E&ZN. .ST s P E Leven onder de groene zoden DE STEM 0% RENTE BOB NOORDA: VAN HUISSTIJL TOT METROSTATIONS =DAANNEMER de dakbedekking j en lULT-DEALER MET HET GRASDAK DE SMOG TE LIJF s bruijn b.v. ING SPORTLIEDEN Een nieuw idee? Welnee, het is al zo oud als de weg naar Rome. Ouder nog. In heel vroeger tijden leefden onze voorvaderen immers al in plaggenhutten. Maar ook nu nog wonen vooral in Scandinavische landen mensen in een huis met een grasdak. Door de invloed van de Groenen in West-Duitsland zien we ook daar weer huizen met grasdaken opduiken. Er blijkt een hele ideologie achter te zitten: Met grasdaken de smog te lijf. Een Nederlands bedrijf pakte dat idee op. Een gat in de markt? „Nee, dat niet bepaald, maar wel een aardig alternatief", aldus Bert de Rooij een moderne plaggenhut-verkoper in Nederland Italianen houden niet alleen van mooie dingen, ze zijn ook in staat om ze te maken. Centrum van het wereldberoemde Italiaanse design: Milaan. Hier, in het walhalla van de ontwerpkunst, speelt een Nederlander een vooraanstaande rol. A6 N aat 176- Terneuzen 0-13503 erneuzen waterfittersbedrijf loofdwegzuid 18 Zuiddorpe S2 VRIJDAG 29 ME11987 sportverenigingen en sportlieden in er op attent, dat de traditionele huldi- eden over de periode 1 )unl 1986 tot 1987 zal plaatsvinden op vrijdag 2o 7 te 19.30 uur in de Burgerzaal van ig zullen de volgende criteria worden wel een team moet op een nationaal op het hoogste niveau minstens een bben behaald; wel een team moet een provinciaal, districtskampioenschap in de kla^s® 3r zijn sportbond is ingedeeld hebben ewest of district moet verder reiken -Vlaanderen. Voor zaalvoetbal gel®: iet kampioenschap hoofdklasse Z-»i vel een team moet er in geslaagd zijn ffende sportdiscipline een officieel er- record te vestigen. wel een team moet een uitzonderli)i« hebben geleverd, wat gemotiveero angegeven. nder 1 tot en met 3 is in Individueel repassing op seniorleden en °P lorle Juniorleden van de vereniging band op het eerste senioren team jen, die van oordeel zijn dat hij/zij o nmerking komt voor huldiging kunnj» 3 voordracht indienen bij burgemees ers, welke deze ter beoordeling zuliei i de Sportadviescommissie. De vooi- Iterlljk 12 Juni 1987 in bezit van nei en W. te zijn. Hp in hem of haar of van het team en u irvan die men voordraagt, rne en geboortedata e vermelding van het kampioenscrwr sstatie (waarvan bewijs kan word® in de datum waarop deze prestal it, alsmede de categorie of de klasse. Burgemeester en wethouders van Hulst, De burgemeester: Mr. F.A.W. Jacobs De secretaris: Mr. H.J. van Geesbergen Door Jos Frijters een dakpannen maar graszoden. Velen vinden het een idioot idee. Immers, er zijn legio moderne dakbedekkings-methoden die prima voldoen. Waarom zouden we dan een onbetrouwbaar materiaal als gras gebruiken. „Heel eenvoudig, door grasdaken willen we de verdamping-cyclus herstellen, waardoor de smog zal afnemen", zegt Bert de Rooij met stelligheid. Voor zijn werkgever, een dakbedekkers-bedrijf uit Barneveld, promoot hij het gebruik van grasdaken. „Commercieel gezien niet zo interessant, want het is duur en bovendien nog niet zo populair, maar het is een aardig alternatief", vindt de Rooij. Volgens hem zijn de grasdaken een prima middel om de luchtvervuiling in verstedelijkte gebieden te bestrijden. „De gemiddelde temperatuur in de stad ligt vier tot tien graden te hoog. Dat is logisch want alles is dichtgebouwd. Het geheel is zwart, de daken en het asfalt. Dat houdt de warmte vast. Het groen wat voor de zuurstofvoorziening moet zorgen, is er veel te weinig. En het regenwater kan niet verdampen want dat wordt in sneltreinvaart naar het riool afgevoerd. Ecologisch gezien is verdamping nodig, daar kunnen groene daken voor zorgen. Daarom is Ecologisch dak eigenlijk een betere benaming voor het