destem
V/ E E K E
Honderdjarige V D frist zich op
AHOLD ZOEKT HET
HET BUITENLAND
ZATERDAG
23 ME11987
waardig
e pretoogjes van Albert Heijn, de
enige echte, glimmen van voldoening. Hij is met ge
noegen het middelpunt van het grootse eeuwfeest, als
president van het concern en als oudste kleinzoon van
de oprichter. Overal handen schuddend mengt hij zich
in het feestgedruis in de Irenehal vande Utrechtse
Jaarbeurs, temidden van de duizenden medewerkers
die daar bij toerbeurt worden onthaald. „Echt nog een
bindende figuur", zeggen zijn collega's van hem. „Als
ik die mensen daar zo zie, dan vind ik nog steeds dat
■we hardstikke leuke mensen hebben", zegt Albert
Heijn op zijn beurt. Aardige mensen zal hij in de toe
komst nodig hebben. Want de prijzenslag onder krui
deniers is inmiddels gestreden. Kwaliteit, keuze en
dienstverlening, daar draait het nu om.
Onderscheiden
Op de fiets
Grotere winkels
Buitenland
Verdubbelingen
Pretpaleis
WARENHUIS
WIL SWINGEND
OP NAAR 2000
Kinderrijk
Klinieken
1
ook
heid
iekem extra geld bovenop
jrgeet het maar.
aspect dat zij aansnijdt is
van het huwelijk in een gelijl
ilatie. Het is heel gewoon it
ïers werken en dat ook
vrijheid wil hebben. Goede afj
iken, daar gaat het om. „Sa
i keihard onderhandelen", zeg
iroblemen waarmee zij in
ken krijgt zijn die van mr
idek
lerhandelen nog moeten lerei
leren dat als jij iets voor1
je er dan ook wat voor ter
Het aloude geven en nemt
tere relaties zijn? Ze twijfellj
t zo zeggen: als het dalend aar
[gen iets te maken zou bebbi
relaties, dan zou die verbeterii
gen aan de verzakelijking va
t".
net de crisis een keer uitbrekf
gebeurt is dat op het momei
hjkwaardigheid m het ge1"
nt Heijs. „Dat zie je als er
ien. Een van de twee moet
jlijven en stoppen met werkt
vaak de vrouw, die dan alle vn|
j zich in de loop der jaren he*
weer op moet geven. Dat gf
a".
itgang in de financiën. Doort
leien houden we het huwelij
vol. En dan is er nog iets: HaJ
«n verrechts ing noemen, ma"
e cultuur. „Je merkt het om
wordt weer verloofd, met
aan. Ook bij de ouders merk
lering. Er worden weer regels f
kind moet weten waar het
behoefte aan veiligheid en sl
geldt ook voor volwassenen
D
Door Louis van de GeIJn
Grootvader Albert Heijn besefte rond de
eeuwwisseling al terdege het belang van
een goede bediening: „Vermijd bij het ver
en te hoesten, te schrapen, te snuiven
I en" te spuwen", vermaande hij zijn perso
neel in een schrift waarin hij neerpende
1 'wat iedere flinke winkelbediende hoort te
I weten'.
„Vermijd ten strengste het nat maken
I van de vingertoppen met speeksel om het
jwikkelpapier af te scheuren", schreef Al-
bert sr. verder en: „Blaast zakjes niet met
den mond open."
Die opvoedende taak zet het manage
ment van Ahold honderd jaar later nog
Leeds voort. Het geloof van kleinzoon Al
lien inzake klantvriendelijk nering doen, is
samengevat in een vijf- artikelen tellend
Credo. Het voor een echte kruidenier nooit
afgezaagde 'klant-is-koning' ontbreekt
niet.
De nadruk is niet toevallig weer meer
komen te liggen op sfeer en service. De af
gelopen jaren bevochten de Nederlandse
winkeliers in levensmiddelen elkaar vooral
niet lage prijzen. Nadat in de naoorlogse
jaren al vele duizenden kleine winkeliers
bun deuren moesten sluiten, veroverde het
I grootwinkelbedrijf opnieuw marktterrein
op de zelfstandigen. De verhouding is nu
ongeveer zestig-veertig, het omgekeerde
»an een jaar of tien geleden. Omdat de be
stedingen enkele jaren achtereen alleen
naar daalden, moest er wel kruideniers-
bloed vloeien.
