BOEKEN Feuilletons op literair niveau Soms Gave verhalen van Rein van der Wiel Boekje over boekdrukpers Pankowski: aanval op gesjoemel met heiligheid Euthanasie- discussie: voor wie? KORZEC ZOEKT GEHEIM ACHTER MODERNISERING CHINA KORTE ARABESKEN VAN LOUIS COUPERUS ZATERDAG 3 JANUAR11987 G2 PAGINA GIDS Blinde Sovjet-Unie Vraagstuk Indruk Ringeloren Verschil ZATERDAG 3 JANUAR11987 Keizers (imbone Hebt voricb 1aand hoc ,el§a la ris \jerho$mé Gehad. 'Het voelen van de Chinese draak' Door Frank van Ooijen „Het Oosten is rood, China heeft Mao Zedong voortge bracht Boeren! Hak de ka pitalistische staarten van nieuwe rijken in uw boeren gemeenschap af. Bestrijdt de bourgeoisie!". Zes jaar geleden werden de boeren uit het Chinese district Yonghe ('Eeuwige Harmonie') nog met een op roep tot klassenstrijd en met communistische leuzen ge wekt. Nu komen er hele an dere geluiden uit de dorp sluidsprekers. Na 'het Oos ten is rood' weerklinkt nu een aria uit de Spaanse opera Carmen. Waarna het tijd is voor de lokale succes verhalen van 'kleine zelf standigen'; „boer Li had twee jaar geleden nog maar 4 konijnen. Nu heeft hij tweehonderd buffels, een nieuw huis, een naaima chine en een tv...Er is een weg om rijk te worden", zo besluit de omroepster. Communes zijn inmiddels uit de tijd. Mao's standbeeld is van zijn sokkel getrokken en particulier initiatief en eigenbelang staan nu op een voetstuk. China heeft de we reld getoond wat modernise ring betekent. De verande ringen in China zijn blik semsnel op gang gekomen. Eén van de schaarse China- kenners in Nederland, Mi chel Korzec, beschrijft in zijn nieuwe boek 'Het voelen van de draak' de ingrijpende effecten van de grote om wenteling in de volksrepu bliek op verschillende on derdelen van het maat schappelijk leven. De auteur geeft op basis van zijn reis- en verblijfser- varingen zeer lezenswaar dige impressies van China. Zo bezoekt Korzec samen met zijn vrouw haar geboor tedorp in de provincie He- nan waar de modernise ringsgolf ook al inbeukt op Maoïstische tradities en oude partijstructuren, hij maakt een marathon-trein reis van Peking naar Mos kou en beschrijft wel erg on- Chinese zaken tijdens zijn verblijf in Peking: sport- vandalisme, 'tippelende da mes' en straathandel in hasj. De titel van het boek is af geleid van een Chinese ge zegde dat aangeeft dat men nooit de volle waarheid maar slechts een deel van de waarheid kan weergegeven. „Laat een aantal blinden een draak betasten en vraag hen waar een draak op lijkt. De blinde die een poot betastte, zal zeggen: een rijststamper. Degenen die zijn staart be tast, vindt een draak lijken op een touw. Degene die de rug aanraakt zal zeggen: een bed". Michel Korzec betast op enkele plaatsen de draak die hier symbool staat voor de Chinese Volksrepubliek. Hij laat in zijn boek enkele wil lekeurige facetten van het dagelijkse leven in China 'zien'. Door zijn grote kennis Illustratie uit 'Het voelen van de draad'. van China, is hij weliswaar niet meer blind voor het 'Grote Geheel', maar toch is 'Korzec zich terdege van het gevaar bewust dat hij de realiteit vaak vervormd waarneemt door zijn wes terse ogen. Ben je ooit des kundig genoeg om de gehei men en mysteries te door gronden en de volle waar heid te kennen van dit im mens grote land? Korzecs analyse van de veranderende opvattingen van de Chinezen over zede lijke en morele kwesties is ongetwijfeld één van de boeiendste passages in het 250 pagina's