zer op
ijkheid
Winstgevendheid banken verbeterd
Dekker wil goede kennis op juiste plaats brengen
DUISENBERG: KABINET LUBBERS VEEL TE OPTIMISTISCE
Biljet f 250 wordt opgepot
SOCIAAL BEKEKEN
FINANCIËN
50 cent per dag
DE STEM FINANCIËN/ECONOMIE WOENSDAG 29 APRIL 1987
Met de lonen gaat het te hard en de overheid be
zuinigt niet genoeg. Met die vertrouwde bood
schap, verpakt in een nieuwe huisstijl, heeft pre
sident dr. W. Duisenberg van De Nederlandsche
Bank zijn jaarlijkse verslag gepresenteerd.
Onze loonkosten en
die van anderen
25 miljard
Harde gulden
Bedreiging
Tanende winsten
TECHNOLOGIE-RAPPORT BEZEM DIE ZAKEN BUEEN VEEGT
Subsidies
Werknemers als aandeelhouder
NIEUWSOVERZICHT
AEG klimt weer uit het dal
Unilever voorziet vooruitgang
Makro naar Argentinië en Taiwan
1
American Cryonics So-
e lichaamsdelen bewaard
Associated Press
ife en andere leden van
!ty is het invriezen van
»ische en aantrekkelijke
;honloper, gelooft dat hij via
cryonie' ooit weer in een jon-
;ere versie tot leven gebracht
can worden. Argumenten
lat leven na de dood onna-
uurlijk en immoreel zou zijn
vijst hij van de hand. „Na-
.uurlijk spelen wij voor God.
Dat doen we ook als we een
ïarttransplantatie verrich-
en, of als we onze tanden
joetsen", zegt hij.
In het vrieshuis van
rrans-Time liggen de herse-
ïen van de 15-jarige Patricia
Wilson, die in 1968 werd ver-
noord. Haar vader, science
'iction schrijver Robert Wil
son, vertelt dat de familie tot
ie stap had besloten „om ons
geloof in het leven tot uit-
irukking te brengen en onze
afwijzing van de noncha-
ante manier waarop moord
jn dood in onze maatschappij
ivorden geaccepteerd".
3uaife zegt dat Patricias
lersenen en hun herinnerin-
»en werden bewaard in de
loop dat de wetenschap ooit
jen manier zou vinden om
jen mens te creëren „die we
zenlijk overeenkomt met Pa
tricia Wilson".
lackson Zinn, de voorzitter
ran de vereniging, is een van
ie weinigen die alleen zijn
hersenen wil laten invriezen.
Vooral omdat dat goedkoper
hersenen kosten 50.000
dollar, terwijl voor het hele
lichaam 125.000 dollar moet
worden neergeteld. Quaife
heeft zijn 'voortbestaan' ge
regeld via zijn levensverze
kering. „Vijftig (dollar)cent
per dag voor onsterfelijk
heid, ik vind het geen gekke
deal".
Als een van de klanten
sterft worden hart en longen
kunstmatig op gang gehou
den. Om de temperatuur te
verlagen wordt ijs rond het
lichaam gelegd, terwijl di
verse chemicaliën worden
ingespotenln een laborato
rium van Trans-Time wordt
het bloed vervangen door een
zoutoplossing, en daarna
door een oplossing met glyce
rine om weefselbeschadiging
zoveel mogelijk te voorko
men. Dan gaat het op naar
het onopvallende kleine pak
huis in Oakland, waar het li
chaam met droog ijs (bevro
ren kooldioxide) wordt be
dekt tot het een temperatuur
van -196 graden celsius heeft
bereikt. Daarna wordt het in
een soort folie gewikkeld en
in een zak verpakt. Het ge
heel wordt op vloeibare stik
stof gezet in een stalen cylin
der.
Volgens Quaife is bij een
dergelijke lage temperatuur
de eerste eeuwen geen meet
bare beschadiging mogelijk.
