Hakken met de botte bijl STAART DESTEM (NEUZEN BOUWEN ZONDER TOETERS EN BELLEN BEZUINIGINGEN TREFFEN SOCIALE WONINGBOUW ZWAAR iCHOEN AFERS In de sociale woningbouw valt weinig variatie waar te nemen. De rijtjes woningwet-woningen in de nieuwbouwwijken zijn overal hetzelfde. Door de bezuinigingen zal daar voorlopig geen verandering in komen. Sterker nog, de eentonigheid zal toenemen. Daarmee is de kans dat het getto terugkeert in de maatschappij zeer reëel. VRIJDAG 27 FEBRUARI 1987 imodelen voor de zomer 19| 36-41 1LNERF LEER :uren wit, zwart en blauw iten 36 - 41 geschetste beeld is niet denkbeeldig. Begin jaren zeventig vond een dergelijk proces eigenlijk al eens plaats. Alle mensen die in de jaren zestig met kinderen in een flatje waren gekropen verhuisden toen de economie eenmaal aantrok massaal naar laagbouw-woningen. Wie bleven er in de flats zitten? Juist, de sociaal-zwakkeren. HERHALING De geschiedenis zou zich dus gemakkelijk kunnen herhalen. „Volgens mij heeft de getto-vorming sowieso een slechte invloed op de bouwmarkt. Welke projectontwikkelaar wil huizen bouwen vlak bij een 'sociale wijk'. Niemand toch, want die wijk staat slecht bekend en dus koopt niemand een huis in de nabijheid van zo'n wijk", betoogt hij verder. De wetenschapper weet zijn vrees voor polarisatie goed te verwoorden, maar leeft die angst ook in de praktijk. Harrie Rijninga opbouwwerker in de Bredase probleemwijk Geeren en bestuurslid van een woningbouwvereniging deelt die angst in ieder geval wel. „Door mijn werk kom ik elke dag in aanraking met de problemen die een sociale wijk kenmerken, criminaliteit, drugsproblemen. Vanuit het opbouwwerk wordt hard gewerkt om verdere verloedering tegen te gaan, er zijn ook goede plannen. Er is echter geen geld beschikbaar. In Breda bijvoorbeeld zijn zo'n 1500 woningen dringend aan een opknapbeurt toe. Met het geld dat daarvoor beschikbaar is kunnen nauwlijks driehonderd huizen gerenoveerd worden. Zo stop je de verpaupering niet", stelt Rijninga. Zowel Rijninga als van de Ven zien niet bepaald een zonnige toekomst voor de sociale woningbouw. Van de Ven benadrukt dat hij niet de enige wetenschapper is die het somber inziet. „Elke wetenschapper die zich met dit probleem bezig houdt vreest voor polarisatie", stelt hij. „Je oet ook duidelijk zien dat die polarisatie een onderdeel is van een groot maatschappelijk gebeuren. De opvallendste kenmerken daarvan zijn de steeds duidelijkere verschillen tussen rijk en arm. Juist door ontwikkelingen als getto vorming komen die verschillen aan de oppervlakte". Door Jos Frijters aaie woonwijken zoals in H Oostblok zullen in de nabije toekomst het stadsgezicht mede bepalen. Dat is volgens onheilsprofeten het gevolg van de vergaande bezuinigigings- maatregelen in de sociale woningbouw. „De bedoeling is dat straks alleen mensen die echt niets beters kunnen betalen, in een subsidiewoning gaan wonen". Dat zegt de econoom Jac van de Ven. Hij is slechts een van die onheilsprofeten die menen dat het gevolg van deze politiek een duidelijke polarisatie betekent. Met andere woorden: het getto keert terug in onze maatschappij. Van de Ven is medewerker aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is economoom en gespecialiseerd in bouweconomie en stedebouwkundige economie. In die hoedanigheid geeft hij ook les aan de Academie voor Bouwkunst in Tilburg. Volgens hem is elke wetenschapper die zich met het probleem van de sociale woningbouw bezig houdt, bang voor gettovorming en dan vooral in de grote steden. „Door die allesvernietigende bezuinigingen komt er in Nederland een einde aan een zeer goede sociale traditie, namelijk een goede woning voor iedereen. Wanneer je het tien jaar geleden over een woningwetwoning had, dacht je aan een prima huis met goede voorzieningen. In de toekomst zullen we denken aan 'dat hutje' voor overheidstrekkers. De huidige bezuinigingen zijn echt rücksichtlos. De beperkende maatregelen gaan ten koste van elke variëteit. Een architect moet wel van heel goede huize komen als hij in de ruimte die hem gelaten wordt nog iets origineels weet te bouwen. Toegegeven, qua uiterlijke vormgeving is er nooit veel differentiatie geweest. Maar er was tenminste nog veel type-variatie", stelt van de Ven. NORMKOSTEN „Tot voor kort was het subsidiebedrag variabel aan de stichtingskosten (van de woningbouwvereniging-jf). Dat betekende dat er meer geld besteed kon worden dan de norm die de overheid aangaf. Om die ontwikkeling tegen te gaan, hanteert de overheid tegenwoordig het normkosten-systeem. Er wordt nu alleen maar subsidie verleend op basis van de normkosten die de overheid heeft vastgesteld. Wanneer een woningbouwvereniging dan een huis gaat