'Deze oorlog is ons opgedrongen' Slechtt geen a en f Roger Watei Walging en verwijt in Angola Angola: een potentieel rijk land met 70.000 oorlogvoerende gasten Subsidie Proj ZATERDAG 8 NOVEMBER 1986 Ra i Militairen Verminkingen Machete Overvallen Gegrom ZATERDAG 8 NOVEMBEF tDARINSTALLATIES, pantserauto's en geschutsstellingen markeren de landingsbaan op het vliegveld van Huambo. Als de Boeing 737 van Angola Air Lines over het beton schiet, worden Mig gevechtsvliegtuigen zichtbaar tussen aarden wallen die loodrecht op de landingsbaan staan. Dichterbij het luchthavenstation staan logge transportvliegtuigen. Een grijs exemplaar draagt de vage aanduiding 'Southern Airlines'. Links van de aankomsthal is een uitgestrekte laagbouw, waarvoor een wit ambulance-vliegtuig en een achttal witte auto's, allen voorzien van het Rode Kruis, staan opgesteld. Tekenen van de nabijheid van Angola's 'tweede bevrijdingsoorlog', die in de stad zelf schrijnend zichtbaar zal worden. HUAMBO, een stad van 400.000 inwoners, gelegen op 600 km. ten zuiden van Luanda op de vruchtbare centrale hoogvlakte, is uitvalsbasis voor zuiveringsacties en opvangcen trum van oorlogsslachtoffers. De stad herbergt duizenden gewonden, honderden wezen en tienduizenden vluchtelingen uit randprovincies die vrijwel ontvolkt zijn en waar zie kenhuizen en scholen zijn verwoest en oogsten rotten op de akkers. „Smartelijk", zo wordt de situatie sa mengevat door Reto Meister, chef van de delegatie van het Internationale Rode Kruis in Angola. Bij de uitgang van het vliegtuig staat een stewardess met een armvol pistolen, die ze met een glimlach teruggeeft aan jonge soldaten die zijn meegereisd. Terwijl de passagiers naar de aan komsthal wandelen, komen twee zware helikopters met boordgeschut over. Ze verdwijnen in het wolkendek in ooste lijke richting. Vanaf de gevel van de aankomsthal kijken de portretten van Angola's eerste president Agostinho Neto en van de hui dige president Jose Eduardo dos Santos het land in, de eerste vaderlijk, de tweede vastberaden. Een rood lint met gele let ters daaronder zegt dat 1986 het jaar is van de verdediging van de revolutie. Het is nog geen acht uur in de och tend, maar op de burgerlijk-militaire luchthaven is het leven in volle gang. De legaties van ministeries worden afge haald door provinciale bestuurders. Op borden worden deelnemers aan een con gres van belastingambtenaren verwel komd. Burgers slepen zakken tomaten, bananen of ander fruit met zich mee naar het vliegtuig, want in Luanda zijn die dingen zeldzaam. De vliegveldfunctiona- rissen zijn zonder uitzondering militairen en ook onder de komende en gaande passagiers Zijn veel officieren en solda ten, die informeel met elkaar omgaan. Terwijl we wachten op vervoer naar de stad, stijgt het ambulance-vliegtuig op. Het verdwijnt in dezelfde richting als de twee helikopters. Even later landt er een wit vrachtvliegtuig van het Rode Kruis. Een vrachtauto rijdt erheen en een groep van twintig mensen begint goederen uit het vliegtuig in de truck over te laden. In de wachtkamer verschijnt een korte dikke militair, die olijk grapjes maakt met de burgers om hem heen. Hij lijkt het type van de adjudant-onderofficier, maar draagt geen onderscheidingsteke nen. Zoals ook in Luanda bewegen de militairen zich als gewone burgers in de massa. Nergens roept hun aanwezigheid spanningen op. Intimiderende maar schalkpetten, geliefd in landen als Zaire en Soedan, ontbreken. Deze informele alomtegenwoordigheid van het leger geldt ook voor de Cubanen. Hun aanwe zigheid wijkt niet zichtbaar af van de eveneens veelvuldige aanwezigheid van blanken en mestiezen in alle geledingen van de Angolese samenleving. Huambo is ruim en licht. Een