Paul van Vliet op zoek naar internationale humor im Schütz (65): een eenzame pionier in de kunst lUENGELSE SHOW TERUG IN NEDERLAND Veertien Britten zitten zonder tv aar kon niet latei Woede in de VS over 'Amerika, Amerika' AGINA ZEELAND 3 IWAARDELUl WOENSDAG 14 JANUAR11987 T2 PAGINA GIDS 1 >AUL van Vliet is weer in het land. Met zijn programma 'Over leven', aarvoor was hij een paar maanden in het buitenland. Met een show in iet Engels. Paul van Vliet? Ja, natuurlijk. Dat is majoor Kees. Man- eheei voorwaardelijke iuuuuu! Dat is Bram. En wham, recht voor z'n raap! Dat is die boer. vterdwekenkleuke ding'n voor de mens'n! ^NY -klachtendaj sociale zekerheii Zoeken Dwangmatig Laatbloeier tondente uit I Jzendijke kon het strt jarige neef J. B. uit Wat srsonenauto omgebouwd •laten en een open dak. G. betoogde dat stropen snmaal zijn lust en zijn 1» i: het bezit van een vvap waarvoor hij terecht •as hierbij een 'n< waad'. De 'sport' zat er em zo diep in, dat hij i adat hij in december was akt, was doorgegaan en ii •op van 1986 was hij dan pnieuw betrapt. Vrienden uit jagers] adden hem het voorstel aan voortaan als 'drij ïee te doen, maar, aldus meedoen en zelf geen logen lossen, is niets vt lij". Overigens had hij igersvrienden moeten en het stropen voortaan te :n, „en ik denk dat ik die ing nu wel kan bedwii 3 besloot G. voorzichtig. Politierechter mr. Ji an Oosten zei op haar e neiging te hebben de gi oornemens van G. serieus emen en ze beperkte zich laar vonnis dan ook tots Door Mick Salet Trnni.i„ Is dat Paul van Vliet? Nee. Dat was Paul van Vliet. Verleden tijd. Paul van Vliet roeftyd'van'twee jaar. evenveel Kees als kolonel Bosshardt majoor, evenveel Bram als Joop den Uyl iaast werden de in beslag rentier. En dié tijden komen nóóit meer terug. lomen wapens verbeurd v daard. Niet alles is anders. Hij is og steeds op 10 september in Den Haag geboren, ift nog altijd in Leiden iten gestudeerd. En weegt steeds de tachtig kilo die er niet aan afziet. Maar Paul van Vliet is wel tintje grijzer en een tikje jjzer geworden. Dus in de iw is alles anders. Zou het komen doordat hij laatste jaren zoveel in het itenland is opgetreden? Rei- verruimt de blik, niet- ar? „Ik reis al heel lang. Ik vind it een noodzakelijk aanvul - ig op mijn denken. Maar ik niet zeggen dat ik Neder- id daardoor totaél anders Als ik na een buitenlandse lis een paar dagen thuis ben, in ben ik weer zo Hollands het maar kan. Ik heb wel iets anders aan shows in het Engels over- iouden. Als ik nu teksten _iij£, dan denk ik erbij dat GOES - Het Christelijk NaEt (je grens over moet or B. Polak morgen aan eboortehuis aan het Mold rater een door Inge van Looy ontworpen plaqi nthullen. Later houdt hij ileiding in de aula van leeuwse Bibliotheek, waa" lurgemeester C. Rutten entoonstelling opent o( laar leven en werk, in wo n beeld. Deze expositie lo ot en met 7 februari. naai Vakverbond (CNV) maandag 19 januari klachtendag over sociale kerheid. Dit in verband m' invoering van het nieuwe sel van sociale zekerheid, keringsgerechtigden ku in Zeeland met hun kla( terecht op telefoonnur 01100-20310. Ook kan het trale nummer in Utrecht den gebeld: 030-913911. nen. Dat het niet zo ty- ich Hollands blijft. Het udt niet op bij Wuustwezel [Vaals. Ik probeer algeme- r te denken en te schrijven. |Ik wil niet, zoals sommige alleen maar Rand- |i(i-problematiek behande- Dat vind ik een enorme erking. Ik denk over de jenzen. Algemene menselijke Kelens. Internationale hu- (er. Zodat je niet blijft steken Nederlandse woordgrap, [aar ik zo langzamerhand Urm de