tellende boek. In de Chinese 'Lieve-Lita rubrieken' borrelen de alle daagse sores in China aan de oppervlakte. In de vragen- rubrieken van Chinese kranten en tijdschriften blijken steeds minder on derwerpen taboe. Er wordt openlijk geschreven over za ken die vel mensen bezig houden: echtscheiding, sex voor het huwelijk, abortus, voorbehoedmiddelen en sexuele problemen. Homose- xualiteit en incest blijken echter nog steeds onbe spreekbaar. „Kameraad re dacteur, mijn voorhuid is te groot, is dat een ziekte? wat moet ik doen?". Een totaal ander maar even interessant onderwerp in het boek 'Het voelen van de draak' is de vergelijking die getrokken wordt tussen de jongste ontwikkelingen in de Sovjet-Unie en de Volksrepubliek China. Op bijna pijnlijke wijze gecon fronteerd met de enorme verschillen tussen de beide samenlevingen ('gedepri meerde mensenmassa's, schaarste aan voedingswa ren, niets dat ook maar op de kleinste verandering wijst in de Sovjet-Unie') tijdens een treinreis van bijna zes dagen van Peking naar Moskou, wordt Korzec ge heel in beslag genomen door de vraag waarom in China wél modernisering mogelijk is en in de Sovjet-Unie niet Wat is er eigenlijk zes jaar geleden in China gebeurd dat in de Sovjet-Unie niet kon gebeuren? Hij geeft daar 10 meer of minder geloofwaardige ver klaringen voor. De dood van partijleider Mao zou China in een machtsvacuüm heb ben gestort, waardoor de ideologische basis afbrok kelde en ruimte ontstond voor nieuwe ideeën. In China zouden de kapitalisti sche tendenzen zo sterk aan wezig zijn geweest vóór 1949 dat zij niet binnen een gene ratie bleek uit te roeien. Uit angst voor machts- en prestigeverlies zou de bu reaucratische elite in de Sovjet-Unie hervormingen tegenhouden. China zou - anders dan de Soyjet-Unie - de starre partij-ideologie makkelijker kunnen losla ten omdat de eenheid door ethnische, culturele en na tionalistische banden toch bewaard blijft. De Volksre publiek zou zich na enkele politieke missers - het uit blijven van de hereniging met Taiwan en de grote ver liezen in de veldtocht tegen Vietnam - nu vooral op eco nomisch terrein tot een grote mogendheid willen ontwikkelen... Maar misschien ligt de meest plausibele verklaring voor de snelle veranderin gen in China gewoon in de volksaard. Zo haalt Korzec een 1700 jaar oud Chinees gezegde aan dat nog niets aan geldingskracht heeft in geboet: „Nooit raakt men uitgekeken op de tiendui zenden veranderingen die de Chinezen ondergaan. Hun oude zelf wisselen zij in voor een nieuwe en worden iets wat nooit eerder is ver toond". Michel Korzec: 'Het voelen van de draak'. Uitg. Bert Bakker, prijs 29,90. Door Gerard com Herpen Louis Couperus schreef op 4 augustus 1907 aan zijn uitge ver Veen dat hij er mee wilde stoppen. De verkoop van zijn boeken liep slecht en hij wei gerde te werken, zoals hij zelf vanuit Siena schreef, 'voor minder dan de helft van zijn honorarium'. „Nu het publiek zich terug trekt, trek ik mij ook terug", schrijft Couperus, die in geld nood verkeerde en die door de uitgever met vermindering van honorarium was bedreigd. Tussen 1888 en 1923 heeft hij een lange reeks romans ge schreven die hoogtepunten in zijn literaire carriere kunnen worden genoemd. 