T19
AMSTERDAM (ANP) - De
winstgevendheid van de al
gemene banken en de Ra bo
banken is vorig jaar verbe
terd. Tegenover een daling
van de totale lasten met 4,3
procent stond een toename
van de totale baten met 5,8
procent, waardoor de netto
baten voor belasting met
ruim 50 procent toenamen,
zo staat in het jaarverslag
van De Nederlandsche
Bank.
De opgaande lijn van de winst-
gevendheid van de banken, die
in 1982 begon, heeft zich na een
lichte terugval in 1984 voortge
zet. De Nederlandsche Bank te
kent daar overigens bij aan dat
de winstgevendheid nog geens
zins het niveau evenaart dat in
de tweede helft van de jaren
zeventig werd bereikt.
Ook de eigen-vermogenspo
sitie is verbeterd. Het Neder
landse bankwezen neemt nu
gemiddeld genomen wat solva
biliteit betreft een middenposi
tie in in vergelijking met het
bankwezen in andere lidstaten
van de EG. De Nederlandsche
Bank gaat de solvabiliteitsei-
sen verzwaren, maar daardoor
zal geen bank in de problemen
komen, zo zei president dr. W.
Duisenberg tijdens de toelich
ting op het jaarverslag van de
centrale bank. Hij toonde zich
ook tevreden over de voorzie
ningen die de banken hebben
getroffen op landenrisicoé.
Het totaal aan binnenlandse
liquiditeiten (kort opvraagbare
gelden) steeg vorig jaar met
bijna 3 procent ofwel f 4,4 mil
jard tot f 164,6 miljard. Dit
groeitempo was veel lager dan
in 1985 (9 procent), maar toch
hoger dan de groei van het na
tionale inkomen, met als gevolg
een verdere stijging van de li
quiditeitsquote (het deel van
het nationale inkomen dat li
quide is) met 0,5 procentpunt
tot 44,1 procent.
De binnenlandse liquidi
teitscreatie nam vorig jaar met
f 5,7 miljard toe tot f 13,4 mil
jard. De overheid heeft daar
aan per saldo niet bijgedragen.
In het jaarverslag van de cen
trale bank wordt de liquidi
teitscreatie vooral gelegd bij
het netto geldscheppend bedrijf
van de banken, dat vorig jaar
met 10 procent toenam, hoewel
De Nederlandsche Bank in fe
bruari met de banken was
overeengekomen de geldschep-
ping met niet meer dan 5,5 tot 6
procent te laten groeien. In
middels is afgesproken dat de
groei van de geldschepping
door de banken over 1985 en
1986 niet meer zal zijn dan 11
tot 12 procent.
Beleid berust op drijfzand
Door Louis van de Geijn
Ruimte voor lastenverlichting of het verstrekken van
andere stimulerende middelen aan de wat terugvallende
economie ziet hij nog steeds niet, ook niet op afzienbare
termijn.
Duisenberg is somber, nog
meer dan in voorgaande jaren.
Het meest nog over de opgave
van de regering om het finan
cieringstekort in 1990 tot 5,5%
van het nationale inkomen te
rug te dringen. Om dat te halen
moet het kabinet volgens de
president van de Bank boven
op de overeengekomen 18
miljard de komende jaren nog
eens 5 tot 10 miljard bezui
nigen.
Want het begrotingsbeleid van
Lubbers rust op drijfzand, zo
laat Duisenberg de lezer van
zijn verslag concluderen. Elk
van de uitgangspunten van het
kabinet kan op zichzelf best
uitkomen, maar dat ze alle
maal tegelijk werkelijkheid
worden, is toch wat aan de op
timistische kant, aldus de pre
sident van De Nederlandsche
Bank.
Hij wijst er dan op dat de
Ontwtkktflno van da loonkottan In
Nadedand t.o.v. hal buitonland.
groei van de wereldeconomie
geen 5 tot 5,5% bedraagt, zoals
de regering verondersteld
heeft, maar 4%. De dollar, zo
doorslaggevend voor de aard
gasbaten, is niet op 2,25 blij
ven hangen maar naar de 2.-
gedaald. En de olieprijs, ook al
bepalend voor de gasbaten, is
niet teruggeveerd naar 25 per
vat, maar op een wankele 18
terecht gekomen.
