\Schaatse De baby-industrie PHILIPS ONOZRDZKl ZUHALSII DUBBtL tN Jlopiw"""110 EN W AXE MAANDAG 12 JANUAR11987 „Niet aanraken s.v.p.!" Vreemd COKS VAN EYSDEN PAPIER VOOR UW PEN Te somber Maatregelen Kerkdienst verstoord fa oom "Jfewle MEDISCHE RUBRIEK KIMENAI AUT0HUI5 Zalig niets doen PAGINA ZEELAND 1 j ff/UPS ONDERDEKENS DUBBEL VEILIG VAN ONC BKBMM EXTRA OP MAANDAG T48 PAGINA 4 Dat barse bordje maakt musea vaak ontoegankelijk voor blin den. Is dat terecht? Mogen, wil len of kunnen blinde mensen niet van kunst genieten? We gin gen kijken met Luuk den Oud sten. Hij Is 42 jaar. Getrouwd en vader van twee kinderen. En werkt als geluidstechnicus bij het Centrum voor Gesproken Lectuur HGW In Grave. Door Mick Salet Luuk den Oudsten is blind. Vanaf zijn geboorte. Door een totale degeneratie van het net vlies. Hij heeft nog nooit iets gezien. Is het dan belachelijk om samen met hem naar een mu seum te gaan? Nee. Ook een blinde kan kijk op kunst hebben. Zijn vingers vertellen hem wat zijn ogen niet kunnen zien. Maar ja, wat gebeurde er de laatste keer dat Luuk in een museum was? Kwam er direct een suppoost om hem af. „Kunt u niet lezen? Het staat toch duidelijk op de bordjes! Niet aanraken s.v.p.!" Nee, dat had Luuk niet ge zien. „Ach, wat zeg ik dan? Dat ik mijn bril niet bij me heb. Of dat ik zonder mijn handen niks kan zien. Als het niet zo druk is, wil een suppoost wel eens door de vingers kijken. Maar je hebt ook van die botte Hannessen die je verbieden verder iets aan te raken." Jammer. Want ook Luuk vindt het af en toe leuk om in een museum te neuzen. Kan dat dan? Im Dunkeln In het museum Ludwig in Keulen is een kleine tentoon stelling te zien en te voelen. Im Dunkeln Sehen. Twaalf bron zen beelden. Voor kijkers en blinden. Luuk vindt het leuk om sa men te gaan kijken. Maar hoe doet hij dat? Hoe voelt hij dat? Hoe zie je de wereld als je al tijd blind bent geweest? Kan iemand met gezonde ogen zich dat óóit voorstellen? In een kinderlijke poging er iéts van te begrijpen, knijp ik mijn ogen stijf dicht. Even ziet het zwart, maar al snel gaat het bliksemen op mijn net vlies. Schichten en sterren. Vuurrood en helwit. Alsof ik voor een vlammend vuurto renlicht sta. Dat heeft Luuk nog nooit gezien. Geen rood. Geen wit. Geen licht. Niks. Ik kan me dat niet voorstel len. Net zo min als Luuk zich voor kan stellen wat het is om te zien. Net zo min als een le- Kicken zonder ogen Kijken naar kunst met je handen. vende kan begrijpen wat het is om dood te zijn. Dat is onvoor stelbaar. Niet uit te leggen. Hoeveel fantasie je ook hebt. Dat het gras groen, de sneeuw wit en een busreis zonder kaartje zwart is, dat weet Luuk. Dat is hem verteld. Maar wat heeft hij aan die kennis? Hij heeft het nog nooit gezien. Hij weet niet hoe vro lijk blauw kan zijn. Hoe som ber grijs. Hij weet niet hoe kleuren het hart kunnen stemmen. Proeven Maar dat maakt Luuk niet blind voor de werkelijkheid. „Als ik in de herfst door een bos loop, zie ik misschien niet al die kleuren die voor jou zo sfeerbepalend zijn, maar ik proef die sfeer wel: Ik ruik de geuren van het najaar. Ik voel de dode bladeren op de grond. Ik hoor de wind in de bomen en het geluid van de dieren. Daardoor voel ik de sfeer van de herfst. Ik zie het niet, maar ik neem het wel waar. Mijn gehoor en mijn reuk vermogen zijn beter ontwik keld. Ik zie niet aan