BOEHEN Dagboeken, brieven en foto's maken Etty Hillesum 'compleet' Kleengedichtjes, pure poëzie van Guido Gezelle mibe boeken m Yuppies 65 Kinderb De ogen van K. Schippers VERSCHENEN ZATERDAG 29 NOVEMBER 1986 GROOTS EPOS VAN GYÖRGY KONRAD Intellectueel Volksopstand OVER Kortgebedjes Bronnen Structuur GESPROKEN 5 December Toergenjev: Raadselachtige Russische reus Het verdriet van Hongarije Door Hans Rooseboom NA HET lezen van de eerste bladzijden van de meer dan vierhonderd die samen 'De medeplichtige' vormen weet je het al ze ker: je bent begonnen aan de beklimming van een der hoogste bergtoppen van het literaire wereld landschap. Als je na vierhonderd volge stouwde bladzijden die weer barstige reus hebt bedwongen, kijk je uit over een gruwelijk landschap, overwelfd door dreigende donderwolken: slagvelden, strafkampen, mar telcellen, gekkenhuizen, ter reur, moord, doodslag en waanzin. Zestig jaar twintig- ste-eeuwse geschiedenis, sa mengevat in het leven van één man. De medeplichtige van de Hongaarse schrijver György Konrad verscheen in 1980 in een Franse uitgave, en is nu (uit het Frans) in het Neder lands vertaald. Het is een epos over geweld en macht, over beulen en slachtoffers, over het conflict tussen de staat en de intellectueel. Wat hoofdpersoon T. mee maakt is meer dan één men senleven kan verdragen. T. is in zekere zin een symbool, in zijn leven is de twintigste- eeuwse mens samengebald, in het bijzonder de Oosteuropese mens. Het boek bestaat uit vijf grote hoofdstukken. Het eerste heet 'De waanzin' en speelt zich af in een psychiatrische inrichting, waar T. zijn nada gen slijt. Aan het eind van het boek begrijp je waarom die in richting voor hem de enige plaats is waar hij zich nog vrij kan voelen. Uit een lang onderhoud tus sen T. en de directeur van de inrichting blijkt direct al waar voor T. altijd de schoen heeft gewrongen: hij heeft zich nooit ofte nimmer geconformeerd. De directeur daarentegen is het toonbeeld van de confor mist, van iemand die zich on der alle omstandigheden aan past, iemand die het alles overheersende systeem voor zich laat werken. Een realist en practicus, die compromis sen sluit met de staatsmacht. T. is een gedreven intellectueel met een zwaar moreel verant woordelijkheidsgevoel. Hij steekt zijn leven lang zijn nek uit. Voor de oorlog wordt hij, een jonge man van goeden joodsen huize, lid van de ver boden communistische partij. Als zodanig wordt hij verra den, gevangen gezet en vrese lijk gemarteld door het toen malig fascistisch bewind in Hongarije. Door de Duitse bezetters wordt hij, communist en jood, naar het oostfront gestuurd in een strafexpeditie, die de al- lervaarlijkste en allersmerig- ste karweitjes moet opknap pen. Duizenden kilometers legt hij af in goederentreinen, dwars door heel Oost-Europa, waar de dood miljoenen slachtoffers maakt. Na veel moeite weet hij zich aan te sluiten bij de zegevie rende Russische legers, waar mee hij uiteindelijk ook zijn geboorteland bevrijdt. Als overtuigd communist en kundig propagandist lukt het hem een hoge positie in de nieuwe communistische rege ring van Hongarije te verwer ven: hij wordt directeur van de radio. Dat duurt echter niet lang, want hij valt al snel ten offer aan de golf van terreur en zui veringen, die op last van Stalin wordt ingezet. Juist mensen als T., revolutionairen van het eerste uur, zijn gevaarlijk voor de nieuwe orde. Hij heeft te veel revolutionair verzet in zijn bloed, en dat is volstrekt