stad met brede allees en een rijkdom aan bloeiende bomen in paars, wit, rood en oranje. Opengebarsten rioleringen en stinkende vuilnishopen temidden van woonwijken, heel gewoon in Luanda, ko men hier niet voor. De inwoners verzor gen hun tuinen en vegen de straat. De Portugezen noemden de stad Nova Lis boa en koesterden ooit het plan haar tot de hoofdstad van de winstgevende kolo nie Angola te maken; vermoedelijk van wege het aangename klimaat en de vruchtbaarheid van de planalto. Thans bieden de weidse straten en pleinen uitgelezen plekken voor revolu tionaire schilderingen, citaten van Neto, oproepen het vaderland te verdedigen en voor portretten van Marx, Lenin, Fidel Castro en van mannen en vrouwen die vielen in de bevrijdingsstrijd. Maar in oktober 1986 is Huambo vooral het middelpunt van een oorlog, die volgens burgerlijke en militaire func tionarissen met de dag intensiever wordt. Het eerste teken daarvan zijn de grote aantallen mensen die zich op krukken voortbewegen. De gevolgen van ontplof fende landmijnen op akkers en wegen zijn ook in Luanda zichtbaar, maar in Huambo is de hoeveelheid beklemmend. Het zijn vooral jongeren. Zij missen een voet of een been of meer. Ik zag drie jon gens van een jaar of achttien in militaire uniformen, die achter elkaar in rolstoelen BOVEN: De Unita-leider Jonas Savimbi spreekt een Unita-congres toe in Jamba. Volgens de Angolese regering willen de VS en Zuid-Afrika door het verzet van Savimbi te steunen het land verhinderen de weg in te slaan die het gekozen heeft. - fotoupi RECHTSBOVEN: Unicef verleent in en rond Huambo hulp aan meer dan 50.000 ontheemden. De stad telt elf weeshuizen voor kinderen wier ouders omgekomen zijn of als vermist opgegeven. - foto ap over de straat reden. Ze misten alle drie beide benen. Het aantal Angolezen dat verminkt door het leven gaat als gevolg van het ontploffen van anti-personeelsmijnen be draagt volgens de regering in Luanda momenteel 10.000, maar volgens onoffi ciële bronnen zijn het er tienduizenden meer. In Bomba Alta, een centrum van het Rode Kruis ten behoeve van verminkte oorlogsslachtoffers, worden per dag vijf tot tien nieuwe gevallen binnengebracht. Bomba Alta is een van de drie centra op dit gebied. De twee andere zijn in Luanda en in Kuito, dat 200 km ten oos ten van Huambo in de provincie Bié ligt. De patiënten in Bomba Alta zijn af komstig uit alle provincies in het oosten en zuidoosten van het land. Vooral vruchtbare landbouwgebieden zijn ont volkt als gevolg van acties van de verzets beweging UNITA, wier strategie het is de economie te ontwrichten door in steeds grotere gebieden het leven onmo gelijk te maken. Een belangrijk gedeelte van de negen miljoen Angolezen is door de oorlog van huis en haard verdreven. Het staatssecre tariaat van sociale zaken in Luanda geeft het cijfer van 600.000 op. Volgens Reto Meister verleent het Rode Kruis momen teel voedselhulp aan 200.000 mensen die naar de betrekkelijk veilige centrale hoogvlakte zijn gevlucht. Unicef verleent in en rond Huambo hulp aan meer dan 50.000 ontheemden. De stad telt elf weeshuizen voor kinderen wier ouders omgekomen zijn of als vermist opgege ven. In Bomba Alta zijn dit jaar tot dus verre 2649 mensen van een prothese voorzien; 1386 van hen zijn burgers, vooral boerenmensen die bij het werk op de akker op een UNITA-mijn zijn ge stapt; 1283 zijn soldaten. De laatsten zijn over het algemeen onder hun knie geam puteerd. De Zwitser Fernando Vega, di recteur van het centrum in Bomba Alta, legt uit dat het degelijke schoeisel de sol daten beschermt tegen grotere vermin kingen. Veel ernstiger zijn over het alge meen de verminkingen van de burgers, die op dunne sandalen of blote voeten lopen. „Bij