pest aan krijg. Ik Mdat een beetje makkelijke pppen. Toen ik student was, i ik er enorme plezier in om S te doen, maar nu. [Over woordgrappen gespro- Seth Gaaikema gezien |d Oud en Nieuw? LJaaah." [lis die Bukman en Deet- 1 zegt, dat voel je al aan 'e woordgrap er volgt, oüw en Deetvroüw. [Ja. En Sonja Baarend. Dan 'sik: jongen hoe durf je?" IJemag geen grappen maken f iemands naam? [.Vee." i strijd met de regels van ft fatsoen? „De Engelsen noemen het the lowest form of wit. Dat vind ik ook." Je kan er niks aan doen, bè, zo'n achternaam. Dat is de schuld van je vader. „Ja, je kan er niks aan doen en je kan er niks tegen doen. Naamgrappen zijn zo onge looflijk makkelijk." Welke grappen mogen nog meer niet als het om mensen gaat? „De grap maken omwille van de grap. Dat je kiest voor het effect van de grap en het je niet kan schelen wat je daar mee overhoop haalt. Dat het je niet kan schelen hoe kwetsend zo'n grap wel zou kunnen zijn voor iemand. Ik vind dat je zowel in de humor als in de gevoeligheid ongelooflijk op moet passen dat het éérlijk blijft Wim Kan had daarvoor het criterium dat als je een grap over een persoon maakt, die persoon daar altijd zelf om moet kun nen lachen. Dat een grap iets over iemand zegt. Het is nou jammer dat het Seth is, maar hij had een paar grappen in die oudejaarscon ference waarvan ik dacht: dat mag je niet zeggen. Je mèg niet zeggen dat Korthals Altes een Mafiakop heeft uitsluitend om de grap 'Maffeja, maffe- nee' te kunnen maken, wat ik nog een klotegrap vind ook. Die man hééft geen mafiakop. En bovendien over het uiter lijk van iemand moet je geen grappen maken. Uitspraken van mensen, daar moet je grappen over maken, déér moet je ze op pakken." Maar nooit een grap over iemands flaporen of zo? „Nee. 'Frits Bom is iemand die naar Spanje gaat om moei lijkheden te veroorzaken en daar dan een programma over maakt', dat vind ik wél leuk. Dat zet de man neer. Dat is goed geformuleerd. Maar die woordgrappen.Ban de Bom zure Bom Bommoeder in het woordenboek achter b, o, m kijken en dan een lijstje grappen maken. Nee, dat is het niet." Misschien is het een verschil tussen een politiek cabaretier en een entertainer als Paul van Vliet. Wat stemt hij eigen lijk? „D'66." Altijd al gedaan? „Ja, vanaf het begin. Ik heb me altijd tot D'66 aangetrok ken gevoeld. Vanwege de ideeën, maar ook omdat ik een hele hoop mensen van D'66 goed ken, Van Mierlo, Glastra van Loon, en ik heb in mijn le ven altijd meer voor mensen dan voor groepen gekozen. Dat doe ik bij mijn politieke keuze ook." Kan iemand die afhankelijk is van de gunst van het pu bliek duidelijk zeggen waar hij partijpolitiek staat? „Ja, dat geloof ik wel. Ik vind niet dat je het op het to neel hoeft te zeggen, laat de politiek maar buiten het po dium, maar als je het mij per soonlijk vraagt, dan vind ik niet dat ik dat weg kan laten." Niet bang dat bijvoorbeeld een CDA-er in hart en nieren nu opeens zegt: bah, naar die D'66-er Van Vliet ga ik niet meer. „Nee. En als die dat zegt, dan deugt-ie niet. Je kiest iemand niet op zijn politieke overtuiging, maar wat iemand als mens voorstelt. Trouwens, ik ben geen par tijlid. Ik ben nergens lid van. Ik hoor voor mijn gevoel ner gens bij. Wel bij mensen. Niet bij groepen. Ik vind dat een artiest onafhankelijk moet zijn. Dat ben ik ook. Ik ben al tijd eigenzinnig geweest. Ben altijd mijn eigen weg gegaan. Heb me nooit iets aangetrok ken van stromingen of van wat 'ze' dachten of zeiden. Ik heb het gevoel dat dat nu langzaam maar zeker weer in mijn voordeel werkt. Dat we in een tijd