De zelfstandige winkeliers lijken echter,
geruggesteund door actieve groothandels-
bednjven als Schuitema en Unigro, inmid-
I iels het antwoord te hebben gevonden. Op
bet punt van inkoop, distributie en marke
ting benaderen deze organisaties intussen
ie schaalgrootte (en dus de kosten) van de
grootgrutters.
.De prijzen zijn laag, maar je kunt je met
I ie prijs alleen niet meer onderscheiden",
amt A. Heijn. Na een periode van con-
I tentratie en onrust lijken de concurrenten
1® het grootwinkelbedrijf enigszins tot
rust te zijn gekomen. „De sfeer is langza
merhand zo dat er respect is voor eikaars
kennen en kunnen. Ik denk dat de grote
schifting wel achter de rug is. De zelfstan
dige die over is, verstaat zijn vak."
Het feestvarken knort wat als hem het.
verwijt wordt voorgelegd dat zijn onderne
ming de kleine winkelier heeft vermoord.
„Niet wij maken de kleintjes kapot. Dat
doet de klant. Als wij niet zo goedkoop
zouden zijn als we kunnen, kregen we de
Consumentenbond achter ons aan."
Met herwonnen zelfvertrouwen meent
die zelfstandige winkelier inmiddels dat hij
het op het stuk van dienstverlening moet
kunnen winnen van het Edah- of AH-fi-
liaal om de hoek. De bedrijfsleider van Al-
bert Heijn is toch nooit zo te motiveren als
de zelfstandige? Die telt 's avonds immers
zijn éigen kassa?
Albert Heijn haalt zijn schouders op.
„Ik weet niet of dat zo is. Maar ik loop al
jaar en dag te beweren dat de zelfstandige,
doordat hij er nu eenmaal bovenop zit,
.grote mogelijkheden heeft. Op voorwaarde
dat zijn groothandel hem behalve boter,
kaas en eieren nog een reeks diensten ver
leent."
De laatste jaren is die ontwikkeling
goed op gang gekomen. „Ik hoop op tijdb
Ik heb never goede concurrenten dan
slechte, want die doen maar zenuwachtige
dingen, zoals onverantwoorde prijsonder-
biedingen waardoor er alleen maar meer in
de rode cijfers komen."
Het streven naar kwaliteit begint al bij
de werving van personeel. Het concern
trok enkele maanden geleden luid aan de
bel omdat met name in de Randstad veel
te weinig mensen te vinden waren voor lei
dinggevende functies. Het imago van het
kelbedrijf spreekt blijkbaar niet aan.
Vakken vullen, denken veel mensen. Intus
sen zijn toch een paar honderd mensen
aangenomen die een degelijke opleiding
krijgen, voordat ze in de winkels in lei
dinggevende funacties terecht komen.
Voor grootvader Heijn was het in die eer
ste tientallen jaren allemaal nog te over-
Albert Heljn (rechts) en Gerrlt Jan Heljn voor de (nagebouwde) winkel waarin hun grootouders op 27 mei 1887 het funda
ment legden voor wat nu een mlljardenzaak Is. - fotos Gelderland pers
Albert Heijn: nadruk
op sfeer en service
zien. De ontwikkeling naar een grootwin
kelbedrijf begon in feite pas in 1895, toen
Albert Heijn sr in Purmerend zijn eerste fi
liaal opende. Hij kon in die jaren nog op
de fiets langs zijn winkels rijden om schou
derklopjes dan wel standjes uit te delen.
Maar toen hij in 1945, tachtig jaar oud,
overleed, telde de firma intussen 250 win
kels en enkele eigen fabrieken, waartoe een
koffiebranderij en een bakkerij behoorden.
Een kleine tweeduizend mensen verdien
den er hun boterham.
Ruim veertig jaar later is Ahold, zoals
de houdstermaatschappij intussen was ge
doopt, een heuse multinational, die meer
dan eenderde van zijn omzet in het buiten
land haalt. Niettemin is AH, met 430 eigen
winkels en 65 door zelfstandigen gehuurde
vestigingen, nog steeds de kurk waarop de
onderneming drijft.
Een snelle verdere groei van deze winkel
keten in Nederland verwacht Albert Heijn
niet. Maar er is hier nog van alles te doen.