hen moet vrijwel altijd het hele been worden afgezet". Fernando Vega en de Angolees Job Francisco Domingos, eerste therapeut, leidden me rond in Bomba Alta, dat te gelijk werkplaats en therapeutisch cen trum is. In de paskamer was iemand be zig de maten op te nemen van een twin tigjarige jongen, wiens rechterbeen ge heel was weggerukt. In plaats van de wanhoop en de verbetenheid die men zou kunnen verwachten, stond er op zijn gezicht een onzekere glimlach. Volgens het gebruikelijke werktempo in Bomba Alta zou binnen een week zijn prothese klaar zijn en zou hij binnen drie maan den voldoende geoefend zijn om zonder krukken te lopen. Vega en Domingo toonden de vorm- makerij en de gipsgieterij en een hal waar geprefabriceerde houten grondvormen tot nauwkeurige kopieën van lichaams delen worden geschaafd. De grondvor men worden in Huambo vervaardigd uit hout van de gravilla-boom, die in het omringende gebied in ruime mate voor komt. Het hout van de gravilla leent zich uitstekend voor dit doel, omdat het tege lijk licht en sterk is. Er is een speciale werkplaats voor voetprothesen en in een andere afdeling worden knieschijven vervaardigd volgens een procédé dat werd ontwikkeld in een werkplaats in Debré-Zeit in Ethiopië, welk land ook het toneel is van een gru welijke binnenlandse oorlog. Vega ver telde dat Ethiopië het land met de groot ste behoefte is op het gebied van been- prothesen en dat Angola op de tweede plaats komt in een trieste rij van oorlogs landen in de derde wereld. Job Francisco heeft twee jongens ge- rLobitWHuambo^ Cuito TOEN Angola op 11 november 1975 onaf hankelijk werd, was dit land ais het ware voorbestemd om toevluchtsoord te worden voor de South West Africa Peoples Orga nisation, de SWAPO van Namibië. De nieuwe souvereine staat aan de westkust van zuidelijk Afrika stond niet alleen voor een berg economische en organisatorische problemen, maar achtte zich tevens ver plicht tot steun aan een beweging die oog in de bevrijdingsstrijd gewikkeld was. Korf voor het terugtreden van Portugal als koloniale mogendheid woedde in Luanda een verbitterde strijd tussen de deelnemers aan het overgangsbewind; de MPLA (Volksbeweging voor de Bevrij ding van Angola), socialistisch georiën teerd en nïet-stamgebonden, de UNITA (Nationale Unie voor de Totale Onafhan kelijkheid van Angola), die haar basis had in het zuidoostelijke stamgebied der Ovimbundu, en de FNJLA, die vanuit Zaire tegen de Portugezen had geopereerd. De FN IA is na de onafhankelijkheid uiteengevallen. De UNITA van Jonas Sa vimbi is voor Zuid-Afrika een instrument geworden om Angola onder druk te zetten acties van de SWAPO vanaf Angolees grondgebied te verbieden. Voor de regering in Luanda is de bevrij ding van Namibië de belangrijkste voor waarde geworden voor vrede en voor spoed. Het verdwijnen van de Zuidafri- kaanse strijdmacht uit noordelijk Namibië zou UNITA definitief afsnijden van de voor haar onmisbare Zuidafrikaanse hulp. ÏBenguela ritibango Mógamedes •Menongue Het resultaat is een oorlog, die duiztt onschuldige slachtoffers vergt te^n kosten waarvan Angola nauwelijks i, gewassen. Op deze pagina treft u de eerstt een serie van vier reportages Deze aflevering handelt over de woestende gevolgen van die voor een potentieel rijk land en de relaties tussen dat land en zijn logvoerende gasten, de meer 70.000 vluchtelingen uit Namibië. oo De informele alomtegenwoordigheid van het leger geldt ook voor de Cubanen. Htm aanwezigheid wijkt niet zichtbaar af van de eveneens veelvuldige aanwezigheid van blanken en mestiezen in alle geledingen van de A ngolese samenleving. - foto anp roepen wier kunstmatige bovenbeen en onderbeen verbonden zijn door de be wuste knieschijf. Zij