leven, waarin dat allemaal weer mag. Je mag weer individueel denken. Er is weer ruimte voor eigen initia tief. Er is weer geloof in de toekomst. Dat zijn de dingen die ik altijd heb uitgedragen. Een hele hoop mensen klagen over deze tijd, maar ik vind het nog niet zo slecht. De men sen willen het weer meer zélf opknappen." Paul van Vliet: „Je kan het zo gek niet verzinnen of ik ben er tegen bestand" - FOTO PAN SOK Paul van Vliet niet in te de len? Hij heeft toch lang met een etiket rondgelopen? „Ja, natuurlijk er zijn wel mensen die mij een etiket heb ben opgeplakt. Ik kom uit Den Haag, heb in Leiden gestu deerd en heb wel eens voor het koningshuis opgetreden. Die heilige of onheilige drieëen- heid is me lang nagedragen. Ik ben lang 'Oranje-Paultje' ge weest. Maar dat is gelukkig voorbij. Al duurt het héél lang voordat je van zo'n etiket af bent. Neem André van Duin. Dat blijft die jongen van de scheve bekken, hoeveel mooie liedjes hij ook zingt. Toon blijft de man van de gehakt bal. De Korte zal de man van Hirohitoblijven en Claus blijft de man van Beatrix en ik weer de man van de jas van Claus. Ik heb die man één keer, in 1966, een jas aangeboden en dat kleeft me nog steeds aan. Ik heb sinds dien geloof ik zeventien pro gramma's geschreven, maar mensen blijven me herinneren aan de jas van Claus, aan Bram, majoor Kees, de boer. Dat zijn leuke dingen voor de mensen." Wordt hij niet strontziek als hij zo'n bekend nummer wéér op de radio hoort? „Nee, zolang ze mijn plaatjes draaien vind ik het best." Dan komt er geld binnen? „Nee, dan blijf je een beetje hangen. Plaatjes zijn in dit vluchtige beroep toch de enige dingen die een beetje blijven bestaan." Wat gebeurt er met die ty petjes die eens furore hebben gemaakt? Zijn die dood en be graven? „Ja, die zijn begraven. Ze komen nog wel eens op een plaatje of een video voorbij dreven, maar niet meer in mijn theatershows. Ook niet als het straks enorm slecht zou gaan? Als er geen hond meer in de zaal komt, zou hij dan Bram en majoor Kees uit hun graf ha len om weer publiek te trek ken? „Nee. Nee. Zeker niet. Voor een jubileum, een terugblik, dan mogen ze nog wel eens op draven, maar niet om den bro de. Nee." Wanneer houdt hij er zelf mee op? „Ik weet het niet. Voorlopig nog niet. Ik vind het nog erg leuk." Vóór zijn 65ste? „Ik hoop het wel." Voor zijn zestigste? „Nou. Is er wel een leeftijdsgrens? Of gaat hij net zolang door als zijn benen hem kunnen dra gen? „En de kop blijft produce ren. Want je moet natuurlijk wel origineel blijven en jezelf kunnen verrassen.". Laatste vraag. Een gemeen idee. Ik koop alle kaartjes voor een voorstelling van Paul van Vliet. Dan ga ik naar een uit zendbureau en huur een paar honderd mensen. Ze hoeven maar één ding te doen. Naar zijn show kijken, maar zónder te lachen, zónder te klappen, eigenlijk zónder te laten mer ken dat Paul van Vliet op het toneel staat. Hoe lang zou het duren voor hij met een zenu winzinking het toneel verlaat? „Dat gebeurt me niet. Ik ga gewoon door. Ik ben zó gehard. Je kan het zo gek niet verzin nen of ik ben er tegen bestand. Ik heb duizenden voorstellin gen in mijn benen en heb wel vaker gespeeld voor publiek dat niet direct reageerde. Stel dat jij zoiets zou orga niseren, dan denk ik dat die mensen op een gegeven mo ment tóch voor de bijl gaan. Dat ze moéten reageren. Die arrogantie heb ik wel. Ik heb daar ervaring mee. Ik weet dat ik het kan. Nee, mij kan niks meer gebeuren. En als ze niet lachen? Nou goed, dan niet." Van ome correspondent Roger Simons LONDEN - De 14 inwoners van het