de Stem SASSISTENTi 1 WIJK NAAR GOEDKOPE LANDEN tOUWENVOOi IOVINCIES ERPEN (BELGI uro Zeeland b.v. e handelsvloot verdwijnt. Steeds meer Nederlandse schepen gaan met een goedkope juitenlandse vlag varen. De reden: het scheepsvolk is eduur. Voor sommige reders is de keuze: failliet gaan op termijn of varen met Kaapverdianen en Filippino's en de vlag van een evenaar-natie op de spiegel. Een maatschappijtje oprichten in Panama of op een ob- icuur eilandje in de Stille Oceaan is geen kunst. Als tederlandse reder via zo'n firma je eigen schip kopen evenmin. En zo zijn er ook Nederlandse schepen ondergebracht op de Kerguelen, een kleine-eilanden- roep in de Stille Oceaan. „Een snelgroeiende Icheepvaartnatie, maar merendeels bewoond door jinguins", zegt een reder. Wat is de toekomst? Een naritiem land zonder schepen, Nederland als Maduro- am van de zeevarende wereld? Niet als Den Haag in- rijptzeggen de reders. De oplossing: 'Lagere lonen'. Personeelslasten Geen zee gezien SEA Y» ZATERDAG I 16 ME119871 Conflicten Verkopen of slopen Strengere eisen Luxemburg Vreemde taferelen 2710 indiensttreding in breed scala van werkzak ebben. \l. ingen-Oost J. Vogelaar. D xtrkeur ervaring in de detail- lel; jd vanaf ca. 25 jaar. den een uitstekend pakket ivoorwaarden in een gezonde( lisch bedrijf met een goedesfee CITATIES (Stellenden voor deze funktie j hun schriftelijke sollicitaties aan: M&S Mode B.V., afdeli leelszaken, Basisweg 52, AP Amsterdam. ladere informatie kunt u teleta nisch kontakt op j nemen met mevr. A. Post, 1 tel. 020-5809231 Door Paul de Schipper D'r komt hier wel eens een gastanker, de Jona'. Die staat tegenwoordig geregi- teerd op de Kerguelen Islands. Weet je die eilanden liggen? Net buiten de ooi. Daar hebben ze nog nooit gas ezién, laat staan een tanker. Als thuisha- ven heeft-ie Port au France of zoiets. Ik ieb d'r een foto van gezien. Het gemeente las is een blokhut, waar een of andere na tuurvorser een bord met 'Port au France' ip getimmerd heeft". Een vlucht naar de goedkope vlag. De ijiers zeggen genoeg. Het totaal-tonnage van de wereldvloot daalde vorig jaar met ^procent. maar de omvang van de in Pa- iima geregistreerde koopvaardijvloot is ids eind '86 met 1,2 miljoen bruto regis- Ion gegroeid. Dat is een record in het •jang bestaan van de Panamese vlag. Zo ik Cyprus. In het scheepvaartregister van ope vlag-eiland werden vorig jaar [662 schepen bijgeschreven, ruim 200 «er dan in het voorgaande jaar. Een andere naam, een andere vlag. De «current doet het, dus wij Nederlanders Onze vloot wordt 'uitgevlagd'. De re is praten er liever niet over, maar heb- het probleem wel in Den Haag op de itoep gelegd. De minister maakt zich zor- !tn, evenals de Tweede Kamer. Het uitvlaggen gaat door. De scheeps- genten hebben er dagelijks mee te maken. JJ doen het administratieve werk. Hans 'tv van ARA Shipping in Terneuzen ver liet verhaal van de Kerguelen. Hij J er nog aan toe: „Die schepen moeten Keel één keer per jaar de thuishaven doen, maar de plaatseüjke overheid ze van die verplichting ontheffen, dus lit is verder geen probleem". [Jojo's Ijler de dagelijkse praktijk van het uit eggen zegt Hans Pey: „Als het om na- E® gaat, zijn schepen soms net jojo's, pieren had ik nog een schip dat al vier F' van naam veranderd was. Als agent pben we hier de laatste maanden zeker trtig schepen uitgevlagd. Een voorbeeld: F Noors schip komt in Antwerpen bin- Pmet een Noorse bemanning en onder ft naam 'Piet Johansen'. Ze vlaggen het P naar de Bermuda's of naar Gibraltar. R schip gaat weer naar buiten als 'Piet' n over de railing hangen allemaal bruine 'igffls. Zo gaat het internationaal