BOEKEN
Feuilletons op literair niveau
Soms
Gave verhalen van
Rein van der Wiel
Boekje over boekdrukpers
Pankowski: aanval
op gesjoemel
met heiligheid
Euthanasie-
discussie:
voor wie?
KORZEC ZOEKT GEHEIM ACHTER MODERNISERING CHINA
KORTE ARABESKEN VAN LOUIS COUPERUS
ZATERDAG 3 JANUAR11987
G2 PAGINA GIDS
Blinde
Sovjet-Unie
Vraagstuk
Indruk
Ringeloren
Verschil
ZATERDAG
3 JANUAR11987
Keizers
(imbone
Hebt voricb
1aand hoc
,el§a la ris \jerho$mé
Gehad.
'Het voelen van de Chinese draak'
Door Frank van Ooijen
„Het Oosten is rood, China
heeft Mao Zedong voortge
bracht Boeren! Hak de ka
pitalistische staarten van
nieuwe rijken in uw boeren
gemeenschap af. Bestrijdt
de bourgeoisie!".
Zes jaar geleden werden
de boeren uit het Chinese
district Yonghe ('Eeuwige
Harmonie') nog met een op
roep tot klassenstrijd en met
communistische leuzen ge
wekt. Nu komen er hele an
dere geluiden uit de dorp
sluidsprekers. Na 'het Oos
ten is rood' weerklinkt nu
een aria uit de Spaanse
opera Carmen. Waarna het
tijd is voor de lokale succes
verhalen van 'kleine zelf
standigen'; „boer Li had
twee jaar geleden nog maar
4 konijnen. Nu heeft hij
tweehonderd buffels, een
nieuw huis, een naaima
chine en een tv...Er is een
weg om rijk te worden", zo
besluit de omroepster.
Communes zijn inmiddels
uit de tijd. Mao's standbeeld
is van zijn sokkel getrokken
en particulier initiatief en
eigenbelang staan nu op een
voetstuk. China heeft de we
reld getoond wat modernise
ring betekent. De verande
ringen in China zijn blik
semsnel op gang gekomen.
Eén van de schaarse China-
kenners in Nederland, Mi
chel Korzec, beschrijft in
zijn nieuwe boek 'Het voelen
van de draak' de ingrijpende
effecten van de grote om
wenteling in de volksrepu
bliek op verschillende on
derdelen van het maat
schappelijk leven.
De auteur geeft op basis
van zijn reis- en verblijfser-
varingen zeer lezenswaar
dige impressies van China.
Zo bezoekt Korzec samen
met zijn vrouw haar geboor
tedorp in de provincie He-
nan waar de modernise
ringsgolf ook al inbeukt op
Maoïstische tradities en
oude partijstructuren, hij
maakt een marathon-trein
reis van Peking naar Mos
kou en beschrijft wel erg on-
Chinese zaken tijdens zijn
verblijf in Peking: sport-
vandalisme, 'tippelende da
mes' en straathandel in hasj.
De titel van het boek is af
geleid van een Chinese ge
zegde dat aangeeft dat men
nooit de volle waarheid
maar slechts een deel van de
waarheid kan weergegeven.
„Laat een aantal blinden een
draak betasten en vraag hen
waar een draak op lijkt. De
blinde die een poot betastte,
zal zeggen: een rijststamper.
Degenen die zijn staart be
tast, vindt een draak lijken
op een touw. Degene die de
rug aanraakt zal zeggen: een
bed".
Michel Korzec betast op
enkele plaatsen de draak die
hier symbool staat voor de
Chinese Volksrepubliek. Hij
laat in zijn boek enkele wil
lekeurige facetten van het
dagelijkse leven in China
'zien'. Door zijn grote kennis
Illustratie uit 'Het voelen van de draad'.
van China, is hij weliswaar
niet meer blind voor het
'Grote Geheel', maar toch is
'Korzec zich terdege van het
gevaar bewust dat hij de
realiteit vaak vervormd
waarneemt door zijn wes
terse ogen. Ben je ooit des
kundig genoeg om de gehei
men en mysteries te door
gronden en de volle waar
heid te kennen van dit im
mens grote land?
