DE STEM W E E K E m DEST. SOEHAI VE NIEUWE MERKEN VERDRINGEN SUPERMARKTPILS UöiniiiHscl) lïirr NIET TEI n de schappen van slijterijen en super markten verschijnen steeds meer verschillende bier merken. Werd tot voor enkele jaren het beeld van de biermarkt bepaald door de grote jongens zoals Heine- ken, Amstel, Skol en Grolsch, nu staan daarnaast merken als Brand, Bavaria, Leeuw, Gulpen en Dom melsch. Laatstgenoemde kleinschalige brouwerij in het Oostbrabantse Dommelen gaat ruim 20 miljoen in vesteren om de toenemende afzet aan te kunnen. Het werknemersbestand is de laatste jaren van 180 naar 210 gegroeid. Onze verslaggever ging in Dommelen kijken om achter het geheim van het succes te komen. „De mensen willen zich onderscheiden", verklaart hoofd marketing Pernot de opmars van zijn bier. Stella ZATERDAG 11 APRIL 1987 Kleinschaligheid Beperkte regio Investeren Weinig groei Eenvoud vijfde keer sinds d parlementsverkiezini joen kiezers kunnet kiezen van 400 kam vertegenwoordiging, de kandidaten voor parlement. Van vrije ke. Slechts drie, doe tijen mogen meedo staan dat Soeharto den houdt. Verkiezi dictatuur in het vrije een schijn van der Toch groeit het verz eindelijk dezelfde we neZanweZPart'J(PDI)POr Dommelsch heelt momenteel vier biersoorten op lies: pils, oud-bruin, bokbler en domlnator. Door Willem ReIJn Dommelen is een lieflijk Oostbrabants plaatsje, waar de eenheid van kerk en kroeg zorgvuldig in het dorpsbeeld is be waard. De moderne tijd heeft ook hier toe geslagen met nieuwbouwwijken, waardoor het dorp onder de rook van Valkenswaard snel is uitgebreid. Maar de slingerende dorpsstraat heeft nog de sfeer van werk mensen, die na een dag van harde arbeid op een stoel van het café uitrusten, een pint in de ene en een sigaar in de andere hand. Het is een beetje het Brabant dat oud-Commissaris van de Koningin Dries van Agt zo graag zag in de Bavaria-Ster- spotjes, voordat hij naar Japan solliciteer de. De uithangborden aan de cafeetjes zijn crème met rood. Met enige trots wordt verkondigd dat hier Dommelsch Bier wordt getapt, een bier van eigen bodem, een bier gebrouwen door de eigen mensen van het dorp, een bier met een historie ruim tweehonderdveertig jaar, waarvoor het water wordt gepompt uit de gronden van de Kempen. Ook de Dommelsche Bierbrouwerij heeft de veranderingen van de tijd gevoeld. Tot 1968 was het een famUiebrouwerij. In 1744 vestigt Willem Snieders zich als 'landbouwer ende bierbrouwer' in het toen amper driehonderd zielen tellende plaats je. Pas in 1895 doet de familie Snieders af stand van de boerderij om zich helemaal op het bierbrouwen te werpen. Directeur Willem Snieders past nieuwe technieken toe bij het brouwproces. Hij wekt elektrici teit op voor zijn brouwerij en heeft zo als enige in het dorp de beschikking over elek trisch licht. De plaatselijke kerk mag daar ook van profiteren en de volksmond zegt: „Bij het licht van den Brouwer lezen de ge lovigen hun gebeden". In 1968 verkoopt de familie Snieders haar brouwerij aan de Belgische biergigant De Brouwerijen Artois. De brouwerij moet voor de Belgen trachten Stella Artois op de markt te brengen. In 1983 komt men tot de slotsom dat de Nederlander geen Stella wil. De introductie van het 'blondje' is niet het verwachte succes. Er wordt een nieuwe strategie gekozen. Stella Artois wordt door een aparte dochter geïmporteerd en Dom melsch wil als zelfstandig merk de markt veroveren. Aan de Artois-tijd wordt men bij Dom melsch niet graag herinnerd. In de docu mentatie staat nergens vermeld dat Artois nog steeds honderd procent eigenaar is van de Dommelsche Bierbrouwerij. Stella Artois heeft in Nederland geen geweldige naam, daarvan lijkt men zich bewust. Bo vendien is Stella Artois een groot merk en Dommelsch wil zich juist onderscheiden als een klein bier, dat aan traditie hangt. In het kantoor van hoofd marketing drs. J.A. Pernot worden de flesjes Dommelsch opengetrokken. Voorzichtig klokt het blonde brouwsel in de glazen. De smaak is zacht, maar fris. Pernot is een man van het type 'yuppie' en je hoort aan zijn praten dat hij vroeger bij Pepsi gewerkt heeft. Niet het