en zo Mthet in Nederland ook". I "e Nederlandse reders gaan 'vreemd' in "meest verre uithoeken van de wereld. groot verdriet van minister Neelie •■Kroes van Verkeer en Waterstaat, ^r bezorgd slaat ze het 'uitvlaggen' gade. 131 geld om het te voorkomen heeft ze r' Integendeel, ook op de steun aan de koopvaardij moet bezuinigd worden. Mo menteel geeft deze bedrijfstak werk aan 25.000 mensen. De koopvaardij levert jaar lijks een bijdrage van 2 miljard gulden aan onze betalingsbalans. Ruim 87 procent van de opbrengsten van onze zeescheep vaart komt uit het buitenland. Dat bete kent dat de koopvaardij sterk afhankelijk is van de ontwikkelingen op de internatio nale vervoersmarkt. Voor veel Nederlandse reders is het een kwestie van elk dubbeltje omdraaien, pap pen en nathouden. Ze zijn al lang blij dat hun schepen varen, ook al is het met mar ginale winst of zelfs verliesgevend. Zo lang er gevaren wordt, worden de vaste kosten tenminste geheel of gedeeltelijk door een ander betaald. Vroeger rekenden de reders met pure winst, nu cijferen ze van uit de wat droeve filosofie: 'Zo lang je vaart be taalt een ander'. „De belangrijkste reden van het uitvlaggen zijn de personeelslasten. Die kunnen voor een schip oplopen tot 40 a 50 procent van de totale exploitatie-lasten", aldus woord voerder drs P.Th. van Agtmaal van de Ko ninklijke Nederlandse Redersvereniging. Voor Nederlandse reders wordt het ren dement van de exploitatie in een aantal ge vallen bepaald door goedkope Aziatische bemanningen. Dat geldt vooral voor de bulk- en tankvaart. De bemanningskosten verschillen van schip tot schip. De nieuwbouwprijs van een containerschip ligt rond de 150 mil joen gulden. Op zo'n hoog bedrag drukken de personele kosten minder dan bijvoor beeld op een middelgrote bulkcarrier van 35.000 ton met een kostprijs van 40 tot 50 miljoen gulden. Of een reder zijn schip onder goedkope vlag brengt is ook afhankelijk van andere factoren. Is zijn schip gebouwd met een Nederlandse investeringspremie of met een WIR-premie, dan is daaraan de voor waarde verbonden dat hij de eerste zes jaar niet mag 'uitvlaggen'. Wat is er, behalve de vlag en de premie, verder nog Nederlands aan die schepen Meestal de officieren en in een aantal ge vallen ook de bemanningen, in maritiem taalgebruik 'de gezellen'. Van Agtmaal van de redersvereniging: „Onder Nederlandse zeevarenden is er een enorm verloop. Een scheepsgezel houdt het meestal niet langer dan drie jaar uit. Dikwijls gaat-ie naar de koopvaardij, om aan de dienstplicht te ont komen. Zit z'n tijd erop, dan is-ie weg". De zegsman van ARA Shipping, Hans Pey, signaleert een teloorgang van Neder lands' maritieme traditie: „Als we zo door- la v fj| lis Tljf MONROVIA -0% jr 1 WE E K E~ w E I Een andere naameen andere vlag. De concurrent doet hetdus wij Nederlanders ook. - FOTO'S DE STEM/COR J. DE BOER Vloot gaat 'vreemd" gaan met uitvlaggen dan hebben wij straks geen professionele zeelieden meer. Je ziet die ontwikkeling ook in andere Westeuro- pese landen. Daar gebeurt hetzelfde als bij ons. Ze gaan naar de Filippijnen, schud den aan een boom en hup, weer een be manning. Aan boord krijg je ook de meest vreemde situaties: drie, vier man ge schoold personeel en voor de rest lieden die soms nog nooit de zee gezien hebben". Volgens Van Agtmaal zijn de reders geen voorstander van het uitvlaggen, maar kunnen ze in veel gevallen niet anders: „Liever zouden we onder Nederlandse vlag blijven met goedkope gezellen. Zo doende behoud je ook de werkgelegenheid van de Nederlandse officieren, want kan je bezuinigen op het lager personeel, dan be tekent dat er meer geld beschikbaar