Korzecs analyse van de
veranderende opvattingen
van de Chinezen over zede
lijke en morele kwesties is
ongetwijfeld één van de
boeiendste passages in het
250 pagina's tellende boek.
In de Chinese 'Lieve-Lita
rubrieken' borrelen de alle
daagse sores in China aan de
oppervlakte. In de vragen-
rubrieken van Chinese
kranten en tijdschriften
blijken steeds minder on
derwerpen taboe. Er wordt
openlijk geschreven over za
ken die vel mensen bezig
houden: echtscheiding, sex
voor het huwelijk, abortus,
voorbehoedmiddelen en
sexuele problemen. Homose-
xualiteit en incest blijken
echter nog steeds onbe
spreekbaar. „Kameraad re
dacteur, mijn voorhuid is te
groot, is dat een ziekte? wat
moet ik doen?".
Een totaal ander maar
even interessant onderwerp
in het boek 'Het voelen van
de draak' is de vergelijking
die getrokken wordt tussen
de jongste ontwikkelingen
in de Sovjet-Unie en de
Volksrepubliek China. Op
bijna pijnlijke wijze gecon
fronteerd met de enorme
verschillen tussen de beide
samenlevingen ('gedepri
meerde mensenmassa's,
schaarste aan voedingswa
ren, niets dat ook maar op de
kleinste verandering wijst
in de Sovjet-Unie') tijdens
een treinreis van bijna zes
dagen van Peking naar
Moskou, wordt Korzec ge
heel in beslag genomen door
de vraag waarom in China
wél modernisering mogelijk
is en in de Sovjet-Unie niet
Wat is er eigenlijk zes jaar
geleden in China gebeurd
dat in de Sovjet-Unie niet
kon gebeuren?
Hij geeft daar 10 meer of
minder geloofwaardige ver
klaringen voor. De dood van
partijleider Mao zou China
in een machtsvacuüm heb
ben gestort, waardoor de
ideologische basis afbrok
kelde en ruimte ontstond
voor nieuwe ideeën. In
China zouden de kapitalisti
sche tendenzen zo sterk aan
wezig zijn geweest vóór 1949
dat zij niet binnen een gene
ratie bleek uit te roeien.
Uit angst voor machts- en
prestigeverlies zou de bu
reaucratische elite in de
Sovjet-Unie hervormingen
tegenhouden. China zou -
anders dan de Soyjet-Unie -
de starre partij-ideologie
makkelijker kunnen losla
ten omdat de eenheid door
ethnische, culturele en na
tionalistische banden toch
bewaard blijft. De Volksre
publiek zou zich na enkele
politieke missers - het uit
blijven van de hereniging
met Taiwan en de grote ver
liezen in de veldtocht tegen
Vietnam - nu vooral op eco
nomisch terrein tot een
grote mogendheid willen
ontwikkelen...
Maar misschien ligt de
meest plausibele verklaring
voor de snelle veranderin
gen in China gewoon in de
volksaard. Zo haalt Korzec
een 1700 jaar oud Chinees
gezegde aan dat nog niets
aan geldingskracht heeft in
geboet: „Nooit raakt men
uitgekeken op de tiendui
zenden veranderingen die de
Chinezen ondergaan. Hun
oude zelf wisselen zij in voor
een nieuwe en worden iets
wat nooit eerder is ver
toond".
Michel Korzec: 'Het voelen
van de draak'. Uitg. Bert
Bakker, prijs 29,90.
Door Gerard com Herpen
Louis Couperus schreef op 4
augustus 1907 aan zijn uitge
ver Veen dat hij er mee wilde
stoppen. De verkoop van zijn
boeken liep slecht en hij wei
gerde te werken, zoals hij zelf
vanuit Siena schreef, 'voor
minder dan de helft van zijn
honorarium'.
„Nu het publiek zich terug
trekt, trek ik mij ook terug",
schrijft Couperus, die in geld
nood verkeerde en die door de
uitgever met vermindering
van honorarium was bedreigd.
Tussen 1888 en 1923 heeft hij
een lange reeks romans ge
schreven die hoogtepunten in
zijn literaire carriere kunnen
worden genoemd. 'De boeken
der kleine zielen', 'Van oude
mensen, de dingen, die voorbij
gaan' en 'De Berg van Licht'.
