li
Burgemeester Kessen doet
meer dan alleen de voorwas
'Ze kunnen nog zo
weinig lol beleven'
OVER OUDEREN, BEJAARDEN EN STOKOUDE MENSEN
ELLENDE WEG
DE STORMACHTIGE ENTREE VAN EEN NIEUWKOMER
geen hobbyisme
weinig subsidies
te star
angst
Een aanleiding is er niet echt. Of het moet zijn dat hij der
tig jaar voorzitter is van de stichting protestante bejaar
denzorg Oost Zeeuwsch-Vlaanderen. Zie het eerder als
een toevallige ontmoeting in de laatste dagen van het jaar.
Pratend over mensen in de laatste fase van hun leven.
Ouderen. Bejaarden. En stokoude mensen. Met een man
die voor de winter van 1986 staat, maar ook voor de win
ter van zijn leven. Daan van Es, 62. In meer dan één op
zicht een jonge oudere.
niet te zwaar
1ENSDAG 31 DECEMBER 1986
jelaten. Nog niet eens de helft van al je
balkennissen' houd je over als je zolang er
een beetje bij hangt. Toen zag ik pas de
ïelarij om me heen. De lolbroeken die je
schouder slaan omdat je toevallig voetbal
ent. Zoiets werkt louterend hoor. Ik weet nu
e positie ik in maatschappelijk opzicht in-
n: Ik ben een soort clown en ik moet een
per week een stadion vol met mensen leuk
laken. Dat is alles, niets meer. Gewoon een
n, een voetbalclown.Leuk hè, toch, het
n leuk beroep, maar je moet je plaats ken
en niet denken dat je Jezus bent omdat je
ig tegen een bal kunt schoppen".
'aar ben ik te nuchter voor. Misschien
r ben ik dan mooi blij mee, want die
open jaren op de been gehouden.
FOTO PETER SMULDERS.
Hij is de jongste van de Zeeuws Vlaamse burgemeesters. En op het
eerste gezicht de actiefste. Doet voor zijn salaris aan promotie. En is
daar erg goed in. Het tempo waarin hij zijn gemeente Hontenisse
aan de man wil brengen is echter onnavolgbaar. De manier waarop
discutabel.
Werkt bij sommigen op de lachspieren. Wekt bij anderen gevoelens
van jaloezie op. Wordt vanwege zijn inzet voor een windmolenpark
weieens schertsend Don Quichotte genoemd. Kruipt bij gelegenheid
in de huid van Sinterklaas maar wenst verder 'au serieux' genomen
te worden. „Het is geen luchtfietserij. Het zijn serieuze plannen die ik
lanceer".
Een zwangerschapsperiode lang zwaait hij de scepter over Honte
nisse. Een vruchtbare periode waarin veel in beweging is gezet. De
dijkrecreatie, een windmolenpark, kabel-tv, het pand Collot, het ge
coördineerd bejaardenwerk. Tot stilstand gebracht, voorlopig, is de
wildgroei van sexclubs.
Een vluchtige gedachtenwisseling over een stormachtige entree. Met
een man die de luwte schuwt. Een nadere kennismaking met de
geestelijke vader van de 'Kessenkindjes'. Burgemeester, meester A.
Kessen.
DOOR FRANK DE1J
EN EUGENE VERSTRAETEN
KLOOSTERZANDE - Hoewel in eigen land
toch ook gewaardeerd komen de eerste lo
vende woorden van over de grens. „Kessen is
klein van stuk, maar groot in zijn daden", zegt
W. de Brouwer (Gemeenschappelijke Belan
gen) tijdens de novembervergadering van de ge
meenteraad Hulst. „Ook wij moeten ons meer
in de kijker spelen en het voorbeeld van Honte
nisse volgen".
Bijval komt van PvdA'er Benno Martens, zeil
ook niet ongevoelig voor het licht van de schijn
werpers. „De man timmert geweldig actief aan
de weg. Wat doet Hulst. Die laat Kerkepad ko
men. We steken daar toch wat schraal tegenaf'.
En ook daarmee komt Hulst niet uitgebreid in
de kijker, want tweederde van de plaatjes zijn
geschoten in Hontenisse.
De aanleiding tot de lofzang vormt een 'spe
cial' van het industrieblad Ports and Industry
dat, overigens tegen een redelijke vergoeding,
geheel aan de gemeente Hontenisse is gewijd.
Kessen stuurde alle gemeenten een exemplaar.
Zelfs op de Abdij in Middelburg kunnen ze ken
nis nemen van Kessens jongste pr-stunt.
