DESTEM
\21 DE STE:
DR. HANS BOEREMA
ZIET GROTE
VOORDELEN
IN PRIVÉ-KLINIEKEN
TITANIC
MAAK1
GROOT!
ZATERDAG
18 APRIL 1987
r. Hans Boerema, zijn specialisa
tie is urologie, is directeur van de veelbesproken Medi-
Centers. Boerema werd geboren in de zomer van
1946. Hij is een man, opgetrokken uit energie. Sinds
kort is hij financieel gekoppeld aan de locomotief van
Dreesmann, van Vendex, de multinational die steeds
meer aan dienstverlening doet. Is hij een idealist? Een
gefrustreerd mens? Een steen in de vijver? Een kataly
sator? En wat is hij nog méér van plan? Verslaggever
Jan Hanff ging op zoek naar de antwoorden, in Boere-
mas kamer in een kantorengebouw aan het Keizer Ka-
relplein in Nijmegen. Een paar accenten tijdens het
gesprek: 'zijn' gezondheidszorg is er voor iedereen en
de overheid mag toezien op wat hij doet en aanbiedt.
Spionage
n Southai
God kan dit schip niet lat
bel, de Titanic, de Zep
schrikt de mensheid m<
roes van grootheidswaal
Klappen bepalen in de g
zen van intellect en tech
de Titanic in de westeli
nacht om 02.20 uur glee
ven. Die nacht begon Evj
kers. In een sloep dool
Zwevezele onder een wij
te houden. Die nacht is
eeuw geworden. De Titai
zig. Tragiek en heroïek,
liek van een verfomfaaide
Domtorens water. Wat he
Brainstormen
W E E K E
D
D
maar op dit moment zijn er nog nauwelijk
managers in de gezondheidszorg. Dat geldt
voor alle disciplines en ook voor de zieken
huizen. Wel werden er een begin gemaakt
door in plaats van een geneesheer-direc
teur een directeur-geneesheer aan te stel
len. Meestal was dat iemand die goed in de
regio bekend stond. In de grote instituten
is er inmiddels wel wat veranderd, maar
echt, ik denk dat er in Nederland eern
schrijnend tekort is aan echt management
in de gezondheidszorg."
Als dat zich meer gaat ontwikkelen, ontstaat
dan niet het gevaar dat het management
gaat overheersen en dat je de zorg voor de
patiënt zélf wat terugduwt?
„Dat is nu ook zo. In alle verhalen, die
ook in de pers naar voren komen, vanuit
alle hoeken, ook in de reacties op het plan
Door Jan Hanff
Dr. Hans Boerema begon iets meer dan
een jaar geleden in Nijmegen een privé-kli-
niek. Daarin wilde hij met winstoogmerk
medische hulp gaan verrichten op het ni
veau van een ziekenhuis. In Nederland be
staat deze vorm van betaalde zorg nergens.
Ziekenhuizen zijn volgens de wet gehou
den zonder winstoogmerk te werken.
De toenmahge staatssecretaris Van der
Reijden verbood de activiteiten van Boere
ma, maar zijn opvolger Dees gaf de Nij
meegse arts toch enige speelruimte. Hij
mag eenvoudige medische keuringen en
sportkeuring verrichten, maar daarmee
houdt zijn activiteit op. De ziekenfondsen
erkennen hem niet wanneer het om reke
ningen van ziekenfondspatiënten gaat.
Staatssecretaris Dees ziet wel mogelijk
heden voor initiatieven zoals die van Boe
rema, maar niet op korte termijn. Gedepu
teerde Staten van Gelderland evenwel
vroegen Dees Boerema een tijdelijke ver
gunning te geven bij wijze van experiment.
Dees heeft GS van Gelderland daarop ge
vraagd hem te informeren over de manier
waarop de kliniek van Boerema als experi
ment zou kunnen functioneren.
De gezamenlijke Nijmeegse ziekenhui
zen kwamen intussen met het plan om zelf
eigen Medisch-diagnostische centra te be
ginnen. Zijn die ideeën een streep door
Boeremas plannen?
