BOEHEN
Dagboeken, brieven en foto's maken Etty Hillesum 'compleet'
Kleengedichtjes, pure poëzie van Guido Gezelle
mibe
boeken
m
Yuppies
65 Kinderb
De ogen van K. Schippers
VERSCHENEN
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1986
GROOTS EPOS VAN GYÖRGY KONRAD
Intellectueel
Volksopstand
OVER
Kortgebedjes
Bronnen
Structuur
GESPROKEN
5 December
Toergenjev: Raadselachtige Russische reus
Het verdriet van Hongarije
Door Hans Rooseboom
NA HET lezen van de
eerste bladzijden van de
meer dan vierhonderd die
samen 'De medeplichtige'
vormen weet je het al ze
ker: je bent begonnen aan
de beklimming van een
der hoogste bergtoppen
van het literaire wereld
landschap.
Als je na vierhonderd volge
stouwde bladzijden die weer
barstige reus hebt bedwongen,
kijk je uit over een gruwelijk
landschap, overwelfd door
dreigende donderwolken:
slagvelden, strafkampen, mar
telcellen, gekkenhuizen, ter
reur, moord, doodslag en
waanzin. Zestig jaar twintig-
ste-eeuwse geschiedenis, sa
mengevat in het leven van één
man.
De medeplichtige van de
Hongaarse schrijver György
Konrad verscheen in 1980 in
een Franse uitgave, en is nu
(uit het Frans) in het Neder
lands vertaald. Het is een epos
over geweld en macht, over
beulen en slachtoffers, over
het conflict tussen de staat en
de intellectueel.
Wat hoofdpersoon T. mee
maakt is meer dan één men
senleven kan verdragen. T. is
in zekere zin een symbool, in
zijn leven is de twintigste-
eeuwse mens samengebald, in
het bijzonder de Oosteuropese
mens.
Het boek bestaat uit vijf
grote hoofdstukken. Het eerste
heet 'De waanzin' en speelt
zich af in een psychiatrische
inrichting, waar T. zijn nada
gen slijt. Aan het eind van het
boek begrijp je waarom die in
richting voor hem de enige
plaats is waar hij zich nog vrij
kan voelen.
Uit een lang onderhoud tus
sen T. en de directeur van de
inrichting blijkt direct al waar
voor T. altijd de schoen heeft
gewrongen: hij heeft zich nooit
ofte nimmer geconformeerd.
De directeur daarentegen is
het toonbeeld van de confor
mist, van iemand die zich on
der alle omstandigheden aan
past, iemand die het alles
overheersende systeem voor
zich laat werken. Een realist
en practicus, die compromis
sen sluit met de staatsmacht.
T. is een gedreven intellectueel
met een zwaar moreel verant
woordelijkheidsgevoel. Hij
steekt zijn leven lang zijn nek
uit. Voor de oorlog wordt hij,
een jonge man van goeden
joodsen huize, lid van de ver
boden communistische partij.
Als zodanig wordt hij verra
den, gevangen gezet en vrese
lijk gemarteld door het toen
malig fascistisch bewind in
Hongarije.
Door de Duitse bezetters
wordt hij, communist en jood,
naar het oostfront gestuurd in
een strafexpeditie, die de al-
lervaarlijkste en allersmerig-
ste karweitjes moet opknap
pen. Duizenden kilometers legt
hij af in goederentreinen,
dwars door heel Oost-Europa,
waar de dood miljoenen
slachtoffers maakt.
Na veel moeite weet hij zich
aan te sluiten bij de zegevie
rende Russische legers, waar
mee hij uiteindelijk ook zijn
geboorteland bevrijdt.
Als overtuigd communist en
kundig propagandist lukt het
hem een hoge positie in de
nieuwe communistische rege
ring van Hongarije te verwer
ven: hij wordt directeur van de
radio.
Dat duurt echter niet lang,
want hij valt al snel ten offer
aan de golf van terreur en zui
veringen, die op last van Stalin
wordt ingezet. Juist mensen
als T., revolutionairen van het
eerste uur, zijn gevaarlijk voor
de nieuwe orde. Hij heeft te
veel revolutionair verzet in
zijn bloed, en dat is volstrekt
taboe in een systeem dat alleen
gebaseerd kan zijn op vol
strekte volgzaamheid en on
derworpenheid.
De dood van Stalin in 1953
brengt hem op vrije voeten.
