Doodzonde om te erstoppen RAAD V DE STEM SUPERMENSEN UIT KLEIMODELLEN ÉËMfl ONDERMODE ROMANTISCH OF SPORTIEF 95 ANDEL - AXEL Sinds de tijd van jaegerondergoed en gepantserde corsetten is er veel veranderd. De body-fashion -jargon voor ondermode- heeft niets meer met lompe degelijkheid te maken. Ondermode is, zij het dan niet meer letterlijk, adembenemend. Doodzonde om die te verstoppen. Voor zomer 1987 zullen modegevoelige vrouwen laten zien wat ze om lijf en leden hebben. Gratis! inschr prijskaarting Gezellige bint II STRAAT 19-TEL. 01155-13 Bloedstollend mooi zijn ze. En adembenemend echt. Verlokkende vrouwen met lange wimpers, blonde krullen en perfecte rondingen: de modepoppen die in een atelier in het Belgische Zaventem worden gecreëerd. 1 VRIJDAG 15 ME11987 IER EN - DREBBELSTRAAT 10 bmiddag geopend - vrijdag koopavond JjRG - MARKT 12 ■gesloten - woensdag koopavond Werkgr. Brabant: ser. m/v rel. 013-671746/01805-36 tje nog ge Ber- reutjes, imming. ups, uit stamb., 1 kind man om elatle op ssen de ype, wel snvriend. WIJ verzoeken advert ders, die adverteren brieven onder numrnf toezeggen: „foto's retourneren en/of alt zullen antwoorden toezeggingen ook o werkelijk na te komen Café d'Ouwe Sm Zandstr. 77 b.z.r. en jokeren. A 14.30 u. op za. 16 mei zat. 16 mei om 20 uur/ de Kroon, St. Janstee1 de zaak professioneel aan, ;ns naar een kleine greep sle programma elektrisch Voor de meeste vakmense rip. En, voor diegenen die SU ■n hebben wij een voorstel. Star-machine, en test baai week uit. an nog niet overtuigd, krijgt OEI lien zit op alle Star-machfl laanden fabrieksgarantie*. Neelj |nog de proef op de ~j~l prof op de proef bij: kgÖj tolhonij Wileis. VELE SOORTEN MACHINES. Door Marlise de Jong Vele al dan niet vergeten mannen hebben bijgedragen aan de bevrijding van het vrouwenlichaam. Een van de bekendste is wellicht de Franse ontwerper Paul Poiret. Hij verloste onze grootmoeders begin deze eeuw uit hun keurslijf. Dat betekent niet dat alle leed voorgoed geleden was. Voor wat de ondermodemode betreft. Tijdens de Roaring Twenties was een jongensachtig figuur de grote mode. De charleston werd gedanst in een recht corselet die de borsten plat drukte. De jarretelgordel deed zijn intrede en later de voorgevormde beha die rond 1960 zo puntig mogelijk moest zijn. Daarna kwam de inzinking, die lang zou duren. De trend om ondermode te promoveren tot bovenmode is pas drie seizoenen terug schoorvoetend op gang gekomen. Madonna gaf de voorzet, haar jonge fans scoorden een trend. Deze opmerkelijk manoeuvre op het body-fashion-veld was voor fabrikanten van ondermode het sein om de markt grondig te bewerken. Want daar zat behoorlijk de klad in. Verkoopmanager J. van Nijendal en zijn public-reiations-assistente Brigitte Volkers van Hunkemöller beamen dat. „Ondergoed is lang sluitpost in het kledingbudget geweest. Het kon niemand wat schelen. Het was noodzakelijk kwaad. Niemand zag het. Het was verspilling om daar geld aan uit te geven. Kon wel beter gebruikt worden". VRIJHEID Profiteren van de gouden jaren zestig deed de ondermode-fabrikant evenmin. Ook Hunkemöller -met in totaal 82 vestigigingen in Nederland en een gemiddeld marktaandeel van twintig procent- niet. Het waren de jaren van Flower Power, vrijheid, geen taboes. Het beha-loos tijdperk. Het was van korte duur en weggelegd voor een betrekkelijk kleine groep vrouwen. Afgezien hiervan blijken vrouwen toch niet zo beha-mindend te zijn. Ze hebben een hekel aan zoeken en zeker aan passen en om die reden nemen ze al gauw genoegen met ieder willekeurig exemplaar dat in hun ogen acceptabel is. Het liefst in een huidkleur omdat de beha dan praktisch onder iedere kleur kleding kan worden gedragen. Het kopen van een nieuwe wordt zo lang mogelijk uitgesteld. Eventueel wordt er een jaar later voor 