DE STEM
'HOEMPA-GEDOE
PAST NIET BIJ EEN
ELFSTEDENTOCHT'
een formidab
len er door h
zoveel 0p(
[duizend nieuv
)t Senator, va
'onden hun wi
>el Kadett nai
ïelvoorzijn-rek
ig jaar, twee ja
Leden er al ho
(lands wegen
liet alleen de vc
al jaren in e
aigen Opel
lende keer in su
>chte auto. Da i
)kdeweergalo
>mega.
aanwinst van
[oor 50 autojo
>fficieel uitgero
ït Jaar 1987.
het feestgedru
Let Jaar 1985
iaar nauwelij
e voor deze ei
joen aan het aëi
jk (en daarm
van de Opel.
met dit feestel
voor de ontw
n hoeraatje
Immers, aanh1
Opel-dealer laflj
and nog v\uè
i onze feestelijk
e Friezen zeggen het zelf: Bij een
Elfstedentocht hoort het beste in de mens boven te ko
men. Maar is dat zo? De eerste Elfstedentocht na 22
jaar werd een formidabel feest. Maar in 1986 behan
delde de EHBO in Franeker meer drankblessures dan
schaatsletsels. In Bartlehiem liepen de eerste aange
schoten Brabanders al over het ijs nog voor de tocht
begon. Beerenburg dreigde toen al de twaalfde stad
van de Elfstedentocht te worden.
Half januari '87 is de geest van 'de Ingenieur' we
derom vaardig over de natie. De derde Elfstedentocht
drie jaar staat voor de deur. Wat gaat het worden?
De autoriteiten in Friesland zeggen 'ledereen welkom'.
Maar er zijn ook Friezen die hopen dat het volgende
week warm water regent. Anderen bidden om Siberi
sche steppenwinden en tien graden vorst.
Media
Wind
ZATERDAG I-f
17 JANUAR119871
1
Lazerus
Incidenten
Carnaval
Spektakel
ÏS.
GENERAL MOTORS ACHl
"r
D
Door Paul de Schipper
Elfstedentocht! Er zijn Friezen die het
woord niet eens meer in de mond willen
nemen. „Eind februari 1986 hebben we
elkaar afgesproken dat we voorlopig
niet meer zouden spreken over de
Twee jaar achter elkaar hadden we het le
ven in het hele land lam gelegd. Nu was
tet voorlopig welletjes. Het weer werkte
tot vorige week volop mee, maar met een
ruwe klap werd de stilte verstoord. Iemand
heeft, met enig afgrijzen het woord weer in
de mond genomen en ook 'Hij' wordt weer
ten tonele gevoerd. Gelukkig is 'Hij' zo
verstandig geweest om over 'zeer voorbarig
t' te spreken, maar het zaad is ge
zaaid. Daarom willen we de afspraak nu
herhalen: geen woord over de en je
zult zien dat het over een week dooit".
Het stond in de Leeuwarder Courant van
afgelopen maandag, de Friese spreekbuis
bij uitstek. Het citaat is tekenend voor de
waarop veel Friezen over een derde
achtereenvolgende Elfstedentocht denken.
Een actiegroep 'Fryslan Frei' heeft harde
acties aangekondigd als de tocht dit jaar
'eer door gaat.
De tocht van 1985, de eerste na '63, was
voor de Friezen een besloten familiefeest.
Uitvrees voor een Hollandse invasie voer
den provincie en de vereniging De Frie-
sche Elfsteden een ontmoedigingsbeleid
onder het motto: Bhj thuis bij de buis. En
Holland bleef braaf achter de kijkkast.
Een jaar later gingen de grenzen van Neer-
lands meest chauvinistische provincie wel
open. En toen gebeurde het; woensdag 26
februari 1986 Stavoren 05.45 uur: „Me
neer, bende gij een Fries? Weet u mis
schien een café in dit dorp? Waar we van
daan komen, van Brabant natuurrijk. We
hebben dorst en onze brikjes zijn al leeg".
