Paul van Vliet op
zoek naar
internationale humor
im Schütz (65): een eenzame pionier in de kunst
lUENGELSE SHOW TERUG IN NEDERLAND
Veertien Britten
zitten zonder tv
aar kon
niet latei
Woede in de VS over
'Amerika, Amerika'
AGINA ZEELAND 3
IWAARDELUl
WOENSDAG 14 JANUAR11987
T2 PAGINA GIDS 1
>AUL van Vliet is weer in het land. Met zijn programma 'Over leven',
aarvoor was hij een paar maanden in het buitenland. Met een show in
iet Engels. Paul van Vliet? Ja, natuurlijk. Dat is majoor Kees. Man-
eheei voorwaardelijke iuuuuu! Dat is Bram. En wham, recht voor z'n raap! Dat is die boer.
vterdwekenkleuke ding'n voor de mens'n!
^NY -klachtendaj
sociale zekerheii
Zoeken
Dwangmatig
Laatbloeier
tondente
uit I Jzendijke kon het strt
jarige neef J. B. uit Wat
srsonenauto omgebouwd
•laten en een open dak.
G. betoogde dat stropen
snmaal zijn lust en zijn 1»
i: het bezit van een vvap
waarvoor hij terecht
•as hierbij een 'n<
waad'. De 'sport' zat er
em zo diep in, dat hij i
adat hij in december was
akt, was doorgegaan en ii
•op van 1986 was hij dan
pnieuw betrapt.
Vrienden uit jagers]
adden hem het voorstel
aan voortaan als 'drij
ïee te doen, maar, aldus
meedoen en zelf geen
logen lossen, is niets vt
lij". Overigens had hij
igersvrienden moeten
en het stropen voortaan te
:n, „en ik denk dat ik die
ing nu wel kan bedwii
3 besloot G. voorzichtig.
Politierechter mr. Ji
an Oosten zei op haar
e neiging te hebben de gi
oornemens van G. serieus
emen en ze beperkte zich
laar vonnis dan ook tots
Door Mick Salet
Trnni.i„ Is dat Paul van Vliet? Nee. Dat was Paul van Vliet. Verleden tijd. Paul van Vliet
roeftyd'van'twee jaar. evenveel Kees als kolonel Bosshardt majoor, evenveel Bram als Joop den Uyl
iaast werden de in beslag rentier. En dié tijden komen nóóit meer terug.
lomen wapens verbeurd v
daard.
Niet alles is anders. Hij is
og steeds op 10 september
in Den Haag geboren,
ift nog altijd in Leiden
iten gestudeerd. En weegt
steeds de tachtig kilo die
er niet aan afziet.
Maar Paul van Vliet is wel
tintje grijzer en een tikje
jjzer geworden. Dus in de
iw is alles anders.
Zou het komen doordat hij
laatste jaren zoveel in het
itenland is opgetreden? Rei-
verruimt de blik, niet-
ar?
„Ik reis al heel lang. Ik vind
it een noodzakelijk aanvul -
ig op mijn denken. Maar ik
niet zeggen dat ik Neder-
id daardoor totaél anders
Als ik na een buitenlandse
lis een paar dagen thuis ben,
in ben ik weer zo Hollands
het maar kan.
Ik heb wel iets anders aan
shows in het Engels over-
iouden. Als ik nu teksten
_iij£, dan denk ik erbij dat
GOES - Het Christelijk NaEt (je grens over moet
or B. Polak morgen aan
eboortehuis aan het Mold
rater een door Inge van
Looy ontworpen plaqi
nthullen. Later houdt hij
ileiding in de aula van
leeuwse Bibliotheek, waa"
lurgemeester C. Rutten
entoonstelling opent o(
laar leven en werk, in wo
n beeld. Deze expositie lo
ot en met 7 februari.