Onlangs ontvouwde zijn broer Gerrit Jan
het plan voor de vestiging van een aantal
grote supermarkten. Daarvoor ziet het
concern mogelijkheden omdat de consu
ment een steeds ruimere keuze wil. Een
groter assortiment, in grote en kleine ver
pakkingen, vergt ruimte. „De winkelschap
pen zijn niet van elastiek. Dus hebben we
grotere winkels nodig. Zo simpel is dat",
aldus Albert Heijn.
De huidige AH-supers hebben een op
pervlakte die varieert van 200 tot 2000
vierkante meter. Het nieuwe type super
markt moet tussen de 2500 en 3500 vier-
kanter meters tellen. De komen jaren zou
den er enkele tientallen moeten komen.
Het vinden van geschikte plaatsen voor
dat nieuwe type super-super is echter verre
van eenvoudig.
Veel meer omzet zal door dergelijke ver
fijningen in het winkelaanbod niet ont
staan. „Hoewel we dat tien jaar geleden,
toen we naar Amerika gingen, ook al dach
ten. Sindsdien is ons marktaandeel in Ne
derland toch nog verdubbeld", relativeert
Albert Heijn.
Ahold zoekt niettemin de toekomst steeds
meer in aanpalende markten en in het bui
tenland. De eerste grote stap over de grens
werd in 1977 gezet met de overname van
de winkelketen Bi-Lo, dat toen 94 vestigin
gen telde in Zuid- en Noord-Carolina. Vier
jaar later volgde Giant Food Stores, dat
toen 28 filialen had.
Ahold heeft enkele jaren gezocht naar
een derde winkelketen in de VS, maar
heeft er nog geen gevonden die geschikt en
betaalbaar is. Daarom worden nu de be
staande ondernemingen in hoog tempo
uitgebreid. De winkels bevinden zich in
het zuidoosten van de Verenigde Staten en
daar groeit de economische activiteit en de
bevolkingsdichtheid snel.
Bi-Lo komt dit jaar op 178 filialen en
zal over enkele jaren 218 vestigingen heb
ben. Giant Food Stores gaat naar de vijftig
filialen. Met dit groeitempo is het een
kwestie van tijd vooraleer de Amerikaanse
activiteiten van het concern die van Ne
derland en de rest van Europa overvleuge
len. „Daar wordt ik niet zenuwachtig van",
is het lakonieke commentaar van Albert
Heijn. De firma is groot gegroeid in Zaan
dam en zal daar eerder weggaan vanwege
de verkeersproblemen bij de Coentunnel
dan vanwege een grotere omzet overzee.
De afgelopen tientallen jaren is de omzet
van Anola elke vijf jaar verdubbeld. Om in
dat tempo te kunnen blijven groeien, zal
het concern ook op andere terreinen dan
de detailhandel een groter belang proberen
te krijgen. Dan gaan de gedachten naar
uitbreiding van de keten van wegrestau
rants, die inmiddels 26 vestigingen telt.
Met name in West-Duitsland ziet het
concern nog uitbreidingsmogelijkheden.
Of Ahold daar ook winkelketens gaat ko
pen, zoals enkele leden van de Raad van
Bestuur deze week aankondigden, staat
nog te bezien. Albert Heijn zelf heeft zo
zijn bedenkingen. „Het is een vreselijk on
gezellige toestand daar op het moment."
Ook in het grootverbruik, de levering
aan ziekenhuizen en dergelijke instellin
gen, aan horeca en bedrijfsrestaurants, ziet
de Ahold-top fraaie mogelijkheden voor
de verdere toekomst. In Nederland is het
concern op dat terrein de laatste jaren al
flink bezig. Ahold heeft er ook wel trek in,
op de oneindig veel grotere 'buitenshuis'-
markt in de Verenigde Staten een voet tus
sen de deur te krijgen.
De oude Albert Heijn heeft, toen hij een
eeuw geleden met zijn hondenkar de be
stellingen bezorgde, nooit kunnen bevroe
den dat zijn kleinkinderen een internatio
nale detailhandel zouden leiden, die qua
omzet de vijfde in Nederland is. Hoe Al
bert Heijn er over nog eens honderd jaar
zal uitzien? Dat heeft ae firma overgelaten
aan de toekomst-tekenaar Rudolf Das.
