DE STEM WERELDKAMPIOEN GEEFT HANDLEIDING VOOR SURFERS WEST-DU ITS LAND HEEFT GROOT SCALA AAN MOGELIJKHEDEN 'UUSTWEZEL Hoort u bij het steeds groter worden legioen vakantiegangers dat met surfspullen ergens een kust opzoekt? Voor u of voor degenen, die eigenlijk wel met een plank de woelige baren op zouden willen maar diep in hun hart tegen de aanschaf ervan opzien trok De Stem naar Hoorn, de woonplaats van 's werelds beste surfer Stephan van den Berg. Exclusief voor De Stem vertelt hij waarop aspirant plankzeilers moeten letten bij het bijeenbrengen van hun uitrusting. Want over het surfen zelf zegt hij: „Dat is niet moeilijk, dat kan in feite iedereen leren". West-Duitsland heeft ten onrechte het imago van een kneuterig vakantieland en verdient beter dan als de Assepoester onder de vakantiebestemmingen te worden afgeschilderd. VRIJDAG 23 JANUAR11987 fcrkoopprijs 2.001,. lerkoopprijs 3.944,- inderdag gesloten 'Informatie over jezelf is heel erg belangrijk' Door Ans van Goch Het plankzeilen zal voor de meeste Nederlanders wel een sport zijn die onmiddellijk wordt geassocieerd met zon. zee en warmte. Van den Berg is er echter nagenoeg dag in dag uit mee bezig, zomer en winter. Van den Berg weet trouwens goed waarover hij praat. Niet alleen omdat hij 's werelds beste plankzeiler is, maar ook omdat hij betrokken is bij de ontwikkeling van nieuwe planken en steeds andere modellen uittest. Zijn bevindingen tellen mee bij de productie van de surfplank, die u straks wellicht koopt. „Belangrijk, misschien wel het allerbelangrijkste is", betoogt Stephan van den Berg met klem, „dat je te rade gaat bij een goede dealer. Je moet je namelijk terdege laten informeren over hetgeen er beschikbaar is op de markt. Het is bij voorbeeld van belang om te weten of je alleen maar bij mooi weer gaat zeilen, of dat je de zee of binnenwateren opwilt. Is de plank alleen voor jezelf, of ook voor de rest van de familie. Dat soort informatie is wezenlijk bij de aanschaf van een plank. Eigenlijk kun je zeggen dat informatie over jezelf het allerbelangrijkste is". Het kopen van een surfplank bij een of andere groothandel is volgens Van den Berg volstrekt uit den boze. „Die kunnen geen volledig programma leveren. Bovendien is het aan te raden om een merk te kopen dat in het buitenland ook verkrijgbaar is. Want stel je voor dat er wat gebeurt met je plank in Frankrijk, dan is het wel zo aardig als je 'm kunt laten repareren. Anders is al je moeite nog voor niks geweest". Met zijn term 'programma' bedoelt Stephan de reeks planken waarop de steeds beter surfende mens achtereenvolgens uit de voeten kan. „Je hebt eerst een beginnersboard, dat is ongeveer 3.70 meter lang. De meer gevorderde surfers kunnen dan overgaan op een iets kleinere plank, een zogenoemd all round board. Dat is ongeveer 3.10 meter lang. Maar ook heel geschikt voor lichtere mensen om met plankzeilen te beginnen. Over het algemeen heb je als recreatief surfer van deze plank jarenlang plezier. Dan bestaat er nog een ongeveer drie meter lange plank voor binnenwatertjes en degenen die lange tochten willen maken zijn aangewezen op de zogenoemde raceboards". KLEUREN Van den Berg heeft de indruk dat de* meeste mensen, die iets beter kunnen varen, overgaan op de tweede categorie. „En het is ook nergens voor nodig om alleen maar naar de Nederlandse markt te kijken". „Natuurlijk", Van den Berg geeft het grif toe, „zijner snelle ontwikkelingen op surfplank-gebied. De snelheid zit hem in de shape, de vorm, dikte, het materiaal. Eigenlijk gebeurt hier precies hetzelfde als bij auto's. Sommige mensen ruilen de hunne ook om de twee jaar in, omdat er dan net een betere op de markt is. Maar ik zei al, de meeste mensen, die zeg maar nummer twe? uit het programma kopen, doen er wel een jaar of wat mee". Voor de zeilen geldt in grote lijnen hetzelfde verhaal. Die zijn in de meeste gevallen eigenlijk plankgebonden. „Alleen zijn er voor kinderen natuurlijk kleine zeilen en kleinere tuigages te krijgen". Sven Roos, die samen met Stephans broer Mark de surfplankenwinkel van de familie Van den Berg runt, vult hier nog bij aan dat het uiterst belangrijk is dat de mensen zich niet moeten laten verleiden door kleuren bij de aankoop ervan. „Dat staat natuurlijk wel leuk op het water, maar ook hier geldt: kwaliteit staat voorop en de klanten zijn dus het beste gebaat met een eerlijk advies". DENKFOUT Behalve een plank met toebehoren doet de Nederlandse surfer, al dan niet in spe, er goed aan om ook een pak te kopen. „Want zeker hier in ons land is het echt te koud om alleen maar in je zwempak te gaan zeilen. Dat kan hooguit eens als het echt heel erg warm is. Bovendien is het zacht om je heen als je valt". De verdere aankopen die een beginnend surfer moet plegen zijn die van een imperial om de zaak op de auto te vervoeren, bindbanden en voor de niet autobezitters een fietskarretje. Wie nu veronderstelt dat surfen een ontzettend dure sport is maakt volgens Van den Berg een denkfout. „Voor 1500 gulden heb je een complete uitrusting. Goedkoper kan in principe ook nog, maar dan heb je niet zulke deugdelijke spullen". GEVAREN En na die aankopen is het gedaan met de uitgaven. „Want surfen is een sport waar je geen contributie voor hoeft te betalen. Water is vrij, wind is vrij. Een tennisser daarentegen moet naast zijn contributie ook nog eens geld betalen om de baan te huren, lesgeld en dergelijke. Sommige mensen zeggen misschien: en de surflessen dan? Nou, na een les, die pakweg vijftig gulden kost, heb je de eerste beginselen al snel onder de knie. En er zijn mensen genoeg die surfen leren van een vriend of familielid, die al wat meer gevorderd is. Alleen, je moet als beginnend surfer nooit alleen het water op gaan. Er moet altijd iemand in de buurt zijn die de sport beheerst", zo waarschuwt Van den Berg. „Ook moetje beginnen in ondiep water, waar niet zoveel golfslag is. Natuurlijk, er zitten ook wel gevaren aan, net zoals bij elke andere sport. Maar het hangt er natuurlijk ook van af wat je zelf doet. Als je alleen maar het Veerse Meer gewend bent om daar te zeilen en je gaat zonder meer in Zuid-Frankrijk de zee op, tja, dan kan het wel eens verkeerd uitpakken. Je moet eerst informaties inwinnen, of er niet allerlei rare stromingen zijn of zo". SCHIMMEL Hoewel de surfplanken voor de cracks en de gemiddelde recreant op het oog niet echt veel verschillen, is er toch wel onderscheid. „De materialen waar onze planken mee gemaakt worden zijn veel hoogwaardiger. Daardoor zijn die planken lichter en veel stijver". Het onderhoud van een surfplank is, zo legt Van den Bergh uit, niet zo moeilijk. „Je moet ze 's winters niet buiten laten liggen en je moet ze vorstvrij bewaren. Want er zit ergens toch altijd wel een beetje water. Bevriest dat, dan krijg je natuurlijk beschadigingen. Planken waarmee op zee gevaren wordt, moet je regelmatig met zoet water afspoelen. De zeilen moeten na gebruik gedroogd worden. Anders gaan ze broeien en krijg je schimmel. Verder moetje zo nu en dan de bewegende delen insmeren met vet". Assepoester onder vakantielanden «4* o >or 995.- 495.- 895.- 695.- 895.- .995.- 1950.- 2450.- 895.- 1950.- 2950.- 2950.- 1295.- 1595.- 1995.- 2950.- 3450.- 2950.- 2950.- 1095.- 4950.- 4950.- 8900.- h- 7950.- 895.- zljri geldig Door Harry Vermeulen Tijdens gesprekken over vakanties hoor je de Duitsland-ganger nauwelijks. Bijna bescheiden luistert hij naar de meest fantastische verhalen over vakantiegebieden die echt 'te gek' zijn. Zoals het verhaal over dat kleine Griekse eiland met het maagdelijk witte strand, dat met bijna niemand anders gedeeld hoefde te worden. Of anders wel de fabel van de herberg in een vergeten brllnin Europa beden als' Wesf- °ultslancl '"sar cultuur sn historie I Ellnijzevan Weken op "ehoek van TtlïT: 'e "Inden FOTO'S archief "estem dorp op het Franse platteland waar de 'patron' zelf. op een vooroorlogs met hout gestookt fornuis, voor een bescheiden bedrag een viersterren- maaltijd voor je bereidt. Wanneer hem wordt gevraagd waar hij altijd zijn vakantie doorbrengt, komt er enigszins timide uit dat hij nooit verder gaat dan West- Duitsland. Is die gêne terecht? Is West-Duitsland zo kneuterig, zo alledaags dat het niet de moeite waard is om er over te vertellen? Het antwoord luidt: wis en waarachtig niet. Om die stelling te onderbouwen laten we de cijfers spreken. In 1985 hebben drie miljoen Nederlanders minstens eenmaal in West-Duitsland overnacht en eenzelfde aantal heeft een dagbezoek aan onze oosterburen gebracht. Voor zowel zomer als wintervakanties staat West-Duitsland bij