BOEKEN
Margaret Atwood:
stem van Canada
Een avonturier in Afghanistan
Het papiertje et
het chocolaatje
bij Slauerhoff
Spannend, mooi en informatief KlNn^RRPclfFU
Opnieuw Nacht
van de Poëzie
Stadhuizen als spiegels van (on)macht
Maandblad Novy Mir brengt Dr. Zjivago
ZATERDAG 14 FEBRUAR11987
'HET VERHAAL VAN DE DIENSTMAAGD'
Op twee zalmen
Ingewikkelde I
Muggen
Herkenbaar
Onevenwichtig
Kranten maken,
niet lezen
ske en Wiske:
Toespraak
Door Dirk Vellenga
AMERIKAANSE schrij
vers genieten in Neder
land grote bekendheid,
Canadezen betekenen
hier niets. Een vreemde
situatie, maar Margaret
Atwood weet wel hoe dat
komt. Zij is Canada's be
kendste schrijfster en
heeft de Canadese litera
tuur bestudeerd. Er
heerst een drukkend ge
voel van minderwaardig
heid ten opzichte van
Amerika, is haar conclu
sie. Kanjers als Saul Bel
low en John K. Galbraith
noemen zich zelfs Ameri
kanen, terwijl ze in Ca
nada zijn geboren.
Margaret Atwood (1939, Ot
tawa) doet op verschillende
manieren haar best de lite
raire status van Canada te
verhogen, onder meer door
zelf veel boeken te schrijven
op verschillende terreinen.
Uitgeverij Bert Bakker is be
gonnen haar boeken in Neder
land op de markt te brengen.
'Het verhaal van de dienst-
maagd' is net verschenen en
deze zomer volgt 'De eetbare
vrouw'. Mogelijk opent At
wood deuren voor andere Ca
nadese auteurs als Margaret
Laurence, Michael Ondaatje
en Alice Monroe.
'Het verhaal van de dienst
maagd' speelt in de toekomst
in een zeer strak reguleerde
maatschappij, waar het
'nieuwe puritanisme' wet ge
worden is. Een onzichtbare,
starre regering onderdrukt
met de bijbel in de hand man
nen en vrouwen en heeft maar
één doel: het geboortecijfer
omhoog jagen. Milieurampen
en oorlogen hebben de wereld
tot een chaos gemaakt en be
dreigen de mensheid.
Het verhaal wordt verteld
door een een vrouw die be
hoort tot de klasse der dienst
maagden. Ze moet een rode
mantel dragen en heeft een
kamer in een groot, stil huis.
Net als de ander dienstmaag
den wordt ze af en toe opge
roepen om 'te werken aan de
voorplanting'.
's Nachts komen vage herin
neringen boven aan vroeger,
toen alles mocht en slechtheid
overheerste. Overdag wordt ze
toegesproken op de volgende
manier: „De vleesmarkt. Her
inner je je niet de vreselijke
kloof tussen degenen die ge
makkelijk een man konden
krijgen en de rest? Sommigen
van hen waren wanhopig, ze
hongerden tot ze broodmager
waren of spoten hun borsten
vol siliconen of lieten een stuk
van hun neus afsnijden. Denk
nog eens aan al dat menselijke
leed. Zoals het nu gaat, krijgen
ze allemaal een man, niemand
uitgezonderd". Nu hebben de
vrouwen die problemen niet
meer, ze worden 'beschermd'
en 'kunnen hun biologische
taak in alle rust vervullen, ge-
Margaret Atwood.
- FOTO BERT BAKKER
steund en aangemoedigd door
de overheid'.
De dienstmaagd heeft haar
twijfel. Er mist iets: liefde,
verliefdheid. Dat zijn beteke
nisloze begrippen geworden in
de ideale samenleving van de
'moral majority'. Het is duide
lijk dat Margaret Atwood het
toekomstverhaal gebruikt om
ontwikkelingen in het heden
aan de kaak te stellen. „Er
staat niets in deze roman dat
niet al ergens ter wereld
plaatsvindt of heeft plaatsge
vonden", zegt ze zelf.
