DE STEM DESTE 'DE GESCHIEDENIS ZAL ONZE TIJD NEERZETTEN ALS UITERST PRIMITIEF' DEW ZATERDAG O! 7 MAART 1987 iC ederland heeft recentelijk zijn portie gif in verschillende fasen van hevigheid voorge schoteld gekregen. Smogwolken uit Duitsland, gif uit de Sandoz-fabrieken in Basel en radioactieve wolken uit Tsjernobyl. Het zijn me de smerige jaartjes wel. Wie durft nog diep adem te halen in zijn eigen milieu? Is er nog iemand die genuanceerd kan praten over een on derwerp als 'scheikunde'? Aan Landbouwuniversiteit te Wageningen zit iemand die het gif bepaald niet uit de weg gaat. Prof. dr. J. H. Koeman (50), hoogleraar in de toxicologie, lid van commissies van de Gezond heidsraad en bekend van het Rotterdamse Watertribu naal in 1982 en het Uniser-proces. In 1986 kreeg hij de Chemie-prijs van de Vereniging van de Neder landse Chemische Industrie. Dat weerhoudt hem ech ter niet om ook naar het bedrijfsleven uit te halen. Driedeling Achterstand Hoeveelheden Geen vertrouwen Op onderdelen Gezellig aan de Westersche personeel. Een rede een van de grootste uithoek van het lan groot geworden in k kapitein die bij Vroo ren?" Ja, varen bij kracht acht. Maar he vol kopspijkers voc Egypte. Bij Vroon v riers, tankers en be der zelf? Hij 'galop over de golven. Piet zeeën. Het portret ve der. Nee, geen Zeeu Stress N Door Laur Crouzèn Is nu werkelijk alles giftig of is er toch nog hoop bijvoorbeeld voor mensen met een ziektebeeld als 'chemofobie', een ziekelijke angst voor alles wat chemisch is. Kun je het beste bidden of je een huid van kei harde schubben aanschaffen? Is er een weg terug uit de rotzooi? Prof. Koeman - met op zijn ene boeken kast een opgezet Afrikaans schubdier en op z'n andere een beeld van Sint Antonius, de woestijnheilige en abt uit d| vierde eeuw na Christus, die als eerste het naar hem genoemde St. Antonius-vuur bestu deerde, een vergiftiging door de moederko ren-schimmel in rogge - gaat eraan staan. „In onze maatschappij denkt iedereen: chemie is hetzelfde als gif. Dat is natuur lijk niet juist. Denk maar eens aan voedsel: dat is ook pure scheikunde. Een chemische stof wordt pas giftig bij een bepaalde hoe veelheid. Als je je lichaam als het ware overbelast met die stof. Wat wij vergiften noemen, zijn stoffen, die al bij heel kleine hoeveelheden schadeüjke verschijnselen geven. Alles giftig noemen wat chemisch is, is niet verstandig. Het baat de veiligheid in de maatschappij niet en maakt het wer ken met chemicaliën erg onoverzichtelijk." Uit de mond van de Wageningse hoog leraar Koeman, een van Nederlands spe cialisten op het gebied van giftige stoffen en hun werking op het lichaam, klinkt het bijna als een geruststelling. Giftigheid is zelfs na rampen als smogwolken, de Rijn- vervuiling en Tsjernobyl nog een betrekke lijk begrip. Anders gezegd: wie in korte tijd honderd liter kristalhelder en onver- vuild bronwater drinkt, kan daar best aan dood gaan. Giftigheid mag dan een betrekkelijk begrip zijn, maar zit er enig systeem in de manier, waarop het gif op de mensen afkomt? Is ver vuiling in te delen naar bronnen? „Je kunt de chemische kant van de maatschappij in delen in drieën. Er zijn duidelijk door de mens gekozen hulpstof fen voor toepassing in zijn dagelijkse om geving. Dat gaat van boter tot aan benzi ne. Bestrijdingsmiddelen horen erbij en conserveringsmiddelen. Hulpjes om te kunnen eten en leven. Dan hebben we te maken met vervuilende stoffen, waarmee we omgaan in bedrijven. Die we eigenlijk liever niet zouden zien, zoals afvalstoffen, waar we vanaf