iemands gezicht dat hij doodmoe is, maar misschien hoor ik het wel aan de manier van lopen, een beetje sloffend, en aan de manier van praten, een ver moeide stem. Een knipoog kan ik niet zien, maar als jij iets zegt met een grappige bijbe doeling, kan ik dat meestal toch wel hóren." Kortom, Luuk ziet de we reld met andere ogen. Met zijn oren. Zijn neus. Zijn handen. Tasten Als blinde en één-oog in de wereld van de kunsten gaan we naar het museum in Keu len. Het eerste tentoongestelde beeld is van Ernst Barlach. Dromende vrouw. Luuk zoekt haar zelf op. Tastend in het duister. Ploink. De ring aan zijn lin kerhand tikt tegen het beeld. Hij heeft haar gevonden. Ploink. Het geluid van een ha mer op een plaat ijzer. „Metaal, dus", concludeert Luuk. Zijn handen glijden over het bronzen beeld. Op zoek naar bekende vormen. „Als jij iets ziet, heb je in één oogopslag een globaal beeld. Ik heb dat niet. Ik moet dat beeld stukje bij beetje op bouwen." En zo zoekt hij herken ningspunten. Handen. Voeten. Hoofd. Neus. Allemaal punten die samen de lijnen gaan vor men van het beeld dat hij voor zich heeft. Allemaal voelbare fragmenten van de puzzel die hij in zijn hoofd moet leggen. Bekende dingen herkent hij zó. Aan een stuur herkent hij een fiets. Aan een kiesschijf een telefoon. Dan heeft hij aan één stukje van de legpuzzel genoeg om beeld van het totaal te krijgen. Maar als hij iets nieuws en onbekends moet - FOTO DO VISSER verkennen, gaat hij te werk op de manier waarop Livingstone en Stanley een eeuw geleden Afrika ontdekten. Stapje voor stapje iets bestaands in kaart brengen. Daar heeft hij tijd voor no dig. De dromende vrouw is nog makkelijk te herkennen. Het is een realistisch beeld van een slapende figuur. „Het brons voel koud aan. Maar de vorm is niet koud. Je voelt de slapende houding. Het zijn mooie, zacht vloeiende lij nen. Dat geeft het iets rustigs. Maar een vrouw? Dat kan ik nergens uit afleiden. Het ont breekt aan vrouwelijke vor men. En het is zo klein. Ik zou eerder denken aan een slapend kind." Het volgende beeld is lasti ger te herkennen, al is het nog niet abstract. „Der Racher", leest Luuk op het bijschrift in braille. „Wat is dat?" Hij weet het niet en het beeld geeft hem voorlopig geen enkele aanwijzing. Hij voelt aan de bovenkant een lang scherp voorwerp. „Het zou de vin van een vis kunnen zijn. En dit. Wat is dit? De kop van een monster?" Het is bijna pijnlijk om er naast te staan en te zien hoe mis hij kleunt. Wat hij voelt als de vin van een vis, is het zwaard dat een man klaar houdt om er op los te slaan. En wat hij voor de kop van een monster houdt, zijn handen die het zwaard omklemmen. Maar dat zie je alleen als je gezonde ogen hebt. Pas als ik zeg wat het beeld voorstelt, komt de herkenning. „Ja, verrek, nu je het zegt. Zonder tekst en uitleg was ik er niet zo snel achter gekomen. Dat beeld staat ook in zo'n vreemde houding." Langzaam lopen we langs alle beelden, die goudglimmen op de plaatsen waar het meest gevoeld wordt. Kijken met ogen gaat sneller, maar het is verbluffend hoeveel details Luuk ontdekt, die je op het eerste oog niet ziet. Misschien is dat ook wel logisch. Hij voelt een kunstwerk zoals de kunstenaar dat voelde toen hij het maakte. Met zijn handen. En zijn hoofd. Vindt hij het mooi? „Het is zeker de moeite waard. Vooral die realistische beelden met