taboe in een systeem dat alleen gebaseerd kan zijn op vol strekte volgzaamheid en on derworpenheid. De dood van Stalin in 1953 brengt hem op vrije voeten. Maar na de mislukte Hon gaarse volksopstand in 1956 moet hij opnieuw boeten. Zo gaat het door. Als T. niet in de gevangenis zit, wordt hij dag en nacht bewaakt, gescha duwd, bespioneerd en achter volgd. De staatsveiligheids- ddienst laat hem geen seconde met rust. Een geheim cahier met eigen theorieën brengt hem opnieuw in de cel. Etcete ra. Als dan ook nog zijn vrouw wegloopt, slaan de stoppen door. Hij wordt in een inrich ting opgesloten, dieper kan een mens niet vallen. Maar zoals boven gezegd, bevalt het T. eigenlijk wel in die afgesloten wereld. In de buitenwereld is er voor hem toch geen leven meer mogelijk. Maar die ook die laatste wijkplaats wordt hem ontzegd. Hij wordt genezen verklaard en uit de inrichting ontslagen. Het boek heeft een open einde. Afgezien van de verplette rende inhoud van het boek van Konrad, is daar de wijze waarop de schrijver zijn we reld opbouwt, zijn stilistisch meesterschap. Zijn zinnen zijn over het algemeen kort, met steeds weer een doeltreffende en economische beeldspraak. Let eens op het volgende zinnetje, afkomstig uit het tweede hoofdstuk, waarin de zorgeloze jeugd van T. aan de orde komt. „De paarden met de haver zak voor hun snuit zijn het symbool van elk afscheid". Je bent geneigd er zonder erg overheen te lezen, maar in feite is dit een razend knappe zin. Immers, wat roept dit niet allemaal op. Ten eerste een wereld die voorbij is, een we reld waarin het vervoer per paard geschiedde. Maar niet alleen verwijst het zinnetje naar 'vroeger', het impliceert ook de 'hogere stan den'. Niet iedereen stapte bij het afscheid nemen in een door paarden getrokken koets of György Konrad. calèche. Dat was alleen aan de 'rijken' voorbehouden. Ten derde kan zo'n constate ring als in bedoeld zinnetje slechts gedaan worden door een weemoedig en romantisch ingesteld iemand, die boven dien nog gevoel heeft voor symboliek. Zo vat Konrad met meester hand een wereld samen in één zinnetje. Achter in het boek is een 'Nawoord' opgenomen ten be hoeve van de Nederlandse le zers. De sinds 1954 in Neder land woonachtige socioloog Sandor Németh schetst daarin de chaotische en dramatische geschiedenis van Hongarije in deze eeuw, de afwisseling der opeenvolgende totalitaire regi mes van rechtse en linkse - FOTO VAN GENNEP aard, die niets voor elkaar on derdoen in onderdrukking en brute machtshandhaving. „Schrijvers blijven voor hun publikatiemogelijkheden in Hongarije afhankelijk van de censuur, die kan steunen, ge dogen of verbieden. Konré^l manoeuvreert met zijn werk voortdurend tussen het ge doogd en verboden worden in", aldus Németh. „Het is teke nend voor de situatie van Kon rad: zelfverzekerd en met een enorm uithoudingsvermogen balanceert hij voortdurend op de grens tussen wat wel en wat niet kan". György Konrad: 'De mede plichtige'. Met een nawoord door Sandor Németh. Uitg. Van Gennep, prijs 44,50. DRIE jaar hebben de voorbe reidingen geduurd, nu is het complete werk van Etty Hille sum in boekvorm verschenen onder de titel 'Etty - De nagela ten geschriften van Etty Hille sum, 1941-1943'. Acht onderzoe kers zijn bezig geweest om het tragisch geëindigde leven van Etty Hillesum in kaart te bren gen. Het resultaat is een boek van meer dan 900 pagina's. De dagboeken zijn nu voor het eerst integraal weergegeven en verder zijn er brieven