Maar na de mislukte Hon
gaarse volksopstand in 1956
moet hij opnieuw boeten. Zo
gaat het door. Als T. niet in de
gevangenis zit, wordt hij dag
en nacht bewaakt, gescha
duwd, bespioneerd en achter
volgd. De staatsveiligheids-
ddienst laat hem geen seconde
met rust. Een geheim cahier
met eigen theorieën brengt
hem opnieuw in de cel. Etcete
ra.
Als dan ook nog zijn vrouw
wegloopt, slaan de stoppen
door. Hij wordt in een inrich
ting opgesloten, dieper kan een
mens niet vallen. Maar zoals
boven gezegd, bevalt het T.
eigenlijk wel in die afgesloten
wereld. In de buitenwereld is
er voor hem toch geen leven
meer mogelijk.
Maar die ook die laatste
wijkplaats wordt hem ontzegd.
Hij wordt genezen verklaard
en uit de inrichting ontslagen.
Het boek heeft een open einde.
Afgezien van de verplette
rende inhoud van het boek van
Konrad, is daar de wijze
waarop de schrijver zijn we
reld opbouwt, zijn stilistisch
meesterschap. Zijn zinnen zijn
over het algemeen kort, met
steeds weer een doeltreffende
en economische beeldspraak.
Let eens op het volgende
zinnetje, afkomstig uit het
tweede hoofdstuk, waarin de
zorgeloze jeugd van T. aan de
orde komt.
„De paarden met de haver
zak voor hun snuit zijn het
symbool van elk afscheid".
Je bent geneigd er zonder
erg overheen te lezen, maar in
feite is dit een razend knappe
zin. Immers, wat roept dit niet
allemaal op. Ten eerste een
wereld die voorbij is, een we
reld waarin het vervoer per
paard geschiedde.
Maar niet alleen verwijst
het zinnetje naar 'vroeger', het
impliceert ook de 'hogere stan
den'. Niet iedereen stapte bij
het afscheid nemen in een door
paarden getrokken koets of
György Konrad.
calèche. Dat was alleen aan de
'rijken' voorbehouden.
Ten derde kan zo'n constate
ring als in bedoeld zinnetje
slechts gedaan worden door
een weemoedig en romantisch
ingesteld iemand, die boven
dien nog gevoel heeft voor
symboliek.
Zo vat Konrad met meester
hand een wereld samen in één
zinnetje.
Achter in het boek is een
'Nawoord' opgenomen ten be
hoeve van de Nederlandse le
zers. De sinds 1954 in Neder
land woonachtige socioloog
Sandor Németh schetst daarin
de chaotische en dramatische
geschiedenis van Hongarije in
deze eeuw, de afwisseling der
opeenvolgende totalitaire regi
mes van rechtse en linkse
- FOTO VAN GENNEP
aard, die niets voor elkaar on
derdoen in onderdrukking en
brute machtshandhaving.
„Schrijvers blijven voor hun
publikatiemogelijkheden in
Hongarije afhankelijk van de
censuur, die kan steunen, ge
dogen of verbieden. Konré^l
manoeuvreert met zijn werk
voortdurend tussen het ge
doogd en verboden worden in",
aldus Németh. „Het is teke
nend voor de situatie van Kon
rad: zelfverzekerd en met een
enorm uithoudingsvermogen
balanceert hij voortdurend op
de grens tussen wat wel en wat
niet kan".
György Konrad: 'De mede
plichtige'. Met een nawoord
door Sandor Németh. Uitg.
Van Gennep, prijs 44,50.
DRIE jaar hebben de voorbe
reidingen geduurd, nu is het
complete werk van Etty Hille
sum in boekvorm verschenen
onder de titel 'Etty - De nagela
ten geschriften van Etty Hille
sum, 1941-1943'. Acht onderzoe
kers zijn bezig geweest om het
tragisch geëindigde leven van
Etty Hillesum in kaart te bren
gen. Het resultaat is een boek
van meer dan 900 pagina's.
De dagboeken zijn nu voor het eerst
integraal weergegeven en verder zijn
er brieven opgenomen van en aan
Etty Hillesum. Het boek bevat ook
nog achtergrondindormatie over per
sonen die in de geschriften worden
genoemd en een foto-gedeelte van 32
pagina's. De inleiding werd geschre
ven door Klaas Smelik, de voorzitter
van de Etty Hillesum Stichting, die in
1983 werd opgericht. Die Stichting
stelt zich ten doel de werken van Etty
Hillesum te beheren en de opbreng
sten te gebruiken 'voor het verwe
zenlijken van doeleinden die samen
hangen met leven en werken van
Etty Hillesum'.