trekken hun broeks pijp op. De therapeut glundert, wanneer de jongens behendig naar de muur hom pelen en terug. „Als er feest is, kunnen ze er zelfs mee dansen", zegt hij. In de zaal voor bewegingstherapie zijn acht mensen in verschillende gradaties van verminking onder leiding bezig met loopoefeningen. Geen zichtbare sporen van wanhoop of haat; ze zijn ernstig be zig, geconcentreerd op hun inspannende pogingen om het stugge materiaal dat in de plaats van hun been is gekomen te le ren gebruiken. Vega zegt dat de psychologische pro blemen waarmee deze oorlogsslachtof fers te maken krijgen bij hun terugkeer in de maatschappij, minder erg zijn dan men zou denken. „Dat is hier lang niet zo'n groot probleem als in Europa. De familie is sterk en zal hen ondersteunen. De maatschappij isoleert hen niet". De elf weeshuizen van Huambo her bergen samen op het ogenblik 2300 kin deren. Een bezoek aan een tehuis waar 240 kinderen wonen is een nieuwe con frontatie met de verschrikkingen van een guerrillastrijd die allereerst de burgerbe volking treft. We komen binnen onder schooltijd. Bij gebrek aan klasruimte hebben som mige groepen les in hun slaapzaaltje. In een klas kleuters wordt een welkomst liedje gezongen, een klas met acht- tot negenjarigen zingt een liedje over meneer Savimbi, die zijn gerechte straf niet zal ontgaan. De aandoenlijke klank van de kinderstemmen is niet in overeenstem ming met de strenge inhoud. Toch klinkt het somber en dreigend, want een van de kinderen is een ernstig verminkt jongetje. De linkerhelft van zijn gezicht is er nog wel, maar heeft geen menselijk aanzien meer. Hij staat tussen zijn leeftijdgeno ten, maar zijn mond zingt niet mee. Het is een uitdrukkingloze opening. „Hij is door de bandieten met een ma chete bewerkt", zegt de vrouwelijke func tionaris van het provinciaal secretariaat Revolutionaire schilderingen op het Praca Manuel van Dunem in Luanda. - foto ivo postma voor sociale zaken. „Het dorp waar hij woonde werd overvallen en zijn ouders werden vermoord. Zo ziet u iets van de gevolgen van de oorlog die wij niet wil len, maar die Zuid-Afrika ons opdringt." Haar stem is kil, maar trilt van inge houden woede. In een volgende klas her haalt zich dit tafereel rond een tienjarig meisje. Zij kan met moeite haar even wicht bewaren terwijl ze van de achterste rij naar voren schuifelt. De leidster van de klas doet voorzichtig haar haren opzij. De houw met de machete moet haar her senen hebben geraakt. Links vertoont haar schedel een diepe kloof van voor tot achter. „Dat is het werk van degenen die zeg gen dit land te willen bevrijden", zegt de begeleidster van sociale zaken met som bere walging. Zoals ook andere Angole zen heeft zij het gevoel dat de gruwelijk heid van deze oorlog niet voldoende tot de wereld doordringt. In de middag ontmoet ik een jonge Angolese functionaris van Unicef. Sa men met een monteur en een logistiek or ganisator runt hij het noodprogramma van deze hulporganisatie van de VN in Huambo. De hulp van Unicef bestaat voornamelijk uit het verschaffen van voedsel aan de 'deslocados', de van huis verdrevenen die veiligheid hebben ge zocht in de omgeving van de stad. „We helpen momenteel 53.000 men sen", zegt hij. „Het aantal groeit hard, want de intensiteit van de oorlog neemt met de dag toe". Unicef beschikt in Huambo over twaalf vrachtauto's, waaronder verschei dene 12-tonners. In januari is er een op een mijn gelopen, terwijl andere voertui gen verloren gingen door onverantwoord rijden van de chauffeurs. De wagens rij den tweemaal per maand, altijd in kon vooi en onder militaire begeleiding, naar de havenstad Lobito, 300 km ten westen van Huambo. „Deze voedsellijn bestaat al sinds mei 1984", zegt de Unicef-man. „We zouden eigenlijk vier keer per maand moeten gaan, maar door de oorlog kan dat niet. Dat het erger wordt zien we aan de cij fers over nieuw aangekomen vluchtelin gen, die we iedere dag binnenkrijgen. Ze vallen tegenwoordig ook huizen aan de buitenkant van de stad aan. Ze komen in de nacht en verdwijnen weer. Ze hebben ook opslagplaatsen van Unicef overval len en voedsel meegenomen". 