't gemak nog precies zo'n zelfde beha bijgekocht. ROULATIE Volgens HunkemoTler-man Van Nijendaal werd vijfjaar geleden het dieptepunt bereikt. De vrouw kocht toen nog maar één beha per jaar. Een volstrekt onbegrijpelijk zaak, maar uit een onderzoek kwam niet alleen dat aan het licht. Ook dat de vrouw drie beha's in roulatie heeft: een aan, een in de was, een schoon in de kast. Conclusie: de vrouw doet met een beha drie jaar of langer. Die keiharde cijfers logen er niet om. „De slip bleef wel in de gratie. En om een willekeurig voorbeeld te geven: in 1976 kochten moeders gemiddeld per jaar vijf slips van acht negen gulden per stuk, dochterlief kocht er 23 van pakweg twee tot drie gulden. Deze marktbeweging zette de ondermode-fabrikant aan het denken. Moeder kocht slips om de simpele functie, die onderbroeken plegen te hebben. Dochters omdat ze vaak verschillende leuke onderbroekjes wensten aan te schieten. KLEURTJES En wat voor slips gold, moest ook opgaan voor beha's. De busteophouder onderging op alle fronten een metamorfose: andere, nog betere vormgeving, kleurtjes, broderie, kant, ruches, tule, etcetera. Het droeg bij tot meer belangstelling voor ondermode. QELD „De niewe body-fashion is zo toonbaar, zo leuk, zo opwindend, dat het zonde is om die nog langer te verstoppen. Er zijn volgens de ondermode-fabrikant meer aspecten, die een rol spelen in de toegenomen interesse voor body- fashion. „De strakker wordende mode laat meer van de lichaamscontouren zien en vraagt om goede, corrigerende en modische body-fashion. En mensen hebben daar weer geld voor over". De blonde verleidsters Door Jos Cortenraad I n het atelier van New John Nissen Mannequins worden de supervrouwen tot leven gewekt. Bij tientallen, bij honderden. Van hieruit gaan ze de wijde wereld in. Naar Tokio, New York, Parijs, Amsterdam, Londen, Sydney en Wenen. De blanke slavinnen van het modevak. Hier worden ze gefabriceerd, of beter gezegd, gecreëerd. Want het maken van modepoppen is een artistiek ambacht, een vorm van toegepaste kunst. Vraag het maar aan Alex Thorup, de geestelijke vader van al die schoonheden. „Ik ben beeldend kunstenaar", zegt hij. „Hier staat geen enkele machine; daar kunnen we hier niets mee doen. Alles is puur handwerk. We ontwerpen met klei". Hij werkt met vijf assistenten. Ook allemaal opgeleide beeldhouwers of kunstenaars. Een groot deel van zijn werk bestaat uit reizen. „Elk jaar reis ik de wereld af", zegt hij. „Dan bezoek ik de grote modecentra. Tot in Australië toe. En overal waar ik kom hou ik mijn ogen open, want mijn vak bestaat uit kijken. Dat is een soort tweede natuur van mij geworden. Ik let dan op de mode, op de manier waarop mensen lopen. Ik probeer nieuwe trends te ontdekken. Natuurlijk lees ik ook modebladen en praat ik met klanten. Maar het belangrijkste is het kijken. Al die informatie gooi ik als het ware in een grote ketel en dat laat ik gisten. Ik vergelijk het met theater. Mode is theater, expressie. Langzaam ontstaat dan het idee voor een nieuw ontwerp van onze poppen". Hij noemt een voorbeeld: „Nu zie je nog veel punk, maar in het ontwerp dat binnenkort op markt komt, zie je daar niets van terug. Punk is voorbij. Nu komt weer de trend van het vrolijke, het levendige. De tijd van donkere ogen en donkere kleding, het introverte is voorbij. Daar moeten we op inspelen. Dus maken we poppen die die levendigheid uitstralen. Met lichte make-up, langer haar en lichte ogen". IJZERDRAAD Na zijn reizen keert Alex terug naar Zaventem om er meteen achter de ontwerptafel te kruipen. Pen of potlood komen er niet aan te pas. „ik begin met een stuk ijzerdraad. Daar stop ik mijn idee in en zo maak ik de basis. Samen met mijn vijf assistenten werk ik dat verder uit". Eerst wordt van klei met eenvoudige spatels een hoofd ontworpen. „Het