De kilheid van de dicato-
riale samenleving voel je op
elke bladzijde. Je gaat je af
vragen waarom in serieuze sf-
romans de overheid altijd al
machtig is en het individu niet
meer dan een gehoorzamende
robot is. Atwood sluit zich aan
bij deze 'traditie' en gebruikt
ook de pamfletachtige taal die
er bij schijnt te horen. Het sys
teem sluit verrassingen uit en
dat wreekt zich ook in het ver
haal. Woorden als 'Onvrou-
wen', 'Geboortemobiel', 'Be
velvoerder', 'Econovrouwen'
en 'Grote Gebedsshow' komen
nogal stripachtig en irritant
over.
'Het verhaal van de dienst
maagd' heeft op mij geen ver
pletterende indruk gemaakt.
Maar anderen denken daar
anders over, het boek hoorde
in 1986 tot de kandidaten voor
de Booker-prijs en wordt dit
najaar, in de bewerking van
Harold Pinter, verfilmd door
Karei Reisz.
Margaret Atwood: 'Het verhaal
van de Dienstmaagd'. Ui tg. Bert
Bakker, prijs 34,90.
Door Henk Egbers
ARCHITECTUUR is steeds
een uitdrukking van een men
taliteit; van opdrachtgever en
ontwerper. Heel sterk komt
dat tot uitdrukking in gebou
wen van de overheid (raad-
huien, provinciehuizen, minis
teries e.d.).
Naar aanleiding van het tot
stand komen van het spraak
makende stadskantoor te
Delft van architect Jo Coenen,
is een boek gemaakt over 'de
overheid als bouwheer'. De
kreet van de jaren zeventig 'de
verbeelding aan de macht' is
als titel voor dit boek omgezet
in 'De verbeelding van de
Macht'.
Autoriteit en macht liggen
duidelijk opgestapeld in het
Brabantse provinciehuis in
Den Bosch of het Terneuzense
stadhuis. Inspraak, eenvoud
en anti-autoriteit worden
weerspiegeld in stadshuizen
van Heerjansdam of Weert.
Daartussen liggen talloze va
rianten, die duiden hoe op
drachtgevers en architecten,
als representanten van be
paalde milieus of klassen in de
maatschappij, hun mentaliteit
of gedachten over 'Life and
Order' vertaald hebben.
De samenstellers schetsen
in grote lijnen een ontwikke
ling op dit gebied sedert 1851
(Gemeentewet). In een inter
view met Coenen (Delft) komt
onder meer het functioneren
van een architect in nieuwe
relaties met opdrachtgever en
aannemer aan de orde. Bij de
ruim veertig stadgemeente-
en bestuurshuizen die in dit
boek met - jammer - alleen
exterieurfoto's worden gepre
senteerd, zijn korte teksten
geschreven. Deze geven glo
bale informatie, maar raken
zelden kernen van de proble
matiek die toch aan de orde
gesteld wordt door de titel 'De
verbeelding van de Macht'.
Delft koos, middels Coenen,
voor het post-modernisme, zo
als dat genoemd wordt. 'Post
moderne architectuur pro
beert bewust het oog te stre
len. Zij zet zich af tegen de
saaie zakelijkheid die de mo
derne architektuur is gaan
kenmerken'.De vraag blijft
natuurlijk: met welke midde
len gebeurt dat? Als Coenens
gebouw dan vergeleken wordt
met een suikerzoet 'petit
fourtje' lijkt me dat geen com
pliment. Het eerste stadhuis
dat na Delft aan de orde komt,
is dat van Utrecht met zijn
neo-classicistische uiterlijk.
Ook in het zogeheten postmo
dernisme worden nogal wat
middelen ontleend aan het
verleden, zodat kitsch sche
ring en inslag is. Leukere din
gen vallen er in dit boek onder
meer te melden over Usquerte
'zaipfabriek' (Berlage), het
raadhuis van Hilversum (Du-
dok), Veenendaal (Van Emb-
den) of Ter Aar (Van Stigt),
terwijl er minder vriendelijke
dingen gezegd worden over
o.a. Hengelo (Berghoef), Ede
(v.d. Broek en Bakema) of
Woerden (Molenaar).
Als, op zijn minst, interes
sante gebouwen, waarop de
tijd nog geen grip heeft, ko
men o.a. aan de orde stadhui
zen van Almere, Lelystad en
Amsterdam, terwijl ook de
ministeries van buitenlandse
zaken en onderwijs mogen de
len in de twijfels. Limburg en
Brabant zitten tenslotte met
hun provinciehuizen op de
zelfde toer: gezagsbastions.