vloeiende lijnen. Ach ja, misschien is dat het oordeel van een leek. Mis schien zijn die abstracte wer ken wel beter. Maar die vloeiende lijnen zeggen mij meer als ik ze de eerste keer zie. Dat is ook zo met muziek. Er zijn platen die je op het eerste gehoor aardig vindt klinken, maar die na twintig keer draaien gaat vervelen. Terwijl goede muziek na twintig keer steeds meer waard wordt. Dat zal met beeldende kunst ook wel zo zijn. Maar ik vind brons nogal kil. Mijn voorkeur gaat uit naar hout. Dat vind ik leven. Dat heeft meer warmte." Niet apart En zo'n museumbezoek? „Dat zou veel meer moeten gebeuren. Maar liever geen aparte tentoonstellingen voor blinden. Dat stigmatiseert zo. De musea zouden niet zo bang moeten zijn. Ze zouden moeten toelaten dat je veel meer wer ken met je handen aan mag raken. En zorgen dat er be schrijvingen in braille bij kunstwerken komen. Musea moeten toegankelijker worden voor blinden. Denk je nou echt dat het kwaad kan als mensen sommige kunstwerken aanra ken? Nee toch." Een dikke volle week van het nieuwe jaar is al voorbij en nog steeds komt het kerstfeest ter sprake. Vooral onder vrouwen. Onder huisvrouwen. De aanlei ding is altijd een opmerking in de trant van: „Leuk gehad, hoor, met al die feestdagen, maar nu is toch weer mooi alles normaal." Dat haalt bij ieder een op het werk of bij het club je, op les of verjaarsvisite herin neringen naar boven. Omdat toch al een klein afstandje is gegroeid, zijn het de beste mo menten en de vredigste gevoe lens die blijven nagloeien. Meestal. Da's maar gelukkig ook. Dorien had al wekenlang aangekondigd, dat Kerstmis dit keer het feest van haar leven zou worden. Uitgenodigd door de oudste dochter met veel sfeer en drie üeve kindjes om zich heen, en met een hartelij ke, gezellige vent, zo eentje die als het ware een lopertje uitrolt voor z'n schoonouders. Ze hoefde niets te doen, geen boodschappen of andere voor bereiding, dit was nog het mooiste, vond Dorien. En ze heeft genóten, met volle teugen. Aan de logeerpar tij van twee dagen hadden ze zelfs nog een nachtje aange breid. Want Jaapje van drie was ziek, lastig en bewerkelijk natuurlijk zo'n jongetje, veel voorlezen of knuffelen, druk voor z'n moeder vooral. Geluk kig was zij, Dorien, er om te helpen, ook met het kerstdiner want daar was de dochter niet zo aan toe gekomen. Tussen ijs en koffie waren de kinderen naar bed gebracht en na het afzakkertje hadden Do rien en haar man het jonge stel op de bank onder de kerst boom gepoot: „Konden die twee even samen bijkomen, ter wijl wij de troep opruimden en afwasten." Och, en dan pak je meteen een keukenkastje mee, je slaat een dweil over de keu kenvloer en..., zoiets prevelde Dorien nog, maar dat hoefden we niet meer te horen. Haar stralende ogen vertelden ge noeg: het waren fantastische kerstdagen. Lily heeft ook een verhaal van een feest, dat werkelijk het einde was. Met Oudejaar was dat, ook lekker het huis en de stad uit, geen geknoei met olie bollen, wèg, uitDe oud oudoom van de familie had alle neven en nichten met aanhang uitgenodigd. Ze moesten wel allemaal iets eetbaars meebren gen en een slaapzak als je 's nachts niet naar huis terugkon omdat je flink geborreld had. Lily's jongste dochter die nog thuis woonde, zou pa en ma niet missen oudejaars avond, haar ouders waren trou wens al een dagje eerder afge