opgenomen van en aan Etty Hillesum. Het boek bevat ook nog achtergrondindormatie over per sonen die in de geschriften worden genoemd en een foto-gedeelte van 32 pagina's. De inleiding werd geschre ven door Klaas Smelik, de voorzitter van de Etty Hillesum Stichting, die in 1983 werd opgericht. Die Stichting stelt zich ten doel de werken van Etty Hillesum te beheren en de opbreng sten te gebruiken 'voor het verwe zenlijken van doeleinden die samen hangen met leven en werken van Etty Hillesum'. Op 1 oktober 1981 verscheen een se lectie uit de dagboeken onder de titel 'Het verstoorde leven', een boek dat inmiddels de 18-de druk heeft beleefd en in Nederland 185.000 maal over de toonbank is gegaan. In het buiten land, ook in Amnerika, is grote be langstelling voor de geschriften. Na 'Het verstoorde leven' verschenen 'Het denkende hart van de barak' (60.000 exemplaren) en 'In duizend zoete armen' (38.000 exemplaren). Jan Geurt Gaarlandt verzorgde deze drie uitgaven voor Uitgeverij De Haan. Hij bezit nu een eigen uitgeverij, Ba lans, en heeft de rechten meegeno men. Het complete Hillesum-boek is een mooie, sobere uitgave. Het is geen heiligverklaring van een joods meis je, dat op 29-jarige leeftijd werd om gebracht in Auschwitz. De dagboe ken tonen een jonge vrouw die in de allermoeilijkste omstandigheden zocht naar vrijheid, ontplooiing en zekerheid in dit leven. Ze beschrijft haar gevoelens voor de veel oudere handlijnkundige Julius Spier en de dreiging die uitgaat van de Duitse bezetters. Een citaat: „Weer arrestaties, ter reur, concentratiekampen, willekeu rig weghalen van vaders, zusters, broers. Men zoekt naar de zin van het leven en vraagt of het überhaupt nog zin heeft. Maar dit is een zaak die men alleen met zichzelf en God moet uitzoeken". In Westerbork schrijft ze later: „Het gekke is, ik voel me niet in hun klauwen, ik voel me in niemands klauwen. Ik weet alleen dat ik in Gods armen ben, om het maar pathe tisch te zeggen". De dagboeken van Etty Hillesum vormen niet echt een reconstructie van het leven van een jodin in de zware oorlogsjaren. Tastbare, alle daagse dingen komen er nauwelijks in voor. Etty benaderde de werkelijk heid op een filosofische manier. De gruwelijkste realiteit beschreef ze als volgt: „Men is op onze algehele ver nietiging uit, dit moet men aanvaar den en dan gaat het wel weer". 'Etty - de nagelaten geschriften van Etty Hillesum, 1941-1943'. Uitg. Ba lans, prijs 49,50. Etty Hillesum in haar kamer aan het Museumplein in Amsterdam. - FOTO ARCHIEF DE STEM GUIDO Gezelle heeft zelf nooit mindunkend gedaan over de vele kleine gedichtjes die hij in zijn leven heeft ge schreven. Die Kleenge dichtjes, nageldeuntjes, spakerlingen en 'dierge lijk gestrooi' verzamelde hij voor het eerst in 1860 en in 1881 gaf hij de derde en laatste reeks van 33 kleengedichljes uit. Volwaardige gedichtjes met een eigen structuur en met een eigenaardige, sterk ryth- mische poëtische toverkracht. Het bijzondere aan de Kleen gedichtjes is dat Guido Ge zelle er in de volle diepte van zijn persoonlijkheid in te vin den is. In de Kleengedichten ervaart de lezer de wereld van Guido Gezelle, schoon, diep en puur. In het voorwoord van zijn eerste uitgave van 33 Kleen gedichtjes geeft hij zelf ant woord op de vraag waartoe het allemaal diende. Dichten en bidden, die twee begrippen liepen bij de priesterdichter Gezelle vaak door elkaar heen. „Het zou misschien ook kunnen helpen goedmaken", schrijft hij, „dat dichten