De scherpe daling van de
loonkosten per eenheid pro-
dukt in de afgelopen jaren is
in de loop van 1985 omgesla
gen in een stijging. Dat geldt
het sterkst voor de verhou
ding gulden-dollar. De op
gaande lijn is zowel het ge
volg van gestegen lonen in
Nederland als van de hogere
koers van de gulden, met
name tegenover de dollar.
Zo zijn nog meer zaken anders
verlopen, zoals de rente die op
de zes procent blijft hangen in
plaats van onder de vier te dui
ken. Als daarbij ook nog eens
(zoals het Planbureau inmid
dels denkt) de economische
groei verder afzwakt, wordt
het probleem nog veel scher
per.
Conclusie van Duisenberg:
de regering heeft tot 1990 een
gat van 25 miljard te dichten
om het niveau van 5,5% tekort
te halen. En dan nog is er geen
evenwicht. Ook voor het kabi
net na 1990 blijft, zelfs als Lub
bers zijn doelstelling haalt, een
bezuinigingstaak liggen.
De Bank-president haalt nog
meer geschut tevoorschijn om
de pleitbezorgers van lasten
verlichting alvast schrik aan te
jagen. Op de lopende rekening
van de betalingsbalans (de
boekhouding van het goede
ren- en dienstenverkeer met
het buitenland) is sprake van
een drastische omslag. Na ja
ren van zeer ruime overschot
ten (1985 nog 18 miljard) is dat
saldo vorig jaar al gezakt tot
12,5 miljard. Dit jaar komt het
al in de buurt van wat als 'nor
maal' wordt beschouwd: onge
veer ƒ4 miljard. Het is goed
mogelijk dat deze pendule zelfs
doorslaat en er een tekort ont
staat. Geen ramp, sust Duisen
berg, als dat maar niet te lang
duurt.
Die omslag op de lopende reke
ning heeft veel te maken met
de problemen die de uitvoer
ondervindt van de harde gul
door de banken. Mede met het
oog daarop heeft hij harde af
spraken gemaakt met de finan
ciële instellingen om de groei
van de geldhoeveelheid meer af
te stemmen op het tempo van
de economische groei. Deze 'be
perkte monetaire dijkbewa
king' is onder de omstandighe
den volgens de Bank hard no
dig om een verzwakking van de
gulden en een oplopende rente
te vermijden.
Duisenberg (midden) met dit jaar een nog somberder boodschap.
- FOTO ANP
AMSTERDAM (ANP) - Het vorig jaar nieuw
uitgegeven biljet van f 250, de vuurtoren, heeft
een lage 'terugkeerfrequentie', zo staat in het
jaarverslag van De Nederlandsche Bank.
Dat wil zeggen dat het aantal malen per
jaar dat het bankbiljet terugkeert bij de cen
trale bank laag is. Vuurtorens kwamen vorig
jaar gemiddeld even vaak terug als briefjes
van f 1000, die ook een betrekkelijk lage terug
keerfrequentie hebben. Dat kan erop wijzen
dat een aanzienlijk deel van de biljetten van
f 250 wordt opgepot, aldus De Nederlandsche
Bank.
Heel vaak keert het biljet van f50 bij de
centrale bank terug. Dat betekent volgens de
bank dat dit biljet vooral als betaalmiddel en
nauwelijks als oppotmiddel wordt gebruikt.
De circulatie van het aantal biljetten van
f 100 is met 8,8 procent afgenomen of met ruim
12 miljoen. Dat komt behalve door invoering
van het biljet van f 250 ook door de intrekking
van het oude model met de afbeelding van De
Ruy ter vanaf 23 oktober 1985.
