P E C I F I E K DE STEM AGRESSIEVE TV-STRIPFIGUREN OVERHEERSEN IN WINKEL o 'N KWESTIE VAN SCRUPULES S3 Ie kunt geen speelgoedzaak binnenstappen of het beeld wordt bepaald door artikelen naar de tekenfilmserie 'Masters of the Universe'-artikelen. Het vaak peperdure speelgoed is slechts een rage, zo voorspellen speelgoeddeskundigen. Er ligt een nieuw gezelschapsspel in de winkel, 'n Kwestie van Scrupules. Een spel dat gewetensvragen stelt. „Je verdenkt je moeder ervan een verhouding te hebben met de getrouwde buurman. Zeg je dat tegen je vader?" Het spel is komen overwaaien uit de Verenigde Staten. Daar zijn er al anderhalf miljoen van verkocht. Aan yuppies, joggers en Woody Allen- fans. Wie het gaat spelen wordt gewaarschuwd. Het kan leiden tot ruzie. Het blijft nog altijd financieel aantrekkelijker om een beunhaas woningonderhoud te laten uitvoeren. Over zwart werken bericht volgende week de bijlage De Stem Specifiek Thuis. VRIJDAG 21 NOVEMBER 1986 s He-man ligt spoedig in een doos op zolder* Door Ronald Spaak tel: uw kleine jongen heeft zich helemaal de kop gek laten maken door de tekenfilmserie 'Masters of the Universe', handig en doordringend ondersteund door een hele reeks tv- commercials van de firma Mattel. U heeft nog een poging ondernomen hem tot degelijker opvattingen te bewegen (waarom niet een nieuwe doos Lego of een gezellig bordspel?) maar tevergeefs. Hij zal en moet met Sinterklaas een echte 'He-Man' krijgen. Kareltje van de buren krijgt die immers ook. In dat geval loopt u de kans met de volgende spullen thuis te komen: om te beginnen koopt u natuurlijk het 'Snake Mountain', verblijfplaats van de boef 'Skeletor' 170). Onontbeerlijk zijn vervolgens de tweehoofdrolspelers 'He-Man' en 'Skeletor' (beiden goed voor minstens 20). Het enge beest 'Spider' 90 maar die beweegt dan ook) mag in de basis-collectie niet ontbreken en als aardigheidjes schaft u voor de kleine spruit nog een bijpassende laser-robot met space-stem 40) en de draak 'Sauriër' 8) aan. Voor zo'n 350 gulden kan uw kind dan aan de slag met een bescheiden begin-pakketje 'Masters'-speelgoed. Natuurlijk, goedkoper kan ook, maar dit is nog slechts een bescheiden greep uit het assortiment. Dat u duurder uit bent ligt eigenlijk meer voor de hand. De speelgoed-markt maakte vorig seizoen al kennis met het fenomeen, dat we nu maar voor het gemak agressief robot-speelgoed zullen noemen. Dit jaar is er sprake van een complete hausse. Je kunt geen speelgoedzaak binnenstappen of het beeld wordt bepaald door bovengenoemde 'Masters of the Universe'-artikelen, gecomplementeerd met de nieuwe serie 'Mask'-speelgoed en niet te vergeten met de 'Transformers'. Als we de 'branche' mogen geloven, dan zijn het vooral die laatste speeltjes - autootjes en andere voertuigen, die in een oogwenk veranderen in een gevechtsklare robot- die het dit seizoen helemaal gaan maken. DRAKEN Het betreft hier speelgoed met een verhaal. De doelgroep wordt iedere week geconfronteerd met tekenfilms, waarin hun helden steevast te maken krijgen met duistere machten en wereldwijde samenzweringen. Uiteraard overmeestert het goed aan het eind altijd het kwaad. Je zou het genre kunnen omschrijven als 'mythische science fiction': gespierde middeleeuwse prinsen en beeldschone prinsessen tegen een achtergrond van spookkastelen en vuurspuwende draken. Maar niettemin bedienen de held en zijn tegenstrevers zich met Agressie straalt af van het 'Masters '-speelgoed. het grootste gemak van de meest geavanceerde laserwapens en bewegen