Op 1 oktober 1981 verscheen een se
lectie uit de dagboeken onder de titel
'Het verstoorde leven', een boek dat
inmiddels de 18-de druk heeft beleefd
en in Nederland 185.000 maal over de
toonbank is gegaan. In het buiten
land, ook in Amnerika, is grote be
langstelling voor de geschriften. Na
'Het verstoorde leven' verschenen
'Het denkende hart van de barak'
(60.000 exemplaren) en 'In duizend
zoete armen' (38.000 exemplaren). Jan
Geurt Gaarlandt verzorgde deze drie
uitgaven voor Uitgeverij De Haan.
Hij bezit nu een eigen uitgeverij, Ba
lans, en heeft de rechten meegeno
men.
Het complete Hillesum-boek is een
mooie, sobere uitgave. Het is geen
heiligverklaring van een joods meis
je, dat op 29-jarige leeftijd werd om
gebracht in Auschwitz. De dagboe
ken tonen een jonge vrouw die in de
allermoeilijkste omstandigheden
zocht naar vrijheid, ontplooiing en
zekerheid in dit leven. Ze beschrijft
haar gevoelens voor de veel oudere
handlijnkundige Julius Spier en de
dreiging die uitgaat van de Duitse
bezetters.
Een citaat: „Weer arrestaties, ter
reur, concentratiekampen, willekeu
rig weghalen van vaders, zusters,
broers. Men zoekt naar de zin van het
leven en vraagt of het überhaupt nog
zin heeft. Maar dit is een zaak die
men alleen met zichzelf en God moet
uitzoeken".
In Westerbork schrijft ze later:
„Het gekke is, ik voel me niet in hun
klauwen, ik voel me in niemands
klauwen. Ik weet alleen dat ik in
Gods armen ben, om het maar pathe
tisch te zeggen".
De dagboeken van Etty Hillesum
vormen niet echt een reconstructie
van het leven van een jodin in de
zware oorlogsjaren. Tastbare, alle
daagse dingen komen er nauwelijks
in voor. Etty benaderde de werkelijk
heid op een filosofische manier. De
gruwelijkste realiteit beschreef ze als
volgt: „Men is op onze algehele ver
nietiging uit, dit moet men aanvaar
den en dan gaat het wel weer".
'Etty - de nagelaten geschriften van
Etty Hillesum, 1941-1943'. Uitg. Ba
lans, prijs 49,50.
Etty Hillesum in haar kamer aan het Museumplein in Amsterdam.
- FOTO ARCHIEF DE STEM
GUIDO Gezelle heeft
zelf nooit mindunkend
gedaan over de vele
kleine gedichtjes die hij
in zijn leven heeft ge
schreven. Die Kleenge
dichtjes, nageldeuntjes,
spakerlingen en 'dierge
lijk gestrooi' verzamelde
hij voor het eerst in 1860
en in 1881 gaf hij de
derde en laatste reeks
van 33 kleengedichljes
uit.
Volwaardige gedichtjes met
een eigen structuur en met
een eigenaardige, sterk ryth-
mische poëtische toverkracht.
Het bijzondere aan de Kleen
gedichtjes is dat Guido Ge
zelle er in de volle diepte van
zijn persoonlijkheid in te vin
den is. In de Kleengedichten
ervaart de lezer de wereld
van Guido Gezelle, schoon,
diep en puur.
In het voorwoord van zijn
eerste uitgave van 33 Kleen
gedichtjes geeft hij zelf ant
woord op de vraag waartoe
het allemaal diende. Dichten
en bidden, die twee begrippen
liepen bij de priesterdichter
Gezelle vaak door elkaar
heen. „Het zou misschien ook
kunnen helpen goedmaken",
schrijft hij, „dat dichten en
bidden al dikwijls deur mal
kander loopt". Er is een
KJ eengedichtje waarin hij
melding maakt van die beko
ring: „Daar liep een dichtje in
mijn gebed en 'k wilde 't aan
den kant gezet, maar, niet te
doen, het wilde en 't zou mij
plagen, als ik bidden wou".