Ultimo 1986 waren er nog Ijl miljoen van
deze oude biljetten in omloop. De oude De
Ruyter-biljetten zijn geen wettig betaalmid
del meer, maar kunnen op het hoofdkantoor
van De Nederlandsche Bank nog worden om
gewisseld in de gewone 'snip' van f 100, als
aannemelijk kan worden gemaakt waar de
biljetten vandaan komen en waarom zij niet
eerder zijn ingewisseld.
den, maar is ook een gevolg van
het aantrekken van de binnen
landse markt. Daardoor neemt
immers de invoer toe. Het weg
vallen van de ruime overschot
ten, zo houdt Duisenberg de be
leidsmakers voor, maakt het
nog meer dwingend orde op za
ken te stellen in de huishou
ding van de overheid. Zonder
dat zou wel eens een hogere
rente nodig kunnen zijn om het
vertrouwen van de internatio
nale financiële markt in de
gulden te behouden.
„Wie in deze omstandighe
den ruimte ziet voor lastenver
lichting, nu of op afzienbare
termijn, mag het zeggen. Ik
niet", concludeert de president
van De Nederlandsche Bank.
Terwijl het geldoverschot uit
de internationale handel fors
daalde, maakte de uitvoer van
kapitaal vorig jaar een gewel
dige sprong. Vooral door de
aankoop van Amerikaanse,
Britse en Westduitse effecten
en doordat de Nederlandse
Staat minder behoefde te lenen,
liep de kapitaalexport in 1986
op tot 21,5 miljard (1985: 12,3
miljard). Deze uitstroom is de
laatste maanden weer aan het
afzwakken en bedroeg over de
twaalf maanden tot en met fe
bruari jl. nog 18,5 miljard. De
directe Nederlandse investe
ringen in het buitenland na
men af van 11,2 tot 8,4 mil
jard. Andersom namen de bui
tenlandse investeringen in Ne
derland flink toe, tot 4,7 mil-
jard.
De Bank heeft uitgezocht of
'fiscale onrust' een rol speelt bij
deze kapitaaluitvoer, maar
heeft daarvoor geen aanwijzin
gen gevonden. De banken kla
gen de laatste tijd -in het voor
uitzicht van fiscale controle op
spaartegoeden- over de vlucht
van spaargeld over de grens.
Mogelijk, zo zegt men bij de
Bank, hebben banken in de
grensstreek daarvan wel hin
der, maar op de totale kapi
taaluitvoer zijn die enkele hon
derden miljoenen voortvluch
tig spaargeld niet meer dan
apenootjes.
Duisenberg brengt de piek in
de kapitaalexport in verband
met de te ruime geldschepping
Net als in vorige jaren heft de
Bank-president ook voor het
bedrijfsleven een waarschu
wende vinger. Weliswaar heeft
de toegenomen koopkracht de
binnenlandse markt goed ge
daan, maar 'de versnelde loon
stijging vormt ook de eerste be
dreiging van een gezonde
voortzetting van de economi
sche ontwikkeling'.
De drie procent hogere loon
som, plus de stijging van de
guldenkoers ten opzichte van
de meeste andere munten,
maakte het Nederlandse pro-
dukt qua loonkosten vorig jaar
acht procent duurder. Één
derde van wat in acht jaar tijd
aan concurrentiekracht was
gewonnen, vloeide daardoor
weer weg.
Overigens is de positie ten
opzichte van de belangrijkste
handelspartner, West-Duits-
land, vrijwel gelijk gebleven.
Duisenberg reageert zelfs
enigszins opgewekt op het dure
akkoord in de Westduitse me
taalindustrie. Als dat in Neder
land niet wordt nagevolgd,
kunnen de exportbedrijven
daarmee hun voordeel doen.
Intussen komt juist voor deze
sector een periode van tanende
winsten in zicht, nu de concur
rentiepositie verslechtert en de
marges omlaag moeten. Dat
heeft gevolgen voor de investe
ringen en voor de werkgele
genheid. Op dat laatste gebied
pleit de Bank opnieuw voor
verbeterde scholing. Meer in
vesteringen en een gematigde
ontwikkeling van arbeidskos
ten zijn de beste remedie tegen
werkloosheid, houdt Duisen
berg vol.
