BOEKEN Margaret Atwood: stem van Canada Een avonturier in Afghanistan Het papiertje et het chocolaatje bij Slauerhoff Spannend, mooi en informatief KlNn^RRPclfFU Opnieuw Nacht van de Poëzie Stadhuizen als spiegels van (on)macht Maandblad Novy Mir brengt Dr. Zjivago ZATERDAG 14 FEBRUAR11987 'HET VERHAAL VAN DE DIENSTMAAGD' Op twee zalmen Ingewikkelde I Muggen Herkenbaar Onevenwichtig Kranten maken, niet lezen ske en Wiske: Toespraak Door Dirk Vellenga AMERIKAANSE schrij vers genieten in Neder land grote bekendheid, Canadezen betekenen hier niets. Een vreemde situatie, maar Margaret Atwood weet wel hoe dat komt. Zij is Canada's be kendste schrijfster en heeft de Canadese litera tuur bestudeerd. Er heerst een drukkend ge voel van minderwaardig heid ten opzichte van Amerika, is haar conclu sie. Kanjers als Saul Bel low en John K. Galbraith noemen zich zelfs Ameri kanen, terwijl ze in Ca nada zijn geboren. Margaret Atwood (1939, Ot tawa) doet op verschillende manieren haar best de lite raire status van Canada te verhogen, onder meer door zelf veel boeken te schrijven op verschillende terreinen. Uitgeverij Bert Bakker is be gonnen haar boeken in Neder land op de markt te brengen. 'Het verhaal van de dienst- maagd' is net verschenen en deze zomer volgt 'De eetbare vrouw'. Mogelijk opent At wood deuren voor andere Ca nadese auteurs als Margaret Laurence, Michael Ondaatje en Alice Monroe. 'Het verhaal van de dienst maagd' speelt in de toekomst in een zeer strak reguleerde maatschappij, waar het 'nieuwe puritanisme' wet ge worden is. Een onzichtbare, starre regering onderdrukt met de bijbel in de hand man nen en vrouwen en heeft maar één doel: het geboortecijfer omhoog jagen. Milieurampen en oorlogen hebben de wereld tot een chaos gemaakt en be dreigen de mensheid. Het verhaal wordt verteld door een een vrouw die be hoort tot de klasse der dienst maagden. Ze moet een rode mantel dragen en heeft een kamer in een groot, stil huis. Net als de ander dienstmaag den wordt ze af en toe opge roepen om 'te werken aan de voorplanting'. 's Nachts komen vage herin neringen boven aan vroeger, toen alles mocht en slechtheid overheerste. Overdag wordt ze toegesproken op de volgende manier: „De vleesmarkt. Her inner je je niet de vreselijke kloof tussen degenen die ge makkelijk een man konden krijgen en de rest? Sommigen van hen waren wanhopig, ze hongerden tot ze broodmager waren of spoten hun borsten vol siliconen of lieten een stuk van hun neus afsnijden. Denk nog eens aan al dat menselijke leed. Zoals het nu gaat, krijgen ze allemaal een man, niemand uitgezonderd". Nu hebben de vrouwen die problemen niet meer, ze worden 'beschermd' en 'kunnen hun biologische taak in alle rust vervullen, ge- Margaret Atwood. - FOTO BERT BAKKER steund en aangemoedigd door de overheid'. De dienstmaagd heeft haar twijfel. Er mist iets: liefde, verliefdheid. Dat zijn beteke nisloze begrippen geworden in de ideale samenleving van de 'moral majority'. Het is duide lijk dat Margaret Atwood het toekomstverhaal gebruikt om ontwikkelingen in het heden aan de kaak te stellen. „Er staat niets in deze roman dat niet al ergens ter wereld plaatsvindt of heeft plaatsge vonden", zegt ze zelf. De kilheid van de dicato- riale samenleving voel je op elke bladzijde. Je gaat je af vragen waarom in serieuze sf- romans de overheid altijd al machtig is en het individu niet meer dan een gehoorzamende robot is. Atwood sluit zich aan bij deze 'traditie' en gebruikt ook de pamfletachtige taal die er bij schijnt te horen. Het sys teem sluit verrassingen uit en dat wreekt zich ook in het ver haal. Woorden als 'Onvrou- wen', 'Geboortemobiel', 'Be velvoerder', 'Econovrouwen' en 'Grote Gebedsshow' komen nogal stripachtig en irritant over. 