naai Vakverbond (CNV)
maandag 19 januari
klachtendag over sociale
kerheid. Dit in verband m'
invoering van het nieuwe
sel van sociale zekerheid,
keringsgerechtigden ku
in Zeeland met hun kla(
terecht op telefoonnur
01100-20310. Ook kan het
trale nummer in Utrecht
den gebeld: 030-913911.
nen. Dat het niet zo ty-
ich Hollands blijft. Het
udt niet op bij Wuustwezel
[Vaals. Ik probeer algeme-
r te denken en te schrijven.
|Ik wil niet, zoals sommige
alleen maar Rand-
|i(i-problematiek behande-
Dat vind ik een enorme
erking. Ik denk over de
jenzen. Algemene menselijke
Kelens. Internationale hu-
(er. Zodat je niet blijft steken
Nederlandse woordgrap,
[aar ik zo langzamerhand
Urm de pest aan krijg. Ik
Mdat een beetje makkelijke
pppen. Toen ik student was,
i ik er enorme plezier in om
S te doen, maar nu.
[Over woordgrappen gespro-
Seth Gaaikema gezien
|d Oud en Nieuw?
LJaaah."
[lis die Bukman en Deet-
1 zegt, dat voel je al aan
'e woordgrap er volgt,
oüw en Deetvroüw.
[Ja. En Sonja Baarend. Dan
'sik: jongen hoe durf je?"
IJemag geen grappen maken
f iemands naam?
[.Vee."
i strijd met de regels van
ft fatsoen?
„De Engelsen noemen het
the lowest form of wit. Dat
vind ik ook."
Je kan er niks aan doen, bè,
zo'n achternaam. Dat is de
schuld van je vader.
„Ja, je kan er niks aan doen
en je kan er niks tegen doen.
Naamgrappen zijn zo onge
looflijk makkelijk."
Welke grappen mogen nog
meer niet als het om mensen
gaat?
„De grap maken omwille
van de grap. Dat je kiest voor
het effect van de grap en het je
niet kan schelen wat je daar
mee overhoop haalt. Dat het je
niet kan schelen hoe kwetsend
zo'n grap wel zou kunnen zijn
voor iemand.
Ik vind dat je zowel in de
humor als in de gevoeligheid
ongelooflijk op moet passen
dat het éérlijk blijft Wim Kan
had daarvoor het criterium
dat als je een grap over een
persoon maakt, die persoon
daar altijd zelf om moet kun
nen lachen. Dat een grap iets
over iemand zegt.
Het is nou jammer dat het
Seth is, maar hij had een paar
grappen in die oudejaarscon
ference waarvan ik dacht: dat
mag je niet zeggen. Je mèg
niet zeggen dat Korthals Altes
een Mafiakop heeft uitsluitend
om de grap 'Maffeja, maffe-
nee' te kunnen maken, wat ik
nog een klotegrap vind ook.
Die man hééft geen mafiakop.
En bovendien over het uiter
lijk van iemand moet je geen
grappen maken. Uitspraken
van mensen, daar moet je
grappen over maken, déér
moet je ze op pakken."
Maar nooit een grap over
iemands flaporen of zo?
„Nee. 'Frits Bom is iemand
die naar Spanje gaat om moei
lijkheden te veroorzaken en
daar dan een programma over
maakt', dat vind ik wél leuk.
Dat zet de man neer. Dat is
goed geformuleerd. Maar die
woordgrappen.Ban de Bom
zure Bom Bommoeder
in het woordenboek achter
b, o, m kijken en dan een lijstje
grappen maken. Nee, dat is het
niet."
Misschien is het een verschil
tussen een politiek cabaretier
en een entertainer als Paul
van Vliet. Wat stemt hij eigen
lijk?
„D'66."
Altijd al gedaan?