'De boeken der kleine zielen', 'Van oude mensen, de dingen, die voorbij gaan' en 'De Berg van Licht'. Couperus zat financieel zo in de knoei dat zijn vrouw be sloot in Nice een pension te be ginnen. Uitgever Veen kreeg een brief met het verzoek om fa milieleden of bekenden, die vanuit Indië in het zuiden op verhaal wilden komen, naar zijn pension door te sturen. Het pension werd geen succes en Couperus was genoodzaakt om voor geld te gaan schrij ven. Hij schreef couranten en tijdschriften aan. In Het Va derland stond van 29 novem ber 1909 elke week een bij drage over het leven in Italië en Zuid-Frankrijk. Terwijl Couperus nog volop met Veen aan het correspon deren was, had hij al een con tract op zak met dr L. Simons, de directeur en oprichter van de Uitgeverij Wereldbiblio theek. Bij die uitgever ver schijnen zijn feuilletons onder de titel 'Korte Arabesken', in 1911 gevolgd door de klassieke roman 'Antiek toerisme'. Beide werken van Louis Cou perus zijn nu opnieuw ver schenen, 'Antiek Toerisme' als Salamander bij Querido en 'Korte Arabesken' als paper back, met een inleiding van Couperus-kenner F.L. Bastet. Bastet vindt 'Korte Arabes ken' tot het mooiste behoren van wat Couperus ooit ge schreven heeft. Louis Coupe rus was al vijftig toen hij deze .schetsen schreef. Uit zijn zui delijke schetsen blijkt dat hij in de tijd van zijn Arabesken nog zeker niet op zijn retour was. Voor de romancier Cou perus vormden zij een nieuw literair genre, waarvan hij zich, door de nood gedwongen, moest bedienen. Lezers van het Haagse dag blad maken kennis met een andere Couperus, Couperus als columnist. De voorganger van een in kranten en perio dieken niet meer weg te den ken journalistieke bijdrage, in latere jaren even talentvol be dreven door Brusse, Elias, Carmiggelt, Boon, Van Len- nep, Armando en Van Dis. 'Korte Arabesken' zijn dan- dy-achtige verhalen, die ver tellen hoe Louis Couperus zijn dagen en nachten in Frankrijk en Italië doorbrengt. In het landerige gezelschap van zijn vrienden en zijn katten, met wie hij, ogenschijnlijk door geen geldgebrek en door geen andere zorgen gestoord, een leventje als een prins leeft. De feuilletons, die groten deels in 'Het Vaderland' en in 'Groot Nederland' zijn ver schenen, laten zien dat Coupe rus in zijn tijd een begenadigd verteller en schrijver is ge weest. Zijn 'Korte Arabesken' zijn nog altijd plezierig lees baar gebleven. Feuilletons dus van hoog literair niveau. Louis Couperus: 'Korte Ara besken'. Uitg. Wereldbiblio theek, prijs f29,50. Louis Couperus. - FOTO ARCHIEF DE STEM Door Jan van de Ven „De maatschappelijke dis cussie over dit gevoelige on derwerp wordt in alle he vigheid en op alle fronten intensief gevoerd", schrijft Bruna in een begeleiding van Van Akens boekje: Euthanasie, tussen wet en geweten. En Van Aken: „Euthanasie is geen nuchter, rationeel te benaderen dis cussiestuk, maar verdient een genuanceerde, persoon lijke inzet van een ieder die erbij betrokken is of kan ra ken". Voila, de basis van een boek is gelegd. Het is nog maar de vraag of iedereen zich met het onderwerp be zighoudt. Zou het niet toch een discussie zijn van enkele juristen, politici, artsen, ethici? In verhouding tot veertien miljoen medelan ders een te verwaarlozen groep, die de gave van het woord bezittend - over de hoofden van de meerderheid bepaalt wat er behoort te gebeuren. Van Aken moet niet den ken, dat de grote meerder heid wakker ligt van het vraagstuk. Zodra men zich voor de vraag of de keuze beplaatst ziet zal worden ge kozen voor een ontroerend eenvoudige oplossing: de laatste wil geschiede. Emo ties spelen ontegenzeggelijk een rol, maar zouden die emoties