Het opgeheven vingertje van Willy Vander steen
ARMAND PIEN: „LUCHT IN 21-STE EEUW ZAL SCHONER ZIJN'
zult u nooit wat
En dat alles biedt
prijs van f 11.695,-*.
|rse uitvoeringen
n. Handgeschakeld
ngs en als u wilt
[dat het tankje vol is.
DINSDAG 3 MAART 1987
Populariseren
Benedictijnen-werk
Korreltje zout
Missers
Zon boosdoener
-O CO
<u
T2 PAGINA GIDS 1
Steevast kondigt hi] zelfs het goorste weer met een
zonnige glimlach aan, vaak vergezeld van een kwink
slag; die enkele keer dat het misgaat verklarend
waarom het anders liep dan voorzien en met een hu
meur dat blijkbaar niet kapot kèn.
Geen wonder dat hij in Vlaanderen populairder is
dan Martens, Boudewljn en Hilde van Mieghem bij me
kaar.
Maar aan alles komt een eind, ook aan de loopbaan
van BRT's weerman-van-het-eerste-uur Armand Pien,
die met ingang van maart nog maar één keer in de
week 'op scherm' komt.
Jongere weermannen en een weervrouw nemen de
dagelijkse presentatie in het acht-uur-Journaal over;
de maestro zelf beperkt zich na 34 jaar tot een weke
lijks overzicht.
Op zijn werkkamer in het Koninklijk Meteorologisch
Instituut praat Pien (67) over zijn werk, zijn missers én
het geheim van zijn populariteit: „Ik ben altijd eerlijk
geweest."
1 meerdaagse verwachting mo
gelijk zijn."
Een wereldrecord in weer-presentatie
Door Frans Boogaard
Het is uitgesproken zonnig,
een zwakke wind uit noord
oost tot oost houdt de wisse
lende bewolking die voor het
weekend is aangekondigd, nog
even op afstand. Een hoge-
drukgebied dat zich uitstrekt
van de Britse eilanden tot
Hongarije garandeert ook
voor de komende dagen fraai
weer.
Maar bij Armand Pien, oud-
hoofd van het Koninklijk Me
teorologisch Instituut in Uk-
kel, ligt het standaardwerk
'La frequence des orages en
Belgique' binnen handbereik:
niets is immers veranderlijker
dan het weer.
Op zijn bureau verder com
plex ogende weerkaarten, de
van tv bekende wolkenfoto's,
post en veel fanmail die moet
worden beantwoord. Menig
niet-gepensioneerde heeft het
minder druk.
Maar ook Armand Pien gaat
een versnellinkje lager.
Glimlachend: „Nog altijd
ben ik zeer gezond, maar de
realiteit is dat ge niet ver
jongt; ook ik niet. Ik ben nu 34
jaar bezig, dat zal al een we
reldrecord zijn in weer-pre
sentatie. Dan moogt ge geluk
kig zijn uw werk aan vier
jonge mensen te kunnen over
dragen. Allez, bijna toch!"
Inderdaad, bijna. Want de
BRT, die in voorkomend geval
ook weieens minder scrupu
leus met haar personeel om
springt, heeft het vooralsnog
niet aangedurfd élle banden
met Pien door te snijden. En
zodoende zal de razend-popu-
laire presentator elke vrijdag
avond toch nog op tv zijn.
Pien: „De vier jongemensen
die mijn werk overnemen, en
die ik hier op het KMI een
beetje opgeleid heb, komen
maar heel kort in het Journaal
- twee a drie minuten. Maar ik
ga nu elke vrijdag de rode
draad trekken tot de donder
dag daarop. Met totaal nieuw
materiaal dat het KMI mij ter
beschikking stelt - wolkenfo
to's in kleur die rechtstreeks
van het beeldscherm komen
en temperatuurfoto's van heel
Europa, met behulp van infra
rood gemaakt - moet zo'n
Zijn ruimere zendtijd, legt
Pien uit, zal hem bovendien in
staat stellen het weerbericht
toe te lichten, te zeggen dat
veranderingen wat vroeger of
later kunnen komen. Maar
daar blijft het niet bij, want in
de nieuwe opzet wil hij ook
aandacht besteden aan uitzon
derlijke weersomstandighe
den in de voorbije week en aan
boeken en andere publikaties
over het weer. „Het werk van
mijn collega's hier op het KMI
blijf ik volgen en naar de kij
ker toe populariseren. En op
het eind komt er een liedje
over het weer van de dag."