Boerema: „Die plannen ken ik, ja. Het
is een goed streven, denk ik. Maar ik vind
dat ze daarmee wellicht tien jaar eerder
hadden kunnen komen. Nu ineens, nadat
wij. als organisatie zijn begonnen en nogal
breeduit in de pers hebben gestaan, wor
den ze blijkbaar pas wakker Maar het
is natuurlijk wel gemakkelijk om te zeg
gen: dat zijn we allemaal zelf aan het ver
zinnen. Het is wel gek dat dit net op het
moment komt dat wij met een MediCenter
in Den Haag of in Nijmegen beginnen.
Aan de andere kant: als u een dag naast
mij komt zitten en kijkt wat voor plannen
wij uit de gezondheidszorg uit heel Neder
land krijgen aangebodenDaar pakken
wij natuurlijk wel de plannen uit die het
meest vergevorderd zijn."
Zoals?
„Zo'n plan uit thuiszorgorganisaties die
al bezig zijn, verpleging thuis. Men is er in
Nederland mee bézig. Ze hebben financiën
nodig, en wat sturing, en dat pakken wij
op. Er zijn directies van ziekenhuizen die
zeggen: kunnen we niet iets samen
doen.
Welke?
„Ik ga niet zeggen welke ziekenhuizen in
Nederland. Het zijn er diverse, kleinere en
ook grotere."
Gelooft u dat er in de gezondheidszorg het
idee bestaat dat er te lang gewacht is met het
voldoende op poten zetten van het manage
ment en dat er nu sprake is van een inhaal-
manoevre?
„Ja. Ik denk dat dat heel belangrijk is.
Kijk: managers in de gezondheidszorg, dat
zijn in Nederland spelden in een hooiberg.
Daar wordt wel hard aan gesleuteld. Op
dit moment zijn er nogal wat manage-
ment-cursussen. Dat is zo'n drie vier jaar
bezig. Er wordt wel hard aan gewerkt,
Dekker, hoor je van de kant van de patiën
ten zélf maar bitter weinig. Men praat over
de ziektekostenverzekeraars, men praat
over de adviesorganen, men praat over de
werkgeversorganisaties, over dit en dat,
maar de patiënt komt nauwelijks aan het
woord.
En wat zou die patiënt zeggen als hem wat
gevraagd zou worden? Zouhij dingen zeggen
die uw initiatieven zouden ondersteunen?
„Exact. En waar wij iets van zouden
kunnen leren. In onze centra is het zo dat
wij enquêtelijsten hebben, net als in hotels.
De cüënten wordt gevraagd wat ze van de
service vinden. Je moet je organisatie
daarop aanpassen. Je hebt een produkt:
gezondheidszorg, en je hebt klanten die er
om vragen. Maar nu zijn eigenlijk alleen
de produktmakers aan het woord.
Is dat bij u de prikkel geweest om te gaan
doen wat u nu doet? Van het ene moment op
het andere, het moet tenslotte ergens begon
nen zijn? Dacht u ineens, midden in de nacht
bijvoorbeeld, dat is het?
„Daar is een reden voor geweest. Het is
zo, dat ik in mijn leeijaren nogal wat on
derzoek heb gedaan op allerlei gebied. Dat
ging in de eerste jaren prima. Ik ben toen
algemene chirurgie gaan doen, toen urolo
gie, toen uroloog geworden. Maar als je
dan praat over de vraag hoe gékt zo'n on
derzoek aan de universiteit, dan merk je
dat het uitvoeren of opstarten van goede
research door de te kleine budgetten wordt
bemoeilijkt. Aan de andere kant krijg je te
maken met allerlei koninkrijkjes binnen
het instituut. Dat betekent dat je je re
search-project niet kunt opstarten binnen
pakweg drie weken, maar dat je daar soms
drie jaar over doet. Toen me dat over
kwam was dót het moment waarop ik zei:
ik denk dat ik het nu beter buiten het insti
tuut kan gaan doen. Nou, met twee man
zijn we toen begonnen en intussen is het
uitgegroeid tot een research-instituut voor
geneesmiddelen met vijfenveertig weten
schappers. Daar is mijn vrouw, die anes-
thesiste is, inmiddels directeur van. Die is
vorig jaar ook het ziekenhuis uitgestapt."