Nederlanders op de tweede plaats. Bij de zomervakantie neemt Frankrijk de koppositie in, voor Nederlandse wintersporters is Oostenrijk het meest favoriete land. Het is geen wonder dat het Duits Reis- en Informatiebureau Nederlanders beschouwt als de belangrijkste doelgroep in Europa. SCHAAMTE Diezelfde cijfers uit een recent gehouden marktonderzoek tonen ook een redelijk beeld van de Duitsland-ganger. Het zijn niet de jongsten onder ons die West- Duitsland als vakantiebestemming kiezen: de gemiddelde leeftijd ligt op 43 jaar. De inkomens schommelen rond wat Jan Modaal verdient. Het zijn voornamelijk middenklas- ambtenaren en arbeiders die het de moeite waard vinden om naar West- Duitsland te reizen. Slechts drie procent 'beter opgeleiden' kiest het oostelijke buurland als vakantiebestemming. Wellicht schuilt in dit relatief lage aantal van 'beter opgeleiden' de verklaring voor een zekere vorm van valse schaamte die er bestaat voor West-Duitsland als vakantieland. Niet terecht. Want als je al het aantal behaalde diploma's als cultuur graadmeter zou beschouwen - gelukkig werkt het zo niet- dan zou juist deze categorie zich in Duitsland moeten thuisvoelen. Er zijn in Europa maar weinig landen als West-Duitsland waar cultuur en historie bij wijze van spreken op de hoek van iedere straat te vinden zijn. En welk land beschikt over mooiere kerken, burchten, kastelen, vakwerkhuizen en musea? ARROGANTIE Uiteraard heeft ook het oorlogsverleden te maken met de gereserveerdheid van Nederlanders ten opzichte van Westduitsers in het algemeen. De pijn van de verloren WK-voetbalfinale in München -waar ik met eigen ogen een beter West- Duitsland verdiend van Nederland heb zien winnen- heeft die houding slechts versterkt. Ook de in Nederland bijna spreekwoordelijke arrogantie die wij de Duitsers aanwrijven, draagt niet bij tot zijn image-verbetering. In volledige tegenspraak hiermee is de uitkomst van onderzoeken die zijn gehouden onder Nederlanders die in West- Duitsland hun vakantie hadden doorgebracht. Zij waren zeer te spreken over de correcte en vriendelijke bediening en roemden bovendien de vrij gemakkelijke wijze waarop met de spraakzame bevolking contact kon worden gelegd. Kom daar in bij voorbeeld Frankrijk maar eens om. Wat vooral in het voordeel van West- Duitsland spreekt is de betaalbaarheid. Het begint al bij de grensovergang waar zoveel goedkoper kan worden getankt dan elders in West-Europa. Overnachten in West-Duitsland betekent over het algemeen ook geen forse aanslag op de financiën. OORLOG Interessant is ook de ontwikkeling van de Duitse keuken. Net zo goed als iedere zakenman wordt gewaarschuwd om het thema 'oorlog' niet aan te snijden, zo wordt iedere restauranthouder zeer dringend aanbevolen om de Nederlandse gast geen typisch Duitse specialiteiten aan te bieden. Voor de toerist geen sauerkraut en ook geen eisbein, maar meer wat de verfijnde keuken te bieden heeft. Daarin zijn de Westduitsers al een behoorlijk eind gevorderd. Toegegeven, over het algemeen worden geen Franse hoogstandjes bereikt maar wat wel waar is is dat in West-Duitsland voor een zeer fatsoenlijke prijs zeer acceptabel kan worden gegeten. Landschappelijk gezien biedt West- Duitsland een groot scala aan mogelijkheden: bergen, heuvels, bossen, rivieren en wijnlandschappen. Favoriet zijn het Zwarte Woud, Beieren, Eifel en Sauerland. De kunstminnenden onder ons houden het op grote steden als München, Keulen, Hamburg, Heidelberg, Trier en Frankfurt. RUST Ook met korte vakanties scoort West-Duitsland hoog. Hotelhouders spelen op deze trend handig in door het aanbieden van sportvakanties. Zwemmen, paardrijden, tennis of fietsen in je vakantie. Het is maar met waar je voorkeur naar uitgaat. Campings, bungalows en recreatieparken zijn er in West- Duitsland ook meer dan voldoende. Wie al die drukte wil mijden, kan ook aan zijn trekken komen. Wat te denken bij voorbeeld van de bijna serene rust van een hotel-klooster in Oberbayern? West-Duitsland heeft ongetwijfeld ook zijn nadelen als vakantieland. Het heeft echter zoveel voordelen dat het niet verdient om als de Assepoester onder de vakantielanden te worden afgeschilderd. Ook In landschap pelijk opzicht heelt West- Dultsland veelte bieden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 19