Het zijn dan ook nog steeds
vanouds twee roomse genera
liteitslanden.
B. Verbrugge en C. van Groningen:
De verbeelding aan de macht
(Uitg. Meinema bv, Delft - 29,50).
Door Mathieu Kothuis
IN '83 MAAKTE de Nederlan
der Hugo de Oude een barre
tocht door het onherbergzame
Afghanistan. In gezelschap
van een cameraman en een
Afghaanse tolk reisde hij 2500
kilometer van verzetsgroep
naar verzetsgroep dwars dit
door de Russen bezette land,
op het laatst volgens eigen
zeggen zelfs op de hielen geze
ten door een colonne Russische
tanks.
Van deze reis is bij uitgeve
rij De Geus in Breda nu een
reisverslag verschenen. Van
een roman, zoals de uitgave
door De Geus wordt aangepre
zen, is hier namelijk geen
sprake. Zelf spreekt de Oude
ook van verslag. De onsamen
hangend uitgesponnen relatie
tussen de drie reisgenoten
biedt ook geen enkele recht
vaardiging om te spreken van
een roman.
In de eerste jaren van de
Russische inval in Afghani
stan is de onderdrukking van
het trotse Afghaanse bergvolk
in de westerse media nogal
onderbelicht, een tekort dat de
laatste tijd ruimschoots wordt
goedgemaakt. Dit reisverslag,
getiteld 'Paardehoeven In
Tanksporen', kan echter niet
worden gezien als een verrij
king van die golf van publica
ties, reportages en achter
grondverhalen. Op de histori
sche achtergrond van de elk
aar beconcurerende Af
ghaanse verzetsgroepen, de
Russische inval en de positie
van het Afghaanse regerings
leger wordt niet ingegaan.
De Oude (zijn reisverslag
werd bewerkt door de free
lance journalist Rolf Hoek
stra) blijft zelf trouwens ook
erg onduidelijk over het doel
van zijn onderneming. „Zocht
ik, metaalbewerker, het avon
tuur?. Wilde ik mij tegenover
de Afghanen rechtvaardigen?
Trachtte ik in mijn leven ein
delijk iets zinnigs te doen door
een plan uit te voeren dat op
zichzelf beschouwd onzinnig
leek?"
We hebben hier kennelijk te
maken met het verslag van
een avonturier pur sang die
zich daarentegen bij het Af-
ghaans verzet wel, onterecht,
uitgeeft als journalist. Het is
geen verslag geworden van de
strijd van de Afghaanse ver
zetsgroepen tegen de Russen,
maar veel meer een aaneenrij
ging van de ontberingen van
de drie reisgenoten op hun
lange tocht door het land. Een
avonturenverslag dus, eerder
geschreven ter rechtvaardi
ging van de onbestemde reis
woede van de Oude, dan met
het doel de Afghaanse strijd
voor de buitenwereld te ver
klaren.
Van de genoemde inter
views die de Oude met de
commandanten van de ver
zetsgroepen zegt te hebben,
komen we niets te weten. Ver
der blijft de identiteit van de
meereizende cameraman in
het duister. Van een 'nobel en
spannend' verhaal, zoals Rolf
Hoekstra het verslag typeert,
kan al evenmin worden ge
sproken. Want wat is zo 'nobel'
aan een reisverslag van een
avonturier die zijn zelfbe
stemming lijkt te zoeken in
een reis tussen een volk dat
een strijd op leven en dood
voert.
Hugo de Oude en Rolf Hoekstra:
"Paardehoeven in Tanksporen'.
Uitgeverij de Geus, prijs f 27,50
Doeschka Meijsing.
FOTO STEYE RAVIEZ
De zevende Nacht van de Poëzie wordt van
21 op 22 maart gehouden in Muziekcentrum
Vredenburg in Utrecht Anneke van Dijk
tekent voor de samenstelling in overleg met
de presentatoren Ed Leeflang en Piet Pi-
ryns. De manifestatie omvat het optreden
van meer dan twintig dichters, tussenspe
len van andere artiesten, een uitgevers-
markt, het lanceren van de Speciale Nacht-
bundel en het Belgisch-Nederlands Culi
nair Akkoord.