niet het grote hand vat zijn om pratende en schrijvende minderheid aan het praten en het schrijven te houden? „Men spreekt uitsluitend over de bijkomende juridi sche problemen en discus sieert uitgebreid over het ju ridisch niet bestaande ver schil tussen actieve en pas sieve euthanasie", voert Van Aken aan, voordat hij inter viewend een aantal deskun dig genoemde personen aan het woord laat. Zou schrijver toch bijna de indruk wekken, dat hij niet in de gaten heeft hoe zeer al of niet toelaten van euthanasie een juridisch probleem is. Moet de straf wet worden aangepast, is de vraag. En de rechtspraak heeft er ondertussen een antwoord op gevonden: zon der aanpassing kan de straf wet worden uitgeschakeld en zelfs regels worden ont worpen om euthanasie on der bepaalde voorwaarden toe te laten. Het getuigt van enige we reldvreemdheid om in dit kader dan ook nog abortus op te voeren. 'Euthanasie is net als de legalisering van abortus in het begin van de jaren tachtig een gevoelige zaak'. Bij het plan onderha vig boekje te schrijven had Van Aken kunnen beden ken, dat het gekrakeel over abortus was afgelopen zodra de abortus-wetgeving tot stand kwam. Juist de abortus-historie een zeventig jaar durend epos - bewijst, dat de over grote meerderheid van de bevolking zich laat ringelo ren door een handjevol wijs neuzen. De hulpzoekende meerderheid bleef ondanks de discussie naar abortus vragen. Na wetgeving heelt niemand van de meerder heid ooit een protest laten horen. Burgerlijke onge hoorzaamheid stak niet de kop op. Het zal niet louter praten om het praten zijn geweest, dat abortus-wetgeving zo lang heeft opgehouden Maar met wat meer relati veren van 'geleerde' stand punten zouden wetgeving en daarop volgende rust eerder zijn bereikt. De gemoedsrust van vele vrouwen had niet zo lang geweld hoeven wor den aangedaan. Door de koppeling abor- tus-euthanasie, niet ten on rechte, roept Van Aken het beeld op, dat de gemeen schap nu hetzelfde staat te wachten met euthanasie Enig verschil: de recht spraak gooit al aan het be gin van de discussie olie op de golven. Doorredenerend dringt de gedachte zich op, dat Van Aken - gebruikmakend van enige discussie in bepaalde kringen - het euthanasie- vuurtje wil aanblazen door een boekje op de markt te brengen. Daar zit de goege meente al helemaal niet op te wachten. Ben van Aken: 'Euthanasie Uitg. A.W. Bruna, prijs 24,50. nt-v M SS? GELUKKIG NIEUWJAAR Op de hele wereld wenste men elkaar dat deze week. Om de boze geesten geen kans te geven het nieuwe jaar te verknallen, werden die met bloemen en fontei nen van gekleurd vuur het heelal ingeknald. Allemaal tegelijk op dezelfde dag en hetzelfde uur, maar toen jij je rotjes aanstak, was het voor kinderen in Chicago pas vijf uur 's middags. In Peking is de tijd ónze tijd tijd ver vooruit, de Pekine zen stonden toen al bijna on der de douche want op hun wekker was het al zeven uur van de volgende dag! De klokken staan wel verschil lend, toch gaat de tijd overal gelijk. Een uur is een uur en een seconde een seconde. Dat gaat altijd zo, door, de tijd staat nooit stil.of wel mis- De verhalenbundel 'Gezicht op Haarlem', het debuut van Rein van der Wiel (1953), be staat uit vier verhalen. Ze hebben de plaats van hande ling gemeen: Haarlem, maar verder zijn ze geheel van elkaar verschillend. Rein van der Wiel heeft met deze bundel kennelijk een staalkaart van zijn sti listische kunnen willen ge ven. Hij blijkt over