afgelegen maar schil derachtige Noord-Engelse gehucht Beck Hole zijn de enige Britten zonder rechthoekige ogen van het tv-kijken. Op de 14 mannen, vrou wen en kinderen van Beek Hole na zijn de 57 miljoen Britten praktisch allemaal tv-verslaafden. In 98 pro cent van alle Britse wonin gen staat minstens één tv. Zo'n 35 procent van de Britse huisgezinnen bezit twee of meer televisietoestellen. Naar de vier Britse pro gramma's wordt door elke Brit gemiddeld 25 uur per week gekeken. Alleen de 14 inwoners van Beck Hole, op 16 km afstand van Whitby in Yorkshire, brengen wei nig of geen tijd door vóór de beeldbuis. Dat is nogal be grijpelijk, want hun televi sietoestellen ontvangen toch meestal niets. De geavanceerde techno logie die alle continenten met elkaar verbindt, is er namelijk nog steeds niet in geslaagd tv-signalen te doen doordringen in de diepe val lei waarin Beck Hole ver scholen ligt. Elk van de 14 huizen, die samen dit ge hucht vormen, heeft dan ook een volslagen nutteloze tv. De vallei van Beck Hole bevindt zich in de schaduw van de zonderlinge radaran tennes van het Navo-vroege waarschuwingsstation van Fylingdales, die lijken op reusachtige golfballen. Sov jet-Russische raketten die pijlsnel richting Engeland zouden kunnen komen, moe ten door Fylingdales tijdig worden opgemerkt. De 14 bewoners van Beek Hole vinden het doodjam mer dat die golfballen geen tv-programma's ontvangen, dan zouden die naar hen kunnen worden doorge speeld. Het gehucht heeft al zo vaak campagnes gevoerd om ook eens echt van de tv te mogen genieten, maar tot nu toe werd deze wens nog niet verhoord. Zelfs toen een tv-docu- mentaire was gemaakt over het traditionele ringwerpen, een oud spel dat in Beek Hole nog driftig wordt ge speeld, weigerden op het ge hucht de avond van de uit zending alle tv's iedere nor male ontvangst. Mewrouw Pip Ellis (57), die daar 5 jaar geleden is gaan wonen, ver telde later: „Het was om bij te huilen. Wij zaten allemaal vol ongeduld voor de tv, wachtend op 'ons' program ma, maar kregen niets te zien." Omdat in de regio van Beck Hole de natuur zoveel moois te bieden heeft, lopen er geregeld tv-ploegen rond. „Maar wij komen nooit aan de weet wat zij gefilmd heb ben," zegt Mw Ellis. Haar echtgenoot Ken (62), die za ken doet, vindt het te gek om los te lopen. „Wij krijgen al leen beelden op het scherm wanneer er toevallig een vliegtuig voorbijkomt. Ik veronderstel dat die ma chine de tv-signalen weer kaatst. In de kranten staat dat telkens zo'n 25 miljoen Britten naar EastEnders kijken, maar als je mij een EastEnder zou aanwijzen, zou ik hem of haar niet eens herkennen." Kastelein Colin Jackson van de Birch Hall Inn spant zich al jaren in om te beko men dat Beck Hole zou wor den betrokken in de techno logie van deze tijd. „Maar zelfs de beste tv-specialisten en de nieuwste versterkers, in de ontvangers of op het boveneinde van de antennes, veranderen er niets aan. We krijgen alsmaar te horen, dat de signalen van de tv- zenders veel te zwak zijn om de bodem van onze vallei te kunnen bereiken," verklaart hij. Op een van de heuvels zou een kleine relaiszender moe ten worden gebouwd. Maar dat zou 3.500 pond kosten. „Zoveel geld is de hele tv- santenkraam ons niet waard," zegt kastelein Jack son misprijzend. Door onze correspondent Jo Wijnen WASHINGTON - In de Ver enigde Staten is een verhitte discussie gaande over een tv- serie die een van de grote net werken - ABC - in februari gaat uitzenden en die de titel draagt 'Amerika, Amerika'. De serie speelt ergens in de jaren negentig en gaat over de