bouwen krijgt hij daar van overheidswege bijvoorbeeld 400 maal de normkostenprijs voor. Het maximum bedrag is 600. Dat is heel erg sober. Het gevolg hiervan is dat alle extra kosten op de huurder worden verhaald. Bovendien werkt het natuurlijk kwaliteitverminderend. Je kan rustig zeggen dat we door dit systeem terug naar af gaan", legt Van der Ven uit. ECHT LEER kleur zwart maten 40 46 AANBIEDINGEN GELDIG ZOL DE VOORRAAD STREKT PRIJSWIJZIGINGEN/ MODELWIJZIGINGEN VOORBEHOUDEN de maatschappij wonen. De jaren dertig herleven zou je haast zeggen. Maar dat kan toch nooit de bedoeling van de overheid zijn? Van de Ven: „Nee, dat is het ook niet. De overheid gaat uit van een doorstromingsmodel. Op zich is die doorstromingsgedachte nog niet eens zo slecht. Maar volgens mij werkt het in de praktijk niet. Het komt er op neer dat de woningwet-woning dan gezien wordt als een tijdelijke woning. Bedoeld als een opstapje voor bij voorbeeld jonge starters en voor uitkeringsgerechtigden in afwachting van betere omstandigheden. Zodra mensen dan wat meer geld te besteden hebben zouden ze door moeten stromen naar bij voorbeeld de vrije sector". „Volgens mij werkt dat systeem om verschillende redenen niet. Evenals in andere Westerse landen is er in Nederland een vrij brede onderlaag van kansarmen. Landurig werklozen, arbeidsongeschikten enzovoort. Die groep zal niet doorstromen, maar in zo'n wijk blijven hangen. Dat heeft weer tot gevolg dat de wijk een slechte naam krijgt. Ja, ik weet dat klinkt hard maar het is een maatschappelijk verschijnsel wat niet te ontkennen valt. De mensen zijn te trots om in zo'n 'armoedzaaierswijk' te gaan wonen. Enfin, die slechte naam leidt tot leegstand en daardoor tot verpaupering", aldus Jac van de Ven. Het door de Amsterdamse econoom moeten werken. Voor een bedrag van vierhonderd gulden huur per maand kon een woningbouwvereniging een aardig optrekje bouwen. De huurder kreeg ongeveer de helft aan subsidie en kwam dus goedkoop te wonen. Op papier een prima opzet die in de praktijk echter jammerlijk mislukte. MEERGELD De oorzaak hiervoor ligt In de economische welvaart die de jaren zeventig kenmerkte. De mensen hadden meer geld te besteden en een groot deel van de subsldiegenieters had die financiële steun eigenlijk niet echt nodig. Het gevolg hiervan was dat die mensen in duurdere huizen gingen wonen. Want wat gebeurde er? De mensen konden best vierhonderd gulden per maand voor de huur missen en ze kregen er ook nog eens tweehonderd gulden subsidie bij. Er werden dus hulzen gebouwd op basis van zeshonderd gulden huur per maand. Die ontwikkeling werkte enorm kwaliteitsverhogend. Er werden duurzamere materialen gebruikt en herhaaldelijk werden de eisen waaraan een woningwet-woning moest voldoen bijgesteld. Een voorziening als centrale verwarming werd bijvoorbeeld standaard. Algemeen werd dat als een goede zaak beschouwd, immers, het kwam de waarde en de kwaliteit van de hulzen alleen maar ten goede en iedereen profiteerde van de welvaart. VERSOBERING Diezelfde welvaart werd echter allengs minder. De woningwet die al vele malen In positieve zin was bijgesteld begon zwaar op het huishoudboekje van de overheid te drukken. De individuele huursubsidie was grandioos uit de klauwen gelopen, zo vond men in politiek Den Haag en er werd een versoberingsbeleld gestart. „Vanaf nu gaan we bouwen zonder toeters en bellen", aldus de toenmalige minister Marcel van Dam. Zoals bekend ging het echter steeds slechter met de vaderlandse economie. Nederland werd geplaagd door een bezuinlglngsgolf. Ook de sociale woningbouw werd nog eens aangepakt, en hoe. Waren de bezuinigingen aanvankelijk nog wel begrijpelijk, de open haard hoorde bij voorbeeld niet meer tot het basispakket, later hakte Den Haag herhaaldelijk met de botte bijl. De recente plannen van staatssecretaris Brokx liggen wat dat betreft nog vers In het geheugen. Ue bezuinigingen, waar woonkazernes en getto vorming uit voort kunen komen, betreffen hulzen gebouwd op basis van individuele huursubsidie. Halverwege de jaren zeventig werd die Individuele huursubsidie ingesteld. Dat betekende dat vrijwel iedereen in aanmerking kwam vooreen woningwet-woning. De doelgroep betrof niet alleen de sociaal zwakkeren, ledereen met een modaal Inkomen of minder kon huursubsidie krijgen. In de praktijk betekende dat dat iedereen die nog net onder de ziekenfondsgrens zat in aanmerking kwam voor een woningwet-woning. In feite miste de huursubsidie haar doel. Die financiële steun aan de huurder zou kostenverlagend Het gevolg hiervan is dat in een stad sociale getto's kunnen ontstaan. Wijken waar alleen de kansarmen in

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 13