Op het podium verschijnen onder andere
de dichters: Robert Anker, Benno Barnard,
Jan Boerstoel, Hugo Claus, Tom van Deel,
Johnny van Doorn, Charles Ducal, Jan G.
Elburg, Hans Faverey, Dick Hillenius,
Frank Koenegracht, Tom Lanoye, Marcel
van Maele, Sipko Melissen, Doeschka Meij-
Johnny van Doorn.
- FOTO ANP
sing, Astrid Roemer, Nico Scheepmaker,
Annie M. G. Schmidt, Nico Slothouwer, Eric
Spinoy, Elly de Waard, Rogi Wieg en Ad
Zuiderent.
Schetterende openingsmaten komen van
Haags Koper Sextet, Kamagurka en Herr
Seele staan voor een onverklaarbaar psy
chosomatisch rollenspel, Raymond van het
Groenewoud brengt intieme songs, classics
zijn te beluisteren van het Nederlands Sa
xofoon Kwartet, Tam Tam Fanfare treedt
op, Hans Liberg toont zich een schaamte
loos elitair en innemend banaal cabaretier,
Harvey en The Wallbangers maken mu
ziek, Enrique Morente zingt flamenco's en
The Magnificent 7 spelen onder meer niks-
aan-de-hand-muziek, aldus het muziek
centrum in een bekendmaking.
HET RUSSISCHE literaire maandblad Novy
Mir gaat voor het eerst in de Sovjetunie Dr.
Zjivago publiceren, de beroemde roman waar
voor Boris Basternak in 1958 de Nobelprijs
ontving.
Dertig jaar nadat het werk in het westen
was verschenen, zal de integrale tekst van Dr.
Zjivago in drie delen verschijnen en zo in de
vorm van een feuilleton worden gepubliceerd.
Dit heeft de hoofdredacteur van het blad, Ser-
gej Zalygin, meegedeeld. Wanneer het werk
verschijnt kon hij echter nog niet zeggen.
De uitgave van de roman, waarover tijdens
het 8-ste Schrijverscongres in juni vorig jaar
heftig werd gedebatteerd, is een nieuw teken
van ontspanning in de Sovjet-cultuur. De Unie
van Schrijvers stelde onlangs een 'commissie
voor de literaire erfenis van Boris Pasternak'
in, onder voorzitterschap van de dichter An-
drej Voznesenski. Het huis waar Pasternak in
1960 overleed - in Peredelkino, het schrijvers-
dorp bij Moskou - zal tot een museum worden
gemaakt. De pelgrimsplaats was in november
1984 door de autoriteiten gesloten nadat de fa
milie Pasternak was verhuisd.
Boris Pasternak werd uit de Sovjet-Schrij
versbond gestoten nadat Dr. Zjivago in 1957 in
Italië was verschenen. Hij heeft de Nobelprijs
nooit in handen gekregen. Pasternak geldt in
de Sovjetunie vooral als dichter en als zodanig
werd hij ook officieel erkend.
Het tijdschrift Novy Mir, dat een glorietijd
doormaakte onder leiding van de dichter Alek-
sandr Tvardovski en bijvoorbeeld werk van
Solzjenitsyn publiceerde, schonk in de jongste
editie aandacht aan teksten en brieven van
Michail Boelgakov. Van deze auteur, schrijver
van Meester en Margarita, mochten de meeste
toneelstukken nimmer in de Sovjetunie wor
den gespeeld.
Tvardovski speelde een grote rol in de desta
linisatie, maar in februari 1970 viel de redactie
van Novy Mir uiteen en Tvardovski, die was
ontslagen, stierf anderhalf jaar later. In ja
nuari verspreidde het maandblad Znamja een
anti-stalinistisch gedicht van Tvardovski: de
tekst uit het begin van de jaren zestig is een
heftig beroep op de Sovjets zich teweer te stel
len tegen de „duivelse gekte" van de stalinisti
sche terreur, die normale mensen dwong „zich
te gedragen als beesten" en ouders en vrienden
te verraden.