„Guido Gezelle vond die drie
reeksen Kleengedichtjes be
paald niet onbenullig",
schrijft Urbain van de Voor
de, „integendeel: ze waren
erg belangrijk in zijn ogen.
Er zit onschatbaar veel poëzie
in. In hoofdzaak waren ze
door hem bedoeld als korte
biddende verademingen,
kortgebedjes, schietgebed
jes".
In een brief aan zijn dier
baarste leerling Eugène van
Oye schreef hij: ,,'k Worde
van langs te meer verliefd op
kleine kerns van poëzie, op de
wijze van de Araben, de
rijkste dichters van de we
reld". Dat zijn dus de bron
nen die Guido Gezelle hebben
geïnspireerd, maar over de
werkelijke invloed van die
arabische poëzie op het dicht
werk van Gezelle is niets fei
telijks te achterhalen.
Voor de kenners van Guido
Gezelle's werk zijn de Kleen
gedichtjes interessante en
ook wel mysterieuze proeven
van poëzie, die soms uit niets
anders lijken te bestaan dan
uit rythme en klank, precies
zoals veel latere generaties
die zullen bewonderen in de
poëzie van Paul van Ostayen.
„De cubisten, de futuristen en
de dadaïsten hebben aan Ge
zelle een onvermoede voorlo
per gehad", veronderstelt
Van de Voorde.
In de grote jubileum-uitgave
van Gezelle's Werken, die in
1930 in zes dikke delen bij L.J.
Veen werd uitgegeven,
schrijft Urbain van de
Voorde een uitvoerig essay
over 'de pure poezie' van
Guido Gezelle in de Kleenge
dichtjes. „De poëtische tover
gaat uit van een zeker eigen
aardig rythme, van een on
vatbare ondertoon, van een
geheimzinnig accent, van een
ongezochte verbinding van
klanken". Van de Voorde
verwijst niet naar de Arabie
ren, maar naar de Franse
dichter Apollinaire en de
Duitser Christian Morgen
stern, die zich eveneens van
heel primaire, maar zuivere
volkspoëzie hebben bediend.
Gezelle, de raadselachtige
tovenaar en de geleerde, laat
de schatdelvers in het onge
wisse als het gaat om her
komst, invloeden en bronnen.
Van de Voorde schrijft dat
het kleine Gezelle altijd heeft
bekoord. „Het zijn in- en uit-"
vallen die op ons afkomen en
Guido Gezelle (1830-1899).
op ons aanwaaien uit Gezel
le's eigenaardige denkwe
reld".
Schrijvers over Gezelle
waarschuwen voor de opvat
ting als zou Gezelle een een
voudige, simpele mens zijn en
een vluchtige lezer van 'Jan-
neke mijn manneke' en 'Inke
vinke den appelboom' zou die
indruk gemakkelijk kunnen
krijgen. Maar er zitten vele
opmerkelijke kanten aan dit
kleine dichtwerk van Guido
Gezelle. Ze zijn de afspiege
ling van Gezelle's onverzoen
bare tegenstellingen, kinder
lijke verrukking over wat
leeft en groeit in God's vrije
natuur en van de sombere
Gezelle van "t avondt. 't
avondt: trage en treurig'.
De grote kenner van Gezelle's
taal en psyche, Albert Wes-
terlinck komt met een andere
benadering. Hij is met Van de
Voorde van mening dat het
voornaamste kenmerk van
Kleengedichtjes niet de kort
heid, maar de eigen, spontane
schoonheid is. In 'Taalkunst
van Guido Gezelle' vraagt hij
zich af hoe de Vlaamse dich
ter in contact is gekomen met
'de rijkste dichters ter we
reld, de Arabieren'. Wester-
linck veronderstelt dat G.G.
aangewezen is geweest op
Bilderdijk's vertalingen of op
de bundeltjes 'aus Morgen-
landischen Dichtern', die
Herder verzamelde. Op 15
september 1858 schreef Ge
zelle aan Van Oye dat de
Hindoe-taal hem fascineerde.
„I found many little subjects
for poetry". Ook Westerlinck
wijst op de herhaling, de re
petitie van versregels die in
deze kortgedichten voorkomt.
Volkspoëzie en kinder-
deuntjes hebben eveneens in
vloed uitgeoefend op de
woordkunst in deze 'poesie
pure' van Guido Gezelle.
