de spullen
die Willem in het museum heeft staan,
staat zijn huis vol met oorlogsrelikwieën.
Oude radio's die in de oorlog in het leger
gebruikt werden, seintoestanden en came
ra's waar voorlichtingsofficieren tijdens
veldtochten mee werkten, het staat alle
maal keurig opgesteld in vitrines.
Onlangs ontving Sas uit Amerika een
paar mitrailleurs. Camera's waarmee
luchtfoto's kunnen worden gemaakt, staan
nog in de gang. Een van de meest waarde
volle artikelen is het horloge van Hermann
Goering. „Dat heb ik geruild bij de man,
die Goering destijds geëxecuteerd heeft. Ik
weet niet eens meer tegen wat ik het ge
ruild heb. Dit gaat niet naar het museum,
je kunt er ook moeilijk iets van zien achter
de vitrine. De inscriptie aan de binnenkant
is niet leesbaar. Ik hou hem dus maar
Willem Sas achtereen vluchtnabootser
FOTO'S DE STEM/BEN STEFFEN
Lievelingskleur: legergroen
De werkplaats In Hooge Zwaluwe staat boordevol militaire voertuigen.
hier".
Hoe is Willem aan zijn hobby gekomen?
Hij: „Ik ben een werktuigbouwkundige.
Daarbij ook nog eens gek van het leger. En
de spuÜen, die het leger heeft. Dat is altijd
het nieuwste en het beste wat er te krijgen
is. De eerste keus is altijd voor Defensie.
Vroeger knapte ik oude Rollses op.
Daarna kwamen de legervoertuigen. Ik
ging dingen sparen. Begon met één artikel.
Dat had een sneeuwbaleffect. Ik wilde
steeds meer hebben. Het is een pure spaar-
woede. Ik wil per se iets hebben. Heb ik
dat dan, dan kan ik er ook weer goed af
stand van doen. Zo gaat het ook met repa
reren en bouwen van oude legervoertuigen.
Als ze klaar zijn heb ik er geen moeite mee
ze van de hand te doen. Ik verkocht een
paar jaar geleden een voertuig voor twee
duizend gulden aan een club. Dat waren
dan puur de kosten die ik heb gemaakt.
Een paar weken daarna las ik in een adver
tentie dat datzelfde voertuig te koop werd
aangeboden voor 16.000. Daar word ik
dan wel even kwaad om".
In Hooge Zwaluwe heeft Willem een oud
schoolgebouw gekocht. Dat gebruikt hij
nu als werkplaats voor zijn legervoertui
gen. In de school staan kanonnen, voertui
gen en vluchtnabootsers voor vliegtuigen.
„Ik kreeg laatst van Defensie een aardige
opdracht. Ik moet twee tanks opknappen.
Een daarvan gaat terug naar het leger, de
andere mag ik zelf houden. Het is voor De
fensie te duur om de tanks te laten op
knappen. Ik doe dat dan voor niets, ik blij
met mijn, Defensie blij met hhèr tank".
Sas heeft weinig technische problemen
met het repareren en in elkaar zetten van
de legervoertuigen. „In feite is dat het
zelfde als met andere oude auto's. Ik had
vroeger een garagebedrijf in Breda. Dat
was geen gewoon bedrijf, maar gespeciali
seerd in de oude merken. Daar veranderde
ik al oude wrakken in mooie wagens".
In Zwaluwe werkt hij vaak samen met
de Oosterhoutse politieagent Piet van der
Sluis. Ook Piet heeft er zijn hobby van ge
maakt te sleutelen aan oude voertuigen.
Met de produkten die uit de Zwaluwse
school komen, bevoorraadt Willem een
aantal musea. „Er staan voertuigen van
mij bij Lips en een paar in Duitsland. Die
verkoop ik dan. Van de opbrengst daarvan
kan ik weer oude wagens kopen. Ik ver
dien er geen cent aan, sterker nog, de
hobby kost geld. Want er zijn nogal wat
dure dingen, die ik op mijn verlanglijstje
heb staan".