Door Gerard van Herpen
HET SLAUERHOFFJAAR 1986 is herdacht met een heruit)
van zijn verzameld proza. Het jaar was nog niet ten einde
twee delen Slauerhoff-proza lagen al in de uitverkoop. Sli
hoff wordt door de jongeren nog wel gelezen, schreven de
denkers, maar zijn werk blijft, zelfs afgeprijsd, nog in de b
winkels achter.
De geïnteresseerde lezer zou
zich bovendien kunnen afvra
gen volgens welk stramien
uitgevers te werk gaan. Het
Verzameld Proza-werk van
Slau is nog niet eens verkocht,
of daar komt Querido al weer
met een Salamander-uitgave
van 'Het leven op aarde', de
twaalfde druk van deze
China-roman, die in 1934 voor
het eerst is uitgegeven. Twee
jaar na de verschijning van dit
boek overleed Slauerhoff in
een Hilversums rusthuis en
een jaar na zijn dood ver
scheen postuum de kleine ro
man 'De opstand van Guada
lajara'.
pujee zalmen hebben te Herwi.
een lijvig boekwerk doen vers
dat volgens dr Heineman
bedoeld is om het fijne van
de wereldtoestand uit te legge
fjet heet: Wat zalmen er van zt
Uit het Slauerhoff-jaar is
ons nog overgebleven het
boekje van Martin Kageling,
'Slauerhoff tussen mare en
mythe'. De bedoeling van dit
boekje is, zoals de titel al doet
veronderstellen, dat het door
vele publikaties zo vertroe
belde beeld van de schrijver
Slauerhoff wordt ontdaan van
mythevorming, story-verha-
len zo U wilt. Dat zijn verha
len die er meestal niet veel toe
doen, zeker niet voor de lezer
die Slauerhoff bewondert zo
als het behoort, vanwege diens
poëzie en/of proza. Toch blijkt
mythevorming ook in de lite
ratuur een hardnekkig bijver
schijnsel. Zoals het van belang
wordt geacht dat de lezer weet
in welke frequentie Van
Deijssel bordelen bezocht, hoe
Kloos aan drankzucht leed, zo
blijft het voor de kenners van
Slauerhoff kennelijk van his
torische betekenis om zeker
heid te verkrijgen over de
vraag of en wanneer en zo ja
bij wie Slauerhoff de biblio
fiele prachtuitgave van Du
Perron zou hebben gebruikt
om er muggen mee dood te
slaan.
Gelukkig beweegt de studie
van Martin Kageling over
mare en mythe zich niet op dit
roddelniveau. In deze studie
doet Kageling een poging om
herkenbaarheiden in de poëzie
en in het romanwerk van
Slauerhoff op te sporen. Welke
relatie is er in het werk van
Slauerhoff aanwijsbaar met
de Portugese dichter Camoës
en wat betekent de 'ik-figuur'
in de romans? In hoeverre ge
bruikte Slauerhoff bepaalde
maskerades, is het zinvol om
op zoek te gaan naar de wer
kelijkheid in het onrustige
werk van scheepsarts en
schrijver Slauerhoff en welke
verwantschappen in werk en
leven zijn nog achterhaal
baar?
In de nauwelijks vijftig pa
gina's tellende studie die de le
zer belooft dat er gespit gaat
worden in de Slauerhoffgrond,
wordt die belofte m.i. niet
waar gemaakt. De neerlandi
cus Kageling komt die thema's
J.J. Slauerhoff.
- FOTO ARCHIEF DE
wel op het spoor, maarti
bevredigende uitwei
komt hij nergens.
Het boekje over Slau,
is qua constructie bove
een onevenwichtig pre.
Het bestaat uit de studie]
Kageling, uit een lt„
maar oppervlakkig inter
met Albert Helman
Slauerhoff en het boekjti
af met een simpel ooggeti
verslag van een nicht
Slauerhoff. Dankzij dat
haal weten we nu ter
dat de astma bij oom Ja]
ker niet is verergerd dc
stoffen in de winkel van'
Slauerhoff.