Ruimte voor de overheid om
te stimuleren, ziet hij niet.
Maar het bezuinigingsbeleid
zou de investeringen moeten
ontzien. En bij het -morrelen
aan investeringsregelingen zou
Duisenberg, ware hij nog lid
van het kabinet, uiterst voor
zichtig zijn.
Door Pieter Eggen
DEN HAAG - „Het beleid
dat de commissie voorstaat
is geen radicale breuk met
het verleden. Er is niet zo
zeer sprake van dat er on
voldoende technologische
kennis beschikbaar is, als
wel dat het omzetten van
die kennis in produkten
niet snel genoeg gebeurt".
Dr. Wisse Dekker, voormalig
president-directeur van Phi
lips, zette deze week in zijn
aanbiedingstoespraakje de
toon van het rapport over het
technologie-beleid 'Wissel
tussen kennis en markt'.
Het vooroordeel dat Neder
land hopeloos achter loopt bij
het buitenland als het om
technologie gaat, is deze week
andermaal ontzenuwd. Er is
in Nederland voldoende ken
nis van nieuwe technologieën
op de universiteiten, onder
zoeksinstellingen en laborato
ria van grote bedrijven.
Maar het grote manco is dat
veel bedrijven niet beschik
ken over de middelen om de
kennis te vergaren, die nodig
is om de nieuwe produkten te
makea Dat komt omdat die
bedrijven te klein zijn, of te
onbekend met de mogelijkhe
den van subsidie, of simpel1
weg niet weten wat er in in-
Dr. W. Dekker
FOTO ARCHIEF PHILIPS
stellingen en op universiteiten
zoal gebeurt aan onderzoek.
Het bij elkaar brengen van
onderzoek en bedrijfsleven is
dé grote opdracht die Dekker
en de zijnen zichzelf hebben
gesteld. Volgens Dekker moet^
die ontmoeting vooral op re-"
gionaal niveau gebeuren.
Dekker stelt daarom voor
'kenniswinkels' in de regio in
te richten, waar vooral klei
nere en middelgrote bedrijven
(Dekker noemt bedrijven tot
2.000 werknemers middel
groot, PE.) kennis op voor hun
belangrijke terreinen kunnen
vergaren Kennis wordt opge
daan door uitwisseling tussen
bedrijven, maar natuurlijk in
zeker zo grote mate door het
contact met het onderwijs.
De afstemming van het on
derwijs op de arbeidsmarkt
vormt een van de belangrijk
ste onderdelen van het rap
port. En dat gaat het zowel om
het middelbaar beroepson
derwijs dat de programmeurs
en laboranten moet leveren,
als om de universiteiten die de
onderzoekers en de denk
tanks opleiden.
Dekker doet een Ameri
kaans aandoende suggestie,
die overigens allang niet meer
vies gevonden wordt: de
sponsoring. Laat bedrijven
universitair onderzoek ten
dele medefinancieren. Het
voordeel is dan dat onderzoe
kers beter kunnen aansluiten
bij de wensen van de bedrij
ven en omgekeerd zullen be-
dHjven, die goede ervaringen
met onderzoekers opdoen,
eerder bereid zijn (meer) geld
te steken in onderzoek.
Verbetering van het onder
wijs is volgens Dekker ook
gewenst om het zittende en
toekomstige personeel beter
bestand te laten zijn tegen de
vele technologische verande
ringen die op ons afkomen
Technici die nu 30 jaar zijn,
werken over tien jaar met ap
paratuur die ze niet kennen.
Voortdurende scholing is een
levensvoorwaarde, zegt Dek
ker. Om,- her,- en bijscholing,
door Dekker 'latere' scholing
genoemd, moet sterke nadruk
krijgen. Dekker schat die be
hoefte aan 'latere' scholing
groeiend. Tussen nu en 1990
neemt die nog met een kwart
toe.