hoofd is het belangrijkste van de pop. Daar zit ook het meeste werk in". In het atelier worden ook van klei en gips de mallen ontworpen voor de romp, benen en armen. Als dat karwei klaar is gaan de mallen naar de produktie-afdeling waar de vormen gekopieerd worden. In de mallen wordt plastic gegoten, verstevigd met glasfiber. Pas als de verschillende onderdelen van de pop klaar zijn, begint het eigenlijke werk. LEVENSECHT In de werkplaats waar de hoofden terecht komen, werken uitsluitend mensen meteen kunstzinnige opleiding. Nylon-haar wordt ingeplant door gediplomeerde kapsters en visagistes brengen met verf de geraffineerde make-up aan. Twee 'mannequin»gestyleerd naar de nieuwste trend: vrolijk en levendig. De ogen krijgen extra aandacht want, zegt Thorup, de ogen maken een pop levensecht. „We proberen een etalagepop precies op een mens te laten lijken. Anatomisch lukt dat wel. Maar met het hoofd en de gezichtsuitdrukking is dat wel wat moeilijker". De poppen worden elk jaar aan het modebeeld aangepast. Thorup maakt twee verschillende series per jaar. Méér is volgens hem onmogelijk, want het maken van een ontwerp is zeer arbeidsintensief. „Het is belangrijk dat je het modebeeld heel goed bijhoudt en inspeelt op de toekomst. Als de kokerrok bijvoorbeeld weer in zwang komt dan moeten we natuurlijk geen poppen maken met de benen wijd uit elkaar, want dat kan niet". LINGERIE Alex Thorup werd geboren in Denemarken, maar werkt al zo'n veertien jaar in België. Hij kwam met zijn landgenoot John Nissen naar Zaventem waar het bedrijf opgericht werd. Nissen is inmiddels teruggekeerd naar Denemarken, maar Thorup is gebleven om de mannequins telkens weer nieuw i leven in te blazen. Zijn assortiment namaakmensen is groot. Er zijn poppen bij die speciaal geschikt zijn voor het showen van lingerie. Andere die ontworpen zijn voor avondkleding. Hij heeft ook hele series kinderpoppen en mannenpoppen. „Vorig jaar hadden we iets heel speciaals", vertelt Thorup. „De zogenaamde body- tech. Dat waren zeer hoekige, mannelijke modellen waar de agressiviteit van af straalde. Stoere kleding was toen in en bij stoere kleding horen natuurlijk stoere mannequins". GRIEZELFILM Op de afdeling waar de benen en armen geverfd worden, waan je je midden in een griezelfilm vol zwevende ledematen. Aan tientallen touwtjes hangen armen en benen, die langzaam door de verfspuitcabine gevoerd worden. In de hal verderop worden de poppen met chirurgische precisie in elkaar gezet. Dan worden de gewrichten getest en worden de roerloze schoonheden als bruiden van Dracula in dozen verpakt. Maar vóór zijn 'kinderen' het bedrijf verlaten, heeft Alex ze nog één keer van top tot teen met een kritisch oog bekeken. „Ik ben weliswaar de ontwerper", zegt hij, „maar ik wil het hele proces volgen. Het is immers een creatie van jezelf, je wilt toch zien of jouw idee werkelijkheid is geworden". RENOVEREN Een etalagepop kost tussen de duizend en 1800 gulden. Duur, omdat de grote modezaken praktisch elk jaar nieuwe poppen bestellen. Alex Thorup heeft er geen idee van hoeveel poppen jaarlijks de deur uit gaan. „Het zijn er duizenden. Maar dat interesseert me verder niét. Mijn vak is ontwerper. Er zijn wel meer bedrijven die etalagepoppen maken, maar ons bedrijf is een van de weinige waar alles met de hand gebeurt. Als je het zo bekijkt is een pop niet duur. We renoveren ook wel 'mannequins'. Zetten er een nieuw hoofd of een nieuw kapsel op. Als lang haar verlangd wordt, vervangen we gewoon de pruik". Plastic mannequins, elk seizoen opnieuw de kapstokken voor een nieuwe moderage. „Ik denk inderdaad dat wij ons steentje bijdragen aan de ontwikkeling van de mode", zegt Thorup. „Wij maken de mens, die de mode verlangt". FOTO'S WILNILWIK I

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 15