Op een tijdstip dat het plaatselijk rayon
hoofd z'n koeien nog zat te melken,
walmde er uit de eerst gearriveerde auto's
al een bierlucht. Het werd de 'wierook'
rond een haast sacrale schaatsdag, een
wierook die veel Friezen te doordringend
is geworden.
Vooral de televisie speelde een grote rol in
de beïnvloeding van de publieke emoties.
De tv liet ons de lotsverbondenheid voelen
met die op ijzers glijdende groep atleten en
"~mers. Uitgelaten reporters schreeuw-
Nederland naar een collectief bewust
zijn, zoals we dat sinds de oorlog of de wa-
'ersnoodramp niet meer gekend hebben,
«elk evenement krijgt er 's nachts vijf mil
joen Nederlanders voor de buis. Wat met
de kroning van Beatrix en met het pausbe
zoek niet gebeurde, lukte wel een Van Ben-
them en de zijnen: één miljoen mensen op
de been. Nooit eerder verbroederde sport
zozeer als tijdens de Elfstedentocht.
Friezen gaan prat op hun nuchterheid.
Niet zij, maar de Hollanders, de televisie
en de kranten hebben Nederland Elfste-
dengek gemaakt, zo vinden ze unaniem.
Rayonhoofd Veldstra: „Alles is geregeld.
Wij maken ons niet druk, we doen het ge
woon. En cafébaas Uijthof in Frane
ker: „De media blazen het verschrikkelijk
op. Zodra het één nacht vriest, roepen ze
in Holland al.Elfstedentocht!" Clara
de Boer vult hem aan: „Wij weten precies
wanneer het kan. Geen mens die hier
koorts heeft hoor, maar ja, die Hollanders
al als er bij ons nog niet eens over gepraat
wordt".
Anno 1987 is de Elfstedentocht een eigen
tijds gebeuren geworden, met commercie
en alle wellicht minder welkome bijver
schijnselen. De vraag: „Twee keer, ja, drie
keer, nee! Iedereen welkom? Daarover ver
schillen in Friesland de meningen. Waar
wel iedereen het over eens is: het moet een
barre tocht worden. Andermaal rayon
hoofd Veldstra: „Die twee vorige tochten
waren een makkie. Dat kruisje, daar moet
meer voor gedaan worden dan de laatste
twee jaar. 't Moet wreder worden. Als we
nu een Elfstedentocht krijgen, dan een
ouwerwetse met een straffe noordoosten
wind en een graadje of zeven acht vorst,
net als in '42". Jetse van der Geest houdt
het op een tocht met ontberingen zoals in
'63. Hij gunt de Nederlandse Spoorwegen
heel wat enkele reisjes Stavoren-Leeuwar
den. Vanaf Stavoren, het keerpunt in de
route, krijgen de schaatsers negen van de
tien keer de wind op kop. Van der Geest:
„Ja, net zulk weer als de afgelopen week,
een dikke bries en tien graden onder nul.
Dan zullen de optimisten nog van een
kouwe kermis thuis komen, want van de
16.000 halen er dan nog geen 1.600 de
eindstreep. En zo hoort het ook".
De pils en de Beerenburg? Jacob Noord
mans is hoofdredacteur van de Leeuwar
der Courant, een man met een gezagheb
bend oordeel. Hij schreef de dag na de
tocht van '86 woorden die nu opnieuw ac
tueel zijn: „Het pubüek kan de tocht ma
ken en breken. De problemen op het droge
waren minstens zo groot als op het ijs. Het
zou triest zijn als de organisatie van de Elf
stedentocht, die op het ijs zo glansrijk weet
te winnen, op het droge de slag zou moe
ten verliezen. Enthousiasme van het pu
bliek is prachtig en onmisbaar bij een Elf
stedentocht, maar het moet niet ontaarden
Siberische steppenwinden en tien graden vorst. Dat Is Je ware.
'Het moet wreder'
in een onfries carnaval, een alcoholische
janboel, stompzinnig olé-gelal en Hollands
surrogaat".