Iemand heeft Gezelle eens
een heel bewuste bundelaar
genoemd, een man die zijn
bundels poezie volgens een
heel goed doordachte stuc-
tuur heeft opgebouwd. Ber
nard Kemp, die een inleiding
schreef bij de nieuwe uitgave
van Gezelle's Volledige
Dichtwerken (1980), veron-
derstelt dat de bundeling van
telkens 33 gedichtjes wel eens
gebeurd kan zijn op basis van
de 33 levensjaren van Chris
tus. Daarmee zou de reli
gieuze betekenis van het
werk opnieuw zijn beklem
toond. Of heeft Gezelle ge
dacht toch gedacht aan de
structuur van de rozenkrans,
die.... van arabische oor
sprong heet te zijn.
In 1956 waren in het Ge
zelle Museum aan de Brugse
Rolweg de kleengedichtjes,
de spijkerlingen en nagel
deuntjes nog in het echt te
zien. Ze lagen her en der in
vitrinekasten verspreid. Toen
duidelijk werd dat ze niet be
paald zonbestendigd waren,
zijn ze weggehaald en ver
vangen door fotocopieën.
In 1904 werden negentien
Kleengedichtjes van Guido
Gezelle op muziek gezet door
Catharina van Rennes, toege
wijd aan Hugo Verriest en
uitgegeven in Utrecht. Deze
op muziek gezette Kleenge
dichtjes haalden vijftig druk
ken. Op een Gezelle-avond in
1949 in Amsterdam, die werd
bijgewoond door Gezelle-be-
wonderaarster Henriëtte Ro
land Holst, heb ik de zangeres
Jo Vincent die Kleenge
dichtjes voor het laatst horen
zingen.
Als de Ziele luistert
spreekt' et al een taal
dat leeft,
't lijzigste gefluister
ook een taal en teken
heeft".
u
t
K. Schippers: 'De berg en de
steenfabriek'. Uitg. Querido
Amsterdam. Prijs 37,50.
In de essaybundel 'De berg en
de steenfabriek' van K. Schip
pers draait alles om kijken en
zien. Deze auteur heeft 'oog'
voor de wereld, en dan vooral
voor zijn bizarre en absurde
verschij ningsvormen.
K. Schippers ervaart de we
reld met zijn ogen. Enige ver
wijzing naar geluid of muziek
hoef je bij hem niet te zoeken.
Die ogen geeft hij goed de
kost: schilderijen, foto's en
landschappen worden door
hem met borende blik door
grond. Dat levert hele leesbare
stukken op.
Zo wijdt hij zijn aandacht
aan een hele reeks beeldend
kunstenaars: Cézanne (die de
'berg' van de titel schilderde;
Schippers ging er kijken),
Bonnard, Goya, De Chirico,
Matta, Francis Bacon, Werk
man. Speciaal ook fotografen
hebben zijn belangstelling:
Lewis Carroll, Henri Cartier-
Bresson, Diane Arbus.
K. Schippers ziet zoveel dat
het hem soms te veel wordt.
„Ik had gehoord dat er op de
wadden minder te zien was
dan in andere landschappen
en dat leek mij een welkom te
kort na die overdaad aan
stadsgezichten, rivieren, vrij
staande huizen en bosranden
die nooit te ontlopen was. Ik
dacht op dit waddeneiland
mijn ogen enigszins vrijaf te
kunnen geven".
Dat lukt overigens niet,
want zijn oog valt toch weer
op een ansichtkaart, een 'door
kijkje naar zee'. Nader onder
zoek leert dat al die bekende
doorkijkjes van Cadzand tot
JfJ-
n
Schiermonnikoog exact het]
zelfde zijn. Ze komen van
firma.
Wie op zijn ogen teert, ma
gefascineerd zijn door blindl
heid. Zo staat er in deze bun*
del een interview met eed
blinde, en een stuk (het hoog]
tepunt van het boek) getiteld
'Natuurpad voor blinden'. Dat
blijkt te bestaan, op Texel.
auteur schaft zich meteeif
kaarten van het eiland aan eij
vertrekt derwaarts. De gej
zochte route blijkt gemarl
keerd met bordjes in braille!
'Omgewaaide zwarte deta
lengte elf meter' en 'Achter je
staan esdoorns'.