reisd. „Ik ben de oudste nicht, zie je, en oom Steven moest TÏIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIi ■L.U* Ik las het artikel in De Stem van 31 december schrijvers van brieven voor 'papier voor uw pen'. In tegenstel ling tot de heer Van Gurp loop ik er niet lang mee rond vóórdat ik iets ga neerpen nen. Het is als regel heet van de naald. Een commentaar van de hoofdredacteur kan me de pen doen pakken, maar ook een of andere briefschrijver waarmee ik het dan niet eens ben. Aan politiek vergrijp ik me niet graag, want die is zo glibberig. Wel kan ik me er geren als al te gemakkelijk alles wat 'rood' is wordt goedgepraat en alles wat nog een beetje 'groen' is, wordt verketterd. Vooral oude katholieke gebruiken en 'pastoors' moeten het in De Stem nogal eens ontgel den, zij het vaak op een lu dieke wijze. In mijn ingezonden stuk jes ga ik er vanuit dat de krant er is voor zijn abon nees en dat die recht hebben om ook hun mening naar buiten te brengen. Ik vind het soms erg jammer dat er niet meer reacties komen, want dat zou juist wat meer duidelijkheid geven in za ken waarin meningen nogal eens vaak kunnen botsen. Zo heb ik me ook weer geërgerd aan het hoofdarti kel van de redactie waarin de schrijvers alles zo in mi neur weet te zetten. Jammer genoeg heb ik de krant niet meer, maar het ging om een zogenaamdenieuwj aars- wens. De schrijver ziet vrij wel alles pikzwart in en heeft maar weinig hoop op de toekomst. Zoiets vind ik altijd jammer. En fout. Want er zijn altijd lezers die eenzelfde gevoelen hebben en door het lezen van zo'n 'zwartblad' versterkt wor den in hun mening. Ik ben al in mijn 84e jaar. Veel reden om de toekomst zonnig in te zien heb ik niet als ik alleen maar naar de feitelijke toe stand op de aarde kijk. We worden dag aan dag volko men ingekapseld door nare berichten in de krant, op de radio of de tv. Als we slechts een tiende ervan geloven, is het nog een heleboel, maar er blijft allicht wat van han gen. Als we daarnaast, een goede week geleden, het licht zagen bij de kerststal en in de volle kerken het ge zang hoorden van 'vrede op aarde', dan kon men tot de gedachte komen dat alles toch veel beter was dan het soms leek. Maar men moet dan wel van 'goeden wille' zijn. Daarom vond ik het ne gatieve artikel van de hoofdredactie niet op z'n plaats. Ook hij heeft een taak. Niet om mensen te ont moedigen, maar om ze juist dat lichtplekje te laten zien wat je kan opbeuren. In het nieuwe j aar hoop ik dat De Stem in staat is om veel opwekkende berichten aan te bieden aan haar le zers die van goede wil zijn. Breda, F. Vorstenbosch Het Staatsbosbeheer denkt na over maatregelen om de overlast in de bossen te be perken. Dat staat in De Stem van dinsdag 29 december. Zorg dat je er geen hoofd pijn van krijgt. Er worden zo vele maatregelen be dacht. Maar controle, ho maar. Overtreders blijven ongemoeid. Terecht erger ik me tijdens een wandeling in het bos over loslopende hon den die zenuwachtig om je heen drentelen of met hun vieze poten tegen je opsprin gen. Acht op de tien wande laars loopt met zo'n hond. Ik heb niets tegen het beest, wel tegen de overtreder. Maar het is niet alleen deze maatregel die overtre den wordt. Men fietst ook over trottoirs, in wandeldo meinen of zonder licht op de fiets. De politie rijdt er voor bij of blijft heerlijk door- keuvelen. Je zult