Wat wrang hoort buurman burgemeester Ja
cobs, die net als Kessen uit Limburg komt, de
lofuiting aan het adres van zijn collega aan. „De
suggestie die wordt gewekt dat Hulst zich niet
genoeg inspant, kan toch niet gebaseerd zijn op
dit mooie geschrift", merkt Jacobs zuur op en
bij wijst de raad er op dat het college hard zijn
best doet om de grond op het industrieterrein
aan de man te brengen. Al gebeurt dat zonder
Achtbaarheid.
Kessen zelf heeft de lofuiting 3e' dag na de
vergadering met genoegen uit de pers vemo-
men. „Ik kan toch niet omwille van de vriend
schap met mijn goede vriend Frans Jacobs met
mijn armen over elkaar gaan zitten om anderen
te laten excelleren. Ik zit hier geen hobbyisme te
bedrijven".
„Het is niet zo dat Kessen weer zonodig
moet. Ik moet helemaal niets. Wat ik ook pres
teer, mijn salaris blijft hetzelfde. Al geef ik toe
dat ijdelheid mij ook niet vreemd is. Maar wat ik
doe is in het belang van de gemeenschap. Ze
komen het nu eenmaal niet brengen. Ik voel me
soms dan ook net een handelsagent".
Toch heeft hij het effect van zijn explosieve
dadendrang, en de afgunst die dat teweeg kan
brengen, ietwat onderschat. „Kijk, ze moeten
mij goed begrijpen. Ik stuur zo'n boekje niet om
te prikkelen zoals weieens wordt gezegd. Maar
misschien heb ik het verkeerd ingeschat dat het
toch zo is overgekomen. Ik heb de gemeenten
gewoon willen wijzen op de mogelijkheden. Het
is de bedoeling dat het buitenland weet dat
Hontenisse bestaat. Dat is belangrijk. En het re
sultaat is dat ik nu overal zeer vriendelijk wordt
ontvangen".
„Hontenisse heeft in het verleden weinig sub
sidies gekregen. De gedachte begint te leven
dat zo'n kleine gemeente als de onze ook wel
eens recht op iets heeft. Er is heel wat geld te
krijgen". Hij vertoeft dan ook veel vaker dan zijn
voorganger, over wie hij alleen wil zeggen dat
die het anders deed, in Middelburg en Den
Haag om zoals hij kort na zijn installatie liet we
ten 'gepast misbruik te maken van zijn contac
ten'. „Als je daar vaak komt hoor je wel eens
wat. Je wordt gewezen op de mogelijkheden.
Niet ieder bezoek levert rendement op. Maar
een op de tien keer zit er toch wel iets bij waar
je als bestuur mee aan de slag kan".
Verkeken, maar dan in positieve zin, heeft hij
zich op de invloed die hij heeft op de bevolking.
„Er is hier in het verleden weinig aan de weg ge
timmerd. Dus alles wat ik doe is nieuw. En alles
meer aflopen. „De eerste bejaardentehuizen.
Daar gingen valide mensen van 65 jaar in. Ze
gingen er graag naar toe. Ik herinner me nog
dat bij de opening van het oude Bachte Dieke
120 mensen op de wachtlijst stonden. Ze had
den allen een zekere angst om terug te moeten
vallen op hun kinderen. Het was een priode
waarbij aan de horizon de mindere bereidheid
van de kinderen om voor hun ouders te zorgen
gloorde. Het was een voorzorgsmaatregel.
Voor tegen de tijd dat ze 80 werden. Nu heb je
dan het uitgangspunt om bejaarden zo lang mo
gelijk zelfstandig te laten blijven. Prima, maar
zorg dan ook dat de mogelijkheden aanwezig
zijn om dat te kunnen doen."
„Ik vind het bejaardenbeleid te star, te dog
matisch. Het is te weinig ludiek, te weinig
speels. Het is een corset. Verzorgingstehuizen
moeten er blijven. Er zijn te veel oude mensen
die niemand meer hebben. Voor de groep tus
sen de 65 en de 80, maar dat is ook flexibel,
iemand van 82 kan nog heel goed zijn, moet je
leuke bejaardenwoningen bouwen. Aanleunwo
ningen heet dat. Met een dienstenpakket dat ge
differentieerd is. Service op maat. Ik heb mijn
nek daar wel eens voor uit gestoken. Maar ze
blijken dan niet haalbaar vanwege de bureau
cratie. Dat komt ook omdat de politiek in het al
gemeen te weining feeling heeft met het hele
gebeuren. In feite moet heel het bejaardenbe
leid op zijn kop worden gezet. Maar dan moe
ten prioriteiten worden gesteld voor immate
riële waarden en minder voor materiële waar
den. Zo ver zijn we nog niet".