'Het verhaal van de dienst maagd' heeft op mij geen ver pletterende indruk gemaakt. Maar anderen denken daar anders over, het boek hoorde in 1986 tot de kandidaten voor de Booker-prijs en wordt dit najaar, in de bewerking van Harold Pinter, verfilmd door Karei Reisz. Margaret Atwood: 'Het verhaal van de Dienstmaagd'. Ui tg. Bert Bakker, prijs 34,90. Door Henk Egbers ARCHITECTUUR is steeds een uitdrukking van een men taliteit; van opdrachtgever en ontwerper. Heel sterk komt dat tot uitdrukking in gebou wen van de overheid (raad- huien, provinciehuizen, minis teries e.d.). Naar aanleiding van het tot stand komen van het spraak makende stadskantoor te Delft van architect Jo Coenen, is een boek gemaakt over 'de overheid als bouwheer'. De kreet van de jaren zeventig 'de verbeelding aan de macht' is als titel voor dit boek omgezet in 'De verbeelding van de Macht'. Autoriteit en macht liggen duidelijk opgestapeld in het Brabantse provinciehuis in Den Bosch of het Terneuzense stadhuis. Inspraak, eenvoud en anti-autoriteit worden weerspiegeld in stadshuizen van Heerjansdam of Weert. Daartussen liggen talloze va rianten, die duiden hoe op drachtgevers en architecten, als representanten van be paalde milieus of klassen in de maatschappij, hun mentaliteit of gedachten over 'Life and Order' vertaald hebben. De samenstellers schetsen in grote lijnen een ontwikke ling op dit gebied sedert 1851 (Gemeentewet). In een inter view met Coenen (Delft) komt onder meer het functioneren van een architect in nieuwe relaties met opdrachtgever en aannemer aan de orde. Bij de ruim veertig stadgemeente- en bestuurshuizen die in dit boek met - jammer - alleen exterieurfoto's worden gepre senteerd, zijn korte teksten geschreven. Deze geven glo bale informatie, maar raken zelden kernen van de proble matiek die toch aan de orde gesteld wordt door de titel 'De verbeelding van de Macht'. Delft koos, middels Coenen, voor het post-modernisme, zo als dat genoemd wordt. 'Post moderne architectuur pro beert bewust het oog te stre len. Zij zet zich af tegen de saaie zakelijkheid die de mo derne architektuur is gaan kenmerken'.De vraag blijft natuurlijk: met welke midde len gebeurt dat? Als Coenens gebouw dan vergeleken wordt met een suikerzoet 'petit fourtje' lijkt me dat geen com pliment. Het eerste stadhuis dat na Delft aan de orde komt, is dat van Utrecht met zijn neo-classicistische uiterlijk. Ook in het zogeheten postmo dernisme worden nogal wat middelen ontleend aan het verleden, zodat kitsch sche ring en inslag is. Leukere din gen vallen er in dit boek onder meer te melden over Usquerte 'zaipfabriek' (Berlage), het raadhuis van Hilversum (Du- dok), Veenendaal (Van Emb- den) of Ter Aar (Van Stigt), terwijl er minder vriendelijke dingen gezegd worden over o.a. Hengelo (Berghoef), Ede (v.d. Broek en Bakema) of Woerden (Molenaar). Als, op zijn minst, interes sante gebouwen, waarop de tijd nog geen grip heeft, ko men o.a. aan de orde stadhui zen van Almere, Lelystad en Amsterdam, terwijl ook de ministeries van buitenlandse zaken en onderwijs mogen de len