zij zich voort in ongekende raket-voertuigen, terzijde gestaan door een heel legertje sprekende robots. Hoewel de moraal van de stripverhalen positief is -het Goede overwint altijd het Kwade- kan niet ontkend worden, dat van het speelgoed een ongegeneerde en ondubbelzinnige agressiviteit uitstraalt. Veel agressiever in elk geval dan het klappertjespistool en de pijl en boog waarmee de vaders van 1986 in hun jeugd cowboytje en indiaantje speelden. Reden voor tal van ouders om er een paar stevige vraagtekens bij te plaatsen. „Ach, of het nu werkelijk zo schadelijk is voor het kind waag ik te betwijfelen", relativeert mevrouw M. Matthijsse, bestuurslid van de Stichting Goed Speelgoed, het fenomeen. Samen met haar man heeft ze een speelgoed-zaak in het hartje van Eindhoven. „In feite is dit soort speelgoed niet veel anders dan het speelgoedgeweertje, dat je vroeger zelf maakte van hout, een stuk pvc-buis en een elastiekje. Dit nieuwe speelgoed ziet er inderdaad wat dreigender uit, maar in essentie is het toch hetzelfde. Kinderen hebben van nature de neiging zich te verdedigen. Kijk maar eens als je een stel kinderen in een hoekje bij elkaar zet. Dan wordt er vanzelf al gevochten, zonder dat er ook maar één stuk 'vechtspeelgoed' in de buurt is. Ik geloof ook niet, dat dat slecht is, een kind moet zich immers ook leren verdedigen. In die zin zou je zelfs kunnen zeggen, dat al dat 'Masters' en Mask'-speelgoed een uitstekend hulpmiddel is voor die kinderen, die binnen een groep de zwaksten zijn". Heel belangrijk is volgens mevrouw Matthijsse wel de rol van de ouders. Je kunt niet objectief vaststellen: 'dit speelgoed is wél en dat speelgoed is niet agressief'. Essentieel is de vraag: hoe gaat mijn kind er mee om en daar moeten vader en moeder heel goed op letten. Het ene kind kan heel lief en leuk in de weer zijn met zijn 'Masters'-speelgoed, terwijl het andere kind z'n vriendjes bij wijze van spreken te lijf gaat met een groot stuk -onschuldig- Lego". De belangstelling van ouders voor het speelgoed van hun kinderen laat volgens haar nogal eens te wensen over. „De interesse houdt vaak op als het speelgoed gegeven is. Wat het kind er verder mee doet moet het dan zelf maar uitzoeken. Helemaal fout. Ouders moeten veel meer met hun kinderen praten over het speelgoed dat ze hebben of dat ze graag zouden willen krijgen. En goed blijven opletten hoe het kind er mee speelt; ik kan er niet genoeg op hameren. Wanneer ouders dan zien, dat het spel van hun kind dreigt te ontaarden in agressief gedrag, dan moeten ze dat hun zoon of dochter ook ogenblikkelijk duidelijk maken". Verbieden van agressief speelgoed heeft volgens mevrouw Matthijsse weinig zin. „Als jouw kind geen pistooltje krijgt, dan speelt het wel met het pistooltje van de buurjongen. Zoiets hou je toch niet tegen. Bovendien kun je kinderen ook niet helemaal afschermen van het geweld in de 'grote-mensen- wereld'. Kinderen kijken ook naar het Journaal en worden dan geconfronteerd met de meest afschuwelijke zaken. En zelfs een voetbalwedstrijd lijkt tegenwoordig vaak meer op een veldslag". Maar ondanks alle nuanceringen, die mevrouw Matthijsse naar voren brengt, staat ze ook niet bepaald te jubelen bij al dat 'Masters'- speelgoed. „O nee, ik vind het zelfs afschuwelijk. Ik verkoop veel liever een doos Lego of een bordspel. Daar hebben kinderen -en ouders- veel langer wat aan, want over een poos ligt Jantjes 'Transformer'-collectie ergens in een doos op zolder. Geen hond die er dan nog naar omkijkt. Zonde