Niettemin is Van Es ervan overtuigd dat het
merendeel van de ouderen in verzorginstehui-
zen denken dat ze het goed hebben. Deze gene
ratie althans. „Veel mensen zijn landarbeider
geweest. Hebben het nu nog nooit zo goed ge
had. Die weet zich tevreden. Een echtpaar heeft
427 gulden zakgeld, een alleenstaande 248 gul
den. Dat is louter voor een pijpje tabak. Het
vervelende is dat ze zo weinig lol meer kunnen
beleven. Ze hebben te veel hulp nodig".
DOOR FRANK DEIJ
Zijn flat aan de Westerschelde in Temeuzen
is opvallend modem ingericht. Met zijn vlinder
das, zijn onafscheidelijke pijp, heeft hij iets weg
van wijlen Henri Knap. Verbaal doorstaat hij de
gelijkenis met glans. Dat uit zich in toneelstuk
ken die hij voor zijn plezier schrijft. En op de
kansel in Nieuwvliet en Zuidzande waar hij sinds
vorig jaar als pastoraal werker opereert.
Hij vindt zichzelf niet representatief voor de
doorsnee oudere. Maar kent ze van haver tot
gort. Leeft op afstand met ze mee. Met het zicht
op het water is het niet verwonderlijk dat Daan
van Es tijdens het gesprek laveert. Raakt zelfs al
kort na het vertrekpunt 'bejaarde in de knel' vol
ledig uit de koers. Het resultaat. Een recon
structie van snippers.
„De meeste bejaarden, ik praat dan over de
bewoners van de verzorgingstehuizen met een
gemiddelde leeftijd van 84 jaar, zijn uitgeblust.
Ze zijn apathisch geworden. Het hoeft voor hen
allemaal niet meer zo nodig. Als je vijftien jaar
geleden in een tehuis kwam, lieten ze zich bij
Sinterklaas nog in de zak stoppen. Ze hebben
helemaal geen behoefte meer aan die fratsen".
Die houding, en dat is niet alleen frustrerend
voor het personeel, ervaart Daan van Es ook als
er gesproken moet worden over de manier
waarop de tehuizen gerund moeten worden.
Hoe het voor een ieder zo ideaal mogelijk ge
maakt moet worden. „Het bij de stichting hoog
in het vaandel staande democratiebeginsel dat'
je de bejaarden inspraak gunt in het beleid krijg
je bijna niet meer van de grond. Het hoeft voor
mij allemaal niet meer, is de kreet. Jullie zoeken
het maar uit, jullie hebben de meeste letters ge
geten. Je krijgt dan het probleem dat je oplos
singen moet bedenken voor een groep mensen
door wie je niet wordt gevoed. Het is moeilijk
om zo beleid te maken. Wij willen af van de be
tutteling van de mensen die nog stamt uit de tijd
Daan van Es: „Ik vind het bejaardenbeleid te star, te dogmatisch. Het is te weinig ludiek, te weinig speels. Het is een corset.
foto de stem/corj. de boer
dat bejaardentehuizen door een echtpaar van
veertig werd geleid waartegen de ouderen van
tachtig vader en moeder moesten zeggen. Ik
denk dat we over tien jaar een heel andere
groep bejaarden krijgen. Mondiger. Die mis
schien meer meedenken".
„Maar hoe je het ook draait of keert, we wer
ken altijd vanuit een achterstandpositie. Neem
de bouw van de tehuizen. Op het moment dat
we de plannen bedenken, denken we het beste
te hebben gevonden. Maar op het moment dat
zo'n gebouw er staat, kan het best zijn dat de
bewoners van dat moment het anders hebben
gewild. Je blijft altijd achter de feiten aanlopen.
Een klein voorbeeld. We kennen nu kamers met
een douche omdat er ouderen inkomen die
thuis ook een douche hadden. Dat was twintig
jaar geleden niet zo".
De apathie bij de bewoners die hij als be
stuurder ervaart, vormen voor hem geen enkele
aanleiding minder waarde te hechten aan de
verzorging van die groep. Minder prioriteit toe
kennen aan een groep die zelf geen prioriteiten
meer stelt. Van Es vindt het een verwerpelijke
gedachte. „Het vervelende is dat ze zo weinig lol
kunnen bleven, omdat ze zo verzorginsbehoe-
vend zijn geworden. Het verzorgingstehuis van
deze tijd komt al heel dicht in de buurt van het
verpleegtehuis. Toch is het moeilijk in te schat
ten waar de mensen in de tehuizen zich nog ge
lukkig mee voelen. Ik denk dat ze blij kunnen
zijn om de meest elementaire dingen van het le
ven. Een lekkere sigaar. Een kopje koffie. De
zon die schijnt. Ik ken mensen die een hele dag
zitten te dutten. Maar die spontaan en blij rea
geren als je vraagt hoe het met ze gaat. Ik heb
dan altijd in de verzorgingsfeer meer waarde ge
hecht aan een goed gesprek dan dat het stof op
het dressoir wordt afgeveegd".