bezetting door de Sowjet-Unie van de Amerika. De zeven-de- lige serie die in totaal 14% uur televisie omvat, geeft niet aan hoe en waarom de Russen Amerika hebben bezet. Vol gens de makers van de serie gaat het slechts 'om een men selijke tragedie van gewone Amerikanen die trachten de bezetting te overleven'. Er worden beelden getoond van Amerikanen die in de rij staan voor voedsel en benzine. Bovendien treden in de film linkse Amerikaanse op als col laborateurs. Liberale tegenstanders van 'Amerika, Amerika' verwijten ABC dat het slechts gaat om goedkope anti-Russische pro paganda die bij tal van Ame rikanen koude-oorlogsgevoe- lens zal wakker roepen. Con servatieve tegenstanders van de serie werpen ABC daaren tegen voor de voeten dat de film lang niet ver genoeg gaat en dat 'een onrealistisch en bij lange na niet toereikend beeld wordt gegeven van wat er echt gebeurt als de Russen Ame rika bezetten'. - FOTODESTEM/COflJ-06 Iwien van Hal-Buysen, •nold Scheppers, Walter laid de Croock, Suzan So Hal, Sandra Scheppers-^ lemarie van Hal en eringen zijn in het d°rP^, i tot stand in samenv^ isvereniging van Sint- Door Lia Roose zijn voor Wim Pk die op zijn 65-ste in feudaal geëerd wordt met f Entoonstelling, niet zo be- "iik Dat zijn meer de ge- die op je weg komen. I"K daarmee doet daar gaat f °n. Het leven van Wim ptz is bepaald door dit "keuzen, dat laat hij in de 'van het gesprek duidelijk ■'ken. Het gesprek lijkt geen ■ntische aaneenschakeling ®in of meer filosofische [E'kingen. Schütz leeft j!aag, hier ligt zijn belang- en niet in het verle- F' zo is hij, ondanks dat hij r f age en vlotte prater is, poeilijk mens om te inter nen. de rand van de oude ®®rn Van Roosendaal P' hij met vrouw en hond |En ruim wit huis - zijn l 'Jk huis - omringd door bescheiden verzameling r'eve kunst, op de ven- "anken van de enorme ra- Wat beeldjes van eigen Ik/Ü Van Eega's en naast ffwiel een vroeg schilderij %rizeit Het atelier ligt in maar wegens water- (j°verlast nu onbruikbaar. Wim Schütz is erg gebakken aan zijn stad. In zijn verhaal speelt Roosendaal en vooral de sociale opbouw ervan een doorslaggevende rol. Wat was het Roosendaal van 1938 toen Schütz besloot kunstenaar te worden? „Er was hier niks, zeker niet op cultureel gebied. Ik moest al les zelf uitzoeken. Niemand kon mij raad geven of ik wel voldoende talent had en waar ik dat het beste kon ontwikke len. Het Antwerpen uit die da gen was een deftige stad die zich nog koesterde in negen tiende eeuwse sferen van grandeur. Diezelfde sfeer was er ook op de academie. Daar heerste de portrettist Opsomer als volstrekt autocraat, die zijn schildersleerlingen kneedde naar eigen model". „Ik voelde daar niet zoveel voor", zegt Schütz, die zichzelf vooral als een eenzame pionier ziet. „Het naar Antwerpen gaan was in feite al pioniers werk, want ik had geen enkel houvast. Het verblijf op de academie was dat ook. Ik ging mijn eigen weg. Hoe moeilijk dat ook was met een directeur als Opsomer". Als Hollander werd hij in Antwerpen goed ontvangen, maar als eigenzin nige leerling slechts getole reerd. „En toch", zegt Schütz ben ik blij dat ik zo halsstarrig was. Want een onderwerp is niet belangrijk op zich. Je moet er zelf doorheen komen. Je moet als kunstenaar je hele leven bezig zijn de vorm te zoeken en te vinden waarin je je uit kunt drukken". Dat leer je volgens Schütz niet op de academie. Na de oorlogsjaren volgde hij van '46 tot '50 het Hoger Instituut in Antwerpen waar hij vooral het modelte kenen beoefende. Daarna kwam het echte studeren. In een atelier in het