U bent zeer enthousiast over
uw werk. Is dat wat u van het
begin af hebt gewild, weer-
presentqtor?
Pien: „Nee, dat is eigenlijk
vanzelf gegaan. Ik ben in de
oorlog afgestudeerd, licentiaat
wiskunde, en heb toen -om
aan de Duitsers te ontsnap
pen- eerst nog op Volksge
zondheid gewerkt. Pas na de
oorlog ben ik, aan één derde
van mijn oude wedde, hier op
het KMI begonnen, als eerste
universitair geschoolde Vla
ming tussen allemaal fransta
lige academici. Dus toen de
BRT enige jaren later een
weerman zocht, had ze geen
keus: ik was de enige. Men
heeft mij dan onmiddellijk
aangesteld, zonder dat ik een
proef hoefde te doen. Intussen
heb ik aan meer dan 5.000 uit
zendingen meegewerkt; de
weerberichten, maar ook
schooltelevisie en wetenschap
pelijke uitzendingen."
In al die tijd zal er heel wat
veranderd zijn
„Ik heb de hele evolutie
meegemaakt - van de ruimte
vaart, de meteorologie en van
de astronomie. In het begin
werkten we met een paar
schepen op de Atlantische
Oceaan. Die waren als waar
nemingspost uitermate be
langrijk, want meer dan 90
procent van ons weer komt uit
het westen. Maar het interpo
leren op een paar weerschepen
was zeer moeilijk. We kwa
men veel informatie tekort en
„Ik neem het leven zeer positief en straal dat op het scherm uit, want ik kom daar over zoals
soms struikelend over mijn woorden."
sloegen bijgevolg vaak de bal
mis; gemiddeld toch wel één
keer per week.
Het was ook een beetje Be
nedictijnen-werk. We moesten
de weerkaarten nog met de
hand maken, zelf de isobaren
erop zetten. En tegen dat u er
mee op scherm kon, was de
kaart alweer zes uur oud. On
dervinding speelde toen de
grootste rol. Nu is dat voorbij
gestreefd door de computers.
Nog steeds heeft men onder
vinding nodig en het juiste ge
voel, er komen hier op het in
stituut mensen binnen met een
doctorstitel die het niet heb
ben en die dat ook nooit krij
gen. Maar de informatie is
veel verbeterd. Onverant
woord? Nee, dat vond ik het
niet. Dat zou u dan ook van de
eerste stoomtrein moeten zeg
gen.
Zonder te vergeten dat die
toch aan de basis ligt van de
TGV, de supersnelle trein van
nu. Ook de meteorologie is nog
steeds in ontwikkeling. Ik durf
u al voorspellen dat er vóór
2.000 een apart weerkanaal is!"
Daar wordt al aan gewerkt?
„Te weinig nog. Het is een
budgettaire aangelegenheid,
er zou meer samenwerking
moeten zijn tussen de institu
ten. We zouden veel Europeser
moeten denken. Het zou u toe
staan permanent te werken
met bewegende weerkaarten,
en ieder zou toch naar zijn
eigen publiek toe de presenta
tie kunnen doen. Dat moet ook
blijven, want geen ander kent
zo goed de eigenaardigheden
van het eigen gebied, hun in
vloed op het weer. Dat verschil
kan zeer groot zijn. In België,
wat toch een klein landje is,
loopt het temperatuurverschil
van aan de kust en in hoog
België al op tot tien graad.