in de twijfels. Limburg en Brabant zitten tenslotte met hun provinciehuizen op de zelfde toer: gezagsbastions. Het zijn dan ook nog steeds vanouds twee roomse genera liteitslanden. B. Verbrugge en C. van Groningen: De verbeelding aan de macht (Uitg. Meinema bv, Delft - 29,50). Door Mathieu Kothuis IN '83 MAAKTE de Nederlan der Hugo de Oude een barre tocht door het onherbergzame Afghanistan. In gezelschap van een cameraman en een Afghaanse tolk reisde hij 2500 kilometer van verzetsgroep naar verzetsgroep dwars dit door de Russen bezette land, op het laatst volgens eigen zeggen zelfs op de hielen geze ten door een colonne Russische tanks. Van deze reis is bij uitgeve rij De Geus in Breda nu een reisverslag verschenen. Van een roman, zoals de uitgave door De Geus wordt aangepre zen, is hier namelijk geen sprake. Zelf spreekt de Oude ook van verslag. De onsamen hangend uitgesponnen relatie tussen de drie reisgenoten biedt ook geen enkele recht vaardiging om te spreken van een roman. In de eerste jaren van de Russische inval in Afghani stan is de onderdrukking van het trotse Afghaanse bergvolk in de westerse media nogal onderbelicht, een tekort dat de laatste tijd ruimschoots wordt goedgemaakt. Dit reisverslag, getiteld 'Paardehoeven In Tanksporen', kan echter niet worden gezien als een verrij king van die golf van publica ties, reportages en achter grondverhalen. Op de histori sche achtergrond van de elk aar beconcurerende Af ghaanse verzetsgroepen, de Russische inval en de positie van het Afghaanse regerings leger wordt niet ingegaan. De Oude (zijn reisverslag werd bewerkt door de free lance journalist Rolf Hoek stra) blijft zelf trouwens ook erg onduidelijk over het doel van zijn onderneming. „Zocht ik, metaalbewerker, het avon tuur?. Wilde ik mij tegenover de Afghanen rechtvaardigen? Trachtte ik in mijn leven ein delijk iets zinnigs te doen door een plan uit te voeren dat op zichzelf beschouwd onzinnig leek?" We hebben hier kennelijk te maken met het verslag van een avonturier pur sang die zich daarentegen bij het Af- ghaans verzet wel, onterecht, uitgeeft als journalist. Het is geen verslag geworden van de strijd van de Afghaanse ver zetsgroepen tegen de Russen, maar veel meer een aaneenrij ging van de ontberingen van de drie reisgenoten op hun lange tocht door het land. Een avonturenverslag dus, eerder geschreven ter rechtvaardi ging van de onbestemde reis woede van de Oude, dan met het doel de Afghaanse strijd voor de buitenwereld te ver klaren. Van de genoemde inter views die de Oude met de commandanten van de ver zetsgroepen zegt te hebben, komen we niets te weten. Ver der blijft de identiteit van de meereizende cameraman in het duister. Van een 'nobel en spannend' verhaal, zoals Rolf Hoekstra het verslag typeert, kan al evenmin worden ge sproken. Want wat is zo 'nobel' aan een reisverslag van een avonturier die zijn zelfbe stemming lijkt te zoeken in een reis tussen een volk dat een strijd op leven en dood voert. Hugo de Oude en Rolf Hoekstra: "Paardehoeven in Tanksporen'. Uitgeverij de Geus, prijs f 27,50 Doeschka Meijsing. FOTO STEYE RAVIEZ De zevende Nacht van de Poëzie wordt van 21 op 22 maart gehouden in Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht Anneke van Dijk tekent voor de samenstelling in overleg met de presentatoren Ed Leeflang en Piet Pi- ryns. De manifestatie omvat het optreden van meer dan twintig dichters, tussenspe