Couperus zat financieel zo in
de knoei dat zijn vrouw be
sloot in Nice een pension te be
ginnen.
Uitgever Veen kreeg een
brief met het verzoek om fa
milieleden of bekenden, die
vanuit Indië in het zuiden op
verhaal wilden komen, naar
zijn pension door te sturen.
Het pension werd geen succes
en Couperus was genoodzaakt
om voor geld te gaan schrij
ven. Hij schreef couranten en
tijdschriften aan. In Het Va
derland stond van 29 novem
ber 1909 elke week een bij
drage over het leven in Italië
en Zuid-Frankrijk.
Terwijl Couperus nog volop
met Veen aan het correspon
deren was, had hij al een con
tract op zak met dr L. Simons,
de directeur en oprichter van
de Uitgeverij Wereldbiblio
theek. Bij die uitgever ver
schijnen zijn feuilletons onder
de titel 'Korte Arabesken', in
1911 gevolgd door de klassieke
roman 'Antiek toerisme'.
Beide werken van Louis Cou
perus zijn nu opnieuw ver
schenen, 'Antiek Toerisme' als
Salamander bij Querido en
'Korte Arabesken' als paper
back, met een inleiding van
Couperus-kenner F.L. Bastet.
Bastet vindt 'Korte Arabes
ken' tot het mooiste behoren
van wat Couperus ooit ge
schreven heeft. Louis Coupe
rus was al vijftig toen hij deze
.schetsen schreef. Uit zijn zui
delijke schetsen blijkt dat hij
in de tijd van zijn Arabesken
nog zeker niet op zijn retour
was. Voor de romancier Cou
perus vormden zij een nieuw
literair genre, waarvan hij
zich, door de nood gedwongen,
moest bedienen.
Lezers van het Haagse dag
blad maken kennis met een
andere Couperus, Couperus
als columnist. De voorganger
van een in kranten en perio
dieken niet meer weg te den
ken journalistieke bijdrage, in
latere jaren even talentvol be
dreven door Brusse, Elias,
Carmiggelt, Boon, Van Len-
nep, Armando en Van Dis.
'Korte Arabesken' zijn dan-
dy-achtige verhalen, die ver
tellen hoe Louis Couperus zijn
dagen en nachten in Frankrijk
en Italië doorbrengt. In het
landerige gezelschap van zijn
vrienden en zijn katten, met
wie hij, ogenschijnlijk door
geen geldgebrek en door geen
andere zorgen gestoord, een
leventje als een prins leeft.
De feuilletons, die groten
deels in 'Het Vaderland' en in
'Groot Nederland' zijn ver
schenen, laten zien dat Coupe
rus in zijn tijd een begenadigd
verteller en schrijver is ge
weest. Zijn 'Korte Arabesken'
zijn nog altijd plezierig lees
baar gebleven. Feuilletons dus
van hoog literair niveau.
Louis Couperus: 'Korte Ara
besken'. Uitg. Wereldbiblio
theek, prijs f29,50.
Louis Couperus.
- FOTO ARCHIEF DE STEM
Door Jan van de Ven
„De maatschappelijke dis
cussie over dit gevoelige on
derwerp wordt in alle he
vigheid en op alle fronten
intensief gevoerd", schrijft
Bruna in een begeleiding
van Van Akens boekje:
Euthanasie, tussen wet en
geweten. En Van Aken:
„Euthanasie is geen nuchter,
rationeel te benaderen dis
cussiestuk, maar verdient
een genuanceerde, persoon
lijke inzet van een ieder die
erbij betrokken is of kan ra
ken".
Voila, de basis van een
boek is gelegd. Het is nog
maar de vraag of iedereen
zich met het onderwerp be
zighoudt. Zou het niet toch
een discussie zijn van enkele
juristen, politici, artsen,
ethici? In verhouding tot
veertien miljoen medelan
ders een te verwaarlozen
groep, die de gave van het
woord bezittend - over de
hoofden van de meerderheid
bepaalt wat er behoort te
gebeuren.