er maar eens één doodrijden. Wie is de schuldige? De fiets een puinhoop en het zal de auto mobilist wel geweest zijn. Maatregelen. Akkoord, maar dan ook controle daar op. Breda, J. Vollewens IN het voorpagina-artikel over een verstoorde kerk dienst lees ik o.m. dat de mensen zich ergerden en de pastor de kerkdienst bekort te. Hier gaat dus weer eens de zwijgende massa opzij voor vier dronken figuren. Dit is voor mij onbegrijpe lijk. Hoe lang duurt deze Jan- salie geest nog? Was er dan niemand in die kerk die lef genoeg had om op te staan om aan die toestand een einde te maken. Ik maak me sterk dat hij alleen was blij ven staan. Ik voor mij (69 jaar) zou zo iets in geen geval nemen. Waarschijnlijk kwam ik in het ziekenhuis terecht, maar zo iets tolereren. Nooit! De 'daders' zijn natuurlijk on toerekenbaar. In wat voor een wereld leven we eigen lijk? Ulvenhout, Jos Teurlinck Toen de Vicar van Mclaugn- lin zijn bijbelklasje de les van vorige week overhoor den en vroeg wie de muren van Jericho had verwoest be zwoer hem de gehele klas met de hand op het hart dat zij het niet geweest waren die hem dat hadden gelapt. Zo kan ik u met de hand op het hart en sprekend namens de gehele mensheid bezwe ren dat wij het niet geweest zijn die de Dinosaurus, Brontosaurus, Tirannosau- rus, kortom de gehele sauri familie hebben uitgeroeid. Trieste uitzondering want alle andere plant en dier soorten na hen hebben we wel uitgeroeid. Nog ieder jaar roeien we een plant- of diersoort uit door het ona- flaatbaar wegkappen der re genwouden, per jaar een are aal zo groot als België. Onder de voor goed ver dwenen diersoorten waarvan onze voorouders beschrijvin gen hebben nagelaten bevin den zich onvervangbare als de basilisk, de griffioen, bo- nacon, barometz, mantichon en catoplebas om maar te zwijgen van de gewone huis- of tuindraken. Draken strui- keiden ze over onze voorou ders, en ze wonden er zich niet eens over op want de drakendoders waren even talrijk als de draken en even gevarieerd. Je had ze heilig en ketters - doders, bedoel ik - en onder de draken kwij lend tot vuurspuwend, één tot zevenkoppig. Een beetje held had vóór zijn penopause wel een of twee draken ge dood. De monsters waren na melijk vleeswordingen van het kwaad en om dat te ver delgen was je held. Joris werd er terecht heilig voor verklaard. Herakles weer niet en van Matteio Mentula heeft - durf ik wed den - geen lezer van deze be spiegeling ooit gehoord. Matteio's draak was als voor loper van onze Mop die slechts een Mopje was ook niet meer dan een draakje: amper een meter hoog en slechts tweebening (potig Dertien mei 1572 op weg naar huis in zijn ossenwagen reed hij (Matteio) het dier bijna ondersteboven toen het plotseling zijn pad kruiste. De geleerden van Bologna stonden voor een raadsel. Het had geen vleugels en was derhalve geen griffioen, ook geen basilisk want het had een blik op Matteio gewor pen en deze leefde nog. Basi lisken zoals bekend, slange draakjes, door een slang uit gebroed uit een hanenei, werpen blikken die doden. Nog raadselachtiger was de borametz die Sir John Manderville tegenkwam op zijn reizen door Klein Azië. Sir John omschreef dit genre draak in zijn verslag als 'metter gelijkenis eener pompelmoes, dewelke, open gesneden, edoch geen pit be vatte, maer een dierken van vleesch ende bloet, als 't waere een lam