„Natuurpad kruist Natuurl
pad voor blinden. Ik mag kij(
ken en tegelijkertijd niet kijl
ken. Zien en niet zien kruiser]
elkaar". Voor een oogfetisjis
is dat een metafysische erva|
ring.
H.fi
Vandaag kwam Sinterklaas
zijn nylon baard woei schee)
ik voelde een kriebel in mijt
zijn stem klonk laag:
Zo, zo mijn kind...
Ik weet wel dat het de buurn
maar hij schreed zo plechtig
en dan dat ruisen van rood
er kwam een schelle stem uil
'tis een vreemde zeker
die verdwaald is zeker....
De paarse steen in zijn glimt
dat was natuurlijk nep
hoe komt het dat ik op zo'n c
toch weer de kriebels heb?
Uit Trappen om vooruit
(Uitg. Holland).
Henri Troyat: Toergenjev*. Uitg. De Prom, prijs 29,50.
Uitgeverij de Prom in Baarn timmert flink aan de weg. Na d
schitterende uitgave van 'Brieven aan Olga' van de onlangs dor
de Erasmusprijs onderscheiden Véclav Havel, ligt nu de biograS
fie over de Russische schrijver Toergenjev (1818 - 1883) van d|
Fransman Henri Troyat in een vertaling van Clem Schouwe]
naars in de winkel.
Een overzichtelijke en aantrekkelijke biografie over eeij|
raadselachtige Slavische reus, gewantrouwd in zijn vaderlai
geliefd in het buitenland, niet helemaal revolutionair, niet hele
maal conservatief. Twee vrouwen speelden een ingrijpende r
in zijn leven, zijn hoogmoedige, trotste moeder Varvara Petrov
na, die er op het vaderlijk landgoed Spasskoje op uit is haarkin|
deren te ruineren en in zijn bijzijn zijn portret stuk gooit end
zangeres Pauline Viardot, die hij als een hondje volgt, waar zi
ook gaat, goedmoedig geduld door haar echtgenoot.
A.T.
Lisette Th ooft en Deborah
Berkeljon: 'Echte yuppies zijn
geen yuppies'. Uitg. Aramith,
prijs 19,90.
„Op een gegeven moment
dacht ik: ik ben nu dertig, ik
ga eens beginnen. Inmiddels
ben ik drie jaar op de
marktdit jaar verdien ik
180.000 gulden". Zo praten
'Young Urban Professionals'
volgens het in nepgoud uitge
voerde boekje 'Echte yuppies
zijn geen yuppies'. Het boek is
geschreven door de yuppies
Lisette Thooft en Deborah
Berkeljon en is losjes, cynisch
en persiflerend van toon, want
zo drukken yuppies zich uit.
Een yuppie is zeer jong, zeer
ambitieus en zeer rijk. Hij of
zij is 'een uiterst trendgevoe
lige zeer goed verdienende ge-
boortegolver, over het alge
meen wonend in de Amster
damse binnenstad, die er een
evident genoegen in schept om
af te steken tegen minder suc
cesvolle generatiegenoeten'.
Een yuppie is een zakenman
die het liefst op z'n eigen
houtje en in ieder geval zeer
kleinschalig opereert,
koopt exclusieve, 'flashy' i
ren, bewoont een groot, oud a
conservatief ingericht
gelooft in keihard werken, i
laties, macht, trends en merkl
namen, praat snel en geva|
gebruikt veel Amerikaans
uitdrukkingen en komt
rond voor uit dat hij rijk zijl
het belangrijkste in het levtf
vindt.
De Amerikaanse oorspro:
van het woord YUP wordt if
het boek belicht, er kom
succesvolle Nederlandse 'f
boortegolvers' (1946-1950) a
het woord en er zijn advertenl
ties opgenomen van JVC (vij
deo) en Pulsar Quartz.
Echte yuppies zijn g«
yuppies. Misschien kunnen »1
nog verder gaan. Yuppies zi]|
een kunstmatig gecreëerd
groep. Rijke zakenmensend
kopen wat ze willen zijn era
tijd geweest. Alleen hebbe
betrekkelijk veel mensen
jonge leeftijd die rijkdom n
bereikt. Zou dat niet kom
omdat hun generatie omvani j
rijker is vanwege die geb
tegolf? Yuppies bestaan!
maal niet.
Schrijver Burny Bos ze
boek.