len van andere artiesten, een uitgevers- markt, het lanceren van de Speciale Nacht- bundel en het Belgisch-Nederlands Culi nair Akkoord. Op het podium verschijnen onder andere de dichters: Robert Anker, Benno Barnard, Jan Boerstoel, Hugo Claus, Tom van Deel, Johnny van Doorn, Charles Ducal, Jan G. Elburg, Hans Faverey, Dick Hillenius, Frank Koenegracht, Tom Lanoye, Marcel van Maele, Sipko Melissen, Doeschka Meij- Johnny van Doorn. - FOTO ANP sing, Astrid Roemer, Nico Scheepmaker, Annie M. G. Schmidt, Nico Slothouwer, Eric Spinoy, Elly de Waard, Rogi Wieg en Ad Zuiderent. Schetterende openingsmaten komen van Haags Koper Sextet, Kamagurka en Herr Seele staan voor een onverklaarbaar psy chosomatisch rollenspel, Raymond van het Groenewoud brengt intieme songs, classics zijn te beluisteren van het Nederlands Sa xofoon Kwartet, Tam Tam Fanfare treedt op, Hans Liberg toont zich een schaamte loos elitair en innemend banaal cabaretier, Harvey en The Wallbangers maken mu ziek, Enrique Morente zingt flamenco's en The Magnificent 7 spelen onder meer niks- aan-de-hand-muziek, aldus het muziek centrum in een bekendmaking. HET RUSSISCHE literaire maandblad Novy Mir gaat voor het eerst in de Sovjetunie Dr. Zjivago publiceren, de beroemde roman waar voor Boris Basternak in 1958 de Nobelprijs ontving. Dertig jaar nadat het werk in het westen was verschenen, zal de integrale tekst van Dr. Zjivago in drie delen verschijnen en zo in de vorm van een feuilleton worden gepubliceerd. Dit heeft de hoofdredacteur van het blad, Ser- gej Zalygin, meegedeeld. Wanneer het werk verschijnt kon hij echter nog niet zeggen. De uitgave van de roman, waarover tijdens het 8-ste Schrijverscongres in juni vorig jaar heftig werd gedebatteerd, is een nieuw teken van ontspanning in de Sovjet-cultuur. De Unie van Schrijvers stelde onlangs een 'commissie voor de literaire erfenis van Boris Pasternak' in, onder voorzitterschap van de dichter An- drej Voznesenski. Het huis waar Pasternak in 1960 overleed - in Peredelkino, het schrijvers- dorp bij Moskou - zal tot een museum worden gemaakt. De pelgrimsplaats was in november 1984 door de autoriteiten gesloten nadat de fa milie Pasternak was verhuisd. Boris Pasternak werd uit de Sovjet-Schrij versbond gestoten nadat Dr. Zjivago in 1957 in Italië was verschenen. Hij heeft de Nobelprijs nooit in handen gekregen. Pasternak geldt in de Sovjetunie vooral als dichter en als zodanig werd hij ook officieel erkend. Het tijdschrift Novy Mir, dat een glorietijd doormaakte onder leiding van de dichter Alek- sandr Tvardovski en bijvoorbeeld werk van Solzjenitsyn publiceerde, schonk in de jongste editie aandacht aan teksten en brieven van Michail Boelgakov. Van deze auteur, schrijver van Meester en Margarita, mochten de meeste toneelstukken nimmer in de Sovjetunie wor den gespeeld. Tvardovski speelde een grote rol in de desta linisatie, maar in februari 1970 viel de redactie van Novy Mir uiteen en Tvardovski, die was ontslagen, stierf anderhalf jaar later. In ja nuari verspreidde het maandblad Znamja een anti-stalinistisch gedicht van Tvardovski: de tekst uit het begin van de jaren zestig is een heftig beroep op de Sovjets zich teweer te stel len tegen de „duivelse gekte" van de stalinisti sche terreur, die normale mensen dwong „zich te gedragen als beesten" en ouders en vrienden te verraden. Door Gerard van Herpen HET SLAUERHOFFJAAR 1986 is herdacht