willen. Die afval bedreigt ons milieu, maar dat doet het kanker verwekkende benzeen uit de hulpstof 'ben zine' ook. En tenslotte spreekt de natuur een hartig woordje mee. Al sinds eeuwen. Giftige stoffen uit schimmels op ons voed sel. Eencellige diertjes die mossels giftig maken. Tuinplanten, allerlei gewassen en mineralen in de bodem." „We weten het meeste van de hulpstof fen in onze dageüjkse omgeving en het voorkomen van vergiftiging en vervuiling is daar het best geregeld. Denk maar aan de Warenwet en de Bestrijdingsmiddelen wet. Zo horen de stoffen die in onze voe ding zitten, inclusief de conserveermidde len en af en toe ook sommige bestrijdings middelen, tot de best onderzochte. Dat Op bepaalde plekken In ons land worden miljoenen en miljoenen geïnvesteerd In afgravingen, waar het niet nodig Is, terwijl het elders net weer wel moet" Bedenkingen bij giftigheid FOTO ANP komt omdat onze maatschappij al snel er achter is gekomen, dat in ieder geval van voedsel de kwaliteit zonder meer gewaar borgd moet zijn. Zo is de Warenwet uit 1919 de oudste milieuwet. De echte milieu wetten op de waterverontreiniging en de luchtverontreiniging dateren pas van eind jaren zestig. Toen is het milieu officieel door de overheid ontdekt. Voor die hulp stoffen, die ons zo na staan, geldt het zoge naamde positieve lijst-principe: alles is verboden tenzij het uitdrukkelijk is toege laten. Er is een toelatingsbeleid, dat aardig is uitgekristalliseerd, hoewel nog niet pro bleemloos." „En dat steekt schril af tegen de indu striële stoffen in onze maatschappij, waar voor de wetten pas van recente datum zijn. Daar is sprake van een achterstand, omdat het milieu al lang vervuild is geraakt. Voor een heleboel stoffen is er nooit een toela tingsbeleid geweest. We lopen achter de feiten aan en de toxicoloog kan nauwelijks de ontwikkelingen volgen. Het EG-beleid, bijvoorbeeld de lijst van 150 stoffen die niet meer de Rijn in mogen, heeft een veel te langzaam tempo. Ook voor het milieu zou een positieve lijst moeten komen: er mag niets het milieu in, tenzij uitdrukkelijk is afgesproken op goede gronden, dat die en die stof tot die en die hoeveelheid aan vaardbaar is. Dat zou een ideale situatie zijn. Op die manier zou je de verontreini gingen, die van buitenaf, vanuit een ander circuit ons milieu en ons voedsel bedrei gen, kunnen tegenhouden." „Van de boter, de groente, de toevoegin gen aan de jam in de keukenkast, sowieso ae stoffen in de voedselbereiding, is aan zienlijk meer bekend van giftige werking dan van de bulk van de chemicaliën, die in bedrijven voorkomen en ontstaan bij ver brandingen en chemische processen. Slechts enkele procenten van het totaal aantal chemische stoffen, die we kennen, zijn voldoende onderzocht, ook op giftige werkingen. Van de overgrote meerderheid weten we onvoldoende. Maar daar moet ik onmiddellijk aan toevoegen, dat natuurlijk niet al die 60.000 stofjes of meer, die wij kunnen registreren, ook volledig op hun giftigheid moeten worden onderzocht. Want het gaat natuurlijk alleen om de din gen, waarmee we in contact komen. Vooral Toxicoloog prof. dr J.H. Koeman: „Ons milieu wordt langzamerhand te klein. Wat als de Derde Wereld ook nog eens gaat Industrialiseren?" - FOTO LIMBURGIA PERS die moeten onder de loupe genomen wor den." Is dat naast hoeveelheid en bouw van een stof het derde middel waarmee je het idee van 'we zitten op een gifbelt' iets kunt relati veren? „Natuurlijk. Je moetje bij gif altijd eerst afvragen is er een kans op blootstelling? Kunnen er mensen mee