Helman geeft de lezer
de persoon van de intern
Kageling te verstaan
Slauerhoff zeker geen
wenjager is geweest Var]
opluchting nog maar nat
lijks bekomen, houdt hij
zer voor dat enige kennirj
wat Portugal en China
Slauerhoff moeten hebt
tekend bij het lezen van|
lang kan zijn. „Dat is",
Helman, „belangrijk voorl
werk en de rest is franjt|
je een chocolaatje opeet,
je het papiertje toch ook'
Het prozawerk van
hoff is voor een betrel
gering bedrag te koop,
Leven op aarde', een
die de ongrijpbare, chaoïj
Chinese atmosfeer
spons in zich opneemt,
ook als Eifzonderlij ke
mander verschenen. Htf|
perkt van opzet Kaj
speurtocht naar de werk
heid in het proza van
hoff is, blijkt wel uit hft|
dat hij 'Het Leven op
kennelijk nauwelijks var.
lang vindt.
Inhakend op wat Helt
zei, herhaal ik diens
eet het chocolaatje op i
het papiertje maar wegl
wel, natuurlijk ook dit|
piertje.
Martin Kageling: "Slauerho j
sen mare en mythe'. Uitg.
Van Ditmar.
J. Slauerhoff: 'Het Leven (f|
de*. Uitg. Querido.
Hoe kreeg Da Vinei het be
In een doolhof kun je wel
twintig keer mislopen en
bang zijn dat je verdwaald
bent, uiteindelijk kom je in
het midden uit. Daar staat
dan wel een bordje met 'uit-
jgang'. Doolhoven zijn
eeuwenoude bedenksels die
alle volken kennen. Ze ston-
den op potten en stoffen van
I Indianen, op muren van
woestijngrotten en op de
deur van heilige hutten in
Afrika. Ze werden ook ge
maakt op vloeren van mos
keeën en kathedralen, in
Griekse en Romeinse huizen
en soms werden ze in het
|gras uitgeschoren.
Het hart van een doolhof
lis soms Christus of de zon en
bij Boeddhisten vaak een lo-
|tusbloem. De lotusbloem is
iet symbool voor de plek
raar lichtstralen geboren
rarden. Je eigen lijf is
igenlijk ook een doolhof
MAAK met je klas een
eigen voorpagina' riep De
Kleine Stem vorige week.
|Tot 18 maart kun je aan die
wedstrijd meedoen. Aan
kinderen die al eens een
krant hebben gemaakt,
vroegen we deze week hoe
dat ging. Wat moeilijk was
en waar je op moet letten.
Nannie, Maaike, Esther,
Gonny, Wanja, Remko, Pa
trick, Martijn, Robert-Jan
en Linda maakten vorig
jaar een krant op de Kenne-
dyschool in Breda en Na-
tasja op de Zonzeelschool in
[Terheijden. Nu zitten ze in
de brugklas van het New-
mancollege en daar mochten
we de les verstoren.
Nannie: ,,'t Is lastig om al-
s op één pagina te krijgen,
|de pagina is te klein
Wanja: „Je moest ook op-
Door Muriel Finll ters ver is. On ziin tocht komt haal van pen Camhndiaanap r WV fl-
Door Muriel Boll
KINDERBOEKEN zijn
meestal óf spannend en mooi,
óf informatief, maar boeken
die dat allebei zijn, zijn met
een lantaarntje te zoeken.
'Achter elke boom een vijand'
van Allan Baillie heeft wel al
die facetten. Het spannende
verhaal over Vithy's overle
vingstocht komt op de eerste
plaats, maar je krijgt er een
heleboel informatie bij over
Cambodja, de bewoners en de
Khmer-oorlog. Die bijzonder
heden zijn ondergeschikt aan
het verhaal maar ze bepalen
wel de sfeer.
Op de vlucht voor de solda
ten van de Rode Khmer is Vi-
thy zijn oudere broer Mang
kwijtgeraakt die hij nu zoekt.
Eenzaam zwerft hij door de
bossen, hij is bang en moet
zich vaak verstoppen: achter
elke boom kan een vijand zit
ten. Vithy wil de grens over,
naar Thailand waar geen oor
log is, maar hij weet niet dat
die grens honderden kilome
ters ver is. Op zijn tocht komt
hij af en toe een ander zwer
vend kind tegen, King bijvoor
beeld in Phnom Penh. In de
verlaten stad ligt volop luxe
eten in blik in de winkels zo
voor het grijpen, net als de
bankbiljetten op straat. Op
alle mogelijke manieren komt
Vithy langzaam maar zeker
verder en uiteindelijk komt hij
in een Thais vluchtelingen
kamp terecht. Met een arts die
zich over hem ontfermt, gaat
hij naar Australië om een
nieuw leven te beginnen en
daar ziet hij plotseling Mang.