Maar de basisgegevens voor
het weer zijn in alle Westeuro-
pese landen gelijk."
Hoe lang vooruit is het weer te
voorspellen?
„Daar kom ik juist op. Bij
Londen is het meteorologisch
centrum van Redding, waar
zeventien landen samenwer
ken. Men werkt daar nu al ze
ven dagen vooruit. Natuurlijk,
ge moet de zevende dag met
een korreltje zout nemen,
maar een tendens voor de hele
week is mogelijk. In Genève
werkt de meteorologische we
reldorganisatie aan tien da
gen, en misschien dat we deze
eeuw nog wel aan maximum
veertien dagen geraken. De
rest zal voor de 21-ste eeuw
zijn. Men zegt wel dat na een
winter met Siberische kou een
mooie zomer komt, omdat we
dat een paar maal zo hebben
gehad. Dat kén, maar het
hoeft niet. Natuurlijk, er zijn
er die al verder gaan, voor het
heel seizoen."
Met een vies gezicht: „Maar
dat gaat dan zijn als bij de
Amerikanen, die voor nu een
zachte winter hadden voor
speld."
Vervolgt: „Wat u vooral ook
niet moet proberen is het pu
bliek bij de neus te nemen. Het
publiek is daar veel te intelli
gent voor. Mensen zien de
weerkaart elke dag, gaan die
zelf ook interpreteren. Ze we
ten dat een ontwikkeling wat
kan worden vertraagd of ver
sneld, dat zich een fronije kan
afsplitsen. En dat geldt zeker
voor de land- en tuinbouw en
voor de visserij, die zeer veel
verstand van het weer hebben.
De visserij kiest zelfs afhan
kelijk van het weer haar vis
gronden."
Aan de volwassen benade
ring van zijn publiek dankt
Pien, veronderstelt hij, ook
zijn grote populariteit. „Ik
neem het leven zeer positief en
straal dat op het scherm uit,
want ik kom daar over zoals ik
ben, met al mijn fouten en
soms struikelend over mijn
woorden. Maar wat ik ook al
tijd gedaan heb, is mijn fouten
toegeven en uitleggen hoe ik
ze kon maken. Natuurlijk
krijg ik nog alle dagen brie
ven, van heel jong tot heel oud.
Voor de allerjongsten ben ik
de avondklok, ze mogen Pien
zien en moeten dan naar bed.
Iets oudere kinderen sturen
mij tekeningen en heel oude
mensen, soms van over de
honderd, willen vaak iets we
ten uit de statistiek. Die moe
ten dan hun brief weer laten
schrijven omdat ze zo oud zijn.
ik ben, met al mijn fouten en
- FOTO'S ARCHIEF DE STEM
Ik schrijf ze allemaal terug,
uitgezonderd de mensen die
hun adres waren vergeten."
Huwelijksaanzoeken?
„Niet veel. Toch, de laatste
tijd niet meer."
In 34 jaar weer voorspellen
hebt u ongetwijfeld heel wat
fouten gemaakt. Wat was nou
uw allergrootste misser?
„Dat is met de winter van
'63 geweest, toen is iederéén
erin gevlogen. We hebben toen
dooi voorspeld, en die is nooit
gekomen. Allez kom, pas ruim
een maand later. We waren
toen allemaal veel te vroeg."
Tien jaar daarvoor zat u er an
ders ook flink naast!
Rekenend: „In '53? Maar
nee! Wij hebben die storm
vooraf aangekondigd. Ik weet
dat een collega van mij nog is
teruggeweest om de radio en
tv te waarschuwen. En u moet
niet vergeten, de ramp was
hier ook minder ernstig dan in
Nederland. Daar is het heel
hard gegaan. Maximum wind
kracht op maximum springtij
op maximum waterstand."
Houdt u zich ook bezig met
ontwikkelingen die op heel
lange termijn het weer beïn
vloeden? bijvoorbeeld het
broeikas-effect dat de pool
kappen doet smelten?
