DESTEM \21 DE STE: DR. HANS BOEREMA ZIET GROTE VOORDELEN IN PRIVÉ-KLINIEKEN TITANIC MAAK1 GROOT! ZATERDAG 18 APRIL 1987 r. Hans Boerema, zijn specialisa tie is urologie, is directeur van de veelbesproken Medi- Centers. Boerema werd geboren in de zomer van 1946. Hij is een man, opgetrokken uit energie. Sinds kort is hij financieel gekoppeld aan de locomotief van Dreesmann, van Vendex, de multinational die steeds meer aan dienstverlening doet. Is hij een idealist? Een gefrustreerd mens? Een steen in de vijver? Een kataly sator? En wat is hij nog méér van plan? Verslaggever Jan Hanff ging op zoek naar de antwoorden, in Boere- mas kamer in een kantorengebouw aan het Keizer Ka- relplein in Nijmegen. Een paar accenten tijdens het gesprek: 'zijn' gezondheidszorg is er voor iedereen en de overheid mag toezien op wat hij doet en aanbiedt. Spionage n Southai God kan dit schip niet lat bel, de Titanic, de Zep schrikt de mensheid m< roes van grootheidswaal Klappen bepalen in de g zen van intellect en tech de Titanic in de westeli nacht om 02.20 uur glee ven. Die nacht begon Evj kers. In een sloep dool Zwevezele onder een wij te houden. Die nacht is eeuw geworden. De Titai zig. Tragiek en heroïek, liek van een verfomfaaide Domtorens water. Wat he Brainstormen W E E K E D D maar op dit moment zijn er nog nauwelijk managers in de gezondheidszorg. Dat geldt voor alle disciplines en ook voor de zieken huizen. Wel werden er een begin gemaakt door in plaats van een geneesheer-direc teur een directeur-geneesheer aan te stel len. Meestal was dat iemand die goed in de regio bekend stond. In de grote instituten is er inmiddels wel wat veranderd, maar echt, ik denk dat er in Nederland eern schrijnend tekort is aan echt management in de gezondheidszorg." Als dat zich meer gaat ontwikkelen, ontstaat dan niet het gevaar dat het management gaat overheersen en dat je de zorg voor de patiënt zélf wat terugduwt? „Dat is nu ook zo. In alle verhalen, die ook in de pers naar voren komen, vanuit alle hoeken, ook in de reacties op het plan Door Jan Hanff Dr. Hans Boerema begon iets meer dan een jaar geleden in Nijmegen een privé-kli- niek. Daarin wilde hij met winstoogmerk medische hulp gaan verrichten op het ni veau van een ziekenhuis. In Nederland be staat deze vorm van betaalde zorg nergens. Ziekenhuizen zijn volgens de wet gehou den zonder winstoogmerk te werken. De toenmahge staatssecretaris Van der Reijden verbood de activiteiten van Boere ma, maar zijn opvolger Dees gaf de Nij meegse arts toch enige speelruimte. Hij mag eenvoudige medische keuringen en sportkeuring verrichten, maar daarmee houdt zijn activiteit op. De ziekenfondsen erkennen hem niet wanneer het om reke ningen van ziekenfondspatiënten gaat. Staatssecretaris Dees ziet wel mogelijk heden voor initiatieven zoals die van Boe rema, maar niet op korte termijn. Gedepu teerde Staten van Gelderland evenwel vroegen Dees Boerema een tijdelijke ver gunning te geven bij wijze van experiment. Dees heeft GS van Gelderland daarop ge vraagd hem te informeren over de manier waarop de kliniek van Boerema als experi ment zou kunnen functioneren. De gezamenlijke Nijmeegse ziekenhui zen kwamen intussen met het plan om zelf eigen Medisch-diagnostische centra te be ginnen. Zijn die ideeën een streep door Boeremas plannen? Boerema: „Die plannen ken ik, ja. Het is een goed streven, denk ik. Maar ik vind dat ze daarmee wellicht tien jaar eerder hadden kunnen komen. Nu ineens, nadat wij. als organisatie zijn begonnen en nogal breeduit in de pers hebben gestaan, wor den ze blijkbaar pas wakker Maar het is natuurlijk wel gemakkelijk om te zeg gen: dat zijn we allemaal zelf aan het ver zinnen. Het is wel gek dat dit net op het moment komt dat wij met een MediCenter in Den Haag of in Nijmegen beginnen. Aan de andere kant: als u een dag naast mij komt zitten en kijkt