en bidden al dikwijls deur mal kander loopt". Er is een KJ eengedichtje waarin hij melding maakt van die beko ring: „Daar liep een dichtje in mijn gebed en 'k wilde 't aan den kant gezet, maar, niet te doen, het wilde en 't zou mij plagen, als ik bidden wou". „Guido Gezelle vond die drie reeksen Kleengedichtjes be paald niet onbenullig", schrijft Urbain van de Voor de, „integendeel: ze waren erg belangrijk in zijn ogen. Er zit onschatbaar veel poëzie in. In hoofdzaak waren ze door hem bedoeld als korte biddende verademingen, kortgebedjes, schietgebed jes". In een brief aan zijn dier baarste leerling Eugène van Oye schreef hij: ,,'k Worde van langs te meer verliefd op kleine kerns van poëzie, op de wijze van de Araben, de rijkste dichters van de we reld". Dat zijn dus de bron nen die Guido Gezelle hebben geïnspireerd, maar over de werkelijke invloed van die arabische poëzie op het dicht werk van Gezelle is niets fei telijks te achterhalen. Voor de kenners van Guido Gezelle's werk zijn de Kleen gedichtjes interessante en ook wel mysterieuze proeven van poëzie, die soms uit niets anders lijken te bestaan dan uit rythme en klank, precies zoals veel latere generaties die zullen bewonderen in de poëzie van Paul van Ostayen. „De cubisten, de futuristen en de dadaïsten hebben aan Ge zelle een onvermoede voorlo per gehad", veronderstelt Van de Voorde. In de grote jubileum-uitgave van Gezelle's Werken, die in 1930 in zes dikke delen bij L.J. Veen werd uitgegeven, schrijft Urbain van de Voorde een uitvoerig essay over 'de pure poezie' van Guido Gezelle in de Kleenge dichtjes. „De poëtische tover gaat uit van een zeker eigen aardig rythme, van een on vatbare ondertoon, van een geheimzinnig accent, van een ongezochte verbinding van klanken". Van de Voorde verwijst niet naar de Arabie ren, maar naar de Franse dichter Apollinaire en de Duitser Christian Morgen stern, die zich eveneens van heel primaire, maar zuivere volkspoëzie hebben bediend. Gezelle, de raadselachtige tovenaar en de geleerde, laat de schatdelvers in het onge wisse als het gaat om her komst, invloeden en bronnen. Van de Voorde schrijft dat het kleine Gezelle altijd heeft bekoord. „Het zijn in- en uit-" vallen die op ons afkomen en Guido Gezelle (1830-1899). op ons aanwaaien uit Gezel le's eigenaardige denkwe reld". Schrijvers over Gezelle waarschuwen voor de opvat ting als zou Gezelle een een voudige, simpele mens zijn en een vluchtige lezer van 'Jan- neke mijn manneke' en 'Inke vinke den appelboom' zou die indruk gemakkelijk kunnen krijgen. Maar er zitten vele opmerkelijke kanten aan dit kleine dichtwerk van Guido Gezelle. Ze zijn de afspiege ling van Gezelle's onverzoen bare tegenstellingen, kinder lijke verrukking over wat leeft en groeit in God's vrije natuur en van de sombere Gezelle van "t avondt. 't avondt: trage en treurig'. De grote kenner van Gezelle's taal en psyche, Albert Wes- terlinck komt met een andere benadering. Hij is met Van de Voorde van mening dat het voornaamste kenmerk van Kleengedichtjes niet de kort heid, maar de eigen, spontane schoonheid is. In 'Taalkunst van Guido Gezelle' vraagt hij zich af hoe de Vlaamse dich ter in contact is gekomen met 'de rijkste dichters ter we reld, de Arabieren'. Wester- linck veronderstelt dat G.G. aangewezen is geweest op Bilderdijk's vertalingen of op de bundeltjes 'aus Morgen- landischen Dichtern', die Herder verzamelde. Op 15 september 1858 schreef Ge zelle aan Van Oye dat de Hindoe-taal