type van de traditionele brouwer, dat Dommelsch zo graag uitdraagt. Voor zichtig is hij wel: over omzet en marktaan- Kwaliteitscontrole In de brouwerij. D W2 fNB IMIplMi mm iRRgPMP Wfó Üi IfÖSiüsm De uithangborden aan de cafeetjes zijn crème met roodMet enige trots wordt verkondigd dat hier Dommelsch Bier wordt getapt, een bier van eigen bodem, een bier gebrouwen door de eigen mensen van het dorp- foto s de stem/johan van gurp Een klein bier met traditie Het wapen van Dommelsch Bier. deel wil hij geen enkel gegeven verstrek ken, omdat hij zijn 'huiswerk niet voor de concurrentie maait'. Globaler wil hij over het veranderde be leid bij Dommelsch wel uitweiden. „Eind 1983 hebben we de groep Artois Neder land in twee werkmaatschappijen geschei den. Een maatschappij houdt zich bezig met de verkoop van Stella Artois op de Nederlandse markt en de andere dochter is de Dommelsche Bierbrouwerij. Stella had eigen specifieke problemen. Artois wilde een groot Europees merk worden dat op elke nationale markt aanwezig was. Maar in 1983 constateerden we stagnatie in de verkoop en dat we niet meer verder kon den komen. Stella paste niet in de drinkge woonten van de Nederlander. Het is iets zwaarder dan Nederlandse pilseners. We merkten dat we met Stella Artois een be paalde weerstand ontmoetten, behalve in de grensstreek dan". „Tegelijkertijd zagen we bij de consument een toenemende behoefte aan kleinschalig heid. Hij wilde iets anders dan massapro- dukten en sprak in marktonderzoeken een voorkeur uit voor produkten van kleine, ambachtelijke bedrijven. Je ziet die trend op verschillend gebied terugkomen. De consument zoekt onderscheid. Daar is de laatste twee jaar het kwaliteitselement aan toegevoegd. Dat zorgt voor een verschui ving binnen de biermarkt. Met het econo misch herstel staan de B-merken (goed kope bieren, die vaak onder de naam van een slijters- of supermarktenketen worden verkocht, WR) onder druk". Het zijn dan ook vooral die bieren die moeten inleveren voor de opkomst van de 'kleinschalige' brouwerijen, als Dom melsch, Brand, Leeuw en Gulpen. Met name de eerste twee en Bavaria - dat als merk klein maar als brouwerij door de B- bieren-produktie ongeveer even groot is als Grolsch - timmeren hard aan de weg. Een grote brouwer als Skol probeert in deze stroom mee te zwemmen door Oranje boombier op de markt te brengen. „Vanaf januari 1984 zijn we met Dom melsch Bier een heel duidelijke merkpoli- tiek gaan voeren", zegt Pernot. „We heb ben Dommelsch met een aparte campagne naar voren geschoven. Als thematiek in de campagne hebben we gekozen voor de tra ditie van ons bier." Daarbij maakte Dom melsch slagzinnen als 'zoals de ouden klonken, dnnken de jongen' en heette het dat 'Dommelsch 't gulle bier uit gouden tijden' is. „De markt heeft behoefte aan een bier dat kwaliteit en traditie in het vaandel voert", onderstreept Pernot. De marktpositie van Dommelsch Bier moest vanuit een regionale positie worden uitgebouwd. Dommelsch had tot die tijd alleen fust-bier voor de horeca gebrouwen. De fles-markt was nihil. „We hebben toen al het reclamegeld gestoken in een be perkte regio, die Noord-Limburg, Brabant en een stukje Utrecht besloeg. De distribu tie in dit gebied was het makkelijkste, om dat we in dat gebied al fustbier verkoch ten. Oost-Brabant is basis van onze brou werij". Dommelsch had op de 'thuismarkt', zo als de verkoop van flessebier aan gezins huishoudens wordt aangeduid, een geheel schone lei met een verkoop van 0. „Nu heeft 35 procent van de detailhandel in ons gebipd het Dommelsch Bier in hun as sortiment", zegt Pernot. „In heel Neder land is dat percentage ongeveer twintig procent". Dommelsch is inmiddels de vijfde bier producent van Nederland. Daarbij is ook het bier gerekend, dat Dommelsch voor een slijtersgroothandel De Kikvors onder de naam 'Hertog Jan' brouwt. Dat is overi gens in prijsstelling eveneens een A-merk. De lijst van bierbrouwers ziet er nu als volgt uit: 1. Heineken/Amstel, 2. de Ver enigde Bierbrouwerijen (Skol en Oranje boom), 3. Grolsch, 4. Bavaria, 5. Dom melsch en 6. Brand. Met bier in 30-centiliter-flessen is men