„Voor research heb je, dat klinkt mis
schien gek, nauwelijks last van wetgeving.
Iedereen kan een research-instituut opzet
ten, hoewel niet van de ene op de andere
dag. Maar ik ben natuurlijk ook specialist
geweest. Ik heb heel lang in het ziekenhuis
gezeten en m'n ogen goed de kost gegeven.
In de laatste jaren zag je dat heel wat za-
„Ik wil Ik niet zeggen dat de hele gezondheidszorg In Nederland niet deugt, maar het kan veel efficiënter en veel patiënt
vriendelijker." - FOTO GELDERLAND PERS
De dromen van een
ondernemende arts
ken binnen een groot instituut toch een
stuk zouden kunnen worden verbeterd. Je
moet toch snél kunnen werken. Kijk, als
iemand ziek is en hij komt naar een zie
kenhuis betekent dat dat-ie ongerust is.
Dat-ie heel snel wil weten wat er eigenlijk
aan mankeert. Dat is naar de patiënt-toe
gericht. Aan de andere kant: de huisarts
die de patiënt stuurt, wil natuurlijk ook
graag binnen korte tijd weten wat er met
z'n patiënt gebeurt. Daarmee wil ik niet
zeggen dat de hele gezondheidszorg in Ne-
denand niet deugt, maar het kan veel effi
ciënter en veel patiënt-vriendelijker. Je
kunt veel sneller een kwalitatief goed pro
dukt leveren. Met name geldt dat voor de
routinezorg."
Binnen uw MediCenters?
„Exact
Dat zou volgens de plannen van de Nij
meegse ziekenhuizen ook binnen hun muren
kunnen gebeuren. 7" 'iuisarts mag daar ook
binnen en gebruik m„<en van de apparatuur.
„Jaja, allicht. Dat is heel goéd. Er zijn
projecten geweest waarbij men zeg maar
een medisch diagnostisch centrum in het
ziekenhuis heeft gelokaliseerd. Nou. Dat
betekent alleen maar een soort opportu
nisme voor het ziekenhuis zelf. Het zieken
huis wil huisartsen aan zich binden. En
toch doorverwijzingen naar de specialisten,
blijven krijgen. Je schept daarmee de toe
stand dat je toch een soort poliklinische
functie hebt binnen het ziekenhuis. En aan
een ziekenhuis zitten bedden vast. De spe
cialist in het ziekenhuis is gekoppeld aan
dat ziekenhuis en dus ook aan de opname
capaciteit daarvan. Het verband tussen
diagnose en er ook iets aan te doen is na
tuurlijk in het ziekenhuis veel groter. In de
plannen van de Nijmeegse ziekenhuizen
wordt ook gezegd dat de specialisten aan
delen kunnen hebben in de poliklinische
voorziening. En aandelen bezitten wil zeg
gen dat men er zeer mee gebaat is dat deze
poliklinieken winst draaien. Terwijl ik van
de daken schreeuw dat er niets zo commer
cieel is als de gezondheidszorg, krijg ik hier
het meest duidelijke bewijs dat iedereen
commercieel denkt."
En u zegt gewoon: 'ik denk ook commer
cieel'?
„Ja.nou, ik denk doelmatig. En dat
is: zo kun je geld overhouden. Kijk, dat
men dat nu ineens als directie van een zie
kenhuis naar voren brengt, dat men een
polikliniek wil gaan opzetten, weliswaar
gekoppeld aan datzelfde ziekenhuis, en dat
de specialisten daar via die aandelen ge
woon beter van kunnen worden - waar
zijn we dan mee bézig? Dan wordt het toch
opgezet ter vermaak van het ziekenhuis
zelf? Ik zeg niet dat zoiets slécht is van het
ziekenhuis, maar dat ze dat nu ineens op
deze manier durven te zeggen, terwijl ze
mij altijd hebben uitgescholden voor 'com
mercieel denkend en weet ik voor wat alle
maal.