een vaardige pen te beschikken, waarmee hij naar believen zeer uiteenlopende stijlen weet te beoefenen. Het eerste (titel-)verhaal is het langste en heeft de al lure van een roman-in-wor- ding. Wij worden hier bin nengeleid in de wereld van een 16-jarige gymnasiast met ontluikende seksuele aspiraties. Het verhaal staat bol van de verwijzingen naar en toespelingen op de klassieke oudheid, de schil derkunst en de moderne li teratuur. Zoals reeds ge zegd: het verhaal blijft enigszins in de kiem steken, en was een roman waardig geweest Uiteraard dan wel met een verdere uitdieping van thema's en personages, die nu een beetje aan de op pervlakte blijven. De twee middelste verha len in deze bundel zijn iets minder van kwaliteit, maar het laatste, getiteld 'Het mo nument', is een waar mees terstuk. Een adembemend mooi verhaal, gaaf van in houd, toon en stijl. Het is het verhaal van een zeer oude dame die, daartoe gedwon gen door een student Neder lands, terugblikt op haar vriendschap met een be roemde kunstenaar. In die kunstenaar herkennen wij moeiteloos de dichter/dandy A. Roland Holst. De wijze waarop de oude dame afre kent met haar oude liefde, en genadeloos de allesover- Rein van der Wiel. - FOTO QUERIDO heersende eigenliefde van de kunstenaar blootlegt, heeft Rein van der Wiel knap en bedreven op papier gezet. Wat mij betreft mag deze debutant voortborduren in de stijl van dit laatste ver haal. H.R. Rein van der Wiel: 'Gezicht op Haarlem'. Verhalen. Uitg. Querido, prijs 25. Door Henk Egbers Letters en boeken worden met zo'n grote hoe veelheid over ons uitgestort, dat we op de na men van Grutenberg/Coster na bijna geen weet meer hebben van de wieg van de drak en uitgeversvakken. Een jubilerende Walburg Pers liet door Ine Soepel een boekje maken over Aldus Manuntius. Hij behoorde tot de eerste drukkers, die met hun incunabelen de enorme omwenteling in de verspreiding van kennis op gang brachten. Het boekje is fraai uitgegeven; een jubilerende uitgeverij waar dig. The World of Aldus Manutius van Martin Lowry uit 1979 vormt de basis van deze uitga ve. Hij werd rond 1450 geboren en vestigde zich rond 1490 in Venetië als drukker-uitgever. Zijn humanistische vorming motiveerde hem het klassieke cultuurgoed op 'moderne' wijze te verspreiden. Produktie en distributie wist hij goed te beheersen. De stad Venetië bezat be halve een import van vele Griekse geleerden ook nog een pracht collectie Griekse hand schriften. Manutius buitte dat uit. Bovendien had hij een gevoel voor de prak- tisch-artistieke kanten van het vak van uitge ven. Hij liet alfabetten maken, die overigens niet altijd genade vonden. De volledige werken van Aristoteles, de Adagia van Erasmus (die daarvoor zelf naar Venetië kwam) en vele an dere (nu) klassieke werken bereikten via hem een voor die tijd hoge oplage. Het leven van Aldus en zijn activiteiten op gebied van de media wordt via dit boekwerkje heel fijn geïllustreerd. Voor iemand die heel cultuurgevoelig is en oog heeft voor ontwikke lingen, zoals hierboven aangestipt, is dit boekje een niet alleen fraai, maar ook boeiend instructief 'geschenk'. Aldus gaf in twintig jaar zo'n dertig titels uit. Toen hij in 1515 stierf, stond hij omringd door zijn boeken opgebaard. Ine Soepel: 'Festina Lente'. Uitg. De Walburg Pers, prijs 15,-. Door Henk Egbers Het was in 1972 toen ik voor het eerst de naam van Pan- kowski tegenkwam in het li teraire tijdschrift Soma (waar blijft de tijd). Het voorlaatste nummer! Bij het verschijnen van de vertaling van 'Patnicy z Macierzyzny' (1985) in 'De pelgrims uit Uteria', moest ik denken aan de notities van Paul Beers in dat Soma, omdat ze nog zo van toepassing zijn op dit merkwaardig Intrigerende boek. Opgemerkt wordt dat zijn proza cryptisch en poëtisch is. 