hem fascineerde. „I found many little subjects for poetry". Ook Westerlinck wijst op de herhaling, de re petitie van versregels die in deze kortgedichten voorkomt. Volkspoëzie en kinder- deuntjes hebben eveneens in vloed uitgeoefend op de woordkunst in deze 'poesie pure' van Guido Gezelle. Iemand heeft Gezelle eens een heel bewuste bundelaar genoemd, een man die zijn bundels poezie volgens een heel goed doordachte stuc- tuur heeft opgebouwd. Ber nard Kemp, die een inleiding schreef bij de nieuwe uitgave van Gezelle's Volledige Dichtwerken (1980), veron- derstelt dat de bundeling van telkens 33 gedichtjes wel eens gebeurd kan zijn op basis van de 33 levensjaren van Chris tus. Daarmee zou de reli gieuze betekenis van het werk opnieuw zijn beklem toond. Of heeft Gezelle ge dacht toch gedacht aan de structuur van de rozenkrans, die.... van arabische oor sprong heet te zijn. In 1956 waren in het Ge zelle Museum aan de Brugse Rolweg de kleengedichtjes, de spijkerlingen en nagel deuntjes nog in het echt te zien. Ze lagen her en der in vitrinekasten verspreid. Toen duidelijk werd dat ze niet be paald zonbestendigd waren, zijn ze weggehaald en ver vangen door fotocopieën. In 1904 werden negentien Kleengedichtjes van Guido Gezelle op muziek gezet door Catharina van Rennes, toege wijd aan Hugo Verriest en uitgegeven in Utrecht. Deze op muziek gezette Kleenge dichtjes haalden vijftig druk ken. Op een Gezelle-avond in 1949 in Amsterdam, die werd bijgewoond door Gezelle-be- wonderaarster Henriëtte Ro land Holst, heb ik de zangeres Jo Vincent die Kleenge dichtjes voor het laatst horen zingen. Als de Ziele luistert spreekt' et al een taal dat leeft, 't lijzigste gefluister ook een taal en teken heeft". u t K. Schippers: 'De berg en de steenfabriek'. Uitg. Querido Amsterdam. Prijs 37,50. In de essaybundel 'De berg en de steenfabriek' van K. Schip pers draait alles om kijken en zien. Deze auteur heeft 'oog' voor de wereld, en dan vooral voor zijn bizarre en absurde verschij ningsvormen. K. Schippers ervaart de we reld met zijn ogen. Enige ver wijzing naar geluid of muziek hoef je bij hem niet te zoeken. Die ogen geeft hij goed de kost: schilderijen, foto's en landschappen worden door hem met borende blik door grond. Dat levert hele leesbare stukken op. Zo wijdt hij zijn aandacht aan een hele reeks beeldend kunstenaars: Cézanne (die de 'berg' van de titel schilderde; Schippers ging er kijken), Bonnard, Goya, De Chirico, Matta, Francis Bacon, Werk man. Speciaal ook fotografen hebben zijn belangstelling: Lewis Carroll, Henri Cartier- Bresson, Diane Arbus. K. Schippers ziet zoveel dat het hem soms te veel wordt. „Ik had gehoord dat er op de wadden minder te zien was dan in andere landschappen en dat leek mij een welkom te kort na die overdaad aan stadsgezichten, rivieren, vrij staande huizen en bosranden die nooit te ontlopen was. Ik dacht op dit waddeneiland mijn ogen enigszins vrijaf te kunnen geven". Dat lukt overigens niet, want zijn oog valt toch weer op een ansichtkaart, een 'door kijkje naar zee'. Nader onder zoek leert dat al die bekende doorkijkjes van Cadzand tot JfJ- n Schiermonnikoog exact het] zelfde zijn. Ze komen van firma. Wie op zijn ogen teert, ma gefascineerd zijn door blindl heid. Zo staat er in deze bun* del een interview met eed blinde, en een stuk (het hoog] tepunt van het boek) getiteld 'Natuurpad voor blinden'. Dat blijkt te bestaan, op Texel. auteur schaft zich meteeif kaarten van het eiland aan eij vertrekt derwaarts. De gej zochte route blijkt gemarl keerd met bordjes in braille! 