sonder vaght'. Zogezegd in hedendaags Ne derlands 'een plantaardig knuffeldraakje'. Wat alle drakendoders, heilig of ket ters, niet volbrachten lukte een Zweedse botanicus in één jaar. Deze jongeling, Linnaeus genaamd, had een hartstocht voor systematisch ordenen en omschrijven. Hieraan bezweken ze alle maal, de draken zowel als hun doders. Op zijn dertigste vernam de jonge geleerde dat er in 1737 in Hamburg nog een ze venkoppige draak voor kwam en binnen een week was hij ter plekke. Doden hoefde niet meer, want de ze venkoppige stond opgezet als pronkstuk op het stadhuis - klapstuk van de verzameling van Hamburgs eerste burger. Met gepaste trots liet de bur gemeester Linnaeus het monster zien. De Zweed was onder de indruk van het vakmanschap waarmee Duitse toxicologen het mon ster naadloos aanelkaar had den geknutseld uit zeven slangenhuiden, zeven wezel koppen en een dozijntje nonscripte poten. De burgemeester was niet onder de indruk van Lin naeus z'n vakkennis, inte gendeel hij was zo vertoornd dat de Zweed in het holst van de nacht wijselijk de herberg in Hamburg verliet - retour Zweden. Dat was de laatste der draken en wat ons nu nog rest is die ene water draak in het meer van Ness in Schotland (de Verschrik kelijke Sneeuwmn uit de Hi- malaia kan men geen draak noemen, evemin als de kleine groene mannetjes uit de UFO's). Laat ons derhalve lief zijn voor Nessie, want wat hedentedage de gelede ren der monsters aanvult is veel en veel gevaarlijker, zij het slechts zichtbaar door electronen microscopen. Het monster Aids bijvoorbeeld heeft al meer doden gemaakt dan heel het dracularium onzer voorouders, terwijl de doders nog maar in oplei ding zijn. John O'Mill Door Jan Paalman Acht jaar geleden alweer sierde een foto van de net één dag oude Louise Brown de voorpagina van elke krant. Het Engelse wurm was de eerste reageerbuisbaby ter wereld. Wat toen sensatie was, is nu al lang duizendvoudige routine; voor de 10 procent ongewild kinderloze paren is de In Vitro Fertilisatie -IVF: medisch sjiek voor bevruchting in glas- een mogelijkheid om toch nog een kind te kunnen krijgen. De ontwikkelingen met de reageerbuisbevruchting (vanaf nu IVF) gaan zo razendsnel dat nogal wat deskundigen zich ongemakkelijk zijn gaan voe len. Jacques Testart, de weten schappelijke vader van Frank- rijks eerste IVF-baby Amandi ne, pleitte in zijn pas versche nen boek 'Het doorzichtige ei' voor het voorlopig staken van grensverleggend onderzoek. „Door niet langer mee te doen aan de jacht op primeurs en geld pleeg ik professionele zelfmoord". De Leidse vrou wenarts prof. E. van Hall schreef een paar weken gele den in Medisch Contact, dat de indicatie voor IVF (welk paar wel, welk paar niet?) best wat strenger mocht worden. Wat is er aan de hand? Van Hall in Medisch Con tact: „IVF is en blijft een vol strekt onnatuurlijke vorm van bevruchting en voortplan ting". Om eitjes in de baar moeder te laten rijpen krijgt de aspirant moeder de hormo nen HCG en Clomifeen toege diend, vervolgens wordt op ge leide van een Echo geluidsfoto rijpe eitjes met een naald op gezogen en in een kweekbakje gedaan. Het eitje wordt dan in het schaaltje bevrucht met mannelijk zaad en binnen en kele dagen in de baarmoeder teruggezet. Kans op succes: 1 op de 10 per keer. Van nadelige gevolgen voor de inmiddels duizenden moe ders en kinderen