in het eigen gebied inmiddels tot een vierde plaats opgeklommen, zo zegt Per not. De promotionele activiteiten worden nu ook op de Randstad gericht. Stap voor stap wil Dommelsch zo Nederland verove ren. Ondertussen moet de kleinschalige brou werij fors investeren om de toenemende af zet aan te kunnen. Dommelsch is bezig met een investering van ruim twintig mil joen gulden om de capaciteit aan te pas sen. Het werknemersbestand is de laatste jaren van 180 naar 210 gegroeid. Vroeger was Dommelsch echt de brouwerij van de bevolking van Dommelen. De boerenzoon die niet terecht kon bij zijn vader, ging naar de brouwerij voor werk. Die tijd is echter voorbij. Dommelsch heeft werkne mers die uit de zeer wijde omtrek komen. De sfeer van de dorpsbrouwerij herleeft wel tijdens de reünies en talloze perso- neelsavonden. Het aantal werknemers zal overigens in de komende tijd niet verder groeien, zegt Pernot. „Aan de ene kant komen er werk nemers bij voor de produktie en de ver kooporganisatie, maar anderzijds gaan er arbeidsplaatsen verloren bij de automati sering". Voorlopig richt Dommelsch zich alleen op de Nederlandse markt. Exporteren is er nog niet bij. Wel wordt in Italië al in licen tie Dommelsch Bier gebrouwen. Het suc ces op de thuismarkt heeft Dommelsch een omzetstijging van 'enkele tientallen pro centen' bezorgd. Pernot wil om concurren- tie-overwegingen niet zeggen hoe groot de precieze omzet in geld en volume is. Een wat merkwaardige houding, die overigens door vrijwel alle brouwers wordt ingeno men. De thuismarkt wordt steeds belangrijker voor Dommelsch, maar de verhouding fust-fles is nog altijd in het voordeel van de verkoop per vat. In de hele biermarkt wordt de grootste slok (66 procent) via de fles verkocht. Ruim dertig procent gaat per vat en een marginale 2,2 procent in blik. De Nederlandse brouwers verkochten in 1985 12 miljoen hectoliter bier. Over 1986 zijn de exacte cijfers nog niet beschikbaar, maar verwacht wordt dat de verkopen slechts met een enkele procent zijn geste gen en ook dit jaar zal niet meer dan een procent groei brengen. De verschuivingen moeten dus binnen de bestaande omzet tot stand komen. De export wordt weliswat steeds belangrijker (1986 ongeveer 5,9 mi' joen hectoliter tegen 5,67 hectoliter 1985), maar de ingezakte dollar- en poi koersen hebben de winstmarges scherp i der druk gezet. Met de opmars van de bieren als Don: melsch, Brand, Bavaria en kleinere merkci als Gulpen en Leeuw zal de concurrente de komende jaren stevig toenemen. Wam ook aan de rek in de B-bieren komt ee: eind. Als de wankele economische grot; eventueel weer omslaat in stagnatie of recessie, zal het hard vechten worden or, het veroverde marktaandeel. Pernot is tt niet bang voor. „Ik denk dat de leefcultuur van de men sen op kwaliteit gericht blijft", zegt „De bierdrinker zal üever wat mind» maar goed, dan meer maar van minde:: kwaliteit willen". De Dommelsch-Blerfabrlek In Dof melen. Ik lees dat de yuppies alreeds als ver geelde bladeren van de bomen vallen, ook al is het lente. De jonge, gladde, cosmo 'iete ridders van het rijke leven ge dijen s.~~ht in het laagland. Ze geven aan stoot door de enige zonde tegen het fat soen, die we hier te lande nog kennen, tot deugd te verheffen: het publiekelijk de lof bezingen van het grote geld. Het is nog steeds zo dat openbare vrouwenknijperij - toch een zeer ernstig vergrijp - u minder zwaar zal worden aangerekend als het uit melken van levenloze effecten. Want geld is De yuppies dromen een Amerikaanse droom van Wall Street behangen met schatkistpapier. Ze zijn gouden kafitypetjes met een 'lifestyle' die niet lang meer als roos van goudstof op kraag en schouders van de donkere overjas van ons nationale imago zal liggen. Het is opmerkelijk dat de flowerchildren van weleer zulk een merk waardig nageslacht van skinheads, punkers en yuppies hebben gekregen. Bij het afsterven van wederom een 'li festyle' stel ik vast dat ik zelf nooit erg mo debewust ben geweest. Ik sta buiten mode. Ik was een miserabele yup in de lieve, wat melancholieke dagen van de flowerpower. Onder de kroonluchters van de Waldorf