wat voor plannen wij uit de gezondheidszorg uit heel Neder land krijgen aangebodenDaar pakken wij natuurlijk wel de plannen uit die het meest vergevorderd zijn." Zoals? „Zo'n plan uit thuiszorgorganisaties die al bezig zijn, verpleging thuis. Men is er in Nederland mee bézig. Ze hebben financiën nodig, en wat sturing, en dat pakken wij op. Er zijn directies van ziekenhuizen die zeggen: kunnen we niet iets samen doen. Welke? „Ik ga niet zeggen welke ziekenhuizen in Nederland. Het zijn er diverse, kleinere en ook grotere." Gelooft u dat er in de gezondheidszorg het idee bestaat dat er te lang gewacht is met het voldoende op poten zetten van het manage ment en dat er nu sprake is van een inhaal- manoevre? „Ja. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Kijk: managers in de gezondheidszorg, dat zijn in Nederland spelden in een hooiberg. Daar wordt wel hard aan gesleuteld. Op dit moment zijn er nogal wat manage- ment-cursussen. Dat is zo'n drie vier jaar bezig. Er wordt wel hard aan gewerkt, Dekker, hoor je van de kant van de patiën ten zélf maar bitter weinig. Men praat over de ziektekostenverzekeraars, men praat over de adviesorganen, men praat over de werkgeversorganisaties, over dit en dat, maar de patiënt komt nauwelijks aan het woord. En wat zou die patiënt zeggen als hem wat gevraagd zou worden? Zouhij dingen zeggen die uw initiatieven zouden ondersteunen? „Exact. En waar wij iets van zouden kunnen leren. In onze centra is het zo dat wij enquêtelijsten hebben, net als in hotels. De cüënten wordt gevraagd wat ze van de service vinden. Je moet je organisatie daarop aanpassen. Je hebt een produkt: gezondheidszorg, en je hebt klanten die er om vragen. Maar nu zijn eigenlijk alleen de produktmakers aan het woord. Is dat bij u de prikkel geweest om te gaan doen wat u nu doet? Van het ene moment op het andere, het moet tenslotte ergens begon nen zijn? Dacht u ineens, midden in de nacht bijvoorbeeld, dat is het? „Daar is een reden voor geweest. Het is zo, dat ik in mijn leeijaren nogal wat on derzoek heb gedaan op allerlei gebied. Dat ging in de eerste jaren prima. Ik ben toen algemene chirurgie gaan doen, toen urolo gie, toen uroloog geworden. Maar als je dan praat over de vraag hoe gékt zo'n on derzoek aan de universiteit, dan merk je dat het uitvoeren of opstarten van goede research door de te kleine budgetten wordt bemoeilijkt. Aan de andere kant krijg je te maken met allerlei koninkrijkjes binnen het instituut. Dat betekent dat je je re search-project niet kunt opstarten binnen pakweg drie weken, maar dat je daar soms drie jaar over doet. Toen me dat over kwam was dót het moment waarop ik zei: ik denk dat ik het nu beter buiten het insti tuut kan gaan doen. Nou, met twee man zijn we toen begonnen en intussen is het uitgegroeid tot een research-instituut voor geneesmiddelen met vijfenveertig weten schappers. Daar is mijn vrouw, die anes- thesiste is, inmiddels directeur van. Die is vorig jaar ook het ziekenhuis uitgestapt." „Voor research heb je, dat klinkt mis schien gek, nauwelijks last van wetgeving. Iedereen kan een research-instituut opzet ten, hoewel niet van de ene op de andere dag. Maar ik ben natuurlijk ook specialist geweest. Ik heb heel lang in het ziekenhuis gezeten en m'n ogen goed de kost gegeven. In de laatste jaren zag je dat heel wat za- „Ik wil Ik niet zeggen dat de hele gezondheidszorg In Nederland niet deugt, maar het kan veel efficiënter en veel patiënt vriendelijker." - FOTO GELDERLAND PERS De dromen van een ondernemende arts ken binnen een groot instituut toch een stuk zouden kunnen worden verbeterd. Je moet toch snél kunnen werken. Kijk, als iemand ziek is en hij komt naar een zie kenhuis betekent dat dat-ie ongerust is. Dat-ie heel snel wil weten wat er eigenlijk aan mankeert. Dat is naar de patiënt-toe gericht. Aan de andere kant: de huisarts die de patiënt stuurt, wil natuurlijk ook graag binnen korte tijd weten wat er met z'n patiënt gebeurt. Daarmee wil ik niet zeggen dat de hele gezondheidszorg in Ne- denand niet deugt, maar het kan veel effi ciënter en veel patiënt-vriendelijker. Je kunt veel sneller een kwalitatief goed pro dukt leveren. Met name geldt dat voor de routinezorg." Binnen uw MediCenters? „Exact Dat zou volgens de plannen van de Nij meegse ziekenhuizen ook binnen hun muren kunnen gebeuren. 