is tot op he den niets gebleken, maar het oudste IVF-kind, Louise Brown is pas acht jaar oud. Wat zouden misschien, moge lijk, eventueel de gevolgen op langere termijn kunnen zijn? Er zijn aanwijzingen dat rem ming van de ovulatie (eisprong) door de pil de kans op ovariumkanker vermindert. Hoe meer ovulaties, zo gaat de redenering, hoe groter de kans op die kanker, en bij IVF wordt de ovulatie herhaalde lijk met tamelijk forse midde len opgewekt. „Het is niet uit gesloten", aldus Van Hall, dat IVF-vrouwen „over enkele de cennia een verhoogde kans op deze ernstige aandoeningen zullen hebben". In de jaren vijftig kregen vrouwen met zwangerschaps- problemen nogal eens het hor moon DES toegediend. Pas twintig jaar later bleken hun kinderen een verhoogde kans te hebben op afwijkingen of kanker aan de geslachtsorga nen. Die ervaring „zou voor ons een les moet zijn", want ook bij IVF is de eerste dagen het moe derlijke hormonen peil vol strekt abnormaal. Wat van dat alles te denken? Het zijn niet meer dan veronderstellingen die door geen enkel feit wor den gestaafd, schrijft Van Hall, en geen redenen om met TVF te stoppen. „Wel versterken ze mijn overtuiging dat IVF al leen op strikte indicatie (wie wel, wie niet?) moet worden toegepast". Wie wel? Alleen vrouwen bij wie de eileider door een infectie verstopt is ge raakt. Wie liever niet? Alle an dere gevallen, die elders overi gens wél met IVF worden be handeld. Jacques Testart pleegde zijn 'professionele zelfmoord' om ethische redenen. Hij is niet te gen IVF om kinderloze paren aan een kind te helpen, wel te gen allerlei manipulaties met menselijk leven. Wat hem te genstaat in het IVF-onderzoek komt nauwkeurig overeen met het lijstje van verboden onder zoek dat de Raad van Europa in 1986 opstelde. Puntsgewijs: 1. Geen dierlijke draagmoe ders. In de veeartsenij gebeurt dat allang, en het zou het ge sjacher met menselijke draag moeders gelijk uit de wereld helpen. 2. Geen bevruchting tussen menselijke en dierlijke ei- en zaadcellen. De Engelse medi sche onderzoeksraad heeft geen bezwaar tegen zo'n bevruch ting. 3. Klonen maken is verbo den. Dit is het maken van identieke copieën, ongeveer zoals Mengele in de film 'The boys of Brazil' uit een paar huidcellen van Hitier tiental len nieuwe Hitlertjes maakte. Bij lagere diersoorten Mij al, bij mensen kan dal niet. 4. Geen meerdere zaai op een eicel of omgekeeri al kan een kind vijf e» hebben - wensmoeder, eicel, wensvader, donor cellen, draagmoeder- tt aantal kan met meerdere en eiceldonors onbeperkt pen. Dus toch: Alle Mei teerden Bruder. 5. Van twee embryo's niet één individu worden maakt. Zo'n versmelting een chimaer, genoemd rrn'1 mythologische beest mei gelkop, leeuwelijf en si staart. 6. Er mag bij TVF niet lecteerd worden op behalve bij erfelijke ges 1 gebonden aandoeningen India gebeurt dit overigen" lang. 7. Heel actueel: geen menten op embryo's oude" 14 dagen. IVF levert bijw tijd zogeheten 'overtollige' bryo's op. Dé grote verl voor nieuwsgierige of kers, want dergelijke menten zouden een schaI gegevens over het meiaf leven opleveren. 8. Ook zeer verleidelijk de Piet Moleculen: het op' ken van embryo's buitó" baarmoeder. Verboden. 