■Bent u voor de Amerikaanse aanpak van de
HMO's, de Health Maintainance Organisa
tions, waarin bijvoorbeeld ziektekostenverze
keraars of consumentenorganisaties zieken
huizen exploiteren, al dan niet op winst ge
richt?
„Het systeem HMO is een verzamel
woord. Er zijn allerlei constructies denk
baar. Nou, wat wij willen, is denk ik best
een goeie zaak. Waar wij nu aan werken is
een pakket te maken voor ziektekostenver
zekeraars. Dat wil zeggen dat wij onze ser
vice, huisartsen, MediCenter, eventueel ge
koppeld aan een ziekenhuis gaan aanbie
den aan een verzekeraar. Dat wil zeggen
dat wij bepaalde handelingen, diagnoses
wellicht, voor een bepaalde prijs aanbie
den aan een ziektekostenverzekeraar."
Er is in ons land onrust ontstaan over wat
een 'basispakket', de zaken waarvoor een
ziekenfonds of verzekeraar betaalt, straks
zal inhouden. En wat het gaat kosten. Men
is bang dat minder draagkrachtigen zich niet
voldoende zullen kunnen verzekeren. Dat
waren reacties op het plan van de commissie-
Dekker. In Amerika zijn er schrijnende
voorbeelden. Patiënten die te krap zijn ver
zekerd worden in bepaalde ziekenhuizen niet
geholpen. Hoe staat het in dit opzicht met
het 'pakket' dat u voor ogen hebt?
„Amerikaanse situaties kun je niet met
Europese, niet met Nederlandse, vergelij
ken. Dus waar je naar toe moet is dat ook
ons functioneren door de Inspectie Volks
gezondheid op kwaliteit beoordeeld wordt.
Geen probleem, die wet moet er ook blij
ven. Anderzijds moet het zo zijn, dat heb
ik ook steeds gezegd, dat je voor iederéén
moet werken, de solidariteit."
Geen tweedeling?
„Géén tweedeling. Nee. Je moet er voor
iedereen zijn, hè. Juist verontruste zieken
fondspatiënten, die zouden juist blij moe
ten zijn met onze organisatie. Want ieder
een kan bij ons terecht."
Verontruste mensen zeggen: meneer Boe
rema en meneer Dekker, dat zit zo allemaal
een beetje in de omstreden commerciële
hoek, en daar is men bang voor. Het woord
commercieel is vies.
„Jaja. Maar ze willen zelf ook een dikke
portemonnee hebben. Ze willen zelf toch
ook een uitkering? Dat is toch ook com
mercieel?"
Kunt u zeggen: wij hebben straks een verze
kerd pakket gezondheidszorg, waar alles fe
zit?
„Jazeker. En daarom mag er ook j_
troleerd worden. In Amerika is het inder-
daad zo geweest dat de HMO's inderdaad I
de krenten uit de pap haalden. Maar daar
is inmiddels wetgeving voor gekomen en
dat kun je in Nederland natuurlijk net I
goed doen. Je mag controleren dat het sys
teem, dat nieuw is, toegankelijk is voor
iedereen. En waarbij een basispakiet
wordt aangeboden. En ook het basispak-
ket dat de commissie Dekker aanbiedt, is I
een pakket dat in de meeste omringende
Europese landen nog eens gehaald wordt.
Dus dat is een pakket waar iedereen heel
goed mee uit de voeten kan. Wil je daarbij
wat méér, tandheelkundige verzorging 0f
zo.Ja kijk, als je in een Rolls Royce wilt
rijen dan moet je er ook voor betalen.'"
U wilt dat pakket voor de ziektekostenverze
kering een strikt sociaal gezicht geven?