7" 'iuisarts mag daar ook binnen en gebruik m„<en van de apparatuur. „Jaja, allicht. Dat is heel goéd. Er zijn projecten geweest waarbij men zeg maar een medisch diagnostisch centrum in het ziekenhuis heeft gelokaliseerd. Nou. Dat betekent alleen maar een soort opportu nisme voor het ziekenhuis zelf. Het zieken huis wil huisartsen aan zich binden. En toch doorverwijzingen naar de specialisten, blijven krijgen. Je schept daarmee de toe stand dat je toch een soort poliklinische functie hebt binnen het ziekenhuis. En aan een ziekenhuis zitten bedden vast. De spe cialist in het ziekenhuis is gekoppeld aan dat ziekenhuis en dus ook aan de opname capaciteit daarvan. Het verband tussen diagnose en er ook iets aan te doen is na tuurlijk in het ziekenhuis veel groter. In de plannen van de Nijmeegse ziekenhuizen wordt ook gezegd dat de specialisten aan delen kunnen hebben in de poliklinische voorziening. En aandelen bezitten wil zeg gen dat men er zeer mee gebaat is dat deze poliklinieken winst draaien. Terwijl ik van de daken schreeuw dat er niets zo commer cieel is als de gezondheidszorg, krijg ik hier het meest duidelijke bewijs dat iedereen commercieel denkt." En u zegt gewoon: 'ik denk ook commer cieel'? „Ja.nou, ik denk doelmatig. En dat is: zo kun je geld overhouden. Kijk, dat men dat nu ineens als directie van een zie kenhuis naar voren brengt, dat men een polikliniek wil gaan opzetten, weliswaar gekoppeld aan datzelfde ziekenhuis, en dat de specialisten daar via die aandelen ge woon beter van kunnen worden - waar zijn we dan mee bézig? Dan wordt het toch opgezet ter vermaak van het ziekenhuis zelf? Ik zeg niet dat zoiets slécht is van het ziekenhuis, maar dat ze dat nu ineens op deze manier durven te zeggen, terwijl ze mij altijd hebben uitgescholden voor 'com mercieel denkend en weet ik voor wat alle maal. ■Bent u voor de Amerikaanse aanpak van de HMO's, de Health Maintainance Organisa tions, waarin bijvoorbeeld ziektekostenverze keraars of consumentenorganisaties zieken huizen exploiteren, al dan niet op winst ge richt? „Het systeem HMO is een verzamel woord. Er zijn allerlei constructies denk baar. Nou, wat wij willen, is denk ik best een goeie zaak. Waar wij nu aan werken is een pakket te maken voor ziektekostenver zekeraars. Dat wil zeggen dat wij onze ser vice, huisartsen, MediCenter, eventueel ge koppeld aan een ziekenhuis gaan aanbie den aan een verzekeraar. Dat wil zeggen dat wij bepaalde handelingen, diagnoses wellicht, voor een bepaalde prijs aanbie den aan een ziektekostenverzekeraar." Er is in ons land onrust ontstaan over wat een 'basispakket', de zaken waarvoor een ziekenfonds of verzekeraar betaalt, straks zal inhouden. En wat het gaat kosten. Men is bang dat minder draagkrachtigen zich niet voldoende zullen kunnen verzekeren. Dat waren reacties op het plan van de commissie- Dekker. In Amerika zijn er schrijnende voorbeelden. Patiënten die te krap zijn ver zekerd worden in bepaalde ziekenhuizen niet geholpen. Hoe staat het in dit opzicht met het 'pakket' dat u voor ogen hebt? „Amerikaanse situaties kun je niet met Europese, niet met Nederlandse, vergelij ken. Dus waar je naar toe moet is dat ook ons functioneren door de Inspectie Volks gezondheid op kwaliteit beoordeeld wordt. Geen probleem, die wet moet er ook blij ven. Anderzijds moet het zo zijn, dat heb ik ook steeds gezegd, dat