met een heruit) van zijn verzameld proza. Het jaar was nog niet ten einde twee delen Slauerhoff-proza lagen al in de uitverkoop. Sli hoff wordt door de jongeren nog wel gelezen, schreven de denkers, maar zijn werk blijft, zelfs afgeprijsd, nog in de b winkels achter. De geïnteresseerde lezer zou zich bovendien kunnen afvra gen volgens welk stramien uitgevers te werk gaan. Het Verzameld Proza-werk van Slau is nog niet eens verkocht, of daar komt Querido al weer met een Salamander-uitgave van 'Het leven op aarde', de twaalfde druk van deze China-roman, die in 1934 voor het eerst is uitgegeven. Twee jaar na de verschijning van dit boek overleed Slauerhoff in een Hilversums rusthuis en een jaar na zijn dood ver scheen postuum de kleine ro man 'De opstand van Guada lajara'. pujee zalmen hebben te Herwi. een lijvig boekwerk doen vers dat volgens dr Heineman bedoeld is om het fijne van de wereldtoestand uit te legge fjet heet: Wat zalmen er van zt Uit het Slauerhoff-jaar is ons nog overgebleven het boekje van Martin Kageling, 'Slauerhoff tussen mare en mythe'. De bedoeling van dit boekje is, zoals de titel al doet veronderstellen, dat het door vele publikaties zo vertroe belde beeld van de schrijver Slauerhoff wordt ontdaan van mythevorming, story-verha- len zo U wilt. Dat zijn verha len die er meestal niet veel toe doen, zeker niet voor de lezer die Slauerhoff bewondert zo als het behoort, vanwege diens poëzie en/of proza. Toch blijkt mythevorming ook in de lite ratuur een hardnekkig bijver schijnsel. Zoals het van belang wordt geacht dat de lezer weet in welke frequentie Van Deijssel bordelen bezocht, hoe Kloos aan drankzucht leed, zo blijft het voor de kenners van Slauerhoff kennelijk van his torische betekenis om zeker heid te verkrijgen over de vraag of en wanneer en zo ja bij wie Slauerhoff de biblio fiele prachtuitgave van Du Perron zou hebben gebruikt om er muggen mee dood te slaan. Gelukkig beweegt de studie van Martin Kageling over mare en mythe zich niet op dit roddelniveau. In deze studie doet Kageling een poging om herkenbaarheiden in de poëzie en in het romanwerk van Slauerhoff op te sporen. Welke relatie is er in het werk van Slauerhoff aanwijsbaar met de Portugese dichter Camoës en wat betekent de 'ik-figuur' in de romans? In hoeverre ge bruikte Slauerhoff bepaalde maskerades, is het zinvol om op zoek te gaan naar de wer kelijkheid in het onrustige werk van scheepsarts en schrijver Slauerhoff en welke verwantschappen in werk en leven zijn nog achterhaal baar? In de nauwelijks vijftig pa gina's tellende studie die de le zer belooft dat er gespit gaat worden in de Slauerhoffgrond, wordt die belofte m.i. niet waar gemaakt. De neerlandi cus Kageling komt die thema's J.J. Slauerhoff. - FOTO ARCHIEF DE wel op het spoor, maarti bevredigende uitwei komt hij nergens. Het boekje over Slau, is qua constructie bove een onevenwichtig pre. Het bestaat uit de studie] Kageling, uit een lt„ maar oppervlakkig inter met Albert Helman Slauerhoff en het boekjti af met een simpel ooggeti verslag van een nicht Slauerhoff. Dankzij dat haal weten we nu ter dat de astma bij oom Ja] ker niet is verergerd dc stoffen in de winkel van' Slauerhoff. Helman geeft de lezer de persoon van de intern Kageling te verstaan Slauerhoff zeker geen wenjager is geweest Var] opluchting nog maar nat lijks bekomen, houdt hij zer voor dat enige kennirj wat Portugal en China