„Ja, vanaf het begin. Ik heb
me altijd tot D'66 aangetrok
ken gevoeld. Vanwege de
ideeën, maar ook omdat ik een
hele hoop mensen van D'66
goed ken, Van Mierlo, Glastra
van Loon, en ik heb in mijn le
ven altijd meer voor mensen
dan voor groepen gekozen. Dat
doe ik bij mijn politieke keuze
ook."
Kan iemand die afhankelijk
is van de gunst van het pu
bliek duidelijk zeggen waar
hij partijpolitiek staat?
„Ja, dat geloof ik wel. Ik
vind niet dat je het op het to
neel hoeft te zeggen, laat de
politiek maar buiten het po
dium, maar als je het mij per
soonlijk vraagt, dan vind ik
niet dat ik dat weg kan laten."
Niet bang dat bijvoorbeeld
een CDA-er in hart en nieren
nu opeens zegt: bah, naar die
D'66-er Van Vliet ga ik niet
meer.
„Nee. En als die dat zegt,
dan deugt-ie niet. Je kiest
iemand niet op zijn politieke
overtuiging, maar wat iemand
als mens voorstelt.
Trouwens, ik ben geen par
tijlid. Ik ben nergens lid van.
Ik hoor voor mijn gevoel ner
gens bij. Wel bij mensen. Niet
bij groepen. Ik vind dat een
artiest onafhankelijk moet
zijn. Dat ben ik ook. Ik ben al
tijd eigenzinnig geweest. Ben
altijd mijn eigen weg gegaan.
Heb me nooit iets aangetrok
ken van stromingen of van
wat 'ze' dachten of zeiden.
Ik heb het gevoel dat dat nu
langzaam maar zeker weer in
mijn voordeel werkt. Dat we
in een tijd leven, waarin dat
allemaal weer mag. Je mag
weer individueel denken. Er is
weer ruimte voor eigen initia
tief. Er is weer geloof in de
toekomst. Dat zijn de dingen
die ik altijd heb uitgedragen.
Een hele hoop mensen klagen
over deze tijd, maar ik vind
het nog niet zo slecht. De men
sen willen het weer meer zélf
opknappen."
Paul van Vliet: „Je kan het zo gek niet verzinnen of ik ben er tegen bestand"
- FOTO PAN SOK
Paul van Vliet niet in te de
len? Hij heeft toch lang met
een etiket rondgelopen?
„Ja, natuurlijk er zijn wel
mensen die mij een etiket heb
ben opgeplakt. Ik kom uit Den
Haag, heb in Leiden gestu
deerd en heb wel eens voor het
koningshuis opgetreden. Die
heilige of onheilige drieëen-
heid is me lang nagedragen. Ik
ben lang 'Oranje-Paultje' ge
weest. Maar dat is gelukkig
voorbij. Al duurt het héél lang
voordat je van zo'n etiket af
bent. Neem André van Duin.
Dat blijft die jongen van de
scheve bekken, hoeveel mooie
liedjes hij ook zingt. Toon
blijft de man van de gehakt
bal. De Korte zal de man van
Hirohitoblijven
en Claus blijft de man
van Beatrix
en ik weer de man van
de jas van Claus. Ik heb die
man één keer, in 1966, een jas
aangeboden en dat kleeft me
nog steeds aan. Ik heb sinds
dien geloof ik zeventien pro
gramma's geschreven, maar
mensen blijven me herinneren
aan de jas van Claus, aan
Bram, majoor Kees, de boer.
Dat zijn leuke dingen voor de
mensen."
Wordt hij niet strontziek als
hij zo'n bekend nummer wéér
op de radio hoort?
„Nee, zolang ze mijn
plaatjes draaien vind ik het
best."
Dan komt er geld binnen?
„Nee, dan blijf je een beetje
hangen. Plaatjes zijn in dit
vluchtige beroep toch de enige
dingen die een beetje blijven
bestaan."
Wat gebeurt er met die ty
petjes die eens furore hebben
gemaakt? Zijn die dood en be
graven?