Dat is het verrassende einde
van het boek dat sober en in
een heldere taal geschreven is.
Het verhaal maakt een zeer
authentieke indruk, de be
schrijvingen van de natuur en
de steden zijn heel beeldend en
je voelt dat de schrijver het
land kent. Dat klopt want Al
lan Baillie is er als journalist
vaak geweest en dit boek heeft
hij gebaseerd op het ware ver
haal van een Cambodjaanse
jongen van een jaar of negen.
Eén keer maar en heel kort,
laat Baillie Vithy direkte haat
voelen, maar echt vijand-den
ken is in het verhaal niet te
vinden, wel het troosteloze
van een oorlog. Dat merk je
vooral als Vithy terugdenkt
aan de feesten in de stad toen
zijn ouders en zusje nog leef
den.
'Achter elke boom een vij
and' is een boeiend boek voor
kinderen vanaf negen jaar; de
zwart-wit tekeningen van
Alex de Wolf hebben dezelfde
rustige sfeer als het verhaal en
sluiten er goed bij aan.
'Abby' is voor zover ik weet,
het eerste jeugdboek over in
cest. Een onderwerp waarbij
je heel wat informatie zou
kunnen verwachten, maar dat
is hier niet het geval. De
schrijfster Lee Hadley en Ann
Irwin, samen het pseudoniem
Hadley Irwin, schrijven intel
ligent en helder zodat je mee
denkt en de informatie haalt
uit de karakters en wat ze
meemaken.
Het eerste en het laatste
hoofdstuk van 'Abby' speelt
tijdens een toespraak die
Abby houdt bij het officiële
afscheid van de middelbare
schooi. Daartussen gaat het
over de vriendschap van Chip
en Abby. Een soort clubsand-
wich, en zo lekker en geva
rieerd als die is, zo mooi en
boeiend is dit boek. Chip
wordt op zijn dertiende ver
liefd op Abby en die vriend
schap duurt de hele middel
bare school. Soms sluit Abby
zich zo in zichzelf op dat Chip
het gevoel heeft dat hij haar
nooit echt kan bereiken. Bij
toeval ontdekt Chip dat hij dat
kan doorbreken als ze samen
fantaseren en Abby in de huid
van een ander kruipt. Dat
zelfde idee gebruikte Myron
Levoy een paar jaar geleden in
'Alan en Naomi' waarin Na
omi alleen via een buikspre
kerspop over haar oorlogser
varingen kan vertellen.
Terug naar Abby; op een
keer vertelt ze in haar rade
loosheid dat haar vader haar
seksueel misbruikt. Dat is
haar geheim en daardoor lijkt
ze soms zo ver weg. Chip weet
niet hoe hij dit probleem moet
aanpakken, Abby wil niet dat
hij iets doet, maar er moet iets
gebeuren. Met zijn moeder
Illustratie van Alex de Wolf In 'Achter
elke boom een vijand'.
werkt hij aan een oplossing.
Als je het zo leest, lijkt het al
lemaal behoorlijk zwaar,
maar dat is het niet. De incest
komt pas ter sprake als de le
zer helemaal in het verhaal
over vriendschap en middel
bare school zit, bovendien is
het verhaal met humor en
fantasie geschreven.
Je leert Chip beter kennen
dan Abby, jammer geschre
ven, maar ook een beetje lo
gisch; slachtoffers van incest
laten zich niet makkelijk ken
nen. En misschien biedt het
boek sommigen zo makkelij
ker de mogelijkheid zichzelf
voor Abby in te vullen. Boeken
van Hadley Irwin garanderen
kwaliteit, 'Abby' bewijst dat
weer eens. Het is uitgegeven
door Hans Elzenga die zijn
boeken goed verzorgt en mooie
omslagen geeft.
Allan Baillie: 'Achter elke boom
een vijand'. Illustraties: Alex de
Wolf. Uitg. Ploegsma.
Hadley Irwin: 'Abby'. Uitg. Hans
Elzenga.