„Ik heb daar niet zeer veel
aan gedaan, want mijn specia
liteiten waren de meteorolo
gie, de astronomie en de ruim
tevaart. Ik weet wel dat er
zeer grote twijfels zijn over de
oorzaken. De mens is maar ten
dele verantwoordelijk voor
het in de atmosfeer brengen
van CO1 (koolstofdioxide);
volgens jongere inzichten is de
zon in feite de grootste boos
doener, maar we weten daar
nog te weinig vanaf. De Chal
lenger, die toen zo spijtig ver
ongelukt is, had ons daar meer
informatie over moeten ver
schaffen. Het is zo makkelijk
altijd de mens de schuld maar
te geven. Men heeft dat ook al
gedaan toen er grote vogel
sterfte was, men dacht meteen
aan gif of aan luchtvervuiling.
Later bleken het klimatologi
sche omstandigheden te zijn:
langdurige droogte in de Sa-
hel, het overwinteringsgebied
van een deel van de vogels."
Er zijn deskundigen die de
strenge winters van de afgelo
pen drie jaar al zien als een
voorbode van wat het broei
kas-effect kan aanrichten
„Ik weet het niet. We heb
ben daarvoor te weinig waar
neming, de gegevens strekken
niet verder dan tot 1833. Als
we het echt op grote schaal be
kijken, zouden we nu naar een
nieuwe ijstijd evolueren, maar
dat is pas over tweeduizend
jaar. Natuurlijk moeten we de
C02-vervuiling wel terug
dringen. Meer kernenergie
-niet in de vorm van kerns
plijting, maar van kernfusie -
en verminderd gebruik van
fossiele brandstoffen, in het
verkeer en in de industrie."
Ook daar wordt europees ge
zien nog niet veel aan ge
daan.
„Ik ben ervan overtuigd dat
de generaties die na ons ko
men, de generaties van de 21-
ste eeuw, in een veel zuiverder
lucht zullen leven dan wij nu.
Wij zijn de enige levende we
zens in dit zonnestelsel die
fouten maken, maar die ze ook
recht kunnen zetten. De mens
zal instinctief inzien dat hij
binnenkort moet ingrijpen om
te voorkomen dat het echt mis
gaat. Maar ik heb de zekerheid
dat dat besef er op tijd is. Het
maakt dit vak, de meteorolo
gie, voor mij zo fascinerend,
want elke dag is eigenlijk een
nieuwe triller."
„Wat u vooral ook niet moet proberen is het publiek bij de neus te nemen. Het publiek is
daar veel te intelligent voor. Mensen zien de weerkaart elke dag, gaan die zelf ook interprete-
„Als ml|n kleinkinderen even
gretig zouden zijn naar hun
schoolboeken als naar de al
bums van Suske en Wlske,
haalden zl] met gemak groot
ste onderscheiding. Uw boe
ken: het zijn parels van vertel
en tekenkunst!"
In een bomvolle raadszaal van
het gemeentehuls In Temse,
twintig kilometer van de Neder
landse grens, werd zaterdag
de 'Pleter Breughel van de
strip', Wllly Vandersteen (74),
uitgebreid In de bloemetjes ge
zet.
Veel cadeaus, lovende toe
spraken en een toneeluitvoe
ring van 'De Spokenjagers' als
bekroning van 45 Jaar teken
werk en een ongekend (130
miljoen exemplaren) verkoop
succes.
Maar de kleinzielige moraal
ridder die Vandersteen al In de
oorlog was, Is hij altijd geble
ven.
Waarom Suske en Wlske geen
ouders hebben, Jerommeke
manleren moest leren en Lam-
bik toch de sympatlekste blijft:
de vreemde evolutie van een
bekende Vlaamse familie.
Door Frans Boogaard
PLOTSELING vallen de ba
rones en haar drankzuchtige
broer elkaar snikkend in de
armen. Lambik, Sidonia en
Suske en Wiske kijken tevre
den-glimlachend toe; Jerom
staat er wat serviel bij -de
spelers van de toneelkring
Oberon verstéan hun vak.