is voor de scheepsstaf. Een reder bespaart, hoe dan ook, het eerst op personeel, omdat daar de hoogste kosten liggen". De ontwikkeling om bij koopvaardij schepen op personeelskosten te besparen is internationaal al jaren aan de gang. In de jaren '50 en '60 telde een scheepsbeman ning nog 30 tot 40 leden, nu zijn dat er vol gens de Nederlandse voorschriften nog 19, maar andere landen laten toe dat schepen met 15 man gevaren worden. De Taiwa nese container-rederij Evergreen, een rechtsstreekse concurrent van Nedlloyd, vaart zelfs al met 14 man. Volgens J.Groe- nendijk, voorzitter van de raad van be stuur van Nedlloyd zijn die schepen veilig genoeg om in Nederlandse wateren te wor den toegelaten. Nedlloyd streeft er zelfs naar om haar nieuwste generatie contai nerschepen met 12 man te varen. Dat bete kent dat er minder bemaningsleden aan boord zullen zijn dan op een doorsnee Scheveningse trawler. Bij de kleine handelsvaart zijn er ondertus sen conflicten ontstaan tussen reders en vakbonden omdat de reders de kok van boord willen hebben. Bij de grote handels vaart zit de marconist op de schopstoel. Computers en stuurlieden zullen na 1990 zijn taak overnemen. Het automatiseren aan boord gaat snel. In Japan zijn al suc cesvolle proeven gehouden met het geheel onbemand laten varen van bulkcarriers. Hoe 'vreemd' vaart de Nederlandse vloot? Een rondgang langs de verschil lende rederijen. Secretaris Knoppenbeld van de raad van bestuur van Nedlloyd: „Alle Nedlloyd-schepen varen onder Ne derlandse vlag. Als wij schepen niet econo misch verantwoord kunnen laten varen, verkopen wij ze. Als lijnvaart-rederij on dervinden we in Europa niet zoveel con currentie. Wat betreft kostenpatroon ont lopen de Europese rederijen ontlopen elk aar niet veel. De landen die ons het meest concurrentie aandoen zijn Taiwan en Ko rea. Als Nederlanders moeten wij probe ren in de pas te lopen met die landen waar we de concurrentie vandaan zien komen". Net als andere reders is Knoppenbeld nogal terughoudend over het uitvlaggen. „Geen wonder, want het is nogal pijnlijk", zegt een insider uit het rederswereldje ,„maar iedereen doet het, Nedlloyd ook. Die hebben een bedrijf in Hongkong, Mer cury Shipping Cy Ltd heet dat. Ze verko pen hun schepen aan dat bedrijf en charte ren ze dan weer met aan boord goedkope Filippino's en Hongkong-Chinezen. Die schepen komen weer terug in de lijnvaart onder de naam Mercury Zus en Zo". Geconfronteerd met dit verhaal ontkent Knoppenbeld dat Nedlloyd zakelijke be langen in Mercury Shipping heeft: „Ik ken Mercury Shipping alleen als een bedrijf waar wij wel eens schepen charteren, zoals we dat ook wel eens biij andere bedrijven doen als met onze eigen scheepstonnage niet voldoende hebben. Een vrachtrijder huurt tenslotte ook wel eens trucks als-ie veel werk heeft". Vorige week nog verkocht Nedlloyd het 12.000 brt metende schip Nedlloyd Niger aan Mercury Shipping. „Het is verkopen of slopen", zo verklaarde G. van Maanen, directeur van Nedlloyd-rederijdiensten. Een van de oudste rederijen van Neder land is Phs van Ommeren in Rotterdam. Het bedrijf reedt nu nog 23 schepen uit, waarvan 9 onder Nederlandse vlag. Als de Nederlandse overheid de bemanningskos ten niet gaat drukken, dan wil het concern ook die laatste rood-wit-blauw schepen massaal gaan 'uitvlaggen'. Een boete in de vorm van terug te betalen nieuwbouwpre- mies wordt dan voor hef genomen. Zes van de negen schepen zijn bulkcar riers die ook geschikt zijn om met contai ners te varen. Wanneer die schepen ver kocht worden dan gebeurt dat volgens de verkoop-chartermethode, een in de scheep vaart veel gehanteerde methode. 