in contact komen? Er is in Nederland heel wat commotie ont staan in sommige delen van het land over milieuverontreiniging. Verhalen van daar zit een stof en die doet dat. De mensen hebben de neiging om te zeggen: die stof heeft die en die eigenschappen, maar dat gaat dan om effecten bij zeer grote hoe veelheden van die stof. Men koppelt on middellijk de giftigheid aan de naam van de stof. Er zijn bijvoorbeeld heel wat plek ken in Nederland, waar cadmium in de bo dem zit, maar waar de kans, dat de mensen in de buurt daarmee in aanraking komen, verwaarloosbaar is. Daar moet je ook reke ning mee houden als je je afvraagt welke saneringsmaatregelen het eerst genomen moeten worden en waar. Op bepaalde plekken in ons land worden miljoenen en miljoenen geïnvesteerd in afgravingen, waar het niet nodig is, terwijl het elders net weer wel moet. Uit welingelichte bron heb ik vernomen, dat de uitgebreide maatrege len die in Lekkerkerk genomen zijn, eigen lijk overbodig waren naar de huidige nor men van vervuiling. Maar er is nog een be ter voorbeeld. Op veel plaatsen, waar gas fabrieken gestaan hebben, komt pek en teer in de grond voor. Men graaft dat soms tot op zeer grote diepte af omdat men na analyse bepaalde stoffen daarin ontdekt. Ik vind dat onzin, omdat pek en teer een soort fossiele resten zijn dié op grotere diepte totaal geen risico vormen en daar over duizenden jaren nog precies zo zitten. In bepaalde gevallen is een oppervlakkige afgraving voldoende. Zoiets hoort ook thuis in een kosten-baten-analyse." Upleit voor een nuchtere afweging van de ri sico's? „Ja, maar intussen is het natuurlijk wel zo in de maatschappij dat de meningsvor ming gestoord is door allerlei emoties, die door slecht overheidsbeleid en slecht indu strieel beleid zijn opgeroepen. Als men hier en daar overdreven reageert neem ik dat de mensen helemaal niet kwalijk, want men heeft in Nederland in de afgelopen ja ren op grote schaal het vertrouwen in de overheid en in het bedrijfsleven zowel na tionaal als internationaal heeft verloren. Dat herstel je niet van de ene op de andere dag. De bedrijven moeten meer zelfkritiek krijgen en ook de viespeuken in hun gele deren harder aanpakken. Er zijn nog steeds bedrijven die laks achter de wetge ving aanlopen die toch al niet perfect is. Het bedrijfsleven zou ook het voortouw moeten nemen en meer doen dan de wet voorschrijft. Dat vergt een bepaalde ethiek en die is hier en daar nog ver te zoeken." „Ik ben ervan overtuigd, dat men over vijftig jaar, als onze beschaving het nog zo lang uithoudt, deze periode zal neerzetten als een tijd van uitgesproken smeerpoetse- rij. De mensen die denken dat het al aardig geregeld is, zijn abuis. Wat we allemaal niet uitbraken in de biosfeer van enkele ki lometers dikte en hoe snel we de uitstoot weten terug te dringen. Maar ook bij het grote pubhek is de politieke bereidheid zeer beperkt. Men wil gewoon geen offers brengen. Toen men in Limburg vroeg de auto te laten staan tijdens de smog, stoorde zich daar niemand aan. Er kwam bij mij een milieuhygiëne-student die der mate ontzet was door dat bericht, dat hij onmiddellijk met zijn studie wilde stop pen. Hij zei: waar ben ik eigenlijk mee be zig? Als de mensen alles toch aan hun laars lappen. Hij was echt ontdaan." Gebeurt er dan echt niets meer op milieu-ge bied? „Natuurlijk is de uitworp van bijvoor beeld zwaveldioxide de laatste jaren terug gedrongen, maar net die laatste procenten eruit halen is erg moeiüjk. De totale in spanning, vooral in de maatschappij waar