je voor iederéén moet werken, de solidariteit." Geen tweedeling? „Géén tweedeling. Nee. Je moet er voor iedereen zijn, hè. Juist verontruste zieken fondspatiënten, die zouden juist blij moe ten zijn met onze organisatie. Want ieder een kan bij ons terecht." Verontruste mensen zeggen: meneer Boe rema en meneer Dekker, dat zit zo allemaal een beetje in de omstreden commerciële hoek, en daar is men bang voor. Het woord commercieel is vies. „Jaja. Maar ze willen zelf ook een dikke portemonnee hebben. Ze willen zelf toch ook een uitkering? Dat is toch ook com mercieel?" Kunt u zeggen: wij hebben straks een verze kerd pakket gezondheidszorg, waar alles fe zit? „Jazeker. En daarom mag er ook j_ troleerd worden. In Amerika is het inder- daad zo geweest dat de HMO's inderdaad I de krenten uit de pap haalden. Maar daar is inmiddels wetgeving voor gekomen en dat kun je in Nederland natuurlijk net I goed doen. Je mag controleren dat het sys teem, dat nieuw is, toegankelijk is voor iedereen. En waarbij een basispakiet wordt aangeboden. En ook het basispak- ket dat de commissie Dekker aanbiedt, is I een pakket dat in de meeste omringende Europese landen nog eens gehaald wordt. Dus dat is een pakket waar iedereen heel goed mee uit de voeten kan. Wil je daarbij wat méér, tandheelkundige verzorging 0f zo.Ja kijk, als je in een Rolls Royce wilt rijen dan moet je er ook voor betalen.'" U wilt dat pakket voor de ziektekostenverze kering een strikt sociaal gezicht geven? „Ja, exact. Dus dat iedereen, noem maar een groep op die aan de onderkant zit, daar ook gebruik van kunnen maken. Dat is heel goed af te spreken met de over heid." Iets heel anders. Hebben uw activiteiten ge volgen voor de werkgelegenheid van artsen Als uw plannen doorgaan, zou er meer werk kunnen komen voor huisartsen? „Ja. Er zijn nu al veel te veel huisartsen werkloos. Ér zijn veel te veel specialisten werkloos. Nog steeds zijn er specialisten die bij wijze van spreken 48 uur per dag werken. Maar kijk, ik denk als je de totale werklast van de gezondheidszorg, bij spe cialisten, de thuiszorg, de huisartsen, be kijkt, dan kun je iedereen die nu thuis zit na een dure opleiding weer aan het werk helpen. Die verschuivingen zou je moeten sturen. Het is niet makkelijk." Als je het wilt oplossen door lagere tarieven stijgt het aantal verrichtingen? „Ja, dat is op zich een hele slechte zaak. Omdat daar geen controle-mechanisme is. Hoe meer verrichtingen een specialist doet, hoe meer hij verdient, hoe meer het ziekenhuis ook verdient. Dus je zou, zeker als je verschuivingen wilt, routinezorg bui ten het ziekenhuis laten, de huisartsen be ter moeten gaan honoreren." Denkt u dus dat er, door uw initiatieven, meer werk voor huisartsen komt en mis schien wat minder voor specialisten? „Ik denk dal er ook op dit ogenblik voor specialisten voldoende werk is om iedereen aan de slag te helpen. Maar dan krijg je het probleem: er moet iets verscho ven worden." En dan moeten er dure huizen verkocht wor den? „Ehja. Wellicht. Alhoewel, er zijn heel veel specialisten die wonen in rijtjeshuizen op dit moment." Iedereen kan nu in uw klinieken terecht Ook als niet privé wordt betaald? „Ja Hij legt uit dat er in een MediCenter verschillende diensten worden verleend. Zoals controles. Mensen kunnen zich er snel eens helemaal laten nakijken. Dat zijn vaak zakenmensen. „Die betalen privé. Er zijn echter parti culiere verzekeraars die dat, bijvoorbeeld om de twee jaar, betalen, en het maakt niet uit waar je het laat doen." En als er een uitkeringsgerechtigde bij u komt en dat ook wil? „Dat moeten ze privé betalen. Dat is ook een soort luxe, hoewel niet helemaal. Je hebt bepaalde programma's van twee honderdvijftig tot hooguit twaalfhonderd gulden. Dat ligt echt in de preventieve sfeer. Het gaat er om ziekten te voorkó men, en dat is in ons land nog onderont