'Bevrien de' investeerders kopen de schepen om ze vervolgens weer te verhuren aan de verko per, in dit geval Van Ommeren. Verkopen op de vrije markt heeft weinig zin omdat de schepen dan voor een weggeefprijs de deur uitmoeten. Uitvlaggen doet Van Ommeren trou wens al langer. Woordvoerder Fokma „Twee van onze droge ladingschepen va ren onder een goedkope vlag. Juist omdat die schepen hoge personeelslasten hebben. Een ander deel van de vloot, kleinere tan kers, vaart al jaren onder Franse vlag, een voudig omdat we op die manier op de Franse markt een sterkere positie hebben. Nederland heeft nu eenmaal een erg kleine thuismarkt en met een Franse vlag op je schip kom je daar makkelijker binnen dan met een Nederlandse". Ook Van Ommeren voelt veel voor het verlagen van de brutolonen. „Een aange past belasting en premieregime", zo meldt het jaarverslag '86. Fokma: „Het beman ningslid zelf merkt er niets van, want het gaat om sociale premies en loonbelasting die afgedragen worden door de werkgever. Het is dus het verschil tussen bruto en netto waarop bespaard moet worden. Ja ren geleden is dat ook gebeurd toen de Ne derlandse bouwbedrijven op grote schaal in het Midden-Oosten actief waren. Die mensen gingen meer dan een jaar weg en betaalden toen minder premie en minder belasting". Bij de Breskense rederij Vroon varen 15 van de 41 schepen onder Nederlandse vlag. Directeur Hoedemaker: „Dat wil niet zeggen dat die andere schepen allemaal onder goedkope vlag varen. Dikwijls gaat het om schepen van andere maatschap pijen waarvoor wij dan het management doen". Volgens hem is het lang niet meer zo makkelijk om schepen in Panama of in Liberia onder te brengen. Hoedemaker: „Die landen heben jaren lang een slecht image gehad. Je kon er je stuurmansdi ploma zo kopen en meer van dat soort ver halen. Dat is nu voorbij. Ze gaan echt strengere eisen stellen, ook aan de kwali teit van de schepen, gewoon omdat ze van die slechte naam af willen". De zwaartransport-rederij Doek Ex press te Rotterdam, een volle dochter van Van Ommeren, heeft twee schepen 'uitge vlagd'. De Doek Express 10 is door de re derij verkocht aan Van Ommeren Frank rijk. Het schip wordt nu gevaren met Franse officieren en een Filippijnse be manning en staat geregistreerd op de Ker guelen Eilanden. „Om puur markttechni sche redenen. Zonder Franse vlag kom je de zwaarbeschermde Franse markt niet binnen", aldus directeur H.M.Bekker De tweede 'vreemde-vlag-boot' van Doek Express is de Doek Express Texas. Dit schip is de vroegere Happy Rider van de de firma Mammoet, een van de concur renten van Doek Express. Bekker: „Dat schip zonk in Amerikaanse wateren. We hébben 'm opgevist en omdat we er op een Amerikaanse werf zoveel keer de waarde aan vertimmerd hebben werd het een Amerikaans schip. Nu hebben de Ver enigde Staten hun eigen handelsbescher ming, de zogenoemde Jones-Act. Die houdt ondermeer in dat je alleen met Amerikaanse schepen tussen Amerikaanse havens mag varen. Met Doek Express Te xas zijn we op een aardige manier de markt daar binnen gekomen". De Nederlandse reders zijn niet de enigen die hun heil in den vreemde zoeken. De Belgische rederij Compagnie Maritime Beige heeft gedreigd twaalf schepen te ver kopen. 