VLUG NAAR DE VIJFDE VERSNELLING EN RACEN MAAR NDE LUCHT, DE KRAKER 1 DE STEM VAN ZEELAND 4 WOENSDAG 6 ME11987 »-se (oppen I 1495 Het aantal ongevallen in Zeeuwsch-Vlaanderen stijgt. Landelijk gezien scoort het zuidwestelijk deel van Nederland hoog. Veel ongelukken zijn te wijten aan te hard rijden. Vaak onverantwoord hard. Immers, Zeeuwsch-Vlaanderen kent slechts tweebaanswegen. Dus veel inhalen op wegen die niet altijd even overzichtelijk zijn, met alle noodlottige I gevolgen vandien. [Volgens Geert Doosje, adjudant van de rijkspolitie groep West- I Zeeuwsch-Vlaanderen, win je in de regio nauwelijks tijd door hard te rijden. „Het scheelt hooguit een paar minuten". |üe proef op de som. Gevaarlijk Stroom auto's LST EUZEN 'BURG >ra ook jóu een zorg Stoplichten Uitermate boch tig Slagbomen Zeer drukke route De boot halen Hard rijden onverantwoord T20 Heeft iedereen dan zo'n haast? kstraat 48 1100-14863 jrg 14-16 11180-35275 lat 28 11150-13904 88 11184-16400 in de Steelant Mavo. Is dat wel zo? De Stem-verslaggevers Romain van Damme en Emile ICalon probeerden het maandag uit. Met de aantekening dat de twee [journalisten de beschikking hebben over 'middenklassertjes'. Een Opel (Kadett (diesel 1.6) en een VW Polo. Door Emile Calon fn Romain van Damme _„j spreken af bij het kantoor [van De Stem in de Terneuzense Nieuwstraat. Om acht uur. Rond dat tijdstip is er immers liet nodige verkeer op de weg. Emile houdt zich deze dag aan He verkeersregels. Dus niet harder dan tachtig op de rijks- Legen, vijftig in de dorpsker ken en zeventig waar dat aan gegeven staat. Romain drukt het gaspedaal stevig in. Borden Inet 50 en 70 zijn deze keer niet [aan hem besteed. Zeeuwsch- flaanderen als racebaan. Het eerste traject. Van Ter- peuzen naar Sluis. ;omain: Ik heb haast. De erger lis komt snel. Bij het nemen an het sluizencomplex moet ik inhouden. Daar passeren is nverantivoord. Pas als het ver keerslicht richting Hoek geno ten is, kan ik aan inhalen den- fen. Daar gaat-ie dan. Ik pos ter twee auto's, gooi 'hem in lijn vijf en moet dan alweer af- nmen. Een vrachtwagen. Te- naar de vier, voorbij de ichtwagen en op de rem. Het irkeerslicht bij Hoek is rood. i kijk in mijn spiegel. Emile at achter me. Groen. Ik zit snel op 120 kilo- eter. Maar dat duurt niet (ny Weer een vrachtwagen. ee keer ga ik naar links, twee jser moet ik snel terug. Geluk- de vmchtwagen gaat links- De Paulinauieg op. Voor me (ft de rijksweg. Eindelijk kan doorgereden worden. De ielheidsmeter geeft zelfs even ISO aan. Het gaat goed. Ik pas- '|er nog eens twee auto's. Bij het kruispunt Parkzicht IJzendijke ga ik rechtsaf. phting Oostburg. Ik erger me en en geel. Voor me rijdt een (to nauwelijks zestig. Die man et blijkbaar niet dat een auto r versnellingen heeft. Ik kan niet voorbij. Met al die boch- is de weg zo onoverzichte- |fc dat de risico's te groot zijn. Ij Waterlandkerkje waag ik hét er op. Ik ben er voorbij. Echt hard rijden is er op deze weg niet bij. Dat wordt anders als ik Oost burg, met ruim tachtig per uur door het dorp, genomen heb. Ha, dat ziet er goed uit. Geen auto te zien en een rechte weg. In 'zijn vijf en racen maar. Tussen de 130 en 140, Achteloos passeer ik een paar auto's. Bij het kruispunt Draaibrug moet ik aardig op de rem trappen. De weg daar maakt een 'knik'. Nu begrijp ik waarom er daar veel ongelukken gebeuren. Sluis