Sinds kort heeft Willem een paar vlucht
nabootsers. Hij heeft ze uit een oude leger-
opslagplaats nabij Parijs gehaald. Een
vluchtnabootser is een namaak- cockpit,
waar vliegers vroeger het vak konden le
ren. Sas heeft er twee op de kop getikt. Die
staan nu in de loods aan de Kerkdijk in
Hooge Zwaluwe. Er kunnen mensen in
oefenen. Willem is van plan vliegers hun
vlieguren te laten opdoen in de nabootser.
Hij bekijkt de mogelijkheid om vlieglessen
te geven in de nabootsers. Een apart lokaal
wordt ingericht om die daarin te plaatsen.
Hoewel Sas erg blij is met zijn schooltje
dat hij gekocht heeft, is hij toch op zoek
naar een geschikte ruimte om zijn stukken
te exposeren. „Als de gemeente Zwaluwe
mij een goed gebouw kan aanbieden, weet
ik zeker dat Uc daarvan het mooiste mu
seum van West-Brabant kan maken. Ik
heb er alle spullen voor".
De gemeente Hooge en Lage Zwaluwe die
bij het inrichten van het museum de hel
pende hand zou moeten bieden, staat niet
afwijzend tegenover de plannen van Sas.
Hoewel er nog geen officieel standpunt is
en de plannen nog niet binnen B en W en
de raad besproken zijn, mag verwacht wor
den dat hij de steun krijgt van de gemeen
te. Dat zal dan geen geldelijke steun zijn,
want Zwaluwe is nu niet bepaald een rijke
gemeente. Het fiasco van het industrieter
rein Moerdijk drukt immers immens zwaar
op de Zwaluwse gemeentebegroting.
„Maar misschien zijn er andere krach
ten binnen de gemeente, waar hulp te ver
krijgen is", legt burgemeester Peter Gruij-
ters uit. Hij denkt dan aan hand- en span
diensten. Voor een museum is de voorma
lige school te klein. „Maar er zijn wel mo
gelijkheden voor uitbreiding. Er is vol
doende ruimte om er wat bij te bouwen".
Sas heeft in ieder geval nog geen offi
cieel verzoek om medewerking bij de ge
meente ingediend. Daarvoor zijn de plan
nen nog wat te summier. Wel heeft hij al
met de burgemeester en de beide wethou
ders gesproken. En die gesprekken waren,
zoals men dat in gemeentelijke kringen
noemt, bevredigend en positief.
e meubelwinkels
ln Moskou zien er tegenwoordig
verbazingwekkend uit: volgepropt
nieuwe slaapkamerameuble
menten, sofa's en eetkamerstoelen.
^et is een feest voor het oog, al
eeze overdaad, en ook een bewijs
aat het systeem werkt en dat het
socialisme de benodigde spullen
Kan afleveren. Er is gewoon te veel
'30 het goede. De meubels staan
oo°g opgestapeld in de gangen. Je
j wet eroverheen klauteren om naar
ne' kantoortje te komen.
Door Martin Walker
Er is echter toch één probleem met de
meubels in Rusland. Je kan niet gewoon
binnenwandelen en deze meubels kopen.
Dat is dan ook de reden dat ze zich opsta
pelen, omdat ze wel aangeleverd worden
door de fabrieken, maar de zaak niet verla
ten in handen van klanten. Je mag geen
klant meer zijn van deze winkels. Gorbats-
jovs hervormingen zijn uitgemond in een
bureaucratische nachtmerrie die zelfs Tsje-
chov zou verbijsteren.
Het begon zoals dit soort dingen altijd
begint: met de allerbeste bedoelingen.
Meubels zijn duur in de Sovjet-Unie. Een
'Kristal' slaapkamer - bestaande uit kas
ten, toilettafel, bed en nachtkastje- kost
3000 roebel in dit land, waar het gemid
delde inkomen onder de 200 roebel per
maand ligt. Een 'Kristina' ameublement,
gemaakt van een beetje echt hout en heel
veel spaanplaat, wit plastic en koperkleu
rige onderdelen, komt neer op het salaris
van achttien maanden. De vrij moderne
eenvoudige houten eetkamers afkomstig
uit Karelia en de Baltische provincies, die
duidelijk geïnspireerd zijn door Scandina
vische ontwerpen, kunnen nog meer kos
ten.
In de goede oude tijd toen je werkelijk
meubels kon kopen werden die gerantsoe
neerd door het prijzenstelsel. Je spaarde of
ging trouwen en kocht je spullen van de
huwelijksgiften.