grasdak", legt de Rooij uit. NIET TEVREDEN Inmiddels zijn in Den Bosch de eerste huizen met grasdaken opgeleverd. De Rooij is echter niet zo tevreden over het eindresultaat. Gras daken zijn een prima middel om de luchtvervuiling te bestrijden. Een voorbeeld van een prefab woning met grasdak. „Wat in Den Bosch gebeurd is wel leuk, een aardig experiment. Het kan en moet echter veel beter. Het probleem daar was dat de kennis wel aanwezig was maar het geld niet". Toch moet het ecologische dak een verdere kans krijgen, vindt de dakbedekker. Voor een ecologisch dak zou je bij wijze van spreke ook berkebomen kunnen gebruiken maar gras is toch de meest efficients begroeiing. Je bereikt dan het snelst het beoogde effect. „De functie van een grasdak is drieledig; de zuurstofvoorziening wordt verbeterd, de verdamping komt beter op gang en het gras fungeert als stofrooster, het blijft er namelijk aanhangen", vertelt de Rooij. Een grasdak bestaat natuurlijk niet alleen maar uit graszoden. De Rooij; „Nee, daar komt wel wat meer bij kijken. Allereerst heb je minimaal twaalf tot vijftien centimeter aarde nodig. Daaronder komt een waterdichte plaat. Dat is eigenlijk een soort rooster. In die plaat zitten allemaal kleine kommetjes die het regenwater opvangen. Door hele kleine gaatjes wordt het overtollige water naar het riool gevoerd. Dat is echter heel weinig want er kan zo'n veertig liter water per vierkante meter opgevangen worden. Dus alleen bij een wolkbreuk komt er water in het riool terrecht. Dat water is natuurlijk belangrijk als voedsel voor het gras, en waar het allemaal om gaat, de uitdamping". DAMPREMMER „Onder het rooster komt wat we noemen een dampremmende laag. Dat is nodig want anders krijg je een vochtig huis. Zo'n dampremmende laag is bijvoorbeeld een folie. Daaronder weer komt een tempex plaat van zo'n zes tot acht centimeter dik. Het geheim van het grasdak zit hem in het substraat. Dat is een mengsel van lava-gesteente, compost, split (dat zijn kalkschilfertjes) en aarde. Daarop wordt dan uiteindelijk het gras gezaaid. We gebruiken daarvoor 'talud'-gras, dat door Rijkswaterstaat wordt gekweekt. Een ijzersterk gras, de koeien lusten het niet en het wordt niet hoger dan een centimeter of dertig. Dus maaien hoeft niet", legt de Rooij verder uit. De dakbedekker wil uitdrukkelijk vermeld zien dat een grasdak geen 'gazonnetje' is. „De mensen moeten het niet te symplistisch zien. We hebben al veel mensen aan de deur gehad die een grasdak wilden omdat hun dak lekte. Die mensen moeten we vaak teleurstellen. Ten eerste is een ecologisch dak erg duur. Het minimumgewicht van een grasdak is 80 kilo per vierkante meter. Zonder bouwkundige voorzieningen is dat vaak niet te verwezenlijken. Je moet Een voorbeeld; Een dak van honderd vierkante meter kost ongeveer 7000. Voor een grasdak komt daar nog eens zo'n zesduizend gulden bij. Dat doet dus niemand. De Rooij: „Daar heb je volkomen gelijk in. Het wordt pas echt interessant als mensen subsidie krijgen wanneer ze een grasdak nemen. Minister Nijpels van VROM staat daar helemaal achter. Hij is daar momenteel mee bezig". „Kijk, het gaat ook niet om huisjes van hier en daar een particulier. We richten ons op grote flatgebouwen, De flats uit de jaren zestig zijn allemaal aan renovatie toe, misschien dat dat te combineren is. En ook kantoorgebouwen zijn interessant. Dan ook heeft het een echt ecologisch effect, je krijgt dan hele voetbalvelden. Als het voor woningbouwverenigingen en bedrijven interessant is om een grasdak te nemen, bijvoorbeeld door een premie van het ministerie. Misschien krijgen we dan weer een gezonde stad", besluit een gedreven Bert de Rooij. Een gras dak Is erg duur. Zonder bouwkundige voorzieningen Is dat vaak niet te doen. Succes in Italië voor Nederlandse ontwerper Door Gerard