'Omgewaaide zwarte deta lengte elf meter' en 'Achter je staan esdoorns'. „Natuurpad kruist Natuurl pad voor blinden. Ik mag kij( ken en tegelijkertijd niet kijl ken. Zien en niet zien kruiser] elkaar". Voor een oogfetisjis is dat een metafysische erva| ring. H.fi Vandaag kwam Sinterklaas zijn nylon baard woei schee) ik voelde een kriebel in mijt zijn stem klonk laag: Zo, zo mijn kind... Ik weet wel dat het de buurn maar hij schreed zo plechtig en dan dat ruisen van rood er kwam een schelle stem uil 'tis een vreemde zeker die verdwaald is zeker.... De paarse steen in zijn glimt dat was natuurlijk nep hoe komt het dat ik op zo'n c toch weer de kriebels heb? Uit Trappen om vooruit (Uitg. Holland). Henri Troyat: Toergenjev*. Uitg. De Prom, prijs 29,50. Uitgeverij de Prom in Baarn timmert flink aan de weg. Na d schitterende uitgave van 'Brieven aan Olga' van de onlangs dor de Erasmusprijs onderscheiden Véclav Havel, ligt nu de biograS fie over de Russische schrijver Toergenjev (1818 - 1883) van d| Fransman Henri Troyat in een vertaling van Clem Schouwe] naars in de winkel. Een overzichtelijke en aantrekkelijke biografie over eeij| raadselachtige Slavische reus, gewantrouwd in zijn vaderlai geliefd in het buitenland, niet helemaal revolutionair, niet hele maal conservatief. Twee vrouwen speelden een ingrijpende r in zijn leven, zijn hoogmoedige, trotste moeder Varvara Petrov na, die er op het vaderlijk landgoed Spasskoje op uit is haarkin| deren te ruineren en in zijn bijzijn zijn portret stuk gooit end zangeres Pauline Viardot, die hij als een hondje volgt, waar zi ook gaat, goedmoedig geduld door haar echtgenoot. A.T. Lisette Th ooft en Deborah Berkeljon: 'Echte yuppies zijn geen yuppies'. Uitg. Aramith, prijs 19,90. „Op een gegeven moment dacht ik: ik ben nu dertig, ik ga eens beginnen. Inmiddels ben ik drie jaar op de marktdit jaar verdien ik 180.000 gulden". Zo praten 'Young Urban Professionals' volgens het in nepgoud uitge voerde boekje 'Echte yuppies zijn geen yuppies'. Het boek is geschreven door de yuppies Lisette Thooft en Deborah Berkeljon en is losjes, cynisch en persiflerend van toon, want zo drukken yuppies zich uit. Een yuppie is zeer jong, zeer ambitieus en zeer rijk. Hij of zij is 'een uiterst trendgevoe lige zeer goed verdienende ge- boortegolver, over het alge meen wonend in de Amster damse binnenstad, die er een evident genoegen in schept om af te steken tegen minder suc cesvolle generatiegenoeten'. Een yuppie is een zakenman die het liefst op z'n eigen houtje en in ieder geval zeer kleinschalig opereert, koopt exclusieve, 'flashy' i ren, bewoont een groot, oud a conservatief ingericht gelooft in keihard werken, i laties, macht, trends en merkl namen, praat snel en geva| gebruikt veel Amerikaans uitdrukkingen en komt rond voor uit dat hij rijk zijl het belangrijkste in het levtf vindt. De Amerikaanse oorspro: van het woord YUP wordt if het boek belicht, er kom succesvolle Nederlandse 'f boortegolvers' (1946-1950) a het woord en er zijn advertenl ties opgenomen van JVC (vij deo) en Pulsar Quartz. Echte yuppies zijn g« yuppies. Misschien kunnen »1 nog verder gaan. Yuppies zi]| een kunstmatig gecreëerd groep. Rijke zakenmensend kopen wat ze willen zijn era tijd geweest. Alleen hebbe betrekkelijk veel mensen jonge leeftijd die rijkdom n bereikt. Zou dat niet kom omdat hun generatie omvani j rijker is vanwege