komt in zicht. Rechtsaf, het stadje in. Bij de molen krijgt de motor na ongeveer veertig kilo meter rust. Ik druk de stop watch in. Na vijf minuten en acht seconden verschijnt de VW Polo. Emile: Zacht rijden, oftewel je aan de regels houden. Niet een dagelijkse bezigheid, maar ik krijg er al snel plezier in. Tot Hoek zie ik Romain de meest wilde capriolen maken zonder echt terrein te winnen. Ook bij de eerste Braakmandijk zie ik hem nog steeds voor mij, maar als ik de tweede dijk over ben, is hij verdwenen. Talloze auto's passeren mij. Het lijkt wel of de snelheidsregels alleen voor mij zijn gemaakt. Bij Biervliet haal ik echter een auto in. Die rijdt nog geen 70. Waarschijnlijk een boer die meer oog heeft voor het land dan de weg. Bij een snel heid van 80 heb ik ook nog alle gelegenheid om links en rechts te kijken. Niet te veel natuur lijk, want er rijden tractors op de weg en zelfs met mijn gema tigde snelheid zit je er zo boven op. Wanneer ik Oostburg bin- nenrij zit er een racer achter mij. Hij komt bijna op mijn bumper zitten maar een kleine tik op de rem zorgt er voor dat hij een iets grotere afstand neemt. In de Nieuwstraat ziet hij zijn kans en scheurt voorbij. Tot bij Sluis is er verder wei nig bijzonders te melden. Het is zeer rustig op de weg, voor mij rijdt ook iemand die weet dat je maar 80 mag rijden. Bij de Sluise molen staat mijn collega met zijn stopwatch. We bespre ken onze ervaringen en beslui ten naar Breskens te rijden. Het tweede traject. Sluis-Bres- kens via het gevaarlijke kruis punt Potjes, Nieuwvliet en Groede. We moeten de pont van vijf voor half tien halen. We vertrekken omstreeks negen uur. Romain: Een 'rustig ritje'. Ik passeer drie auto's. Niets aan de hand. Met 130 richting Bres kens. Verbazing, nee, verbijste ring is beter, in de buurt van Nieuwvliet. Een BMW passeert me. Ik rij 135. Groede neem ik met negentig per uur. Bij Boe renkol trap ik niet eens op de rem. Het parkeerterrein bij de boot is zo bereikt. Daar moet ik drie minuten en veertien secon den wachten. Emile: Voor Potjes even iets af remmen. Je mag daar maar 70, een terechte beslissing want dat kruispunt heeft de autosloper al heel wat wrakken opgeleverd. Ik vraag me echter af wie zich iets van die borden aantrekt. In Groede passeert een auto mij vlak voor het zebrapad. Nu ik. mij braaf aan de regels houd, valt het mij pas op hoe hard, en vaak onverantwoord, er overal wordt gereden. Heeft iedereen dan zo'n Iiaast? Ik ben op tijd bij de pont. Het derde traject. Van Bres kens via Schoondijke naar Ter- neuzen. Ongeveer 35 kilometer. We besluiten bij de oprit na het viaduct te gaan staan. Eerst la ten we een 'stroom auto's van de pont' passeren en voegen dan in. Romain: Op het stukje vier baans pak ik redelijk wat auto's. Door lichtseinen te ge ven 'veeg ik de linkerrijstrook schoon'. Het gaat hard. Tot ik naar rechts moet bij het kruis punt Roofac naar Groede. Van 140 naar krap 80. Het wordt 'sla lommen'. Passeren, remmen, vlak achter je voorganger rij- 'Wat heb ik nu in totaal gewonnen?', vraagt Romain zich schriftelijk af. den en weer passeren. Dat gaat zo door tot Schoondijke. Het dorp duik ik met tachtig in. Bij de rotonde passeer ik langs de binnenkant een auto. Als het bord einde bebouwde kom ver schijnt, zit ik alweer op 100. Het gaat goed tot Biervliet. Daar breekt het ritme. Ik