Kessels In 1954 pakte ik in Amsterdam de trein en kwam ik in Italië aan. Ik ben voorgoed gebleven", zegt Bob Noorda. Na een Internationaal georiënteerde carrière leidt hij een van de grootste design bureaus van Milaan. Hij is een Nederlander die het in het hol van de leeuw gemaakt heeft. Noorda: „Ik wilde ervaring in het buitenland opdoen. Mijn eerste gedachten gingen uit naar Amerika, maar dat was toch wat moeilijk. In een opwelling koos ik toen voor Milaan. Die stad begon toen net bekend te worden als een centrum van design. Toen ik hier kwam sprak ik geen woord Italiaans". Nu, ruim dertig jaar later, is het bijna omgekeerd. Noorda (59) heeft moeite met het Nederlands, zoekt naar woorden, gebruikt Engelse termen. „Ik ben meteen Italiaanse getrouwd en mijn twee kinderen van 24 en 19 jaar spreken geen woord Nederlands". Dan een beetje spijtig: „Ze zeggen me wel eens, waarom heb je ons geen Nederlands geleerd?" GRAFICUS Van huis uit is hij graficus. Noorda kreeg zijn opleiding aan de Rietveld academie in Amsterdam, waar hij de grote architect nog meemaakte als directeur. Noorda geeft nog steeds hoog op van de opleiding die hij in Nederland gekregen heeft en hij kan het weten. In Milaan is hij vrijwel steeds tussendoor les blijven geven aan grafische scholen en kunstacademies. „De beste leerlingen haal ik dan binnen in mijn eigen studio", zegt hij lachend. „Maar in tegenstelling tot wat veel buitenlanders denken zijn de scholen op dit gebied echt niet zo goed. De opleidingen zijn eigenlijk maar op een middelbaar niveau. De Sob Noorda ging 30 Jaar geleden naar Milaan. HIJ bleef er voorgoed. Italianen hebben hun succes voor een belangrijk deel te danken aan een natuurlijke aanleg. Ze hebben verbeelding, fantasie, een goed vormgevoel en zin voor kwaliteit. Op het gebied van meubels ontwerpen staan ze absoluut aan de top. Daar kunnen ze hun positie nauwelijks meer verbeteren. Maar ook op andere terreinen van auto's tot mode, het is toch bijna allemaal Italiaans wat de klok slaat?" MANIER VAN WERKEN Noorda haast zich er aan toe te voegen dat de triomftocht van het Italiaanse design zeker niet alleen te verklaren is vanuit een natuurlijke begaafdheid. Ook de manier van werken heeft daar aan bijgedragen. „Italianen hebben steeds ontzettend veel uitgeprobeerd. Met een nieuw materiaal begonnen ze gewoon te werken. Architecten, designers en producenten werkten nauw samen. Ervaringen werden uitgewisseld." „Veel mislukte natuurlijk in het begin, maar na vaak genoeg proberen kwamen er heel mooie dingen uit. De Italianen werkten al proberend naar heel nieuwe concepten toe. Een totaal andere benadering bijvoorbeeld dan in Amerika waar een designer pas aan het werk gaat als hij het materiaal van a tot z kent. De Amerikanen tekenen elke schroef, elk detail. De Zweden en de Denen hebben een tijdlang ook een grote naam op het gebied van design gehad, maar ze zijn technologisch altijd op precies dezelfde manier blijven werken. Het was heel mooi, maar er zat geen enkele ontwikkeling meer in. Dat is hier ondenkbaar. Met de Italiaanse mode gaat het ook zo. De stylisten houden ervan nieuwe materialen, nieuwe stoffen te gebruiken en dan de ervaringen uit te wisselen. Men sluit zich niet af". HUISSTIJL Noorda is veel meer dan een designer. Het brede scala van zijn activiteiten als vormgever is niet met één term te dekken. Hij was een van de eersten die inzag dat grote bedrijven een eigen herkenbare huisstijl moeten hebben. Een in het oog springende aanduiding, niet alleen op de bierfles, de bierwagens en het briefpapier, maar overal daar waar de brouwer zich presenteert. „Nu praat iedereen over huisstijl", schrijft een Italiaans vakblad over Noorda, „maar indertijd was het nog maar een vaag en wazig idee. Het was vooral een probleem voor de grote Amerikaanse