„Ja, die zijn begraven. Ze
komen nog wel eens op een
plaatje of een video voorbij
dreven, maar niet meer in
mijn theatershows.
Ook niet als het straks
enorm slecht zou gaan? Als er
geen hond meer in de zaal
komt, zou hij dan Bram en
majoor Kees uit hun graf ha
len om weer publiek te trek
ken?
„Nee. Nee. Zeker niet. Voor
een jubileum, een terugblik,
dan mogen ze nog wel eens op
draven, maar niet om den bro
de. Nee."
Wanneer houdt hij er zelf
mee op?
„Ik weet het niet. Voorlopig
nog niet. Ik vind het nog erg
leuk."
Vóór zijn 65ste?
„Ik hoop het wel."
Voor zijn zestigste?
„Nou.
Is er wel een leeftijdsgrens?
Of gaat hij net zolang door als
zijn benen hem kunnen dra
gen?
„En de kop blijft produce
ren. Want je moet natuurlijk
wel origineel blijven en jezelf
kunnen verrassen.".
Laatste vraag. Een gemeen
idee. Ik koop alle kaartjes voor
een voorstelling van Paul van
Vliet. Dan ga ik naar een uit
zendbureau en huur een paar
honderd mensen. Ze hoeven
maar één ding te doen. Naar
zijn show kijken, maar zónder
te lachen, zónder te klappen,
eigenlijk zónder te laten mer
ken dat Paul van Vliet op het
toneel staat. Hoe lang zou het
duren voor hij met een zenu
winzinking het toneel verlaat?
„Dat gebeurt me niet. Ik ga
gewoon door. Ik ben zó gehard.
Je kan het zo gek niet verzin
nen of ik ben er tegen bestand.
Ik heb duizenden voorstellin
gen in mijn benen en heb wel
vaker gespeeld voor publiek
dat niet direct reageerde.
Stel dat jij zoiets zou orga
niseren, dan denk ik dat die
mensen op een gegeven mo
ment tóch voor de bijl gaan.
Dat ze moéten reageren. Die
arrogantie heb ik wel. Ik heb
daar ervaring mee. Ik weet
dat ik het kan. Nee, mij kan
niks meer gebeuren. En als ze
niet lachen? Nou goed, dan
niet."
Van ome correspondent
Roger Simons
LONDEN - De 14 inwoners van het afgelegen maar schil
derachtige Noord-Engelse gehucht Beck Hole zijn de enige
Britten zonder rechthoekige ogen van het tv-kijken.
Op de 14 mannen, vrou
wen en kinderen van Beek
Hole na zijn de 57 miljoen
Britten praktisch allemaal
tv-verslaafden. In 98 pro
cent van alle Britse wonin
gen staat minstens één tv.
Zo'n 35 procent van de Britse
huisgezinnen bezit twee of
meer televisietoestellen.
Naar de vier Britse pro
gramma's wordt door elke
Brit gemiddeld 25 uur per
week gekeken. Alleen de 14
inwoners van Beck Hole, op
16 km afstand van Whitby
in Yorkshire, brengen wei
nig of geen tijd door vóór de
beeldbuis. Dat is nogal be
grijpelijk, want hun televi
sietoestellen ontvangen toch
meestal niets.
De geavanceerde techno
logie die alle continenten
met elkaar verbindt, is er
namelijk nog steeds niet in
geslaagd tv-signalen te doen
doordringen in de diepe val
lei waarin Beck Hole ver
scholen ligt. Elk van de 14
huizen, die samen dit ge
hucht vormen, heeft dan ook
een volslagen nutteloze tv.
De vallei van Beck Hole
bevindt zich in de schaduw
van de zonderlinge radaran
tennes van het Navo-vroege
waarschuwingsstation van
Fylingdales, die lijken op
reusachtige golfballen. Sov
jet-Russische raketten die
pijlsnel richting Engeland
zouden kunnen komen, moe
ten door Fylingdales tijdig
worden opgemerkt.