economische groei de slogan is met een toenemende druk op het milieu, is geen wezenlijke vooruitgang. Alleen op onder delen wordt er iets bereikt. Bijvoorbeeld: men springt veel behoedzamer om met be strijdingsmiddelen, er is goed beleid op het gebied van voedseltoevoegingen. Dat zijn de belangrijkste voorbeelden. Maar het voornaamste is dat eer een planning op de lange termijn komt. Er is behoefte aan echte vakministers met een visionaire blik, die over kabinetsperiodes heen kunnen kij ken. Het milieu mag niet langer sluitpost zijn. Vandaar dat ik net ook betreur dat in dertijd Volksgezondheid en Milieuhygiëne uit elkaar gehaald zijn en ondergebracht in twee departementen. Die twee gebieden moeten weer bij elkaar komen." Zou de moeilijkheid van de materie ook een verklaring zijn voor het gebrek aan interesse van het grote publiek en het ontbreken van solidariteit? „Ik geloof, dat we met z'n allen te wei nig doordenken en te hypocriet zijn. We laten ons toch alleen door rampen sturen, Ik kan er soms echt cynisch van worden. Een rampje nu en dan houdt ons milieu toch mooi in stand, denk ik dan. De ge schiedenis zal onze tijd neerzetten als uiterst primitief, als milieumiddeleeuwen. Een collega van me zei onlangs tegen me: 'Wat maak je je druk? Het milieu gaat er toch aan, maar het is zo ontzettend inte ressant om te zien hoe dat in zijn werk gaat'. Soms denk ik wel eens, dat-ie gelijk heeft." Ach, je moet met de tijd mee gaan, zullen ze in het Medisch Centrum Mount Sinai te Miami Beach in het warme Florida heb ben gedacht. Men is er aan het brainstor men geslagen en het resultaat daarvan is dat it ziekenhuis nu in rechtstreekse concurrentie is getreden met de door Andy Warhol universeel beroemd ge maakte Campbell bliksoep. Het ziekenhuis serveert Mount Sinai kippesoep om de patiënt een lekker warm gevoel te geven. Een ziekenhuis in de staat Illinois probeert vrouwen die een kind krijgen te lokken door de aan staande vader een piepmachientje mee te geven waarmee hij kan worden gealar meerd als het kind geboren gaat worden. Dit projectje heeft een zeer infantiele naam meegekregen: „Dial-A-Dad". Vrij vertaald: Bel Pappa. In Burbank in Californië houden ze van een hardere aanpak. Het St. Joseph ziekenhuis aldaar heeft een niersteenver gruizer aangeschaft die bediend wordt door een team dat in advertenties de „Stonebusters" wordt genoemd. Onze niersteenkrakers staan dag en nacht voor u gereed. In de medische tovertuinen en pretparken van Amerika breken adver tentieschrijvers zich het hoofd over nieuwe wapens in de slag om de lege bed den. Deze mooie voorbeelden van concur rentie in de medische establishment ston den in 'Time' van een maand of twee ge leden. Het büjkt dat Amerikaanse zieken huizen binnen driejaar tijd hun adverten tiebudget hebben vertienvoudigd tot 500 miljoen dollar. Nu er een leegstand is van tussen de 35 en 40 procent van de zieken huisbedden is de klant keizer geworden. Commercie in de gezondheidszorg is door de VendexBoeremaplannen ook in ons land onderwerp van discussie gewor den en zonder dat er een schot werd ge lost verwierf de medische consument het privilege om in Nijmegen en Den Haag 's avonds in de polikliniek te mogen ver schijnen. Een vette kluif is het niet. Ik propageer geen pogingen om het verblijf in ziekenhuizen op te vrolijken met bij voorbeeld Radboudsoep-met-baUen, Sint Lambertus Spekpannekoeken of Brono- voballen. Voor dat soort lekkernijen heb je maar weinig belangstelling als de 'stonebusters' in slagorde om je bed staan. Waar het dan