centrum van Roosendaal schilderde en te kende hij zeven jaren lang zonder te exposeren, zonder te verkopen. Indachtig de uitspraak van zijn vader dat iemand met ta lent en ambitie er toch wel zou komen, hield hij vol. „Ik was schilder geworden met alle konsekwenties vandien. Ik wist dat er niks te verdienen was, maar ik wou per se". Om niet helemaal van zijn ouders afhankelijk te zijn gaf hij wat lessen en ging zich daardoor meer en meer realiseren hoe cultureel arm Roosendaal we' was. In 1957 stapte hij naar de ge meente met het idee om een school voor expressie op te richten. Na twee jaar voor in formatie en onderzoek te heb ben uitgetrokken besloot Roosendaal dat er zo'n insti tuut moest komen en na de normale sollicitatieprocedure werd de man die het idee had geleverd uitvoerder van zijn eigen plannen als directeur van de School voor Expressie, zonder dat hij daar nu om stond te springen. Het werd weer pionierswerk, waarbij Schültz wel precies wist hoe hij het wilde. „Als leraar mag je alleen vakmatige kennis bijbrengen, je moet de persoonlijkheid van je leerlingen respecteren en je mag nooit je eigen stijl opdrin gen". Het dwangmatig onder wijs in Antwerpen zat hem kennelijk nog steeds dwars. Het lesgeven - „heel gezond hoor, om in je eigen onderhoud te kunnen voorzien" - ging hem kennelijk goed af. Be halve op eigen instituut gaf hij ook nog les op scholen in de omgeving. „Ik werd er binnen getrokken zonder het te willen en ik heb toegestemd". Wim Schütz constateert dat nu nuchter en zonder spijt, ook al betekende het dat zijn ont wikkeling als schilder behoor lijk in het gedrang kwam. Hij gaf drie en veertig uur les en was er op den duur ook nog maatschappelijk werker bij vanwege de directe en per soonlijke benadering van de leerlingen. „Ik wilde Roosendaal iets geven op cultureel gebied. En ik heb daarvoor van de ge meente alles gekregen wat ik vroeg". Maar na twintig jaar begon de schilder in hem zo hevig te protesteren dat er maar een oplossing was. To taal met het onderwijs breken en eindelijk gaan schilderen en op zijn tijd boetseren. Wim Schütz, de laatbloeier sans rancune, deed de poort op slot en ging met zijn kwasten en penselen onderzoeken wie hij nu eigenlijk was. Ik koos de moeilijkste weg, die van het pure schilderen, iedere streek moet verantwoord zijn". Zo wel het Leitmotiv als de tech niek van de COBRA-bewe- ging sprak hem aan en nog steeds. Hij acht het een uni verseel gegeven dat je de on schuld van het kind nodig hebt om waarachtig te kunnen schilderen. De zittende aap, die in de woonkamer hangt, een kleurige met brede kwast geschilderde kluwen van be slotenheid illustreert zijn overtuiging. Allerlei ontwikkelingen in de schilderkunst zijn langs hem heen gegaan. Schütz zocht en zoekt nog steeds hartstochtelijk naar zijn eigen persoonlijke vorm: „Ik wil me niet anders voorstellen dan ik ben. Ze prikken toch door me heen". En elders in het ge sprek: „Nu begint het pas. Ik ken mijn vak. Dat is een mid del. Er zijn zoveel vertwijfe lingen maar op een bepaald moment voel je: Er staat iets". Hij werkt heel spontaan en direct en maakt nooit vooront werpen. Zijn lijn en klem- waarmee hij begint zijn resul taat van het leven, van een Wim Schütz aan het werk. weten zonder vorm. Roosen daal eert nu zijn schilder met een tentoonstelling van zeer recent werk dat Wim Schütz - FOTO DE STEM /BEN STEFFEN heeft geschilderd, niet om te verkopen maar om zijn stad te laten zien wie hij nu is: Een schilder, die het niet laten kan. sas

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 13