Astoria en de St Regis nipte ik droge cham pagne en ik vond die satijnen oorden des verderfs heel wat aangenamer dan de duis tere rookholen in Greenwich Village, waar ik nog even als beatnik heb gebivakkeerd. Als voortijdse yup het ik mijn schoenen poetsen bij de ingang van grote financiële instellingen, in de hoop daar de inside info op te vangen die de grondslag zou vormen voor mijn eerste miljoen. Aan diners en banketten ontmantelden we Lockheed, analyseerden we Hughes Tool en besloten we soja of rijst op termijn te kopen. Het was een leeg, maar heerlijk bestaan. Nu, vele jaren later, staat mijn leven in het teken van een welhaast karige eenvoud. Zoals sommige heden er bij tijd en wijle op uit trekken om in Antwerpen breedschahg te gaan drinken, in Brugge bourgondisch te eten of wat bij de bruinen aan de Cóte d'A- zur, zo heb ik mij gevoegd bij een kleine schare nieuwlichters, die af en toe de weelde van huis en haard verlaten om een weekeind primitief te leven op het platte land, als het even kan van de vruchten des velds. Wij staan bekend als de ASIEL groep. De naam is opgetrokken uit de be ginletters van woorden als arcadisch, sim pel, eenvoudig en lamaarwaaien. Twee dozijn asielzoekers arriveerden het afgelopen weekeinde in een kampeerboer derij, waarin ijzersterke trampohnebedjes stonden opgesteld voor maximaal 120 wel pen. Per persoon konden wij dus over vijf legersteden beschikken. Over de omlig gende velden was, kort voor onze aan komst, een ragfijn sluier van varkensmest gehangen, die de longen prikkelde en die de al te zeer verwende stadstypen brakend naar binnen joeg. Slechts een onzer, een wat agrarisch bevlogen man, snoof alsof hij boven een kruidige stoofpot stond en zei, beneveld van genot: „Hurluk, hurluk; dit is de hjfgeur van het land". Later ontstonden er bekommerde ge sprekken over de vraag of grote delen van Brabant, bij aanhoudende noordwestelijke wind, niet op meren van varkensmest zul len afdrijven naar midden-België. Lang hebben we daarvan wakker gelegen op de ijzeren welpenbedjes waarin een volwassen mens niet keren kan, noch woelen. Ik heb er bittere pijnen in geleden alvorens, bij het aanbreken van de dag, rigor mortis intrad. Mogelijk door de breeduithangende gierne- vels ontstond de situatie dat een kudde van meer dan honderd geiten (die toch ook niet wekehjks met water en schuim worden ge wassen) aangenamer rook dan de ASIEL groep. Door de hardheid van het buitenle ven begonnen de welstandsgebondenen al snel tekenen van verval te vertonen. Zei* gonnen er hulpeloos uit te zien, als treden monniken, op zoek naar een nieu' lifestyle. De bedoeling is dat wij als ASIfl groep zodanig aan de eenvoud gaan w» nen, dat we na 2000 slechts lichtjes zullf drukken op ons sociale bolwerk. O Door Mathleu Kothuls 'Lief zijn voor Indonesië en presii harto' lijkt het devies van de Net regering. Het economisch belang reusachtige archipel in het Verre immers groot en het Nederlands hoopt niets anders dan dat ons b ven daarvan een graantje kan me De officiële banden tussen beid zijn hecht, al was het alleen mat Nederland voorzitter is van de I groep van donorlanden die Indon üjks met miljarden financieel bijsr Toch komen van tijd tot tijd k die kabel van vriendschapsban moest het kabinet in '85 even slikk executies van vakbondsleider Mo Munir en Rustomo, Gatot Les Djoko Untung. De executies van tal dat een rol had gespeeld bij de in Zuid-Blitar in '68, werden gevo een nieuwe reeks terechtstellmgei tember en oktober van het vorig j gens het Komitee Indonesië in An werden in die maanden 10 teger van Soeharto vermoord. Soeharto: lijst' vermeldt nog zeker 15 namen doodveroordeelden. Minister Van den Broek spra executies zijn 'verontrusting' uit gevolgde rechtsgang in Indonesië drukte de onmenselijke kant van Er was immers, zo zei de ministei lange tijd verstreken tussen gev. ming en veroordeling van de ex- nisten en de uiteindelijke executii de Tweede Kamer trok, anders d; geval Suriname, geen consequenti gang van zaken en de ontwikk kl t' LI*» recente politieke bijeenk

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 26