'Een prachtige taal'. Pan- kowski weet diepe emoties over te brengen. Bij zijn Uteria zou je ook nog kun nen zeggen, dat hij over een strijdbaar-ironisch vermo gen bezit en zijn cultureel- politieke opvattingen niet onder stoelen of banken steekt. Hij studeerde voor de oor log aan de universiteit van Krakau samen met Karol Wojtila (de huidige paus). In dit boek neemt hij de rooms- katholieke kerk en zijn paus behoorlijk op de hakken; zij het indirect - maar wel dui- delijk - via een wat sprook jesachtige sfeer. In de Tweede Wereldoorlog zat Pankowski in verschillende concentratiekampen en emi greerde na de oorlog naar België, waar hij nu hoogle raar in de Slavische talen in Brussel is. Het kan zijn dat je aan vankelijk moeilijk greep krijgt op 'De pelgrims uit Uteria'. Maar als je gevoelig bent voor een mooi taal- en beeldgebruik blijf je wel le zen. Het verhaal speelt dui delijk in Polen, waar de auteur op een schoolreünie, geconfronteerd wordt met pogingen om in Rome, waar Polen nu een wit voetje heeft, iemand heilig ver klaard te krijgen. De beste kanshebster is een vrouw die een niet zo zeldzame mixture is van heiligheid en hoerigheid. Zij wordt aan de auteur als hagiograaf uitbe steed. Dat heeft zo zijn con sequenties. Pankowski maakt van dit Stel je voor dat de klok bij jou thuis op de schoorsteen precies gelijk loopt met de klok op de kerktoren. Op hetzelfde moment van elke seconde schuift de secon dewijzer een stukje op. Dan gebeurt het: Op een nacht stap je om twaalf uur in een raket en je neemt de schoor- steenklok mee. Je vliegt het heelal in met de supersoni sche snelheid van 300.000 km per seconde, dat is net zo hard als de snelheid van licht. Lichstralen hebben namelijk een bepaalde tijd nodig om zich van het ene naar het andere punt te be wegen. Ook de lichtstraal die van de torenklok komt en die gaat dus net zo hard als jij in je raket De straal draagt het beeld van je ver trektijd, twaalf uur, en dat vliegt dus steeds met je mee. De wijzers van je schoor- steenklok lopen gewoon ver der, maar als je naar de to renklok kijkt, staat de tijd stil. 'De tijd is dus afhankelijk van de snelheid', bedacht 'Einstein'. Hij was een ge leerde en hij noemde zijn ge dachte de relativiteitstheo rie. Relativiteit betekent be trekkelijkheid. Het is maar hoe je het bekijkt Tijd kan veranderen want de tijd is afhankelijk van de snelheid. Voor wezens op een verre planeet bestaan wij niet Als de lichtstralen van onze aarde hen eindelijk bereiken litten daar misschien nog de Teelden in van de Batavie- 'en die de Rijn komen af- kken! Het omgekeerde be- taat ook. Het is bekend dat nu sterren zien die igenlij k niet meer bestaan, aar hun lichtstralen ko en op hun reis door het ieelal nu pas bij ons terecht Heel vroeger leefden de ensen met de zon. Als die ipkwam ging je op jacht en ils die onderging kroop je inder de berevellen. Later igen de mensen van land- >uw leven en ze ontdekten handig het was om elk- rs produkten te ruilen. Je op zich simpele gegeven iets moois en blijkt in staat zijn onderhuidse kritiek op dat gesjoemel in heiligheid, op die twee handen op een