Ook op dit onderwerp doet
Dekker geen schokkende
voorstellen. Net als bij de af
stemming van opleidingen en
bedrijfsleven, werken de
voorstellen van Dekker als
bezem, die alle initiatieven en
gedachten bijeen veegt.
Dekker sluit op het punt
van de scholing nauwgezet
aan bij het akkoord dat werk
gevers, vakbonden en kabinet
verleden jaar mei sloten in de
Stichting van de Arbeid. De
partijen beloofden elkaar de
komende jaren de scholing de
grootste voorrang te geven.
De FNV is inmiddels al bijna
zover dat arbeidstijdverkor
ting gebruikt mag worden
voor scholing. Maar over de
prijs die werkgevers voor die
bereidwilligheid moeten beta
len is nog nauwelijks een
woord gezegd.
Merkwaardig genoeg rept
ook Dekker hier niet over. Hij
beperkt zich tot de stelling dat
de scholing een onderwerp
voor de onderhandelingen
over de arbeidsvoorwaarden
zal zijn. Wat bedrijven daar
voor op tafel moeten leggen,
laat Dekker in het midden. En
in een eerste reactie houden
de werkgeverscentrales zich
ook van de domme. „Dat is
een zaak van de individuele
bedrijven en bedrijfstakken",
heet het bij het NCW.
Of er dus in de praktijk van
die als knellend ervaren
noodzaak tot bijscholen ook
veel terecht zal komen is on
duidelijk. Optimistisch hoeft
niemand te zijn, zolang er nog
bonden zijn, die looneisen be
langrijker vinden dan nieuw
beleid. En ook de dreigende
mislukking van het komende
voorjaarsoverleg in de Stich
ting van de Arbeid maakt de
bereidheid om aan nieuw be
leid mee te werken niet gro
ter, als niet tegelijk de kans
op zinvol werk voor hen die
dat missen niet toeneemt.
Een laatste poot van het ad
vies van Dekker is het bijeen
vegen van verschillende sub
sidieregelingen. In technolo-
gie-land woedt een storm van
afkortingen waarachter geld
schuilgaat. Er zijn potjes voor
kleine bedrijven, voor heel
grote bedrijven, voor speciaal
onderzoek voor biotechnolo-
gisch onderzoek en 'nieuwe
materialen'.
De versnippering van geld
en aandacht is eerder door de
internationale economische
organisatie OESO in Parijs
gekraakt. Dekker neemt die
kritiek over en wil een bunde
ling van de geldstroom. Hij
adviseert het kabinet boven
dien ruim 300 per jaar vrij te
maken voor gerichte bedrijfs
steun.
Dat is aanzienlijk meer dan
het kabinet nu beschikbaar
stelt en volgens het regeerak
koord bereid is vrij te maken.
Toch lijkt een uitbreiding van
de middelen voor de hand te
liggen, al was het maar omdat
om dit moment de belangrijk
ste regeling, de Instir (stimu
leringsmaatregel), niet goed
werkt voor die bedrijven,
waar hij aanvankelijk voor
was bedoeld, de kleinere on
dernemingen. Een recente en-
quete leert dat grote bedrij
ven veel beter de weg in sub-
sidieland kennen, dan de klei
nere. De Instir levert daarvan
een treffende illustratie.
Wat dat betreft kan Dek
kers voorstel misschien hel
pen de kleinere bedrijven de
weg te wijzen. Het kabinet zal
dan wel bereid moeten zijn de
portemonnee open te trekken.
Door Wim Verwey
ER ZIJN nog maar weinig
ondernemingen in Neder
land die het personeel in
de gelegenheid stellen
aandelen te verwerven in
het bedrijf waarin zij
werkzaam zijn.
De ervaringen van onderne
mingen die aandelen- of aan-
delenoptieplannen hebben in
gevoerd, zijn over het alge
meen erg positief. De belang
rijkste doelstellingen van
deze plannen zijn de binding
van het personeel aan de on
derneming en de vergroting
van de relatie tussen honore
ring en het resultaat van de
onderneming.