's Avonds zit ik, in het voormalige pa leis van de koloniale gouverneur, tegen over de commissaris, een soort militair gouverneur, van de provincie Huambo. Het blijkt de gemoedelijke dikzak te zijn die ik die ochtend op het vliegveld gezien. Manakapui Basovava grijnst als achter zijn bureau opstaat en me s hand geeft. Op zijn rechterheup buut een pistool in holster. Hij past niet deze bureaucratische omgeving, maar! schijnt het goed gedaan te hebben in i meer oostelijke provincie Bié en nu htl ben ze hem Huambo gegeven om orde? zaken te stellen. „Unita doet hard zijn best om hem te maken", zei een Angolese journalist! Luanda. „Laten we hopen dat uw bezoek a Huambo onze provincie enig geluk a brengen", gromt hij in een sarcastiscl verwijzing naar persberichten die Angot naar zijn mening in een verkeerd daglid stellen. Manakapui Basovava is goedlachse adjudant en heeft zich voo bereid op een oorlogsinterview. „Het leven hier is niet ontwricht", hij in antwoord op mijn vraag over des tuatie in de provincie. „Wij hebben maken met een niet verklaarde oorloj die ons door Zuid-Afrika wordt op drongen en die gevoerd wordt met steun van de Verenigde Staten. De oi nisatie die deze oorlog voert, doodt ui sluitend onschuldige mensen, en legt zie toe op het verwoesten van huizen en e» nomische doelen. Zij heeft zich slech ten doel gesteld de economie te wrichten en een sfeer van terreur te ent ren. Als het leven in Huambo al is veras derd, dan is dat in het werk van het vol dat ondanks de oorlog doorgaat mett wederopbouw". De woorden van commissaris Ba» vava krijgen het karakter van een off ciële regeringsverklaring. Maar de toom die van een man die wanhopig probeer een onzichtbare vijand te verslaan in onmetelijk en dunbevolkt land. Hij ieder antwoord voorafgaan door een mi prijzend gegrom. „De Verenigde Staten en Zuid-Afn ka", zegt hij, „willen ons land verbind! ren de weg in te slaan die het gekozfl heeft. De imperialisten hebben voor vimbi gekozen zoals ook de Portugea vroeger al voor Savimbi kozen. Dat omdat onze de socialistische weg een i vaar vertegenwoordigt voor Zuid-Afrïi en dus voor hen. Zij betalen Savimbi, d» zegt te strijden voor de bevrijding vï het volk, maar juist bezig is het te vent den". Basovava geeft in zijn eigen terns toe dat Savimbi's troepen er nog steed1 in slagen enorme vernielingen aan richten en gebieden onbewoonbaar 11 maken en dat het leger niet in staat is te hele land in voldoende mate te „Iedere dag opnieuw vermoorden zip benden burgers die zonder beschermitj zijn en stelen ze hun bezittingen. Maat' -hij verheft zijn stem- „Leger en Vuil zijn één in het werken aan de wederop bouw van wat is verwoest. De militairs zijn een deel van het volk. Ze komen e uit voort. Hun werk voor de verdedigd van het land staat niet los van de wede opbouw. Want de vijand tegemoet den; dat is niet alleen hem met de w pens bestrijden. Ook zij die metselt! timmeren, het land bewerken, nemen oj hun manier deel aan de strijd". Is het echt mogelijk om in deze situ# het maatschappelijk leven op gai houden? „Het antwoord is; geen ja en neen. U hebt zelf in Huambo en o ving kunnen zien waartoe wij in zijn. Natuurlijk doen zich bestuurlijk' problemen voor als gevolg van de oorlof Wij kunnen de hulp die ons gebc'" wordt door bevriende regeringen en i