De 14 bewoners van Beek
Hole vinden het doodjam
mer dat die golfballen geen
tv-programma's ontvangen,
dan zouden die naar hen
kunnen worden doorge
speeld. Het gehucht heeft al
zo vaak campagnes gevoerd
om ook eens echt van de tv
te mogen genieten, maar tot
nu toe werd deze wens nog
niet verhoord.
Zelfs toen een tv-docu-
mentaire was gemaakt over
het traditionele ringwerpen,
een oud spel dat in Beek
Hole nog driftig wordt ge
speeld, weigerden op het ge
hucht de avond van de uit
zending alle tv's iedere nor
male ontvangst. Mewrouw
Pip Ellis (57), die daar 5 jaar
geleden is gaan wonen, ver
telde later: „Het was om bij
te huilen. Wij zaten allemaal
vol ongeduld voor de tv,
wachtend op 'ons' program
ma, maar kregen niets te
zien."
Omdat in de regio van
Beck Hole de natuur zoveel
moois te bieden heeft, lopen
er geregeld tv-ploegen rond.
„Maar wij komen nooit aan
de weet wat zij gefilmd heb
ben," zegt Mw Ellis. Haar
echtgenoot Ken (62), die za
ken doet, vindt het te gek om
los te lopen. „Wij krijgen al
leen beelden op het scherm
wanneer er toevallig een
vliegtuig voorbijkomt. Ik
veronderstel dat die ma
chine de tv-signalen weer
kaatst. In de kranten staat
dat telkens zo'n 25 miljoen
Britten naar EastEnders
kijken, maar als je mij een
EastEnder zou aanwijzen,
zou ik hem of haar niet eens
herkennen."
Kastelein Colin Jackson
van de Birch Hall Inn spant
zich al jaren in om te beko
men dat Beck Hole zou wor
den betrokken in de techno
logie van deze tijd. „Maar
zelfs de beste tv-specialisten
en de nieuwste versterkers,
in de ontvangers of op het
boveneinde van de antennes,
veranderen er niets aan. We
krijgen alsmaar te horen,
dat de signalen van de tv-
zenders veel te zwak zijn om
de bodem van onze vallei te
kunnen bereiken," verklaart
hij.
Op een van de heuvels zou
een kleine relaiszender moe
ten worden gebouwd. Maar
dat zou 3.500 pond kosten.
„Zoveel geld is de hele tv-
santenkraam ons niet
waard," zegt kastelein Jack
son misprijzend.
Door onze correspondent Jo Wijnen
WASHINGTON - In de Ver
enigde Staten is een verhitte
discussie gaande over een tv-
serie die een van de grote net
werken - ABC - in februari
gaat uitzenden en die de titel
draagt 'Amerika, Amerika'.
De serie speelt ergens in de
jaren negentig en gaat over de
bezetting door de Sowjet-Unie
van de Amerika. De zeven-de-
lige serie die in totaal 14% uur
televisie omvat, geeft niet aan
hoe en waarom de Russen
Amerika hebben bezet. Vol
gens de makers van de serie
gaat het slechts 'om een men
selijke tragedie van gewone
Amerikanen die trachten de
bezetting te overleven'.
Er worden beelden getoond
van Amerikanen die in de rij
staan voor voedsel en benzine.
Bovendien treden in de film
linkse Amerikaanse op als col
laborateurs.
Liberale tegenstanders van
'Amerika, Amerika' verwijten
ABC dat het slechts gaat om
goedkope anti-Russische pro
paganda die bij tal van Ame
rikanen koude-oorlogsgevoe-
lens zal wakker roepen. Con
servatieve tegenstanders van
de serie werpen ABC daaren
tegen voor de voeten dat de
film lang niet ver genoeg gaat
en dat 'een onrealistisch en bij
lange na niet toereikend beeld
wordt gegeven van wat er echt
gebeurt als de Russen Ame
rika bezetten'.