ondernemingen die voor het oog van iedereen hun activiteiten over de hele wereld uitbreidden. Deze multinationals voelden steeds sterker de noodzaak om hen eigen identiteit te definiëren, zichzelf een in het oog springende, direct herkenbare aanduiding te geven". FORD In de jaren zestig klopte een van die grote Amerikaanse ondernemingen aan bij de Nederlandse Milanees: Ford. Noorda ontwikkelde voor de Amerikanen het bekende ovaal blauw-witte merkje, waarin met zwierige letters 'Ford' geschreven staat en dat alle auto's van de fabrikant siert. Maar zo'n merkje is slechts een onderdeel, hoewel het meest wezenlijke, van het gigantische karwei dat het ontwikkelen van een huisstijl voor een multinational met zich meebrengt. Een interessant aspect van Noorda's werk vormen zijn bewegwijzeringsprojecten. Noorda heeft hele metro's ingericht; de kleuren, de aanduidingen, kortom alles wat de reiziger ziet als hij de trappen afdaalt naar een metrostation. Milaan, zijn eerste opdracht in 1964, geldt wat dat betreft nog altijd als een van de toonaangevende projekten op dit gebied. KLEURENBAND „Milaan was interessant. Wij hebben oplossingen gevonden die ook door andere metro's zijn overgenomen. Alle wegwijzering is aangegeven door een kleurenband langs de muur. Wie naar A moet reizen volgt de rode band, wie naar B moet de groene, C de gele, enzovoort. Op de stations heb ik op ooghoogte om de vier, vijf meter de naam van de halte aangebracht. Dat gebeurt nu ook overal. Ik ben daar mee begonnen omdat ik mezelf altijd gruwelijk ergerde als ik niet snel zag waar ik was. In Parijs stond één of twee keer de naam heel groot aangegeven, maar verder niets". Milaans metro viel op. Tot in Amerika toe. Noorda kreeg de eervolle opdracht het ontwerp voor de metro van New York te doen, daarna was het Sao Paolo in Brazilië. In de ontvangstruimte van het schitterende 'palazzo' waarin zijn bureau is gehuisvest, stapt Noorda naar een hoek. Op de grond ligt een gigantische stedebouwkundige tekening van een groot justitie- en kantorencomplex dat in Napels verrijst. Een doolhof van wegen, parkeerplaatsen, winkelgalerijen. „Het probleem hier is", zegt Noorda peinzend, „dat er vaak geen mogelijkheden zijn om de aanduidingen aan te brengen. Gewoon geen plaats voor een paal of zo. Dat was in Milaan juist zo aardig. Daar was ik van het begin af aan bij alle plannenmakerij betrokken. Hier niet. In Napels moet ik proberen van een gegeven situatie het beste te maken". INTERNATIONAAL Noorda is er in Milaan soepel ingerold. Zijn Nederlanderschap was geen nadeel. „Nee, daar heb ik nooit moeilijkheden mee gehad. Dit werk is vrij internationaal. Het had ook voordelen dat ik uit Nederland kwam. Men dacht dat je meer internationale ervaring had". Wat dertig jaar geleden kon, kan dat nu nog? Kan een goede Nederlandse ontwerper ook anno 1987 net zo snel carrière maken in het mekka van het design als Noorda indertijd? Noorda denkt even na, knikt dan bedachtzaam. „Er is wel iets veranderd, maar voor goede mensen zijn hier nog dezelfde mogelijkheden. Uit de hele wereld komen jonge mensen hier naar toe. Milaan heeft een grote naam, maar het gaat hier allemaal nog op wat kleinere schaal. Mijn bureau met veertien mensen is een van de grotere van de stad. In Londen en New York zijn bureaus van dertig, veertig mensen heel gewoon. Maar wie hier naar toe komt moet bereid zijn verschrikkelijk hard te werken. Er worden idiote werkweken gemaakt. Italianen, zeker hier in het noorden, kunnen de handen behoorlijk uit de mouwen steken. Een Italiaan, dat ligt in zijn aard, wil zo snel mogelijk zelfstandig zijn. Hij heeft eigenlijk de pest aan werken in loondienst. Wie ergens mee begint zal alles op alles zetten om zo snel mogelijk zelfstandig te zijn".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 15