Ook fiscale aspecten spelen
vaak een rol, in het bijzonder
voor de hoogst gesalarieer-
den. Bovendien kan in een
aantal gevallen (bij de klei
nere bedrijven) het aandelen
bezit van de werknemers een
bijdrage leveren aan de totale
financiering van de onderne
ming.
Opvallend zijn de verschil
len tussen bedrijven die kie
zen voor een plan voor het ge
hele personeel en de bedrij
ven die kiezen voor een plan
uitsluitend gericht op het top
management. De belangstel
ling voor een plan dat geldt
voor het gehele personeel is
tot nu toe geringer dan voor
deelname door het topmana
gement. Het is uiteraard veel
ingewikkelder regels te ma
ken voor het hele personeel
dan voor enkele leden van het
topmanagement.
Er is nu een duidelijke stij
ging waar te nemen in de be
langstelling voor financiële
participatie in het bedrijf
waarin men werkzaam is. Die
belangstelling kan niet los
worden gezien van de koers
ontwikkeling op de beurs in
de afgelopen jaren, waar veel
aandelen verdriedubbelden.
Daarom is het ook de vraag
of bij een negatieve koersont
wikkeling de positieve instel
ling voor deze plannen blijft
bestaan.
Het gaat hier in feite om ri
sico-dragende kapitaalvor
ming. Daarom zal men van
bedrijf tot bedrijf moeten be
zien in hoeverre de indivi
duele werknemer dit risico
wil lopen. Fiscaal zit er in
ieder geval enig voordeel in,
wanneer men het loon gedeel
telij k in converteerbare obli
gaties, aandelen of optiecon
tracten ontvangt.
Sterk begrensde en aan het
werknemerschap gebonden
regelingen worden al gauw
gezien als indirecte inkom
sten uit arbeid. Is er sprake
van een direct vrij uitoefen-
baar optierecht tegen de hui
dige (beurs)koers van de be
trokken aandelen, dan ziet de
fiscus vooralsnog geen directe
inkomsten uit arbeid, terwijl
de op termijn te genieten
voordelen (wegens stijgende
beurskoersen) wel als vermo
genswinst worden aange
merkt.
Ook al wegen de fiscale
consequenties bij de partici
panten het zwaarst, de uitein
delij ke beslissing over de in
voering van aandelen(optie)
plannen zal toch vooral wor
den gebaseerd op het onder-
nemingsbelang zoals binding
en prestatiebeloning.
Een ander belangrijk as
pect is uiteraard de verhan
delbaarheid van de aandelen
(opties). Voor de aandelen die
op de beurs verhandelbaar
zijn is er geen probleem,
daarentegen wel voor niet ge
noteerde ondernemingen.
Daarvoor moeten afzonder
lijke oplossingen gevonden
worden. Volmac heeft dit bij
voorbeeld heel handig opge
lost: eenmaal per kwartaal
wordt een beurs georgani
seerd in eigen aandelen, waar
het personeel onderling de
verworven aandelen kan
aan- en verkopen.
Overigens doet zich voor
beursgenoteerde onderne
mingen door de gemakkelijke
verhandelbaarheid nog een
speciaal probleem voor. Af
spraken zullen met de werk
nemers moeten worden ge
maakt om het handelen met
voorwetenschap te voorko
men. Vooral als het aandelen
bezit binnen de onderneming
een ruime verspreiding kent,
zal dit een niet zo gemakke
lijk op te lossen probleem
worden.
Zoals eerder vermeld hangt
het van de aard van het be
drijf en met name van de ver
mogenspositie af, welke op
lossing men vindt voor het
aandelenbezit van de eigen
werknemers. Zo werkt Phi
lips met converteerbare obli
gaties, die door het personeel
eventueel in aandelen kunnen
worden omgezet. VNU kent
voor het topmanagement een
systeem waarbij een optie
wordt gegeven om in de toe
komst aandelen van VNU te
kopen tegen een vooraf vast
gestelde prijs.