Van Aken moet niet den
ken, dat de grote meerder
heid wakker ligt van het
vraagstuk. Zodra men zich
voor de vraag of de keuze
beplaatst ziet zal worden ge
kozen voor een ontroerend
eenvoudige oplossing: de
laatste wil geschiede. Emo
ties spelen ontegenzeggelijk
een rol, maar zouden die
emoties niet het grote hand
vat zijn om pratende en
schrijvende minderheid aan
het praten en het schrijven
te houden?
„Men spreekt uitsluitend
over de bijkomende juridi
sche problemen en discus
sieert uitgebreid over het ju
ridisch niet bestaande ver
schil tussen actieve en pas
sieve euthanasie", voert Van
Aken aan, voordat hij inter
viewend een aantal deskun
dig genoemde personen aan
het woord laat.
Zou schrijver toch bijna
de indruk wekken, dat hij
niet in de gaten heeft hoe
zeer al of niet toelaten van
euthanasie een juridisch
probleem is. Moet de straf
wet worden aangepast, is de
vraag. En de rechtspraak
heeft er ondertussen een
antwoord op gevonden: zon
der aanpassing kan de straf
wet worden uitgeschakeld
en zelfs regels worden ont
worpen om euthanasie on
der bepaalde voorwaarden
toe te laten.
Het getuigt van enige we
reldvreemdheid om in dit
kader dan ook nog abortus
op te voeren. 'Euthanasie is
net als de legalisering van
abortus in het begin van de
jaren tachtig een gevoelige
zaak'. Bij het plan onderha
vig boekje te schrijven had
Van Aken kunnen beden
ken, dat het gekrakeel over
abortus was afgelopen zodra
de abortus-wetgeving tot
stand kwam.
Juist de abortus-historie
een zeventig jaar durend
epos - bewijst, dat de over
grote meerderheid van de
bevolking zich laat ringelo
ren door een handjevol wijs
neuzen. De hulpzoekende
meerderheid bleef ondanks
de discussie naar abortus
vragen. Na wetgeving heelt
niemand van de meerder
heid ooit een protest laten
horen. Burgerlijke onge
hoorzaamheid stak niet de
kop op.
Het zal niet louter praten
om het praten zijn geweest,
dat abortus-wetgeving zo
lang heeft opgehouden
Maar met wat meer relati
veren van 'geleerde' stand
punten zouden wetgeving en
daarop volgende rust eerder
zijn bereikt. De gemoedsrust
van vele vrouwen had niet
zo lang geweld hoeven wor
den aangedaan.
Door de koppeling abor-
tus-euthanasie, niet ten on
rechte, roept Van Aken het
beeld op, dat de gemeen
schap nu hetzelfde staat te
wachten met euthanasie
Enig verschil: de recht
spraak gooit al aan het be
gin van de discussie olie op
de golven.
Doorredenerend dringt de
gedachte zich op, dat Van
Aken - gebruikmakend van
enige discussie in bepaalde
kringen - het euthanasie-
vuurtje wil aanblazen door
een boekje op de markt te
brengen. Daar zit de goege
meente al helemaal niet op
te wachten.
Ben van Aken: 'Euthanasie
Uitg. A.W. Bruna, prijs
24,50.
nt-v M
SS?
GELUKKIG NIEUWJAAR
Op de hele wereld wenste
men elkaar dat deze week.
Om de boze geesten geen
kans te geven het nieuwe
jaar te verknallen, werden
die met bloemen en fontei
nen van gekleurd vuur het
heelal ingeknald. Allemaal
tegelijk op dezelfde dag en
hetzelfde uur, maar toen jij
je rotjes aanstak, was het
voor kinderen in Chicago
pas vijf uur 's middags. In
Peking is de tijd ónze tijd
tijd ver vooruit, de Pekine
zen stonden toen al bijna on
der de douche want op hun
wekker was het al zeven uur
van de volgende dag! De
klokken staan wel verschil
lend, toch gaat de tijd overal
gelijk. Een uur is een uur en
een seconde een seconde. Dat
gaat altijd zo, door, de tijd
staat nooit stil.of wel mis-
De verhalenbundel 'Gezicht
op Haarlem', het debuut van
Rein van der Wiel (1953), be
staat uit vier verhalen. Ze
hebben de plaats van hande
ling gemeen: Haarlem, maar
verder zijn ze geheel van
elkaar verschillend.