wikkeld. Het zou op een gegeven moment ook best in het verzekeringspakket kun nen, maar dat is een stap verder. Dan zou het voor iedereen kunnen zijn. Dat wil zeg gen dat je aandoeningen in een vrij vroeg stadium kunt opsporen en er dan meestal dan nog wat aan kunt doen." Twaalfhonderd gulden is zo ongeveer de prijs voor twee dagen ziekenhuisbed. „Exact. Als je kanker vroegtijdig kunt opsporen dan kun je er nog wat aan doen. Als je het in een later stadium vindt, dan komt de patiënt in het ziekenhuis terecht en is de ellende niet te overzien. Dan doen we ook nog keuringen, pensioenkeuringen voor grote verzekeringsmaatschappijen, die deze ook betalen, en verder de gewone gezondheidszorg. Dat is voor particuliere en ziekenfondspatiënten." Zijn er al veel particuliere verzekeraars die dat betalen? „Vijfennegentig procent." Hebt u wel genoeg specialisten? De zieken huizen zeggen: van ons is er niemand bij een MediCenter bezig. En het mag ook niet, hebben ze verordonneerd Hoe zit dat nu! Hoeveel specialisten hebt u in dienst op het ogenblik? „Alleen al in Nijmegen hebben we twee full-time internisten, één cardiologe, een gynaecoloog en een radioloog. Dat zijn echt sleutelposities. Daarnaast zijn alle specialisten, die verder de routinezorg kunnen bestrijken, dus neuroloog, long arts, gastro-enteroloog parttime. Die wer ken nog in de omringende ziekenhuizen. Die werken 's avonds, zaterdag of delen van de dag." Hoeveel zijn er dat? „Twintig, ongeveer. Daar kan ik mee werken, maar we hebben nog wel wat uren te vullen. Ik kan nog zeker mensen gebrui ken." Een van de eerste dingen die je vroeger als spion leerde, was - waar mogeüjk - waterkranen wijd open te zetten alvorens in geheim be raad te treden. De muren hadden oren, maar die konden het gesproken woord niet uit het water vissen. In 'Our Man in Hava na' zie je het water kletteren wanneer een nogal neurotische afgezant van de Britse spionagedienst zich in de Cubaanse hoofd stad onledig houdt met het recruteren van een agent, die hem bouwtekeningen van een 'geheim wapen' aansmeert die geïnspi reerd zijn op het binnenwerk van een stof zuiger. Dat was zo'n 25 jaar geleden, in de pre historie van het spionagevak. Je kreeg een ruw afgescheurd stuk van de harten acht of de schoppen negen om je in een Weens riool te kunnen identificeren, een Baretta met de verkeerde kogels en een regenjas met extra stormflappen en bijbehorende gleufhoed. Ze hielden ons ook dom, want niemand vertrouwde niemand. Later kon je in hotels als Intourist of Rossya te Moskou de microfoons aanwij zen die als kromme spijkers in de muur za ten en de vermaarde Lunstruc uitproberen. Luns had eens, naar hij vaak met innig ge noegen heeft verteld, in zijn Moskouse ho telkamer lopen klagen dat er geen slok wijn in het vertrek te vinden was en, jawel hoor, de volgende dag stond er een ankertje voorname wijn. Velen hebben zijn lichtend voorbeeld ge volgd. Je riep in een schemerlamp dat het bitter koud was en spoedig daama hoorde je ze in de kelder morrend kolen scheppen. Je declameerde een mooi vers over de bit tere eenzaamheid van Hêlène Swart in een bloemvaasje en er stonden binnen de kort ste keren drie opgewekte vrouwen voor de deur met champagne: Galina, Pralina en Stalina. Je wist dat de groene olijf op de bodem van het glas droge Martini een zen dertje bevatte en je at dat onmiddellijk op, zodat ze bij de KGB een geknor op de band kregen dat niets menselijks meer had. Maar dat het geen kinderspel meer was leerden we van Kissinger, die in Moskou alleen maar wilde spreken als zijn 'blabber- tape' hard aanstond, een geluidsband van achter naar voren geregistreerd getier van kamelendrijvers en geween van vrouwen. Helaas, het leuke is er af. Het lachen is ons vergaan nu we weten dat de Ameri kaanse ambassade aan de Moskwa een mi crofoon van acht verdiepingen