- FOTODESTEM/COflJ-06
Iwien van Hal-Buysen,
•nold Scheppers, Walter
laid de Croock, Suzan So
Hal, Sandra Scheppers-^
lemarie van Hal en
eringen zijn in het d°rP^,
i tot stand in samenv^
isvereniging van Sint-
Door Lia Roose
zijn voor Wim
Pk die op zijn 65-ste in
feudaal geëerd wordt met
f Entoonstelling, niet zo be-
"iik Dat zijn meer de ge-
die op je weg komen.
I"K daarmee doet daar gaat
f °n. Het leven van Wim
ptz is bepaald door dit
"keuzen, dat laat hij in de
'van het gesprek duidelijk
■'ken. Het gesprek lijkt geen
■ntische aaneenschakeling
®in of meer filosofische
[E'kingen. Schütz leeft
j!aag, hier ligt zijn belang-
en niet in het verle-
F' zo is hij, ondanks dat hij
r f age en vlotte prater is,
poeilijk mens om te inter
nen.
de rand van de oude
®®rn Van Roosendaal
P' hij met vrouw en hond
|En ruim wit huis - zijn
l 'Jk huis - omringd door
bescheiden verzameling
r'eve kunst, op de ven-
"anken van de enorme ra-
Wat beeldjes van eigen
Ik/Ü Van Eega's en naast
ffwiel een vroeg schilderij
%rizeit Het atelier ligt in
maar wegens water-
(j°verlast nu onbruikbaar.
Wim Schütz is erg gebakken
aan zijn stad. In zijn verhaal
speelt Roosendaal en vooral de
sociale opbouw ervan een
doorslaggevende rol.
Wat was het Roosendaal
van 1938 toen Schütz besloot
kunstenaar te worden? „Er
was hier niks, zeker niet op
cultureel gebied. Ik moest al
les zelf uitzoeken. Niemand
kon mij raad geven of ik wel
voldoende talent had en waar
ik dat het beste kon ontwikke
len. Het Antwerpen uit die da
gen was een deftige stad die
zich nog koesterde in negen
tiende eeuwse sferen van
grandeur. Diezelfde sfeer was
er ook op de academie. Daar
heerste de portrettist Opsomer
als volstrekt autocraat, die
zijn schildersleerlingen
kneedde naar eigen model".
„Ik voelde daar niet zoveel
voor", zegt Schütz, die zichzelf
vooral als een eenzame pionier
ziet. „Het naar Antwerpen
gaan was in feite al pioniers
werk, want ik had geen enkel
houvast. Het verblijf op de
academie was dat ook. Ik ging
mijn eigen weg. Hoe moeilijk
dat ook was met een directeur
als Opsomer". Als Hollander
werd hij in Antwerpen goed
ontvangen, maar als eigenzin
nige leerling slechts getole
reerd.
„En toch", zegt Schütz ben
ik blij dat ik zo halsstarrig
was. Want een onderwerp is
niet belangrijk op zich. Je
moet er zelf doorheen komen.
Je moet als kunstenaar je hele
leven bezig zijn de vorm te
zoeken en te vinden waarin je
je uit kunt drukken". Dat leer
je volgens Schütz niet op de
academie. Na de oorlogsjaren
volgde hij van '46 tot '50 het
Hoger Instituut in Antwerpen
waar hij vooral het modelte
kenen beoefende. Daarna
kwam het echte studeren. In
een atelier in het centrum van
Roosendaal schilderde en te
kende hij zeven jaren lang
zonder te exposeren, zonder te
verkopen.
Indachtig de uitspraak van
zijn vader dat iemand met ta
lent en ambitie er toch wel zou
komen, hield hij vol. „Ik was
schilder geworden met alle
konsekwenties vandien. Ik
wist dat er niks te verdienen
was, maar ik wou per se". Om
niet helemaal van zijn ouders
afhankelijk te zijn gaf hij wat
lessen en ging zich daardoor
meer en meer realiseren hoe
cultureel arm Roosendaal we'
was.