Rein van der Wiel heeft
met deze bundel kennelijk
een staalkaart van zijn sti
listische kunnen willen ge
ven. Hij blijkt over een
vaardige pen te beschikken,
waarmee hij naar believen
zeer uiteenlopende stijlen
weet te beoefenen.
Het eerste (titel-)verhaal
is het langste en heeft de al
lure van een roman-in-wor-
ding. Wij worden hier bin
nengeleid in de wereld van
een 16-jarige gymnasiast
met ontluikende seksuele
aspiraties. Het verhaal staat
bol van de verwijzingen
naar en toespelingen op de
klassieke oudheid, de schil
derkunst en de moderne li
teratuur. Zoals reeds ge
zegd: het verhaal blijft
enigszins in de kiem steken,
en was een roman waardig
geweest Uiteraard dan wel
met een verdere uitdieping
van thema's en personages,
die nu een beetje aan de op
pervlakte blijven.
De twee middelste verha
len in deze bundel zijn iets
minder van kwaliteit, maar
het laatste, getiteld 'Het mo
nument', is een waar mees
terstuk. Een adembemend
mooi verhaal, gaaf van in
houd, toon en stijl. Het is het
verhaal van een zeer oude
dame die, daartoe gedwon
gen door een student Neder
lands, terugblikt op haar
vriendschap met een be
roemde kunstenaar. In die
kunstenaar herkennen wij
moeiteloos de dichter/dandy
A. Roland Holst. De wijze
waarop de oude dame afre
kent met haar oude liefde,
en genadeloos de allesover-
Rein van der Wiel.
- FOTO QUERIDO
heersende eigenliefde van de
kunstenaar blootlegt, heeft
Rein van der Wiel knap en
bedreven op papier gezet.
Wat mij betreft mag deze
debutant voortborduren in
de stijl van dit laatste ver
haal.
H.R.
Rein van der Wiel: 'Gezicht
op Haarlem'. Verhalen. Uitg.
Querido, prijs 25.
Door Henk Egbers
Letters en boeken worden met zo'n grote hoe
veelheid over ons uitgestort, dat we op de na
men van Grutenberg/Coster na bijna geen
weet meer hebben van de wieg van de drak
en uitgeversvakken. Een jubilerende Walburg
Pers liet door Ine Soepel een boekje maken
over Aldus Manuntius. Hij behoorde tot de
eerste drukkers, die met hun incunabelen de
enorme omwenteling in de verspreiding van
kennis op gang brachten. Het boekje is fraai
uitgegeven; een jubilerende uitgeverij waar
dig.
The World of Aldus Manutius van Martin
Lowry uit 1979 vormt de basis van deze uitga
ve. Hij werd rond 1450 geboren en vestigde zich
rond 1490 in Venetië als drukker-uitgever. Zijn
humanistische vorming motiveerde hem het
klassieke cultuurgoed op 'moderne' wijze te
verspreiden. Produktie en distributie wist hij
goed te beheersen. De stad Venetië bezat be
halve een import van vele Griekse geleerden
ook nog een pracht collectie Griekse hand
schriften. Manutius buitte dat uit.
Bovendien had hij een gevoel voor de prak-
tisch-artistieke kanten van het vak van uitge
ven. Hij liet alfabetten maken, die overigens
niet altijd genade vonden. De volledige werken
van Aristoteles, de Adagia van Erasmus (die
daarvoor zelf naar Venetië kwam) en vele an
dere (nu) klassieke werken bereikten via hem
een voor die tijd hoge oplage.
Het leven van Aldus en zijn activiteiten op
gebied van de media wordt via dit boekwerkje
heel fijn geïllustreerd. Voor iemand die heel
cultuurgevoelig is en oog heeft voor ontwikke
lingen, zoals hierboven aangestipt, is dit
boekje een niet alleen fraai, maar ook boeiend
instructief 'geschenk'. Aldus gaf in twintig
jaar zo'n dertig titels uit. Toen hij in 1515 stierf,
stond hij omringd door zijn boeken opgebaard.
Ine Soepel: 'Festina Lente'. Uitg. De Walburg
Pers, prijs 15,-.