Binnen een groot aantal
bedrijven is een integratie
proces op gang gebracht, ge
stimuleerd door de medezeg-
genschapsontwikkelingen als
ondernemingsraden, waarbij
de tegenstellingen tussen
werkgever en werknemer
aan het vervagen zijn. Als
men die lijn doortrekt is het
logisch dat uiteindelijk ook de
werknemers in het kapitaal
van de onderneming wensen
te participeren. Daartoe zou
op korte termijn een nadere
studie moeten worden onder
nomen.
FRANKFORT (DPA) - Het Westduitse elektroconcern AEG,
dat in 1982 nog geschiedenis leek te gaan schrijven met het
grootste bankroet in West-Duitsland, is er weer bovenop. Het
eigen vermogen kwam vorig jaar op 27 procent van het balans
totaal uit en 'daarmee heeft het concern weer vaste grond on
der de voeten', zo heeft de voorzitter van de raad van bestuur
van AEG, Heinz Duerr, laten weten. In de slechtste jaren moest
AEG nog een enorm bedrag aan rente betalen, maar vorig jaar
ontving het concern een miljoen mark aan rente. Een bijdrage
daaraan kwam van de kapitaaluitbreiding die vorig jaar
plaatsvond en waardoor het belang van autofabrikant Daim-
ler-Benz (Mercedes) in de moedermaatschappij van AEG op 56
procent kwam. AEG behaalde vorig jaar een winst van 130
miljoen mark tegen honderd miljoen mark in 1985. De winst zal
volledig worden gebruikt voor de versterking van de positie
van het concern. Vrijwel alle sectoren van AEG waren winst
gevend; de sector energie draaide met verlies, evenals schrijf
machinefabrikant Olympia. Daar verminderde het verlies wel
van 57 tot negen miljoen mark.
ROTTERDAM (ANP) - Het bestuur van Unilever vertrouwt
voor dit jaar op een goede vooruitgang bij het concern. Men
verwacht in de voor de groep belangrijke landen geen econo
mische ontwikkelingen die de activiteiten wezenlijk zullen be-
invloeden. Hoewel het niet uitgesloten is, dat de prijzen van de
voornaamste grondstoffen zich zullen herstellen van het lage
niveau van 1986 denkt men dat een stijging slechts geleidelijk
zal plaatsvinden en geen aanmerkelijke invloed op de resulta
ten of de kasstroom zal hebben, zo blijkt uit het jaarverslag. De
plannen blijven gericht op grote investeringen in de fabrieken
en de merken. De investeringen zullen in dezelfde mate stijgen
als in de voorgaande jaren en zullen intern worden gefinan
cierd. Vorig jaar is besloten tot projecten voor 2799 miljoen te
gen 2352 miljoen in 1985. De voortdurend noodzakelijke verho
ging van de efficiëncy in de produktie kan in een aantal geval
len vermindering van het aantal medewerkers leiden. Een toe
neming van het aantal personeelsleden is dan ook alleen te
verwachten bij bedrijven met een snel groeiende omzet, aldus
het concern.
UTRECHT (ANP) - Het SHV-concern (handel in energie,
grondstoffen en consumentengoederen) heeft grote plannen
voor 1987. De voornaamste zijn onderzoek naar acquisitie van
olie- en gasvoorkomens, groei van LPG-activciteiten, aanvang
met Makro in nieuwe landen zoals Argentinië en mogelijk Tai
wan en uitbreiding van Makro in Brazilië, de VS, Engeland,
België, Nederland en Spanje met in totaal negen nieuwe vesti
gingen dan wel aanzienlijke uitbreidingen van bestaande ves
tigingen. Dit staat in het jaarverslag. Reeds vorig jaar werd
begonnen met op groei gerichte investeringen waarvan het to
taal in het verslagjaar f 492 miljoen bedroeg. De grootste inves
tering betrof de acquisitie van oliebelangen in het zogenaamde
Braeveld in de Noordzee. Het veld zal in de jaren negentig de
grootste produktiviteit bieden.