In 1957 stapte hij naar de ge
meente met het idee om een
school voor expressie op te
richten. Na twee jaar voor in
formatie en onderzoek te heb
ben uitgetrokken besloot
Roosendaal dat er zo'n insti
tuut moest komen en na de
normale sollicitatieprocedure
werd de man die het idee had
geleverd uitvoerder van zijn
eigen plannen als directeur
van de School voor Expressie,
zonder dat hij daar nu om
stond te springen. Het werd
weer pionierswerk, waarbij
Schültz wel precies wist hoe
hij het wilde.
„Als leraar mag je alleen
vakmatige kennis bijbrengen,
je moet de persoonlijkheid van
je leerlingen respecteren en je
mag nooit je eigen stijl opdrin
gen". Het dwangmatig onder
wijs in Antwerpen zat hem
kennelijk nog steeds dwars.
Het lesgeven - „heel gezond
hoor, om in je eigen onderhoud
te kunnen voorzien" - ging
hem kennelijk goed af. Be
halve op eigen instituut gaf hij
ook nog les op scholen in de
omgeving. „Ik werd er binnen
getrokken zonder het te willen
en ik heb toegestemd".
Wim Schütz constateert dat
nu nuchter en zonder spijt, ook
al betekende het dat zijn ont
wikkeling als schilder behoor
lijk in het gedrang kwam. Hij
gaf drie en veertig uur les en
was er op den duur ook nog
maatschappelijk werker bij
vanwege de directe en per
soonlijke benadering van de
leerlingen.
„Ik wilde Roosendaal iets
geven op cultureel gebied. En
ik heb daarvoor van de ge
meente alles gekregen wat ik
vroeg". Maar na twintig jaar
begon de schilder in hem zo
hevig te protesteren dat er
maar een oplossing was. To
taal met het onderwijs breken
en eindelijk gaan schilderen
en op zijn tijd boetseren.
Wim Schütz, de laatbloeier
sans rancune, deed de poort op
slot en ging met zijn kwasten
en penselen onderzoeken wie
hij nu eigenlijk was. Ik koos de
moeilijkste weg, die van het
pure schilderen, iedere streek
moet verantwoord zijn". Zo
wel het Leitmotiv als de tech
niek van de COBRA-bewe-
ging sprak hem aan en nog
steeds. Hij acht het een uni
verseel gegeven dat je de on
schuld van het kind nodig hebt
om waarachtig te kunnen
schilderen. De zittende aap,
die in de woonkamer hangt,
een kleurige met brede kwast
geschilderde kluwen van be
slotenheid illustreert zijn
overtuiging.
Allerlei ontwikkelingen in
de schilderkunst zijn langs
hem heen gegaan. Schütz
zocht en zoekt nog steeds
hartstochtelijk naar zijn eigen
persoonlijke vorm: „Ik wil me
niet anders voorstellen dan ik
ben. Ze prikken toch door me
heen". En elders in het ge
sprek: „Nu begint het pas. Ik
ken mijn vak. Dat is een mid
del. Er zijn zoveel vertwijfe
lingen maar op een bepaald
moment voel je: Er staat iets".
Hij werkt heel spontaan en
direct en maakt nooit vooront
werpen. Zijn lijn en klem-
waarmee hij begint zijn resul
taat van het leven, van een
Wim Schütz aan het werk.
weten zonder vorm. Roosen
daal eert nu zijn schilder met
een tentoonstelling van zeer
recent werk dat Wim Schütz
- FOTO DE STEM /BEN STEFFEN
heeft geschilderd, niet om te
verkopen maar om zijn stad te
laten zien wie hij nu is: Een
schilder, die het niet laten kan.
sas