De Elfstedentocht 1987. De koorts is er
weer, hoe dan ook. Het complexe feno
meen van chocolademelk-knusheid en lots
verbondenheid heeft Nederland nu twee
keer tot één grote familie gemaakt. Zal het
ook een derde keer lukken? Het woord is
aan De Ingenieur.
In Bartlehiem, het veel beschreven gehucht
op het laatste stuk van de Elfstedenroute
stond Clara de Boer diezelfde ochtend
langs het bevroren water. Ze vertelt hoe
het er aan toe ging: ,,'s Nachts om drie uur
kwamen de eerste bussen uit Brabant.
Toen waren ze al lazerus. In de Friesland
hal waren de rijders nog niet eens gestart
en in Bartlehiem hep het al uit de hand.
Het rayonhoofd Veldstra heeft nog bange
uren gehad, want ze stonden met z'n allen
op het ijs te dansen. Dat doe je toch niet,
het ijs is voor de rijders, maar ze waren
verschrikkelijk dronken, niet meer voor
rede vatbaar en hij kon ze niet van het ijs
krijgen". Clara de Boer is aanhanger van
de Frysk Nasionale Partij (FNP), een par
tij die drie zetels in de Friese staten bezet
en die ijvert voor het behoud van de iden
titeit van de provincie. „Nee, die feestneu
zen, die er een alternatief carnaval van wil
len maken, moeten we hier niet meer". Ze
zucht en zegt of het om heiligschennis
gaat: „Bij Oudkerk hepen ze in carnavals-
pakken over het ijs, nee echt, dat hoempa-
gedoe, dat past niet bij de Elfstedentocht.
Dat is een heel andere mentaliteit en die
zijn we hier niet gewend".
Anderen denken er net zo over. Wytse en
z'n vrienden uit Leeuwarden vinden de
Elfstedentocht een fantastisch feest, maar,
zegt hij: „We maken onder mekaar al
grapjes: dat we maar met elektrische ka
cheltjes naar de Bonkevaart moeten gaan
om daar het ijs te helpen dooien..weet
je, die dronken lui interesseert het geen
barst dat er hier 16.000 mensen het ijs op
gaan dankzij een grandioze organisatie en
de inzet van duizenden. Beerenburg en
bier, dat wel, maar daar zit Friesland en ik
denk ook de rest van Nederland, niet op te
wachten. Het is prima dat Franeker een
mix wordt van Oeteldonk en Rio, maar la
ten we er alsjeblieft geen puinhoop van
maken".
Wat kun je er als provincie tegen doen? Je
grenzen afsluiten gaat niet. Bij een derde
Elfstedentocht hopen we dat het opnieuw
een feest is. Het moet niet ontaarden in
een drankgelag". Voorlichter Dijkhuis van
de provincie Friesland bhjft voorzichtig in
zijn uitlatingen en spreekt van 'enkele inci
denten' en gebruikt de term 'voetbaltafere
len'. „Iedereen is en bhjft welkom", zo
voegt hij er snel aan toe. Van een actie
groep zegt hij niets te weten.
Die actiegroep is een een wat duister
clubje van heden die telefooncellen mid
dels aanplakbiljetten voorzien van een
Friese gebruiksaanwijziging. De groep zou
banden hebben met Onkruit en andere on
dergronds opererende organisaties.
Zoals elke 'natie' heeft ook Friesland er
recht op om verdeeld te zijn. Er zijn Frie
zen die popelen naar het moment dat in de
Frieslandhal de kooideuren, die de wed
strijdrijders in toom houden, open zwaai
en. Zo ook Jetse van der Geest uit Leeu
warden: „De stemming zit er al goed in en
de echte liefhebbers staan te popelen, 't
Had gisteren of vandaag al gekund want 't
is best ijs overal".