Das schetst een enorm pretpaleis, strate
gisch gelegen aan een autorail-baan, met
exposities, zwembaden, concertruimten,
sportzalen, restaurants en winkels. Die zijn
dan volledig geautomatiseerd. De bood
schappen staan al in de auto voordat de
klant terug is.
Niettemin ziet Das ook een plaats voor
de buurtwinkel. Die moet het dan hebben
van speciale dienstverlening door zeer
goed opgeleide mensen. Het accent zal lig
gen op voorlichting over voedingswaarde,
gezondheid, bereidingswijze enzovoort.
„Eén ding weet ik zeker", zegt Albert
Heijn. „Ik ben er dan niet meer bij." Over
twee jaar al bereikt hij de leeftijdsgrens
voor de Raad van Bestuur. Hij is dan pre
cies veertig jaar bij de firma geweest. Zijn
broer Gerrit Jan houdt de onderneming
dan nog vier jaar 'in de familie'.
In feite is Ahold dat familiekarakter al
lang kwijt. Sinds 1949 zijn de aandelen aan
de Amsterdamse effectenbeurs genoteerd.
De familie, taxeert Heijn zelf, heeft nog
ongeveer tien procent van de aandelen.
Zonder Heijn aan het roer, verzekeren
Albert en Gerrit Jan, zal Ahold vast op
koers blijven. „Zou het na ons vertrek
plotseling verkeerd gaan, dan is dat onze
schuld. Dan hebben wij de verkeerde men
sen aangesteld. Zo simpel is dat."
voor de telex heeft gebrand a
len we hem niet aanrekenen j
Inmiddels zit ik met een P
bleem. Stel dat een
van 4 miljoen gulden w
aanvaard, dat er voor de
tieke inrichting 8 ton °P
prijs in mindering kan w°f
gebracht en dat de huitoM
muren gelegen terreinen 2
opleveren. Dan moet ik 31
joen financieren. Alleen.
rente kost me dat lege -
bra dan twee ton 's
verhuur van kamers en de o f
nisatie van zwemwedstnj
kan vrucht afwerpen, niaafj
butler zal ik moeten laten
Ik vrees het ergste, ook al1 1
rente fiscaal aftrekbaar. H-|
bert blijft thuis.
expeditie, samen met de metk-
lOmZf' voor de w,nkel van Vroom en
l«.eesmann 'n de Amsterdamse Rozen-
l'vaat.
G
'emiddeld eens
per maand schuifelt vrijwel het
ganse Nederlandse volk door de
warenhuizen van Vroom Drees-
mann. Met zestig warenhuizen,
16.000 personeelsleden en een
omzet van ruim twee miljard gulden
is deze honderdjarige een hele
grote in de Nederlandse detailhan
del. Een grote onbekende ook.
Door Louis van de GeIJn
De Vrooms en de Dreesmannen hebben
nooit zo aan de weg getimmerd. Pas nu het
Vendex-concem, waartoe de warenhuizen
behoren, binnenkort naar de effectenbeurs
gaat, wordt het familie-imperium lang
zaam ontsluierd.
Het is duidelijk dat de V&D-warenhui-
zen magere jaren achter de rug hebben.
Maar Ton Dreesmann, achterneef van
'oom Anton' zelf, is vastbesloten het steeds
grilliger wordende publiek weer te boeien.
De middelmaat wordt afgeschud, trends'
en lifestyles krijgen de ruimte.
De bakermat van Vroom Dreesmann
ligt in het Duitse Haselünne. Daar had ene
Anton Dreesmann een manufacturenzaak.
De winkelier stuurde zijn zoon, ook Anton
genaamd, al op zestienjarige leeftijd naar
Nederland. Een familielid had voor de jon
gen een baantje geregeld bij een Amster
damse firma. Het was 1871.
Deze zelfde Anton stichtte, op 28 sep
tember 1878, een zaak in manufacturen m
de Amsterdamse Rozenstraat. 'De Zon'
heette zijn winkel en hij verkocht er voor
namelijk restanten, tegen scheipe prijzen.
Samen met zijn zwager Willem Vroom
begon Anton in mei 1887 in de Weesper-
straat in de hoofdstad een tweede zaak. Al
gauw volgden meer gezamenlijke winkels
en op 8 januari 1890 besloten ze ook hun
eigen zaken in het samenwerkingsverband
op te nemen. Vroom Dreesmann was
definitief een feit.