„Waar zijn die spoken
nu?", vraagt een kind, zó
klein dat het nog op moeders
arm zit
Willy Vandersteen: 45 jaar striptekenaar.
- FOTO ARCHIEF DE STEM
„Die zijn alweer weg. Dat
waren maar gewoon kindjes
die onder die lakens zaten".
sust moeder.
Ook in zijn album ('De
Spokenjagers' 1975) laat Van
dersteen de kleine kwelgees
ten van de barones, de straf
voor haar laaghartige rod
dels over haar broer, vol
strekt in het niets opgaan.
En Sidonia, de broodma
gere en vrijwel geslachtloze
tante van Suske en Wiske,
legt bereidwillig uit: „Waar
vergiffenis wordt geschon
ken, daar wijkt het kwaad."
Drie plaatjes verder geeft
Wiske haar bekende, afslui
tende knipoog: einde van al
bum 70.
Willy Vandersteen is in
middels 45 jaar stripteke
naar, en dat heeft Temse, een
vriendelijk, rond 25.000 in
woners tellend stadje aan de
Schelde, hem zaterdag goed
laten weten. Ronkende toe
spraken, de al gememoreerde
toneeluitvoering, een sere
nade door het plaatselijk
muziekkorps.
En nu nog een tentoonstel
ling in het gemeentemuseum
met zowel een reeks originele
tekeningen als zogenaamde
'inspiratie-souvenirs' (de
Tartaarse helm uit het ge
lijknamige album, de dolk uit
'Sjeik El Ro-jenbiet', de Ja
vaanse kris uit 'De Nare Va
raan'), die Vandersteen van
verre reizen meenam en in
zijn albums verwerkte.
Niet alleen in de Suske en
Wiske-reeks, maar ook in
andere, wellicht iets minder
bekende produkten als 'Ro
bert et Bertrand', 'De Rode
Ridder', 'Bessy' en 'Jerom
meke', want stilgezeten heeft
Vandersteen allerminst.
„Als van Conscience ge
zegd werd dat hij zijn volk
leerde lezen, dan kan men
van Vandersteen zeggen dat
hij zijn volk leerde lachen",
aldus Paul Geerts, zijn
naaste medewerker en sinds
'De Steensnoepers' (album
130, 1972) feitelijk Suske en
Wiske's stiefvader.
I
Moraal
Maar meer nog dan de hu
mor, ligt in elk Suske en Wis-
ke-album de moraal er dui-
mendik bovenop.
„Liefde overwint alles",
zegt Sidonia als de generaal
na een bloedige strijd Fientje
zijn hand biedt ('De mooie
millirem').
„Goede wil schuilt in het
hart van ieder mens", zegt
Jerom ('De geverniste zee
rovers'), nadat hij de beman
ning van een heel piraten-
schip in de pan heeft gehakt.
Zelfs hun jongere creaties
ontzien Vandersteen en
Geerts niet: „Wanneer de
doodrijders een mensenleven
hoger zullen schatten dan en
kele minuten tijdwinst, komt
alles in orde, Lambik!", aldus
een vroegwijze Wiske in 'De
Tuf-tuf-club'.
Het is een moraal waar de
maag van omkeert, met soms
- in de haast - ook nog formi
dabele missers.
Zoals die keer dat met een
bulldozer een heel gebouw
wordt platgedaan, en de
chauffeur wat al te enthou
siast uitroept: „En nu van
avond nog een vredesbeto-
ging!"
Een haastfoutje, vonden de
studio's Vandersteen ach
teraf ook, en in het album
werd de bulldozer-chauffeur
keurig gecorrigeerd. Precies
als die keer dat Jerommeke
voor het eerst ten tonele
werd gevoerd ('De dolle mus
ketiers', 1953) en zijn ver
schijning nog zo dicht bij die
van de Neanderthaler stond,
dat het publiek het niet nam.