In Franeker staat eigenaar J.J. Uijthof
achter de tap van het café 'De Eerste Aan
leg'. Aan een lamp in de gelagkamer bun
gelt een leeg beerenburgglaasje: „Het laat
ste dat ik vorig jaar overhield, de rest sneu
velde. Niet omdat het er zo'n herrie is ge
weest hoor. Het was verschrikkelijk druk,
maar gezelhg en dan gebeurt er wel eens
wat". De Friese horeca vaart zeer wel bij
de Elfstedentocht. Uijthof wil dan ook niet
van 'incidenten' horen: „Daar moet je niet
zo zwaar aan tillen. Zo'n gebeurtenis is
voor de Friese horeca toch een financiële
opsteker van de eerste orde". Ook voor
hem bhjft iedereen welkom. Hij wil er niet
van horen dat 'de Hollanders een Fries
feestje komen verpesten'. „Die houding
is", bevestigt hij, „vergelijkbaar met de
Brabanders die altijd zo hard roepen, dat
'die van boven de Moerdijk' niet snappen
wat carnaval is".
Hij kan er over meepraten. Kastelein Uijt
hof woonde lange tijd in Bergen op Zoom
en kent ook het verschijnsel carnaval:
„Daar heb ik ook aan meegedaan, zwaar
werk hoor, drie, vier dagen, da's zwaarder
dan een Elfstedentocht rijden".
De Friezen hebben de naam gastvrij te
zijn. Commissaris Hans Wiegel en andere
regionale regenten benadrukken om het
hardst, dat iedereen welkom is. Ondertus
sen devalueert het woordgebruik waarmee
de Elfstedentocht gewaardeerd wordt tot
het braderieniveau, waarbij de voorzitter
elk jaar laat noteren: „Fantastisch, op
nieuw meer bezoekers dan vorig jaar".
Maar dat is het risico nu 'de tocht der
tochten' een jaarlijks 'grachtje om' dreigt
te worden.
Sjirk Veldstra, het rayonhoofd van Bartle
hiem en de man die de scheef schaatsende
Brabantse bezoekers niet van het ijs kon
krijgen, wil geen kwaad woord meer horen.
Verschil msdcen tussen Friezen en 'die van-
het Westen' is er bij hem niet bij. „We zijn
allemaal Nederlanders en iedereen mag
komen", zegt hij kortweg.
„Mooi toch, al die juichende mensen op
die brug hier in Bartlehiem. Ik heb het nog
meegemaakt in '42. Toen was er niemand,
d'r stond geen kop langs de kant. Dan is
dit toch prachtig".
De tocht van '63 werd de afsluiting van
een periode. Decennia lang vierde Fries
land in beslotenheid z'n helden. De man
nen die op de fiets naar de start reden, de
schaatsen aanbonden, de tocht reden om
zich vervolgens net rond melkenstijd weer
op de boerderij te melden. Sportief, sober
en Siberisch, geen orkesten, geen olé en
geen dansende bruggen. De schaatsers gin
gen hun weg alleen, reden soms verloren in
het duister en kwamen in Leeuwarden met
bevroren ogen en tenen of kwamen hele
maal niet meer aan, zoals in 1942. Toen
vielen er doden, de Friezen zwijgen er lie
ver over. Uit die tijd zijn er trouwens ook
verhalen dat stempelaars op controlepun
ten, enigszins in de lorem, het houtwerk
van hun kotje stempelden in plaats van de
kaarten van de deelnemers, maar goed. Na
'63 leek de Elfstedentocht sportgeschiede
nis te worden. Slechts een bedaagd comité
van heren hield de legende levend en sleu
telde aan de draaiboeken. De wereld ver
anderde. Voetbal werd oorlog en het infor
matie-tijdperk deed z'n intrede. Maar de
Elfstedentocht sloeg een generatie over,
kwam pas in 1985 uit dat wak in de tijd te
voorschijn, in een nieuwe gedaante. Een
regionaal sportfestijn maakte plaats voor
een internationaal ijsspektakel; een circus
met heel de natie als toeschouwer.
Elfstedentocht leek sportgeschiedenis te worden. Maar de wereld veranderde.
-)