Slauerhoff moeten hebt tekend bij het lezen van| lang kan zijn. „Dat is", Helman, „belangrijk voorl werk en de rest is franjt| je een chocolaatje opeet, je het papiertje toch ook' Het prozawerk van hoff is voor een betrel gering bedrag te koop, Leven op aarde', een die de ongrijpbare, chaoïj Chinese atmosfeer spons in zich opneemt, ook als Eifzonderlij ke mander verschenen. Htf| perkt van opzet Kaj speurtocht naar de werk heid in het proza van hoff is, blijkt wel uit hft| dat hij 'Het Leven op kennelijk nauwelijks var. lang vindt. Inhakend op wat Helt zei, herhaal ik diens eet het chocolaatje op i het papiertje maar wegl wel, natuurlijk ook dit| piertje. Martin Kageling: "Slauerho j sen mare en mythe'. Uitg. Van Ditmar. J. Slauerhoff: 'Het Leven (f| de*. Uitg. Querido. Hoe kreeg Da Vinei het be In een doolhof kun je wel twintig keer mislopen en bang zijn dat je verdwaald bent, uiteindelijk kom je in het midden uit. Daar staat dan wel een bordje met 'uit- jgang'. Doolhoven zijn eeuwenoude bedenksels die alle volken kennen. Ze ston- den op potten en stoffen van I Indianen, op muren van woestijngrotten en op de deur van heilige hutten in Afrika. Ze werden ook ge maakt op vloeren van mos keeën en kathedralen, in Griekse en Romeinse huizen en soms werden ze in het |gras uitgeschoren. Het hart van een doolhof lis soms Christus of de zon en bij Boeddhisten vaak een lo- |tusbloem. De lotusbloem is iet symbool voor de plek raar lichtstralen geboren rarden. Je eigen lijf is igenlijk ook een doolhof MAAK met je klas een eigen voorpagina' riep De Kleine Stem vorige week. |Tot 18 maart kun je aan die wedstrijd meedoen. Aan kinderen die al eens een krant hebben gemaakt, vroegen we deze week hoe dat ging. Wat moeilijk was en waar je op moet letten. Nannie, Maaike, Esther, Gonny, Wanja, Remko, Pa trick, Martijn, Robert-Jan en Linda maakten vorig jaar een krant op de Kenne- dyschool in Breda en Na- tasja op de Zonzeelschool in [Terheijden. Nu zitten ze in de brugklas van het New- mancollege en daar mochten we de les verstoren. Nannie: ,,'t Is lastig om al- s op één pagina te krijgen, |de pagina is te klein Wanja: „Je moest ook op- Door Muriel Finll ters ver is. On ziin tocht komt haal van pen Camhndiaanap r WV fl- Door Muriel Boll KINDERBOEKEN zijn meestal óf spannend en mooi, óf informatief, maar boeken die dat allebei zijn, zijn met een lantaarntje te zoeken. 'Achter elke boom een vijand' van Allan Baillie heeft wel al die facetten. Het spannende verhaal over Vithy's overle vingstocht komt op de eerste plaats, maar je krijgt er een heleboel informatie bij over Cambodja, de bewoners en de Khmer-oorlog. Die bijzonder heden zijn ondergeschikt aan het verhaal maar ze bepalen wel de sfeer. Op de vlucht voor de solda ten van de Rode Khmer is Vi- thy zijn oudere broer Mang kwijtgeraakt die hij nu zoekt. Eenzaam zwerft hij door de bossen, hij is bang en moet zich vaak verstoppen: achter elke boom kan een vijand zit ten. Vithy wil de grens over, naar Thailand waar geen oor log is, maar hij weet niet dat die grens honderden kilome ters ver is. Op zijn tocht komt hij af en toe een ander zwer vend kind tegen, King bijvoor beeld in Phnom Penh. In de verlaten stad ligt volop luxe eten in blik in de winkels zo voor het grijpen, net als de bankbiljetten op straat. Op alle mogelijke manieren komt Vithy langzaam maar zeker verder en uiteindelijk komt hij in een Thais vluchtelingen