Door Henk Egbers
Het was in 1972 toen ik voor
het eerst de naam van Pan-
kowski tegenkwam in het li
teraire tijdschrift Soma
(waar blijft de tijd). Het
voorlaatste nummer! Bij het
verschijnen van de vertaling
van 'Patnicy z Macierzyzny'
(1985) in 'De pelgrims uit
Uteria', moest ik denken aan
de notities van Paul Beers in
dat Soma, omdat ze nog zo
van toepassing zijn op dit
merkwaardig Intrigerende
boek.
Opgemerkt wordt dat zijn
proza cryptisch en poëtisch
is. 'Een prachtige taal'. Pan-
kowski weet diepe emoties
over te brengen. Bij zijn
Uteria zou je ook nog kun
nen zeggen, dat hij over een
strijdbaar-ironisch vermo
gen bezit en zijn cultureel-
politieke opvattingen niet
onder stoelen of banken
steekt.
Hij studeerde voor de oor
log aan de universiteit van
Krakau samen met Karol
Wojtila (de huidige paus). In
dit boek neemt hij de rooms-
katholieke kerk en zijn paus
behoorlijk op de hakken; zij
het indirect - maar wel dui-
delijk - via een wat sprook
jesachtige sfeer. In de
Tweede Wereldoorlog zat
Pankowski in verschillende
concentratiekampen en emi
greerde na de oorlog naar
België, waar hij nu hoogle
raar in de Slavische talen in
Brussel is.
Het kan zijn dat je aan
vankelijk moeilijk greep
krijgt op 'De pelgrims uit
Uteria'. Maar als je gevoelig
bent voor een mooi taal- en
beeldgebruik blijf je wel le
zen. Het verhaal speelt dui
delijk in Polen, waar de
auteur op een schoolreünie,
geconfronteerd wordt met
pogingen om in Rome, waar
Polen nu een wit voetje
heeft, iemand heilig ver
klaard te krijgen. De beste
kanshebster is een vrouw
die een niet zo zeldzame
mixture is van heiligheid en
hoerigheid. Zij wordt aan de
auteur als hagiograaf uitbe
steed. Dat heeft zo zijn con
sequenties.
Pankowski maakt van dit
Stel je voor dat de klok bij
jou thuis op de schoorsteen
precies gelijk loopt met de
klok op de kerktoren. Op
hetzelfde moment van elke
seconde schuift de secon
dewijzer een stukje op. Dan
gebeurt het: Op een nacht
stap je om twaalf uur in een
raket en je neemt de schoor-
steenklok mee. Je vliegt het
heelal in met de supersoni
sche snelheid van 300.000 km
per seconde, dat is net zo
hard als de snelheid van
licht. Lichstralen hebben
namelijk een bepaalde tijd
nodig om zich van het ene
naar het andere punt te be
wegen. Ook de lichtstraal
die van de torenklok komt
en die gaat dus net zo hard
als jij in je raket De straal
draagt het beeld van je ver
trektijd, twaalf uur, en dat
vliegt dus steeds met je mee.
De wijzers van je schoor-
steenklok lopen gewoon ver
der, maar als je naar de to
renklok kijkt, staat de tijd
stil.
'De tijd is dus afhankelijk
van de snelheid', bedacht
'Einstein'. Hij was een ge
leerde en hij noemde zijn ge
dachte de relativiteitstheo
rie. Relativiteit betekent be
trekkelijkheid. Het is maar
hoe je het bekijkt Tijd kan
veranderen want de tijd is
afhankelijk van de snelheid.
Voor wezens op een verre
planeet bestaan wij niet Als
de lichtstralen van onze
aarde hen eindelijk bereiken
litten daar misschien nog de
Teelden in van de Batavie-
'en die de Rijn komen af-
kken! Het omgekeerde be-
taat ook. Het is bekend dat
nu sterren zien die
igenlij k niet meer bestaan,
aar hun lichtstralen ko
en op hun reis door het
ieelal nu pas bij ons terecht
Heel vroeger leefden de
ensen met de zon. Als die
ipkwam ging je op jacht en
ils die onderging kroop je
inder de berevellen. Later
igen de mensen van land-
>uw leven en ze ontdekten
handig het was om elk-
rs produkten te ruilen. Je
op zich simpele gegeven iets
moois en blijkt in staat zijn
onderhuidse kritiek op dat
gesjoemel in heiligheid, op
die twee handen op een buik
van kerk en samenleving,
knap te kunnen attaqueren.