dariteitsbewegingen goed gebruikt11 Maar de oplossing is praktisch onmof üjk zonder dat er iets verandert in de H ternationale structuren die de oorlog de gang houden". Commissaris Basovava staat op aan te geven dat hij klaar is met zijn a»1 woord. Buiten zijn kamer zijn alle lichts uit in het verlaten bestuursgebouw. Ot der aan de trap in de hal schemert etf wit borstbeeld op een witte standaal' Vroeger was het de Portugese dictate Salazar. Nu is het Agostinho Neto, dei-' 1979 overleden vader van de AngoW onafhankelijkheid die ook nu nog onmisbaar symbool is van die onafh# kelijkheid. op en Door Jan Koeset DE NOODKLOK wordt TV. Deze satellietzender 1 geboorte, vorig jaar. Maa ment, geklungel met de a en een erbarmelijke prog Europa tv al om zeep ge: ideëel bedoelde zender zich Van alle kanten worden nu een enkele reddingsboei is ui enkele weken moet minister deze zender de arena van de t min of meer opgericht hoofd, sterven. Als de minister zijn finan ciële steun staakt, is het ge daan met de koopman. Dan zal de zender uit Hilversum ver dwijnen en mogelijk elders in de, Europa opnieuw zijn tenten gei opslaan. Een strop van tiental- po< len miljoenen, verlies van nir werk en een gemiste kans voor me Nederland zich Europees op te mf stellen. VCK Europa TV, dat aanvullend had moeten werken op de Europese zenders, dat cultuur vo: hoog in het vaandel had, dat een elektronische brug tussen de volkeren moest slaan, trekt Br momenteel slechts 0,1 procent ch kijkers. Ter vergelijking: Sky w« Channel haalt de 0,3 procent, we de BRT 1 scoort 0,8 procent en pa Nederland 1 bereikt 15,1 pro- T\ cent, dus ongeveer 150 keer zo- bie veel als Europa TV. Adver- op teerders lopen met opgetrok- an ken neus rond de Europese de zender die het waagt om tien maal zo hogere tarieven te vragen als de STER. En de ki] - W1 ker gelooft het wel. Een inter- Du nationaal weerbericht, het van en Veronica geleende 'Count- Lë down' en sport, altij d wel goed. j ai Dat is het antwoord van de ge Europese idealisten geworden ka va gal VCK LONDEN (UPI) - Roger Wa ters, oprichter van de 20 jaar oude rockgroep Pink Floyd, heeft een rechtbank in Londen gevraagd de groep te ontbin den. Dit heeft een woordvoer der van Waters verklaard. Hij zei dat bassist Waters, leider en voornaamste song- schrijver van Pink Floyd, het besluit heeft genomen omdat hij meent dat de band 'creatief op dood spoor is beland' en hij 'de integriteit en reputatie van de groep' wil behouden. De an dere leden van de groep, Dave Gilmour en Nick Mason, zijn °P de hoogte gebracht. Maar oen woordvoerder van de pla tenmaatschappij deelde mee dat Gilmour en Mason met Rick Wrigth, het ex-lid dat oog veel met de band speelde, bun toekomstplannen zullen gaan bespreken. Zij vinden dat ze Pink Floyd kunnen voortzetten. Waters, die zegt het over grote deel van de jongste el- Poos te hebben geschreven, vroeg om ontbinding van de groep om 'zijn belangen te be schermen', aldus zijn woord voerder. De medio jaren zestig gevormde band verkocht over de hele wereld rond 60 miljoen langspeelplaten. De meest suc cesvolle plaat, 'Dark side of the Moon', staat na 630 weken Ppg steeds in de Amerikaanse [Ptlijsten. Maar sinds 1983 hebben de groepsleden niet Heer kunnen samenwerken en ric ca Tl zij do w< co aa vo en AMSTERDAM (ANP) - Het voortbestaan van het literair- cultureel studententijdschrift r°Pria Cures is voorlopig v«rzekerd. Minister Brinkman Van Welzijn, Volksgezondheid eP Cultuur heeft besloten de fubsidiëring van het blad te hervatten. Hij komt daarmee •^rug op zijn eerder ingeno- /?en standpunt dat het 96-ja- ge tijdschrift te weinig lite- ra he kc in ru nu te va de ka sc

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 28