„Ja, exact. Dus dat iedereen, noem maar
een groep op die aan de onderkant zit,
daar ook gebruik van kunnen maken. Dat
is heel goed af te spreken met de over
heid."
Iets heel anders. Hebben uw activiteiten ge
volgen voor de werkgelegenheid van artsen
Als uw plannen doorgaan, zou er meer werk
kunnen komen voor huisartsen?
„Ja. Er zijn nu al veel te veel huisartsen
werkloos. Ér zijn veel te veel specialisten
werkloos. Nog steeds zijn er specialisten
die bij wijze van spreken 48 uur per dag
werken. Maar kijk, ik denk als je de totale
werklast van de gezondheidszorg, bij spe
cialisten, de thuiszorg, de huisartsen, be
kijkt, dan kun je iedereen die nu thuis zit
na een dure opleiding weer aan het werk
helpen. Die verschuivingen zou je moeten
sturen. Het is niet makkelijk."
Als je het wilt oplossen door lagere tarieven
stijgt het aantal verrichtingen?
„Ja, dat is op zich een hele slechte zaak.
Omdat daar geen controle-mechanisme is.
Hoe meer verrichtingen een specialist
doet, hoe meer hij verdient, hoe meer het
ziekenhuis ook verdient. Dus je zou, zeker
als je verschuivingen wilt, routinezorg bui
ten het ziekenhuis laten, de huisartsen be
ter moeten gaan honoreren."
Denkt u dus dat er, door uw initiatieven,
meer werk voor huisartsen komt en mis
schien wat minder voor specialisten?
„Ik denk dal er ook op dit ogenblik
voor specialisten voldoende werk is om
iedereen aan de slag te helpen. Maar dan
krijg je het probleem: er moet iets verscho
ven worden."
En dan moeten er dure huizen verkocht wor
den?
„Ehja. Wellicht. Alhoewel, er zijn heel
veel specialisten die wonen in rijtjeshuizen
op dit moment."
Iedereen kan nu in uw klinieken terecht
Ook als niet privé wordt betaald?
„Ja
Hij legt uit dat er in een MediCenter
verschillende diensten worden verleend.
Zoals controles. Mensen kunnen zich er
snel eens helemaal laten nakijken. Dat zijn
vaak zakenmensen.
„Die betalen privé. Er zijn echter parti
culiere verzekeraars die dat, bijvoorbeeld
om de twee jaar, betalen, en het maakt niet
uit waar je het laat doen."
En als er een uitkeringsgerechtigde bij u
komt en dat ook wil?
„Dat moeten ze privé betalen. Dat is
ook een soort luxe, hoewel niet helemaal.
Je hebt bepaalde programma's van twee
honderdvijftig tot hooguit twaalfhonderd
gulden. Dat ligt echt in de preventieve
sfeer. Het gaat er om ziekten te voorkó
men, en dat is in ons land nog onderont
wikkeld. Het zou op een gegeven moment
ook best in het verzekeringspakket kun
nen, maar dat is een stap verder. Dan zou
het voor iedereen kunnen zijn. Dat wil zeg
gen dat je aandoeningen in een vrij vroeg
stadium kunt opsporen en er dan meestal
dan nog wat aan kunt doen."
Twaalfhonderd gulden is zo ongeveer de
prijs voor twee dagen ziekenhuisbed.
„Exact. Als je kanker vroegtijdig kunt
opsporen dan kun je er nog wat aan doen.
Als je het in een later stadium vindt, dan
komt de patiënt in het ziekenhuis terecht
en is de ellende niet te overzien. Dan doen
we ook nog keuringen, pensioenkeuringen
voor grote verzekeringsmaatschappijen,
die deze ook betalen, en verder de gewone
gezondheidszorg. Dat is voor particuliere
en ziekenfondspatiënten."
Zijn er al veel particuliere verzekeraars die
dat betalen?
„Vijfennegentig procent."