is. De tent is volgebouwd met elektronische wandluizen. Waarom de Amerikaanse regering het ge bouw onder toezicht van de KGB heeft la ten bouwen weet ik niet, maar men zal het met de grond gelijk moeten maken of er een gigantische koperen koepel overheen moeten zetten. Voor het moment zijn er en kele noodmaatregelen afgekondigd om de luisterende luizen te ontlopen. Omdat er minicamera's van speldeknopformaat in de kopieermachines zitten, waardoor de KGB zich van extra kopieën weet te voorzien, mogen er voortaan alleen maar blanco pa pieren in het apparaat. Door laser-stetosco- pen kunnen vensters, die door stemgelui den, getjirp van vogels en cementmolens gaan trillen, worden afgezeemd en het re sultaat kan in een computer tot klare taal worden gereduceerd. Aan het ambassade personeel zullen raamvibratoren worden uitgereikt met voor de Russen hinderlijke toerentallen. Tegen parasitaire wandluizen, die vermoedelijk in het lichtnet van de am bassade zijn geplaatst, valt weinig te doen, evenmin als tegen de breedspectrum luis tervinkjes en de vergaarbakzenders, die in mili-seconden de oogst van een paar uur luisteren uitstoten. Zolang deze superluizen nog niet on schadelijk zijn gemaakt zal er ter ambas sade geen woord worden gesproken. Over wogen wordt geluidsbanden uit te zenden die de luisterbrigade van de KGB psy chisch zwaar zullen belasten: lezingen uil de Prawda, voordrachten van Billy Gra ham, het onverdroten zingen van de nacb- I Door Paul de Schipper „Jongen luister goed, het heeft me overt achtervolgd, overal. Het vreselijke gedran op de dekken, dat geschreeuw en de kou i de boot, al die ijsbergen om ons heen, d andere morgen. Het schip was weg. D laatste jaren dacht ik dat ik het een beetj kwijt was, maar de afgelopen weken zijl die beelden weer gaan leven. De nacht da die veerboot kapseisde heb ik geen ooj dichtgedaan. Ik zag al die mensen in da koud water. Ik hoorde dat roepen in he donker.mensen opgesloten in dat schij in hun hutteneen schip dat scheef lig en er is geen uitweg Eva Hart is een kwieke, vlotpratendf dame van tweeëntachtig jaar. Ze woont ir het Londense East Énd, temidden van haar verzameling kikkers. Eva Hart heefl een kikkertic. In die koude windstille lacht stond ze met haar ouders op het hel lende dek van de Titanic. Een kleine groene kikker was het enige wat ze als ze venjarig meisje nog bezat toen de Titanic ten onder ging. Ze heeft er nu vierhonderd in alle soorten en maten. Ook fysiek tekende de ramp haar li chaam. Bij het overstappen in een slo belandde ze met een narde klap op bootrand. Ze hield er een beschadigd mid denrif en een hernia aan over. De familie Hart was, zoals zo velen, op weg naar een nieuwe toekomst, naar de Verenigde Sta ten, het land van de onbegrensde mogelijk heden. Evas moeder overleefde de ramp, naar vader niet. Begin maart kwam Eva Hart even naar Nederland. In Rotterdam nam ze het eer ste exemplaar van een nieuw boek over de Titanic in ontvangst: '75 jaar Titanic', ge schreven door freelance-journalist Edward P. de Groot. Na driekwart eeuw, tientallen boeken, drie films en een opera is het ver haal van de Titanic nog steeds boeiend ge noeg om verteld te worden. Een avond, begin 1907. In een villa in de sjieke Londense wijk Belgravia zitten twee heren bij elkaar. Ze drinken goeie cognac en roken een havanna. Een avondje brain stormen van twee groot-industriëlen: Lord William Pirri, directeur van de scheeps werf Harland Wolff in Belfast en scheepsmagnaat Bruce Ismay, directeur van de respectabele rederij Wrute Star Li ne. Ze praten over de bouw van drie nieuwe schepen en over de concurrentie in' de bedrijfstak. Die concurrentie is dan vooral de Cunard Line die dat jaar de eer ste van een serie vierpijpers, de Lusitania, tn de vaart brengt. Wil White Star haar lei-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 26