kamp terecht. Met een arts die zich over hem ontfermt, gaat hij naar Australië om een nieuw leven te beginnen en daar ziet hij plotseling Mang. Dat is het verrassende einde van het boek dat sober en in een heldere taal geschreven is. Het verhaal maakt een zeer authentieke indruk, de be schrijvingen van de natuur en de steden zijn heel beeldend en je voelt dat de schrijver het land kent. Dat klopt want Al lan Baillie is er als journalist vaak geweest en dit boek heeft hij gebaseerd op het ware ver haal van een Cambodjaanse jongen van een jaar of negen. Eén keer maar en heel kort, laat Baillie Vithy direkte haat voelen, maar echt vijand-den ken is in het verhaal niet te vinden, wel het troosteloze van een oorlog. Dat merk je vooral als Vithy terugdenkt aan de feesten in de stad toen zijn ouders en zusje nog leef den. 'Achter elke boom een vij and' is een boeiend boek voor kinderen vanaf negen jaar; de zwart-wit tekeningen van Alex de Wolf hebben dezelfde rustige sfeer als het verhaal en sluiten er goed bij aan. 'Abby' is voor zover ik weet, het eerste jeugdboek over in cest. Een onderwerp waarbij je heel wat informatie zou kunnen verwachten, maar dat is hier niet het geval. De schrijfster Lee Hadley en Ann Irwin, samen het pseudoniem Hadley Irwin, schrijven intel ligent en helder zodat je mee denkt en de informatie haalt uit de karakters en wat ze meemaken. Het eerste en het laatste hoofdstuk van 'Abby' speelt tijdens een toespraak die Abby houdt bij het officiële afscheid van de middelbare schooi. Daartussen gaat het over de vriendschap van Chip en Abby. Een soort clubsand- wich, en zo lekker en geva rieerd als die is, zo mooi en boeiend is dit boek. Chip wordt op zijn dertiende ver liefd op Abby en die vriend schap duurt de hele middel bare school. Soms sluit Abby zich zo in zichzelf op dat Chip het gevoel heeft dat hij haar nooit echt kan bereiken. Bij toeval ontdekt Chip dat hij dat kan doorbreken als ze samen fantaseren en Abby in de huid van een ander kruipt. Dat zelfde idee gebruikte Myron Levoy een paar jaar geleden in 'Alan en Naomi' waarin Na omi alleen via een buikspre kerspop over haar oorlogser varingen kan vertellen. Terug naar Abby; op een keer vertelt ze in haar rade loosheid dat haar vader haar seksueel misbruikt. Dat is haar geheim en daardoor lijkt ze soms zo ver weg. Chip weet niet hoe hij dit probleem moet aanpakken, Abby wil niet dat hij iets doet, maar er moet iets gebeuren. Met zijn moeder Illustratie van Alex de Wolf In 'Achter elke boom een vijand'. werkt hij aan een oplossing. Als je het zo leest, lijkt het al lemaal behoorlijk zwaar, maar dat is het niet. De incest komt pas ter sprake als de le zer helemaal in het verhaal over vriendschap en middel bare school zit, bovendien is het verhaal met humor en fantasie geschreven. Je leert Chip beter kennen dan Abby, jammer geschre ven, maar ook een beetje lo gisch; slachtoffers van incest laten zich niet makkelijk ken nen. En misschien biedt het boek sommigen zo makkelij ker de mogelijkheid zichzelf voor Abby in te vullen. Boeken van Hadley Irwin garanderen kwaliteit, 'Abby' bewijst dat weer eens. Het is uitgegeven door Hans Elzenga die zijn boeken goed verzorgt en mooie omslagen geeft. Allan Baillie: 'Achter elke boom een vijand'. Illustraties: Alex de Wolf. Uitg. Ploegsma. Hadley Irwin: 'Abby'. Uitg. Hans Elzenga.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 34