die geb tegolf? Yuppies bestaan! maal niet. Schrijver Burny Bos ze boek. 65 Kinderboekenschrijvers week zaterdag de hele da Baarle in de bibliotheek, een Nederlands-Belgische grens loopt. Er waren 33 Nederlai sche schrijvers en tekenaars met elkaar te praten. Ze zijn opdagen op één na, die wa ogen tekort: Thea Beckn Khing, Simone Schell, Henk nica Hazelhoff - ze liepen met grote kartonnen bloem waar hun naam op stond. Als je wat wou vragen d woon op af en stak van wal. deze Noord-Zuid-dag: all Baarle en omgeving kond schrijvers of tekenaars in van ze maken en bandopn; was een echte jeugdperska: machines ratelden en waar werden samengesteld. The Tjong Khing zat de h te tekenen, Burny Bos liep h rode sjaal, Gitte Spee, die heeft geïllustreerd, zat in D.ï Lilian Rubin: 'Stille woede'. Uitg. Ambo, prijs 27,50. schrijfster van 'Intieme vreemden' en 'Vriendschap' houdt zp nu bezig met Bernard Goetz die op 22 december 1984 in de me»1 van New York vier mannen neerschoot, die hem bedreigd® Rubin houdt zich bezig met de achtergronden van schutter slachtoffers en neemt stelling tegen veel Amerikanen die tot held verklaarden. Een boek boordevol begrip. Anne Frank: 'Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Acbk huis'. Uitg. Bert Bakker, prijs 19,90. Dit boek was oorspro* lijk een schrift, volgeschreven door Anne Frank tussen '42 en Een groot deel van de sprookjes, verhaaltjes en schoolhei#" ringen werd eerder gepubliceerd, zeven bijdragen zijn 'nW 'Cady's leven' was een poging van Anne Frank om tot een te komen. Johannes Bons ted: 'Zo leefden de Vikingen'. Uitg. Holla"®' prijs 24,50. Herdruk van gedegen en goed leesbare, historic verhandeling over de Vikingentochten in Europa in de pet" van 800 tot 1100. Jan A. Niemeyer en Corn. Jetses (tekeningen): 'Leven op platteland'. Uitg. Friese Pers Boekerij BV, prijs f 39,90. Een» verteerbaar en leuk kijkboek over het leven op het platte rond 1900. De freelance-journalist Jan A. Niemeijer verzo'l de tekst bij de fraaie tekeningen van de Cornelis Jetses (va" enSien'). John Wingate: 'Het fregat'. Uitg. Hollandia, prijs 23,5b dramatische confrontatie tussen een Russische onderzet een Engels fregat in de Noordelijke IJszee. Alan Gould: 'Benedendeks'. Uitg. Hollandia, prijs 23,5<t wolklipper, Kaap Hoorn, een slechte kapitein, stormen en trossen zijn de ingrediënten van de natte avonturenrom311 nedendeks. Edda Meyer-Berkhout: 'Het complete kookboek vo°' goede keuken'. Uitg. Zomer en Keuning, prijs 29,90. Het sieke boek met 900 recepten. j Bob van Dyke: 'American Football'. Uitg. A.W. Brujia, P 24,90. Alles over de Amerikaanse sport die nu in ons la" gint aan te slaan. u Renate Rubinstein: Toekomstmuziek'. Uitg. Meute'» prijs 2,50. Piepklein boekje met vier columns uit Vrije 5 land. ïiroflif Margreet Hirs: 'Crime Jaarboek 1986'. Uitg. Van Hol*a Warendorf. Verzameling misdaadverhalen. .j) Julee Rosso en Sheila Lukins: 'Het delicatessenkoo» Uitg. Het Spectrum, prijs 39,90. c 'Pasta - gerechten uit de Italiaanse keuken'. Uitg. Het trum, prijs 39,90. Anthony van Kampen: 'Corsicaans avontuur'. Uitg. V3' kema Warendorf, prijs ƒ34,90. Bundeling van 'Incw Corsica', 'Terug naar Calvi' en 'De wrede Madonna'. Dorothy Greenbaum en Deidre S. Laiken: 'Liefde aJs cijn'. Uitg. Van Holkema en Warendorf, prijs 28,50. vrouw wordt ondanks tegenwerking dokter. k W>uske en Wiske: Hambone VRIEND ze AT TECB DAT-/E Me vS!Sf/5TB Me'^e

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 22