Als je er zeker van wilde zijn dat je het
meubilair kreeg dat je wilde, moest je ge
woonlijk een extraatje toestoppen aan de
verkopers om te zorgen dat ze een Kris
tina- of Kristal-ameublement speciaal voor
jou 'reserveerden'. In de zwakke, zwarte
economie ten tijde van Brezjnjev moest je
het handeltje nog wat aantrekkelijker ma
ken door nog wat geïmporteerde Italiaanse
schoenen bij de hand te hebben of wat
echte salami uit Hongarije of een Dioj
parfum. Maar je kreeg in elk geval wat je
wilde.
Om een einde te maken aan al deze cor
ruptie heeft men in maart van dit jaar een
nieuwe regeling ingesteld. Je kan nu niet
meer een meubelzaak binnenwandelen en
direkt bij die zaak je meubels kopen. Je
koopt je meubels nu bij je vakbond op de
plaats waar je werkt. En die koopt ze van
de plaatselijke gemeenteraad. En die koopt
ze, op zijn beurt, van de meubelzaak. Een
voudig, toch?
Je wilt een nieuw ameublement. Je gaat
naar één van de 26 gemeenteraadskanto
ren in Moskou en je wacht daar op je beurt
om een blik te kunnen werpen in het enige
aanwezige exemplaar van de staatsmeubi-
laircatalogus. Vervolgens maak je je keus.
Dan ga je terug naar het vakbondskantoor
op je werk en je dient een verzoek in voor
het meubilair dat je gekozen hebt. De vak
bond stuurt je aanvraag door naar de ge
meenteraad. De staatsmeubilairleverantie-
raad wijst dan de nieuwe meubels toe. Be
ter gezegd, men verdeelt ze via een rant
soeneringssysteem, waarbij een ingewik
kelde formule geldt. Een bepaald quotum
wordt toegewezen aan elke vakbond, dat
samenhangt met het quotum voor elke ge
meenteraad, dat weer samenhangt met de
meubelzaak waar de goederen worden op
geslagen tot de klant ze komt ophalen.
De beste hersens van de Sovjet-Unie
hebben dit systeem ontwikkeld. Het is een
eerlijk systeem en het geeft verkopers niet
langer de kans door corruptie hun zakken
te vullen. Maar tot nu toe heeft het het na
deel dat de klant zijn meubilair niet krijgt.
Neem bijvoorbeeld bejaarden, studenten
en het legerpersoneel, die de Moskouse
kranten overspoelen met klachten over dit
geweldige nieuwe systeem. Zij hebben
geen vakbond, dus kunnen ze geen aan
vraag indienen voor meubilair.
Dan is er het probleem van de import.
De export van Russische olie en gas naar
Oost- en West-Europa wordt gedeeltelijk
betaald in harde valuta en gedeeltelijk in
handelswaren. Polen en Tsjechoslowakije
sturen veel meubels naar de Sovjet-Unie
en de Finnen ook. De Italianen sturen
badkamerkasten. Het is fantastisch hoe
handel de mensen tot elkaar kan brengen.
Maar je kan nu niet meer op winkels af
stappen voor Italiaanse badkamerkasten,
Finse kasten of Poolse opklapbedden, om
dat je die helemaal niet meer kunt kopen.
Ze staan niet vermeld in de catalogus van
de Russische staatsmeubilairleverantie-
raad. Dus ze bestaan niet.
Winkeldirecteuren trekken zich de ha
ren uit het hoofd terwijl ze over de spullen,
waarvoor goede Russische olie geëxpor
teerd is, heenklimmen. Klanten nemen fo
to's van die buitenlandse meubels en stu
ren die naar het gemeenteraadskantoor.
Daar krijgen ze ook brieven van een afde
lingssecretaris van een vakbond die toe
stemming verleent aan Kameraad X om
een Italiaanse badkamerkast te kopen die
op dit moment staat opgeslagen in de
meubelwinkel aan de Leninstraat.
„Hij is echt. Hij bestaat. Laat mij hem
kopen." „Sony, kameraad. Als hij niet in
de catalogus staat is er geen enkele manier
waarop wij hem bij de leverantieraad kun
nen bestellen."
Copyright The Guardian