„Veel lezers waren boos, ze
schreven mij aan", gaf Van
dersteen zaterdag eerlijk toe.
En sneller dan Darwin ooit
voor mogelijk had gehouden,
evolueerde Jerommeke tot
Jerom, een nog steeds oer
sterk, maar verder volkomen
geciviliseerd stripfiguur.
Weggelaten
Vandersteen -mager ge
zicht; nog vol, achteroverge
kamd haar, hoornen bril-
ging zaterdag tijdens zijn ju
bileum maar oppervlakkig in
op vragen over zijn loopbaan,
zijn werk en het waarom van
zijn figuren. Verschillende
daarvan zijn trouwens uit
pure gemakzucht geïntrodu
ceerd of veranderd. Of weg
gelaten, zoals de ouders van
Suske en Wiske.
„Had ik hen erbij gehaald,
dan zou ik in het genre van
de familiestrip gevallen zijn.
Men kan niet aannemen dat
ouders het zotiden goedvin
den als hun kinderen zonder
valscherm uit een vliegtuig
zouden springen", aldus
Vandersteen.
Professor Barabas, uitvin
der van de teletijd-machine,
kwam erbij om een gebrek
aan creativiteit te maskeren:
„Met zijn uitvinding liet hij
ons toe naar andere tijden te
gaan, vooruit en achteruit. Ik
zat daardoor niet meer alleen
aan de tegenwoordige tijd
vastgeklonken.
Maar al die tijd, tweehon
derd albums lang, bleef
Lambik, de sukkelaar, de
meest sympathieke.
Vandersteen: „Omdat
iedereen wel een Lambik in
de familie heeft. Lambik
heeft alle goede en slechte
eigenschappen van de mens
in zich verenigd, iedereen
heeft er wét van."
„Een kunstenaar, en een
lolbroek met een hart van
goud", concludeerde Geerts,
die de gedrevenheid van zijn
grote leermeester illu
streerde door op te merken
dat hij zelfs in de oorlogsja
ren, in de schuilkelders, zijn
tekenwerk niet in de steek
liet.
Dat vooral menig Duitsge
zind blad tot de dankbare af
nemers behoorde, liet Geerts
wijselijk maar onvermeld.
Want Vandersteen mag
dan een lolbroek met een
hart van goud zijn, een al te
grote volledigheid op dit punt
had hij waarschijnlijk toch
minder op prijs gesteld.
Plagiaat
Tijdens een podiumge-
sprek met Vandersteen, on
der leiding van een bewonde
raar die al zijn originele al
bums bezit, kwam dit aspect
niet aan de orde, evenmin
trouwens als het plagiaat
waarvan Vandersteen gedu
rende zijn carrière nogal
eens is beschuldigd. Zo zou
zijn stripfiguur 'Bessy' recht
streeks van de populaire tv-
serie Lassie zijn afgeleid, en
zou 'De Rode Ridder' een ge
trouwe kopie van 'Ridder
Valiant' zijn.
Vandersteen zelf heeft dat
nooit ontkend, klaagde bij
vragen daarover alleen over
de moeilijkheidsgraad van
het vak en zijn gebrek aan
een academische opleiding.
Temse heeft het niet belet,
uit pure bewondering voor de
in Antwerpen geboren en nu
in Kalmthout wonende teke
naar, de 'Pieter Breughel van
de strip' (de vergelijking is
van Hergè) uitgebreid te
eren.
Waarbij burgemeester
Désiré van Riet zich aan het
opgeheven vingertje niet
stoort: „Want Vandersteen is
een groot man, en wij zijn ge
lukkig hem te mógen eren!"
Willy Vandersteen 45 jaar strip
tekenaar, tentoonstelling van ori
ginelen en V anders teen-attribu
tenGemeentemuseum Temse,
tot 9 maart dagelijks van 10 tot 12
en van 2 tot 6.