Maar hij stelt zich daarbij meteen de vraag of
de huidige generatie ouderen wel gewend is
een goed gesprek te voeren, of daar sowieso
behoefte aan hebben, of dat ze toch niet liever
zien dat hun boeltje aan de kant is. En ook dat
laatste schiet er bij de voortgaande bezuinigin
gen meer en meer bij in. „Het is allang niet
meer hoe kunnen we naar de meeste ideale si
tuatie toe werken. Hoe leg je noodverbanden
aan. Daar gaat het om".
De weg terug, naar de situatie waarin de kin
deren voor de ouders zorgden, en naar welke
richting het regeringsbeleid neigt, ziet Van Es de
oudere maar ook de jongere generatie niet
Het gevaar daarvan, - heb je wat nodig, bel
Kessen-, onderkent hij. „Je moet daar niet zo
zwaar over denken. Ik ga eerst niet zitten over
wegen of ik dat wel kan maken. Ik doe dat spon
taan. Anders mag je niets meer. Ik het het overi
gens op persoonlijke titel gedaan. Maar ja, je
kunt je alvragen, als ik geen burgemeester was
geweest, of het dan ook gelukt zou zijn. Maar ik
besef wel dat je zoiets niet te vaak moet doen.
Een keer in de drie jaar".
In de negen maanden dat hij hier is zijn ook
bij hemzelf veranderingen opgetreden. Hij is als
buitenstaander die hij aanvankelijk was, betrok
ken geraakt. En het zit veel dieper dan hij had
verwacht. „Ik aard geweldig. Dat gevoel, dat de
gemeente een stuk van jezelf is geworden. Dat
is zo hevig dat ik bij wijze van spreken iemand
die nadelig over onze gemeente spreekt meteen
op zijn gezicht wil timmeren", lacht de kleine
Kessen, alsof ook hij zelf inziet dat aan de fy
sieke haalbaarheid van dat 'project' oprecht ge
twijfeld mag worden.
Fysiek onhaalbaar, als hij in hetzelfde tempo
doormarcheert, is voor hemzelf en het ambte
narenapparaat ook de uitwerking van al zijn
ideeën. Bewust kiest hij momenteel voor een
stapje terug. „Er is een aantal zaken op de rails
gezet. Daar wordt nu aan gewerkt. Ik heb nog
een paar ideetjes maar die heb ik bewust in de
ijskast gestopt. Je moet er voor waken dat je
het ambtenarenapparaat niet overspoelt met
plannen. Ik ga ze gefaseerd uitwerken. Maar in
ieder geval weet nu ook Middelburg dat Honte
nisse bestaat. Daar wordt nu ook meegeholpen
aan het proces van ontwaking".
wordt gerelateerd aan de situatie zoals die was.
Dat werkt in mijn voordeel. Maar ik heb nooit
kunnen geloven dat een soort van mentaliteits
verandering die hier toch wel plaats vindt, kan
afhangen van een persoontje. Ik ben een nieu
weling in het vak. Ik ben jong, heb veel energie.
Ik probeer niets anders dan ideeën te ontwikke
len. En dat heeft kennelijk een uitstraling".
Het college, niet gehinderd door gevoelens
van afgunst, legt hem daarbij geen strobreed in
de weg. Kessen is daar dankbaar voor. Aan de
andere kant vindt hij het ook een gezonde situa
tie. „Ik heb de meeste tijd. Ik ben full time be
stuurder. Ik vind het logisch dat ik dan de han
den uit de mouwen steek. De wethouders zeg
gen altijd, doe jij de voorwas maar".
Maar Kessen hangt ook wel eens de was op,
de schone hangt hij liefst zelf buiten. Kortgele
den nog startte hij een actie onder de bedrijven
om geld bij elkaar te krijgen voor een paar com
puters voor scholen. „Ik ben spontaan in die
dingen. Ik pak dan de telefoon en regel dat".
Burgemeester Kessen: „In ieder geval weet nu ook Middelburg dat Hontenisse bestaat. Daar wordt nu ook meegeholpen aan
het proces van ontwaking. foto de stem corj. de boer