In 1912, bij het zilveren jubileum, telde de
onderneming 22 zaken in heel Nederland.
Twee daarvan waren opgezet als waren
huis. Overal deelden Vrooms en Drees
mannen de lakens uit, telgen van de kin
derrijke families van de grondleggers.
Vele tientallen jaren bleven de waren
huizen als min of meer zelfstandige firma's
draaien. Het huidige Vendex-concern is
pas tot stand gekomen in 1973, toen de 23
familievennnootschappen werden samen
gevoegd onder leiding van de huidige pre
sident prof.dr. A.C.R. (Anton) Drees
mann. Tot dan werkten de V&D-firma's
alleen op het gebied van inkoop samen in
een coöperatieve handelsonderneming.
Sindsdien is het concern, aanvankelijk
onder de naam Vroom Dreesmann, de
laatste jaren als Vendex International,
sterk in de breedte gegroeid. De onderne
ming zette in 1974 ƒ2,3 miljard om, in
1985/1986 ƒ15 miljard. Het belang van de
warenhuizen in het totale concern is daar
door in dat opzicht betrekkelijk geworden.
De openheid gaat nog niet zo ver dat het
rendement per divisie wordt prijsgegeven,
maar het staat wel vast dat V D zware
tijden heeft gehad.
De afgelopen twee jaar wordt van her
stel gesproken, maar het is niet duidelijk of
er ook weer winst wordt gemaakt. Aan de
vooravond van het jubileum heeft de wa-
renhuizendivisie een grootscheepse reorga
nisatie ondergaan.
Als president van het familieconcern
heeft Anton Dreesmann een sterk per
soonlijk stempel gezet op de ontwikkelin
gen. Hij gelooft sterk in de mogelijkheden
van dienstverlening en meent dat zijn or
ganisatie daar zo veel van weet dat een
groot aantal verschillende activiteiten met
succes aan elkaar te knopen zijn.
Dan denkt hij aan zogenaamde 'zuivere'
dienstverlening en niet in de eerste plaats
aan de distributie van goederen, de kern
van de detailhandel.
Daarom is Vendex International actief
geworden in informatiediensten, in onder
houd- en schoonmaakactiviteiten. Daarom
houdt Dreesmann en een bank (Staal Ban
kiers) op na, en een verzekeringsmaat
schappij (Vendopolis).
Op basis van dezelfde filosofie zit Vendex
in het uitzendwezen en het beroepsonder
wijs. En de belangstelling voor de gezond
heidszorg (de veelbesproken Boerema-kli-
nieken) heeft alles te maken met de opvat
tingen van Dreesmann over dienstverle
ning.
Hoe de topman van het concern over de
toekomst van de honderdjarige warenhui
zen denkt, blijkt duidelijk uit de beeld
spraak die hij in zijn vorige jaarverslag
hanteert. De detailhandel, aldius Drees
mann, beklimt een naar beneden gaande
roltrap. Daarom heeft hij het concern gro
tendeels omgeschakeld naar de zuivere
dienstverlening, die hij ziet als een op
gaande roltrap.
Zijn achterneef Ton Dreesmann, voor
zitter van de bedrijfsdirectie van de Wa
renhuizen Divisie, staat dus voor een uit
puttende opgave. In een dagbladinterview
noemde hij de warenhuizen onlangs de
ruggegraat van Vendex. De expansie van
het concern, aldus deze Dreesmann, is
mede betaald uit de winst van de waren
huizen.
Vroom Dreesmann is altijd de winkel
voor het gemiddelde publiek geweest. Dat
publiek wordt echter steeds eigenwijzer en
wisselvalliger. 'Trends' en 'lifestyles' wor
den steeds belangrijker voor een winkelier
die bij wil blijven.
De onderneming, schrijft Dreesmann bij
gelegenheid van het jubileum, houdt steeds
meer voeling met de buitenwereld, de
maatschappij en de markt. In principe
blijft er van alles te koop. Maar de waren
huizen, belooft hij, zullen zelfbewuster,
trendbewuster, verrassender en modieuzer
voor de dag komen.
Dat betekent een smaller assortiment,
gericht op de 'shoppende' klant, die iets
nieuws wil, verrast wil worden en van het
warenhuis wat theater verwacht. De hon
derdjarige frist zich op om swingend de
volgende eeuw binnen te gaan.