In de heilig te verklaren
Anielka condenseert hij op
een ironische manier land
en kerkcultuur. Over
Anielka als marketentster
en Florence Nightingale te
gelijk: „Teder en sensueel
was ze toen ze met de solda
ten aan de boemel ging,
maar ook toen ze hun met
kogels doorboorde lichamen
de laatste eer bewees. Het is
de durf waarmee ze haar
vrouwelijkheid uitte die je
in wezen aantrekt.... Hun
hele leven lang buigen ze
zich over ons, ons falen - dat
is wat je aantrekt en tegelijk
afstoot."
Pankowski trekt deze re
denering door naar de r.k.
kerk, die zich opstelt als een
'heilige moeder', belichaamd
in de maagd Maria. Tegelijk
maakt hij het theater daar
bij belachelijk. Bijvoorbeeld
in een bedevaartsplaats:
„Wat doet het tekort aan
aardappels, staal en steen
kool ertoe als het volk met
verachting voor dit platte
materialisme het plein van
de Glazen Berg op mar
cheert en zich voedt met de
hier heersende lucht van
kristal, spiegels en sieraden!
Wachters in witte baljurken
stellen de bedevarenden me
nigte twee aan twee in rijen
op en vragen: 'Wie ben jij?'
De bedevaarder is even uit
het veld geslagen dat er zelfs
hier naar zijn papieren
wordt gevraagd, maar vol
eerbied voor het oord en het
habijt antwoordt hij: 'Een
mens'. 'Nee', verbetert de
ongeschoren dame, *je bent
een zondaar, een verstokte
zondaar. Herhaal!'...."...
Pankowski filosofeert hoe
deze kerk zonde en leed ex
ploiteert om macht te kun
nen uitoefenen tot in het
concentratiekamp toe. „De
rook die ik heb nagekeken
toen hij langs de lucht boven
Auschwitz de hemel in klom,
steeds hoger, totdat de Hei
lige Geest verrees uit de roze
wolk van joodse kin
dertjes
In een apotheose laat hij
zijn oude studiemakker, de
paus van nu, optreden als
een hedendaagse Cesar,
spiegelbeeld van de oude
Romeinse keizers. „Cesar
wilde ons uit dit land voeren
om ons onder zijn eeuwig
stralende mantel te verwel
komen. En alles hebben we
voor Hem opgegeven....
Maar Hij wilde ons alleen
maar op de proef stellen... en
nu Hij onze bereidwilligheid
heeft vastgesteld, Zich ver
blijd heeft in onze vastbera
denheid.... richt Hij onze
krachten op andere taken.
Ontelbare gunsten en een
speciale zegen strooit Hij
over onze hoofden uit... en
Hij belooft dat Hij persoon
lijk naar ons land zal ko
men! Op de knieën allemaal!
Boete doen!"
Pankowski gaat nog ver
der; voert de symbolische
heilige Anielka op als de an-
Pankowski.
dere Maria; als de Godin der
ontmanning.... „Ook Anielka
ontwaar ik hier, de duizen
den kerels die in haar armen
gestorven zijn hebben haar
tot gediplomeerd verpleeg
ster uitgeroepen. Met beide
handen geeft ze van haar
niet-verminderende vlese
lijkheid en stilt als een peli
kaan de honger van haar
kleinen. Ik wijk terug, ik
wijk voor dit Uteria (baar-
moederlijke) dat voedend,
knuffelend en troostend op
me afkomt... Voedsters en
gevoeden. Onder het dak
van deze dag. Als ik maar
een enkele vader kon ont
dekken. Er zijn geen vaders
meer. Door de cirkelvormig'
mars van het volk en de cir
kelvormige monden om he'
erelied voor de Godin zijn d'
mannen ontmand...."
Pankowski schreef
roman, waarin hij vlijm
scherp het mes zet in
deel van Polen, dat bij
strijd daar meestal een hi
andere belichting krijgt. h<»
is een mooi geschreven boek
dat pijn zal veroorzaken.
Marian Pankowski: 'De pel
grims uit Uteria'. Uitg. In
Knipscheer, prijs 3250.
da