moet terug naar negentig. Tussen Biervliet en De Braakman passeren gaat niet. Opvallend is wel dat de automobilist voor me steeds sneller gaat rijden. Ik jaag hem op tot 120. Tot aan de Nieuw straat in Terneuzen verder geen problemen. Al is het even schrikken als ik pal achter me twee motoragenten zie opdui ken. Ze rijden door. De auto aan de kant en wachten. Deze keer zes minuten en acht seconden. Emile: De auto's die van de boot komen scheuren mij voorbij. Net na Roofac moet ik ook op de rem staan. Een Mercedes dringt voor mij de rechter rijbaan op, net voor het einde van de vier- baansweg. Verder gaat het rus- et rijbewijs" Cursusprijs BMW of op de Honda g met portofoon omputer voor je vrij, bel voor aanmeld ^en - Telefoon 01150-18191 tel. 01140-13243 tel. 01150-94116 >t 2, tel. 01170-5007 Stort uw Mrajf] postgiro 5050» bankgiro 70.70.7»] I Nederlandse sclchj» Leprabestrijding'Ai tig naar Schoondijke. Daar haal ik de staart van de 'bootfile' in. Bij IJzendijke staat een lifter. Even stoppen, ik verlies tijd, maar ik maak iemand anders blij, want hij staat er al ge ruime tijd en het begint te rege nen. Hij stapt uit bij Biervliet en ik kan mijn weg weer alleen vervolgen. Een tractor zorgt voor de nodige vertraging. Ook de verkeerslichten bij Hoek en Terneuzen werken niet in mijn voordeel. Als ik het 'tijdverlies' veroorzaakt door de lifter af trek, valt alles nog mee als ik stop in Terneuzen. Het vierde traject. We kiezen voor Terneuzen-Koewacht. Via Spui, Magrette, Axel, Drie- schouwen en de Bontekoe. Ook hier flink wat stoplichten en mogelijke snelheidscontroles. Romain: Het begint al goed. Ik slaag er niet in Emile van me af te schudden. Telkens neem ik voorsprong, maar bij de ver keerslichten op de Guido Gezel- lelaan duikt hij telkens vrolijk naast me op. Bij Spui en Ma grette hou ik me toch maar wat in. De 'pakkans' op deze route is vrij groot. Toch rij ik nog veel te hard door die gehuchten. Vlak bij Axel moet ik fors rem men als een auto voor me de weg opschiet. Luid toeterend passeer ik. En plots realiseer ik me dat ik snel geïrriteerd ben. Als iemand niet harder rijdt dan negentig, erger ik me. 'Schiet toch eens op'. Bij het bord Koewacht ga ik aan de kant van de weg staan. Ik win precies twee minuten en zestien seconden. Niet veel. Maar dat kan ook niet op een weg die al leen maar uit bochten bestaat. Emile: De verkeerslichten in Terneuzen werken in mijn voordeel. Tussen Terneuzen en Axel word ik vele malen gepas seerd. Na Axel moet ik naar mijn gevoel lang wachten voor het verkeerslicht. Controle op de klok wijst echter uit dat mijn auto precies 27 seconden stil stond. Dan naar Koewacht. Een schitterende maar gevaar lijke weg. Het verschil tussen ons tweeën is minimaal en ik hoef niet bang te zijn dat ik over enige tijd een aanslag van de politie in mijn brievenbus vind. Parkeerterrein in Per kpolder. Romain laat Emile weten dat hij 'al' twee minuten en 35 seconden staat te wachten A r Het vijfde traject is niet zo lang. Van Koewacht naar het Stern-kantoor in Hulst. Niet lang, maar evenals het vorige traject uitermate bochtig en lange stukken door de be bouwde kom en aan het eind wederom enkele verkeerslich ten. Romain: Harder dan honderd kan voor mijn gevoel absoluut niet. Dit is iets voor een auto coureur. Remmen, bocht in, gas geven, remmen enzovoorts. Bo vendien wordt je