'Sluiten of uitvlaggen, een andere keus is er niet", aldus een CMB-zegsman. De staatsrederij bracht al twee schepen onder de Hongkong-vlag. Onder druk van de reders en de vakbonden heeft de Belgi sche regering besloten om met Luxemburg in zee te gaan. Het land wordt de wijk plaats, voor de Belgische koopvaardijvloot. Luxemburg voorziet in een eigen scheep vaartregister met goedkope vlag-facilitei- ten. De Noren doen precies hetzelfde. Per 1 juli treedt er in Noorwegen een nieuw 'goedkoop scheepvaartregister' in werking. De Norvegian Shipowners Association vindt dat ook buitenlandse reders toegang tot dit register moeten krijgen. De Noorse regering gaat er vanuit dat het register ex tra werkgelegenheid kan aantrekken. Het instellen van een 'open register' lijkt ook voor Nederland een alternatief. De Nederlandse vereniging van Kapiteins ter Koopvaardij heeft zich al een voorstander van die mogelijkheid getoond. Voorzitter J. de Jager: „Zo'n register kan de vlucht naar het buitenland stilzetten, waardoor werkgelegenheid behouden blijft". Een bemanning die gehonoreerd wordt volgens het loonpeil van de derde wereld landen. Het zijn niet alleen Spanjaarden, Filippino's en Hongkong-Chinezen die best voor een lager brutoloon willen varen. Ook de Poolse zeelieden bieden zich aan, mits de maatschappijen maar in dollars betalen. Varen met het loonpeil van derde wereldlanden betekent een besparing van 1,5 miljoen per schip per jaar. „En met een tanker of een bulkcarrier rondvaren kan iedereen", zo redeneert men in scheep vaartkringen. Goedkope vlag-rederijen passen die filoso fie in de praktijk toe. In de internationale scheepvaart doen zich de meest vreemde taferelen voor. Zo kan het gebeuren dat een broker, een scheepsbemiddelaar, een aantal schepen om zich heen verzamelt: een redertje hier, een redertje daar. De man beschikt over een bureau, een telex en een paar telefoons. Hij belt in Oslo het kantoor van Norwegian Ships Manage ment. Dit boekingsbureau voor bemannin gen, een crewing office, voorziet meer dan 100 schepen regelmatig van bemanningen. Het bureau heeft agenten in Hongkong, Manila, Seoel en in andere goedkope vlag- staten. Zo kan een schip langs deze weg worden bemand met een Griekse kapitein, stuurlieden uit de Filippijnen en een Bir- maanse bemanning. De kapitein moet van A naar B varen, maar omdat zijn schip via-via gecharterd is weet hij dikwijls niet eens wie de eigenaar is. Dergelijke praktijken doen zich niet al leen voor met doorsnee-koopvaarders, maar ook met chemicaliën- en gastankers. Hans Pey: „Op de Westerschelde zien we technologisch hoogwaardige schepen zoals gastankers binnenkomen met drie, vier man geschoold personeel aan boord. De rest vaart voor een paar dollar per dag, dus kun je niet verwachten dat ze verstand van dat soort schepen hebben". De Nederlandse reders gaan nog niet zo ver al is de verleiding, noodgedwongen, erg groot. Voor een aantal rederijen, zoals Van Ommeren, moet er wat gebeuren. Het ministerie van Verkeer en Water staat erkent de zorg over de positie van de Nederlandse koopvaardij. Toch plaatsen woordvoerders ook vraagtekens bij de noodkreten uit de rederswereld. Een van hen is beleidsambtenaar K.van Hout. In het Dagblad Scheepvaart noemde hij het dreigement van Van Ommeren 'begrijpe lijk, maar onvoldoende'. Van Hout: „Veel hangt af van de eigen voorstellen. Boven dien zal Van Ommeren een deel van de kostenbesparing in eigen huis moeten zien te bereiken. Het gaat niet aan om de reke ning uitsluitend bij de overheid te leggen". Op 11 mei vergaderde de vaste Kamer commissie over de problemen van de Ne derlandse koopvaardij. Bij Van Ommeren is men weinig optimistisch over de resulta ten. De raad van bestuur van Van Omme ren heeft gedreigd om met de hele vloot de Nederlandse vlag te verlaten.Voorzitter W.Brouwer van de raad van bestuur: „Er moet iets gebeuren. We zijn geduldig ge weest, maar we kunnen niet doorgaan met het weggooien van geld van onze aandeel houders".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 25