65 Kinderboekenschrijvers
week zaterdag de hele da
Baarle in de bibliotheek, een
Nederlands-Belgische grens
loopt. Er waren 33 Nederlai
sche schrijvers en tekenaars
met elkaar te praten. Ze zijn
opdagen op één na, die wa
ogen tekort: Thea Beckn
Khing, Simone Schell, Henk
nica Hazelhoff - ze liepen
met grote kartonnen bloem
waar hun naam op stond.
Als je wat wou vragen d
woon op af en stak van wal.
deze Noord-Zuid-dag: all
Baarle en omgeving kond
schrijvers of tekenaars in
van ze maken en bandopn;
was een echte jeugdperska:
machines ratelden en waar
werden samengesteld.
The Tjong Khing zat de h
te tekenen, Burny Bos liep h
rode sjaal, Gitte Spee, die
heeft geïllustreerd, zat in
D.ï
Lilian Rubin: 'Stille woede'. Uitg. Ambo, prijs 27,50.
schrijfster van 'Intieme vreemden' en 'Vriendschap' houdt zp
nu bezig met Bernard Goetz die op 22 december 1984 in de me»1
van New York vier mannen neerschoot, die hem bedreigd®
Rubin houdt zich bezig met de achtergronden van schutter
slachtoffers en neemt stelling tegen veel Amerikanen die
tot held verklaarden. Een boek boordevol begrip.
Anne Frank: 'Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Acbk
huis'. Uitg. Bert Bakker, prijs 19,90. Dit boek was oorspro*
lijk een schrift, volgeschreven door Anne Frank tussen '42 en
Een groot deel van de sprookjes, verhaaltjes en schoolhei#"
ringen werd eerder gepubliceerd, zeven bijdragen zijn 'nW
'Cady's leven' was een poging van Anne Frank om tot een
te komen.
Johannes Bons ted: 'Zo leefden de Vikingen'. Uitg. Holla"®'
prijs 24,50. Herdruk van gedegen en goed leesbare, historic
verhandeling over de Vikingentochten in Europa in de pet"
van 800 tot 1100.
Jan A. Niemeyer en Corn. Jetses (tekeningen): 'Leven op
platteland'. Uitg. Friese Pers Boekerij BV, prijs f 39,90. Een»
verteerbaar en leuk kijkboek over het leven op het platte
rond 1900. De freelance-journalist Jan A. Niemeijer verzo'l
de tekst bij de fraaie tekeningen van de Cornelis Jetses (va"
enSien').
John Wingate: 'Het fregat'. Uitg. Hollandia, prijs 23,5b
dramatische confrontatie tussen een Russische onderzet
een Engels fregat in de Noordelijke IJszee.
Alan Gould: 'Benedendeks'. Uitg. Hollandia, prijs 23,5<t
wolklipper, Kaap Hoorn, een slechte kapitein, stormen en
trossen zijn de ingrediënten van de natte avonturenrom311
nedendeks.
Edda Meyer-Berkhout: 'Het complete kookboek vo°'
goede keuken'. Uitg. Zomer en Keuning, prijs 29,90. Het
sieke boek met 900 recepten. j
Bob van Dyke: 'American Football'. Uitg. A.W. Brujia, P
24,90. Alles over de Amerikaanse sport die nu in ons la"
gint aan te slaan. u
Renate Rubinstein: Toekomstmuziek'. Uitg. Meute'»
prijs 2,50. Piepklein boekje met vier columns uit Vrije 5
land. ïiroflif
Margreet Hirs: 'Crime Jaarboek 1986'. Uitg. Van Hol*a
Warendorf. Verzameling misdaadverhalen. .j)
Julee Rosso en Sheila Lukins: 'Het delicatessenkoo»
Uitg. Het Spectrum, prijs 39,90. c
'Pasta - gerechten uit de Italiaanse keuken'. Uitg. Het
trum, prijs 39,90.
Anthony van Kampen: 'Corsicaans avontuur'. Uitg. V3'
kema Warendorf, prijs ƒ34,90. Bundeling van 'Incw
Corsica', 'Terug naar Calvi' en 'De wrede Madonna'.
Dorothy Greenbaum en Deidre S. Laiken: 'Liefde aJs
cijn'. Uitg. Van Holkema en Warendorf, prijs 28,50.
vrouw wordt ondanks tegenwerking dokter.
k
W>uske en Wiske:
Hambone
VRIEND ze AT TECB
DAT-/E Me
vS!Sf/5TB Me'^e