regelmatig geconfronteerd met borden waarop 50 staat. Net na Heikant wordt mijn rijhelft geblok keerd door een SRV-wagen. De bestuurder maant me tot kalm te. Maar ik heb haast. Ik ivil zo snel mogelijk in Hulst zijn. Daar aangekomen blijkt dat ik slechts een minuut en 35 secon den op Emile moet wachten. Emile: Een Engelsman voor mij rijdt tussen Heikant en Sint Jansteen maar 70. Opvallend genoeg erger ik mij niet. De weg aldaar laat feitelijk harder rijden ook niet toe. Zeker niet omdat daar veel fietsers rijden en uit ervaring weet ik hoe hin derlijk, en ook nog gevaarlijk, het is als auto's hard langs fiet sers scheuren. Ook de verkeers lichten bij Hulst houden er geen rekening mee dat ik aan een onderzoek doe. Als het groen is, zit ik achter enkele Belgen. Oppassen geblazen dus. En ja hoor, vlak voor Hulst stopt er een Belg en bestudeert uitgebreid de ANWB-borden. Het zesde traject leidt naar de brug bij Sas van Gent. We spreken bij de brug over het Kanaal te klokken. Het kan immers gebeuren dat de slag bomen net naar beneden gaan als de hardrijder gepasseerd is en de ander moet wachten. En dat kan lang duren. Romain: Op zich een prima weg om het gaspedaal eens goed te beroeren. Maar een paar vrachtvxigens houden de boel op. Emile kan me lang volgen. Pas bij Absdale krijg ik de ruimte. Dat duurt tot Axel. Daar duikt de onvermijdelijke tractor op. Daar moeten ze toch maar eens aparte wegen voor aanleggen. Als de tractor gepas seerd is, gaat het vlot. Bij de brug is mijn winst twee minu ten en 39 seconden. Emile: Wederom lijken de ver keersregels alleen voor mij ge maakt. En nergens is politie te zien die zorgt dat mijn 'verlies' binnen de perken blijft. Het verkeerslicht bij Axel begrijpt dat er een 'wedstrijd' gaande is. Daarna kom ik op de snelweg naar Gent. Even het gaspedaal in, want ik mag hier honderd. De zevende en voorlaatste rou te. De brug bij Sas over en langs het kanaal naar Terneu zen. Naar het kantoor van Dag blad De Stem. Via het sluizen complex te bereiken. Een zeer drukke route. Tijdens het bie tenseizoen ook een zeer gevaar lij ke. Romain: Verdorie. Net voor mij draait een politie-busje de weg naar Terneuzen op. Nee, ik doe het niet. Ik blijf er achter. Emile rijdt lachend achter me. Geluk kig. De politie neemt de weg naar Philippine. Ik begin met een aan een paar inhaalmanou- vres. Emile verdwijnt uit het achteruitkijkspiegeltje. Ik rij hard. Passeer wagens alsof ze stil staan en neem laag vlie gend' de sluizen. Maar wat blijkt, de winst is praktisch nul. Juist op het moment dat ik wat aantekeningen wil maken, komt de VW Polo er aan. Ik sta precies 46 seconden stil. Emile: Mijn wens gaat in ver vulling. Politie, maar die heb ik juist hier niet nodig. Het is zo druk dat passeren toch niet goed mogelijk is. Als ze doorrij den naar Terneuzen, kunnen ze nog zorgen voor een niet al te groot tijdverlies. Ze slaan ech ter af en wederom 'vliegen' ze langs mij. Het laatste traject. Van Ter neuzen naar de veerhaven bij Perkpolder. Via Zaamslag. Een druk bereden weg, waar de po litie zeer gaarne haar appara tuur langs de kant zet. Ook dit is een gevaarlijke route, voor een flink deel over een dijk en tijdens windkracht zeven is dat niet de prettigste route. Wij rij den tijdens de avondspits. Zeer veel automobilisten willen de boot halen en ook velen keren terug naar Terneuzen. Romain: Op de Guido Gezelle- laan zit het me deze keer mee. De verkeerslichten lachen me groen toe. Op naar Perkpolder dan. Voor de hardrijder een ware lijdensweg. Nog voor Zaamslag neem ik me voor nooit meer zo hard te rijden. Het is constant 'randje rijden'. Zo passeer ik met veel risico een vrachtwagen en een 'Duitser'. Ik kan net op tijd naar rechts. Het haalt allemaal weinig uit. Bij Kuitaart, waar je 50 mag, moet ik op de rem. Een tractor. Als ik in mijn spiegeltje kijk, zie ik de vrachtwagen en de 'Duitser' achter me rijden. Op de vier baans voor de pont geef ik nog eens goed gas en draai even ja- ter het winderige parkeerter rein op. Ik hoef niet lang te wachten. Emile komt er twee minuten en 35 seconden later Emile: Ik bof dat ik maar 80 hoef te rijden. Vanaf Zaamslag tot aan Terhole zit ik in een 'snel rijdende file'. De kilome terteller komt bijna niet boven de 75. Ik ben gerust. Hier verlies ik weinig tot niets. Alleen dat stukje vierbaansweg nog. Als ik daar rij heb ik geen zin om har der dan 90 te gaan. 'Langzaam' rijden went en als ik mijn tijdsverlies hoor, vindt ik dat'ik beslist niet verloren heb. Veilig aankomen is toch ook heel wat, bovendien ben ik nog redelijk fris. Romain ziet er moe uit, ën we moeten ons verhaal nog ma ken. Hard rijden blijkt in Zeeuwsch- Vlaanderen nauwe- f lïjkszin te hebben. - rows de stew/cotu debosb I TERNEUZEN - Scheuren door Zeeuwsch-Vlaande- ren. Wat levert dat precies op als je de verkeersregels aan je laars lapt? Een tijdwinst van enkele 'gevaar- lijke' minuten. J In totaal reden we ruim 185 kilometer. De tijdwinst: 23 mi- nuten en 47 seconden, verdeeld over zeven trajecten. Ge- 2 middeld is dat iets meer dan drie minuten, met de aanteke- ningdater verschrikkelijk hard geredenis. Regelmatig dik boven de 120, De meeste winst is geboekt in West-Zeeuwsch-Vlaande- f ren tijdens de rustige uren. Er was weinig landbouwver- A keer op de weg, geen zondagsrijders en uiteraard nog geen g toeristenverkeer. Het zal duidelijk zijn dat er tijdens de zomermaanden in g deze streek absoluut niet hard gereden kan worden. Dat 5 vergt onverantwoorde risico's. Trouwens, ook als het niet g druk is, zijn de risico's groot. Het vlakke polderland is meer S dan eens bedrieglijk. De tegenliggers zijn veel sneller bij je dan j e denkt De bomen langs de wegen zorgen er boven- s, dien ook voor dat er van overzichtelijkheid weinig sprake is. In heel Zeeuwsch-Vlaanderen zijn er weinig stukken die 2 echt goed te overzien zijn. Auto's met een donkere kleur vallen bij na niet op. Dat f geldt ook voor groene auto's die als het ware gecamoufleerd zijn. Ze duiken pas op het laatste moment voor je op. In Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen en de Kanaalzone was het 2 tijdverschil miniem. In dat deel van de regio was er meer g verkeer. Het meest lastige stuk was de weg van Terneuzen 2 via Zaamslag naar de boot in Perkpolder. Daar Vliegt' vrij- f wel iedereen in een poging de boot nog te halen. Dat moet wel tot levensgevaarlijke situaties leiden. Hard rijden op dat traject is vragen om moeilijkheden. De slotconclusie Is dan ook dat het wegennet in Zeeuwsch-Vlaanderen zich niet leent voor hard rijden. Al- tij d kans op tegenliggers, veel landbouwverkeer, regelma- f Ug een stevige bries en onoverzichtelijk.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 23