buik van kerk en samenleving, knap te kunnen attaqueren. In de heilig te verklaren Anielka condenseert hij op een ironische manier land en kerkcultuur. Over Anielka als marketentster en Florence Nightingale te gelijk: „Teder en sensueel was ze toen ze met de solda ten aan de boemel ging, maar ook toen ze hun met kogels doorboorde lichamen de laatste eer bewees. Het is de durf waarmee ze haar vrouwelijkheid uitte die je in wezen aantrekt.... Hun hele leven lang buigen ze zich over ons, ons falen - dat is wat je aantrekt en tegelijk afstoot." Pankowski trekt deze re denering door naar de r.k. kerk, die zich opstelt als een 'heilige moeder', belichaamd in de maagd Maria. Tegelijk maakt hij het theater daar bij belachelijk. Bijvoorbeeld in een bedevaartsplaats: „Wat doet het tekort aan aardappels, staal en steen kool ertoe als het volk met verachting voor dit platte materialisme het plein van de Glazen Berg op mar cheert en zich voedt met de hier heersende lucht van kristal, spiegels en sieraden! Wachters in witte baljurken stellen de bedevarenden me nigte twee aan twee in rijen op en vragen: 'Wie ben jij?' De bedevaarder is even uit het veld geslagen dat er zelfs hier naar zijn papieren wordt gevraagd, maar vol eerbied voor het oord en het habijt antwoordt hij: 'Een mens'. 'Nee', verbetert de ongeschoren dame, *je bent een zondaar, een verstokte zondaar. Herhaal!'...."... Pankowski filosofeert hoe deze kerk zonde en leed ex ploiteert om macht te kun nen uitoefenen tot in het concentratiekamp toe. „De rook die ik heb nagekeken toen hij langs de lucht boven Auschwitz de hemel in klom, steeds hoger, totdat de Hei lige Geest verrees uit de roze wolk van joodse kin dertjes In een apotheose laat hij zijn oude studiemakker, de paus van nu, optreden als een hedendaagse Cesar, spiegelbeeld van de oude Romeinse keizers. „Cesar wilde ons uit dit land voeren om ons onder zijn eeuwig stralende mantel te verwel komen. En alles hebben we voor Hem opgegeven.... Maar Hij wilde ons alleen maar op de proef stellen... en nu Hij onze bereidwilligheid heeft vastgesteld, Zich ver blijd heeft in onze vastbera denheid.... richt Hij onze krachten op andere taken. Ontelbare gunsten en een speciale zegen strooit Hij over onze hoofden uit... en Hij belooft dat Hij persoon lijk naar ons land zal ko men! Op de knieën allemaal! Boete doen!" Pankowski gaat nog ver der; voert de symbolische heilige Anielka op als de an- Pankowski. dere Maria; als de Godin der ontmanning.... „Ook Anielka ontwaar ik hier, de duizen den kerels die in haar armen gestorven zijn hebben haar tot gediplomeerd verpleeg ster uitgeroepen. Met beide handen geeft ze van haar niet-verminderende vlese lijkheid en stilt als een peli kaan de honger van haar kleinen. Ik wijk terug, ik wijk voor dit Uteria (baar- moederlijke) dat voedend, knuffelend en troostend op me afkomt... Voedsters en gevoeden. Onder het dak van deze dag. Als ik maar een enkele vader kon ont dekken. Er zijn geen vaders meer. Door de cirkelvormig' mars van het volk en de cir kelvormige monden om he' erelied voor de Godin zijn d' mannen ontmand...." Pankowski schreef roman, waarin hij vlijm scherp het mes zet in deel van Polen, dat bij strijd daar meestal een hi andere belichting krijgt. h<» is een mooi geschreven boek dat pijn zal veroorzaken. Marian Pankowski: 'De pel grims uit Uteria'. Uitg. In Knipscheer, prijs 3250. da

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 22