Hebt u wel genoeg specialisten? De zieken
huizen zeggen: van ons is er niemand bij een
MediCenter bezig. En het mag ook niet,
hebben ze verordonneerd Hoe zit dat nu!
Hoeveel specialisten hebt u in dienst op het
ogenblik?
„Alleen al in Nijmegen hebben we twee
full-time internisten, één cardiologe, een
gynaecoloog en een radioloog. Dat zijn
echt sleutelposities. Daarnaast zijn alle
specialisten, die verder de routinezorg
kunnen bestrijken, dus neuroloog, long
arts, gastro-enteroloog parttime. Die wer
ken nog in de omringende ziekenhuizen.
Die werken 's avonds, zaterdag of delen
van de dag."
Hoeveel zijn er dat?
„Twintig, ongeveer. Daar kan ik mee
werken, maar we hebben nog wel wat uren
te vullen. Ik kan nog zeker mensen gebrui
ken."
Een van de eerste dingen die je
vroeger als spion leerde, was
- waar mogeüjk - waterkranen
wijd open te zetten alvorens in geheim be
raad te treden. De muren hadden oren,
maar die konden het gesproken woord niet
uit het water vissen. In 'Our Man in Hava
na' zie je het water kletteren wanneer een
nogal neurotische afgezant van de Britse
spionagedienst zich in de Cubaanse hoofd
stad onledig houdt met het recruteren van
een agent, die hem bouwtekeningen van
een 'geheim wapen' aansmeert die geïnspi
reerd zijn op het binnenwerk van een stof
zuiger.
Dat was zo'n 25 jaar geleden, in de pre
historie van het spionagevak. Je kreeg een
ruw afgescheurd stuk van de harten acht of
de schoppen negen om je in een Weens
riool te kunnen identificeren, een Baretta
met de verkeerde kogels en een regenjas
met extra stormflappen en bijbehorende
gleufhoed. Ze hielden ons ook dom, want
niemand vertrouwde niemand.
Later kon je in hotels als Intourist of
Rossya te Moskou de microfoons aanwij
zen die als kromme spijkers in de muur za
ten en de vermaarde Lunstruc uitproberen.
Luns had eens, naar hij vaak met innig ge
noegen heeft verteld, in zijn Moskouse ho
telkamer lopen klagen dat er geen slok wijn
in het vertrek te vinden was en, jawel hoor,
de volgende dag stond er een ankertje
voorname wijn.
Velen hebben zijn lichtend voorbeeld ge
volgd. Je riep in een schemerlamp dat het
bitter koud was en spoedig daama hoorde
je ze in de kelder morrend kolen scheppen.
Je declameerde een mooi vers over de bit
tere eenzaamheid van Hêlène Swart in een
bloemvaasje en er stonden binnen de kort
ste keren drie opgewekte vrouwen voor de
deur met champagne: Galina, Pralina en
Stalina. Je wist dat de groene olijf op de
bodem van het glas droge Martini een zen
dertje bevatte en je at dat onmiddellijk op,
zodat ze bij de KGB een geknor op de
band kregen dat niets menselijks meer had.
Maar dat het geen kinderspel meer was
leerden we van Kissinger, die in Moskou
alleen maar wilde spreken als zijn 'blabber-
tape' hard aanstond, een geluidsband van
achter naar voren geregistreerd getier van
kamelendrijvers en geween van vrouwen.
Helaas, het leuke is er af. Het lachen is
ons vergaan nu we weten dat de Ameri
kaanse ambassade aan de Moskwa een mi
crofoon van acht verdiepingen is. De tent is
volgebouwd met elektronische wandluizen.