van het geld. Ik ben er ook van overtuigd dat het een voorbijgaande rage is. Zodra er geen tekenfilms van 'Masters', of 'Mask' meer op televisie te zien zijn, verdwijnt ook het speelgoed weer uit de winkels". En uit de omzetcijfers van haar eigen winkel blijkt dat het -gelukkig- nog niet zo'n vaart loopt met dit tv- speelgoed. „Al met al zal het nog geen anderhalf procent van de totale omzet zijn, denk ik". Een spel met vuu Door Mick Salet Het was zo heerlijk Hollands huiselijk begonnen. Marianne en Peter hadden Frank en Vonne uitgenodigd voor een spelletje. Iets nieuws, 'n Kwestie van Scrupules. De omstandigheden waren optimaal, 'n Avond in november. Nat en nostalgisch. De regen ratelde tegen de ruiten, de wijn fonkelde in de glazen en het was zo kneuterig knus dat Frank dacht: „Wat jammer dat ik niet rook, anders had ik nu een pijp opgestoken". Peter, verslaafd aan spelletjes sinds de dag dat hij als vijfjarige zijn vader vernietigend versloeg met Mens- erger-je-niet, legde de spelregels uit. „ledereen krijgt een setje kaarten met een vraag erop. Dat zijn geen feitelijke vragen, maar dilemma's. Voer voor discussie. Netelige vraagstukken waarmee Sonja Barend tot in de volgende eeuw televisie-programma's kan blijven maken. Hier, ik geef een paar voorbeelden. Je wilt een kind, maar je partner wil dat niet. Stop je met het gebruik van voorbehoedsmiddelen zonder je partner in te lichten? Probeer zo'n vraag maar eens zonder blozen te beantwoorden als je net stiekem met de pil gestopt bent. Hier, een ander voorbeeld. De buurtwinkelier geeft je een rijksdaalder teveel terug. Je ontdekt dat pas als je de winkel uit bent. Ga je het geld terugbrengen? Natuurlijk, als hij zijn vingers voortaan van de weegschaal houdt. Nou goed, zo zijn er 259 van dat soort vragen. Het is de bedoeling dat je die dilemma's aan één van de anders spelers voorlegt. Niet willekeurig. Nee, want je krijgt iedere beurt ook een antwoordkaart met 'ja' of 'nee' of 'hangt er van af'. Die antwoordkaart moet je niet aan de anderen laten zien. Het is namelijk de bedoeling dat je een dilemma voorlegt aan iemand van wie je denkt dat die het antwoord geeft dat jij op je kaart hebt staan. Lukt dat, dan mag je een dilemmakaart wegleggen. Lukt dat niet, dan krijg je er een kaart bij. Wie het eerst alle dilemma-kaarten kwijt is, die wint. Nog één regeltje: als je het antwoord van de ander niet gelooft of liever een ander antwoord had gehoord, dan mag je hem uitdagen. Dan ontstaat er een discussie tussen uitdager en verdediger. Aan het eind daarvan wijst de jury, alle spelers samen, de winnaar van de discussie aan. Gesnapt?" BLOED Dat was niet helemaal het geval geweest, maar nadat het spelregelboekje grondig was bestudeerd en de glazen nog eens bijgevuld waren, kon het spel beginnen. Frank mocht het spits afbijten. Hij had een antwoordkaart met 'nee' en moest dus een dilemma voorleggen aan iemand die een negatief antwoord zou geven. Welke vraag voor wie van de drie? Hij dacht Vonne het best te kennen. „Je rijdt 's nachts moederziel alleen op de snelweg. Een wanhopig iemand probeert je te doen stoppen. Stop je dan?" „Ja", zei Vonne zo snel en spontaan dat Frank de kans niet kreeg zich in zijn wijn te verslikken: „Waaat", riep hij met het gezicht van een atheïst die door Petrus de hemel binnen wordt gelaten. „Ja, natuurlijk stop ik. Iemand in nood moet je toch helpen". „Tuurlijk, maar ik weet gewoon dat jij 's nachts niet voor alle lifters stopt". „Dat is de vraag niet. Er wordt gevraagd of ik stop voor iemand die wanhopig langs de weg staat".