9. Heel luguber: het op' ken van embryo's om die te gebruiken als reserve derdelen bij transplanif Een van de uitvinders va" Robert Edwards, stelde d'( paar jaar geleden serieus Ook verboden. Edwards I' het om een menselijk 01» negen dagen buiten de moeder te kweken. Of deze richtlijnen helpen is de vraag. De ding om het menselijk aan de bron te bestude" I daar durf ik mijn hand het vuur te steken -is tel Wat mogelijk is, gebeud als het hier niet mag, da" het beslist wel in een of"' bananenrepubliek. Wel)'01'] 1987. Bolkensteeg 4. Dongen, tele toch een beetje geholpen den - meubels versjouJ stoelen en glazen huren, ken koffie en flessen inslaan, leuk werk, hoor. Erl gingen nieuwjaarsdag 's avJ laat pas weg." Want we bs.] pen natuurlijk, dat ze oomj in de rommel konden later ten, in een keurig opgen huis hebben ze de lieve i achtergelaten, 'hardstikke I daan, want die dagen ware;! geweldig, dat vergeet je gauw'. Terwijl we het allemaal! zonder zaten te begrijpen, instemming knikten en het; zier met onze ogen van gezicht af schepten, moest i van ons snel weg, naar Ent cursus: „Moeilijk huiswerk] we hadden, afschuwelijk het Nederlands in het vertalen over een gesi paar, een misselijke man ditj vrouw in alles dwars zat sen die advocaat en haar het ook niet zo erg, mt doe en ongelooflijk ingev om in een vreemde taal tev tellen." Hup, schoot zeinj jas en op de fiets, want geen goud zou ze een minu missen van die cursus, wa ze zo vol plezier vele uu vrije tijd besteedt. Dat isi hetzelfde wezen, dat een rend feest gaf toen ze dós de schooldeuren definitief J ter zich dicht kon trek „Nóóit en nóóit meer." Dan is eer nog dat por van de vakantieganger. Dj sommen geld voor lange re vol vermoeienissen, 's Mots vroeg op, sjouwen zienswaardigheden, eten, weinig slaap in vaak! tige bedden, maar 'gewelf mensen, het was een dró Mant Van een onzer verslaggevers [EL - De manege in Ma- srette wordt in haar moge lijkheden beknot. Het echt paar Kösters-Sporre, eige- ïaar van de manege, moet ach beperken tot die neven activiteiten die enkel raak vlakken hebben met de paardesport. Voor andere bezigheden, zoals lein- en pluim veetentoonstel lingen, hondentrainingen en juwtrekwedstrijden waarvoor iet echtpaar Kosters in het ka ler van de hinderwetvergunning ,en uitbreiding heeft gevraagd, reven B en W van Axel geen toe stemming. De wet laat volgens het college een rastische wijziging in de geldende voorschriften van de afgegeven hin- Het is kostelijk bij jezelfl bij anderen te zien, hoer of saai, dodelijk vermoei! dan wel geestdodend werk! eens leuk en fantastisch wo| zodra het in andere wordt opgepakt, en voo wanneer het vrijwillig gebs De conclusie lijkt simpel: i jezelf bij elk karwei wijs,l niemand je dwingt maar dr a zélf zo graag aan de i" Dat wordt juichend blos strijken, jodelend afwassen I jubelend ramen lappen, chei 5t- m ll Het bestuur van de ijsclub in IJzend Van onze correspondent ERNEUZEN - Koning Win ter heeft in het voorbije week- I einde hard toegeslagen. Zater- [dag was het snijdend koud; [gisteren was de vorst zelfs overdag streng. (ADVERTENTIE) In 16 uu len c tot d< len, de h vriez Vo goedi twijf H Met een dubbele elektronische bev j®9en draadbreuk en oververhitting oyriiddelijke afslag. Dubbel veilig ®n/ge dubbel goedgekeurd. Door a edVer van Huisvrouwen, i JObel vertrouwd én... zeker zo lek o'ivoorbeeld de HL 2632 en 2633. an computerschakelaar met vario a'ische voorverwarming en extra v

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 4