om gaat is in welke mate men zich weerloos een koning kan voelen. De 'me dische zorg industrie' is in Amerika pa tiëntvriendelijk voor wie die vriendelijk heid kan kopen en nogal nors voor ar moedzaaiers, getuige onthullingen van Jan de Hartog in 'The Hospital', waarin vergeten doden de godganse dag als jojo's op en neer reisden in de lift, stervenden werden blootgesteld aan administratieve rompslomp en waar wachtzalen het mid den hielden tussen een slagveld uit de Krimoorlog en een lugubere hoek in de hel van Dante. We zijn er nu beter aan toe dan in het tijdperk van de schaarse bedden, dat een jaar of zes geleden een dieptepunt be leefde in Engeland, toen een tot wanhoop gedreven vrouw besloot een ziekenhuis bed te kraken. Er is toen geen ME bijge haald, men heeft haar niet de deur gewe zen. Wie in Engeland genezen wilde wor den had geen geld, maar wel een concen traat van engelengeduld nodig. Dat is nu anders. Je kunt je bed uitzoe ken. Als het goed is komt er een golf van patiëntvriendelijkheid aanrollen. Mis schien komt iemand op het idee om iets te gaan doen aan de melancholie van al te veel wachtkamertjes, waar mijn oor spronkelijk enthousiasme om mijn aan deel in het menselijk lijden met verve te gaan becommentariëren, altijd verzuurt in kregel eenlettergrepig stamelen. In zo'n kamertje klapt de psyche dicht, krijg je eelt op je reet en schrik je van je eigen droge kuch zodra die de beklemmende stilte versheurt. Je vat de kou van je buur man en het gefluisterde ziektebeeld van een vaste cliënte maakt je droef. Er hoeft geen ons arm bandit te staan en ook geen bar in de hoek om een mondje whisky te halen. Maar gezelliger kan het best. E Door Paul de Schipper Op de kade Filippino's met wolle en vrachtwagens Hollands s 'Hophophey,hey'. De koei melen aarzelend door de houten 1 gen. 'Hey..hey.De zwaaien met een stok, meppen o nuwachtige koeiekont. Ze gedra als koeiendrijvers in een corTal. derdtwintig drachtige stamboekva Herwijnen zoeken hun weg naar Vanuit Breskens beginnen ze aan ste en laatste zeereis, op weg naa ko, naar de stallen in de staatsbo van koning Hassan. Het schip is een ouwetje, de Fr press, in 1956 gebouwd voor de al geheven Hollandse Stoomboo schappij. Een houten brug, geklo plating, veel koper en een gezagvo bij zo'n schuit hoort: kapitein Hei der Pol. Hij werkt al jaren voor kense reder, weet nog dat het 'eei rederijtje' was. „\fet vee is het allemaal begom mooie lading jong. Vee leeft. Dro; dat is simpel. Je stopt je schip dat het niet kan schuiven, de lui en klaar is Kees. Containers pn Die zeggen geen boe of geen bah. altijd een zekere spanning. Dan ra kapitein niet alleen meer aan je si ken, maar ook aan de lading. Je temperatuur in de gaten houden e dat de ventilatie goed geregeld wo Eerste stuurman Johan Snijdei Frisian Express is een van die zi cowboys van Vroon. Hij noemt zi man-veeverzorger, een beroep w enkele zeevaartschool voor „Klopt", zegt Snijders, „dat leer praktijk". Hij vertelt over het cor voorzag in het transport van schapen vanuit Nieuw-Zeeland. half jaar met schapen varen en ge< dooie". „Het vee dat we hier aan boort heeft meestal wat last van stress een paar dagen van streek en moe t nen aan de bewegingen van het sc altijd als je dieren uit hun vertrou geving haalt. Je moet er voorzie omgaan. Dat betekent dat je l moet bijleggen. Niet doorstampi golven maar de storm afrijden, Kapitein Hendrik van der P< Press: ,,'t Was Inderdaad maar eert en Je doet dat goed dan kt

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 30