„En als dat nou een vieze enge man is? Een kruising van Quasimodo en Frankenstein, met bloed op zijn kleren en een bijl in zijn handen?"„Nee, dan niet". „Nou, dan heb je niet eerlijk geantwoord „Maar dat was de vraag toch niet". SLIPPERTJE Ze waren begonnen aan een welles- nietes-discussie die dreigde nooit meer te eindigen. Om dat te voorkomen had Peter voorgesteld die eerste vraag maar als een proefrondete beschouwen. Mokkend en bokkend hadden Frank en Vonne zich bij dit staakt-het- vuren neergelegd en Vonne was aan de beurt met een vraagje aan Marianne. „Jij en je partner verwachten van elkaar eerlijkheid en trouw. Op reis heb je op een avond ver van huis een avontuurtje. Vertel je dat bij thuiskomst?" Terwijl Peter de stilte die daarop volgde steeds dreigender begon te vinden, brak Marianne haar hersens over een antwoord dat Salomon na een slippertje zou hebben kunnen geven. Zou ze 'nee' zeggen dat zou Peter haar de komende uren, dagen, maanden, misschien wel jaren, blijven achtervolgen met dat antwoord. Een tijdbom onder de relatie. Maar als ze 'ja' zou zeggen, zou Vonne dan haar vertrouwelijke kennis als hartsvriendin in de strijd gooien? Of zou het een pesterijtje van Vonne zijn, om het spel te winnen? Gokte Vonne op een positief antwoord? Dan zou ze dus 'nee' moeten zeggen? Of had Vonne één stap verder gedacht en moest ze dus toch 'ja' zeggen? Om krankzinnig van te worden. Had Peter niet iets leukers voor 59,50 kunnen kopen? „Als je nog lang na moet denken, zeg het dan, dan ga wij intussen een potje ganzenborden". „Nee". „Nee?" „Nee, ik bedoel ja. Ik zou het zeggen van dat avontuurtje". „Ik daag je niet uit. Ik geloof je", zei Peter met de overtuigingskracht waarmee Frits Philips een Japanse gloeilamp zou verkopen. „Ik daag ook niet uit", zei Vonne en legde lachend haar kaart weg. „Want ik wist dat je zou liegen". Marianne was bijna ontploft, maar Vonne had uitgelegd dat je op die manier de angel van ellende uit het spel kon halen. Als je met dit spel geen relaties op de tocht wilde zetten, geen vriendschappen wilde verspelen, dan moest je het ook echt spélen, door af en toe met een staalhard gezicht te liegen. Door twijfel te zaaien zouden antwoorden niet meer voorspelbaar worden en dat maakte het spel spannend ontspannend. En zo werd het dus toch nog gezellig. Soms was een antwoord zo onthullend eerlijk dat het zelfs drie intieme vrienden kon verrassen. Dan weer was het een genot om glashard te liegen en een standpunt als advocaat van de duivel te verdedigen. „Best wel geinig", zei Peter, de grootste geluksvogel met de brutaalste bek, toen hij het spel had gewonnen. „Ik trakteer op een afzakkertje". Terwijl de anderen naar de zithoek gingen, ruimde Marianne het spel op. Hé, er was een kaart onder tafel gevallen. Per ongeluk? Of had iemand vals gespeeld en een kaart willen verdoezelen? Ze raapte de kaart op en las. „De vriendin van een goede vriend probeert jou te verleiden. Vertel je dat aan je vriend?" Nee.Die kaart moest gewoon gevallen zijn. Of niet? De regen ratelde tegen de ruiten, 'n Avond in november. Nat en naargeestig. 'n Kwestie van Scrupules. Adviesprijs f 59,50. Volgens de fabrikant, de Amerikaanse Milton Brandley Company (MB), is het bedoeld voor 'moderne, extraverte mannen en vrouwen van achttien jaar en ouder met een behoorlijke intelligentie en een gezonde dosis sensatiegevoeligheid'. Af en toe meteen staalhard gezicht liegen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 15