Waarom de Amerikaanse regering het ge
bouw onder toezicht van de KGB heeft la
ten bouwen weet ik niet, maar men zal het
met de grond gelijk moeten maken of er
een gigantische koperen koepel overheen
moeten zetten. Voor het moment zijn er en
kele noodmaatregelen afgekondigd om de
luisterende luizen te ontlopen. Omdat er
minicamera's van speldeknopformaat in de
kopieermachines zitten, waardoor de KGB
zich van extra kopieën weet te voorzien,
mogen er voortaan alleen maar blanco pa
pieren in het apparaat. Door laser-stetosco-
pen kunnen vensters, die door stemgelui
den, getjirp van vogels en cementmolens
gaan trillen, worden afgezeemd en het re
sultaat kan in een computer tot klare taal
worden gereduceerd. Aan het ambassade
personeel zullen raamvibratoren worden
uitgereikt met voor de Russen hinderlijke
toerentallen. Tegen parasitaire wandluizen,
die vermoedelijk in het lichtnet van de am
bassade zijn geplaatst, valt weinig te doen,
evenmin als tegen de breedspectrum luis
tervinkjes en de vergaarbakzenders, die in
mili-seconden de oogst van een paar uur
luisteren uitstoten.
Zolang deze superluizen nog niet on
schadelijk zijn gemaakt zal er ter ambas
sade geen woord worden gesproken. Over
wogen wordt geluidsbanden uit te zenden
die de luisterbrigade van de KGB psy
chisch zwaar zullen belasten: lezingen uil
de Prawda, voordrachten van Billy Gra
ham, het onverdroten zingen van de nacb-
I
Door Paul de Schipper
„Jongen luister goed, het heeft me overt
achtervolgd, overal. Het vreselijke gedran
op de dekken, dat geschreeuw en de kou i
de boot, al die ijsbergen om ons heen, d
andere morgen. Het schip was weg. D
laatste jaren dacht ik dat ik het een beetj
kwijt was, maar de afgelopen weken zijl
die beelden weer gaan leven. De nacht da
die veerboot kapseisde heb ik geen ooj
dichtgedaan. Ik zag al die mensen in da
koud water. Ik hoorde dat roepen in he
donker.mensen opgesloten in dat schij
in hun hutteneen schip dat scheef lig
en er is geen uitweg
Eva Hart is een kwieke, vlotpratendf
dame van tweeëntachtig jaar. Ze woont ir
het Londense East Énd, temidden van
haar verzameling kikkers. Eva Hart heefl
een kikkertic. In die koude windstille
lacht stond ze met haar ouders op het hel
lende dek van de Titanic. Een kleine
groene kikker was het enige wat ze als ze
venjarig meisje nog bezat toen de Titanic
ten onder ging. Ze heeft er nu vierhonderd
in alle soorten en maten.
Ook fysiek tekende de ramp haar li
chaam. Bij het overstappen in een slo
belandde ze met een narde klap op
bootrand. Ze hield er een beschadigd mid
denrif en een hernia aan over. De familie
Hart was, zoals zo velen, op weg naar een
nieuwe toekomst, naar de Verenigde Sta
ten, het land van de onbegrensde mogelijk
heden. Evas moeder overleefde de ramp,
naar vader niet.
Begin maart kwam Eva Hart even naar
Nederland. In Rotterdam nam ze het eer
ste exemplaar van een nieuw boek over de
Titanic in ontvangst: '75 jaar Titanic', ge
schreven door freelance-journalist Edward
P. de Groot. Na driekwart eeuw, tientallen
boeken, drie films en een opera is het ver
haal van de Titanic nog steeds boeiend ge
noeg om verteld te worden.
Een avond, begin 1907. In een villa in de
sjieke Londense wijk Belgravia zitten twee
heren bij elkaar. Ze drinken goeie cognac
en roken een havanna. Een avondje brain
stormen van twee groot-industriëlen: Lord
William Pirri, directeur van de scheeps
werf Harland Wolff in Belfast en
scheepsmagnaat Bruce Ismay, directeur
van de respectabele rederij Wrute Star Li
ne. Ze praten over de bouw van drie
nieuwe schepen en over de concurrentie in'
de bedrijfstak. Die concurrentie is dan
vooral de Cunard Line die dat jaar de eer
ste van een serie vierpijpers, de Lusitania,
tn de vaart brengt. Wil White Star haar lei-