'Deze oorlog is
ons opgedrongen'
Slechtt
geen a
en f
Roger Watei
Walging en verwijt in Angola
Angola: een potentieel rijk land
met 70.000 oorlogvoerende gasten
Subsidie Proj
ZATERDAG 8 NOVEMBER 1986
Ra i
Militairen
Verminkingen
Machete
Overvallen
Gegrom
ZATERDAG 8 NOVEMBEF
tDARINSTALLATIES,
pantserauto's en geschutsstellingen
markeren de landingsbaan op het
vliegveld van Huambo. Als de
Boeing 737 van Angola Air Lines
over het beton schiet, worden Mig
gevechtsvliegtuigen zichtbaar tussen
aarden wallen die loodrecht op de
landingsbaan staan.
Dichterbij het luchthavenstation
staan logge transportvliegtuigen.
Een grijs exemplaar draagt de vage
aanduiding 'Southern Airlines'.
Links van de aankomsthal is een
uitgestrekte laagbouw, waarvoor
een wit ambulance-vliegtuig en een
achttal witte auto's, allen voorzien
van het Rode Kruis, staan
opgesteld.
Tekenen van de nabijheid van
Angola's 'tweede
bevrijdingsoorlog', die in de stad
zelf schrijnend zichtbaar zal
worden.
HUAMBO, een stad van 400.000
inwoners, gelegen op 600 km. ten
zuiden van Luanda op de vruchtbare
centrale hoogvlakte, is uitvalsbasis
voor zuiveringsacties en opvangcen
trum van oorlogsslachtoffers. De
stad herbergt duizenden gewonden,
honderden wezen en tienduizenden
vluchtelingen uit randprovincies die
vrijwel ontvolkt zijn en waar zie
kenhuizen en scholen zijn verwoest
en oogsten rotten op de akkers.
„Smartelijk", zo wordt de situatie sa
mengevat door Reto Meister, chef van de
delegatie van het Internationale Rode
Kruis in Angola.
Bij de uitgang van het vliegtuig staat
een stewardess met een armvol pistolen,
die ze met een glimlach teruggeeft aan
jonge soldaten die zijn meegereisd.
Terwijl de passagiers naar de aan
komsthal wandelen, komen twee zware
helikopters met boordgeschut over. Ze
verdwijnen in het wolkendek in ooste
lijke richting.
Vanaf de gevel van de aankomsthal
kijken de portretten van Angola's eerste
president Agostinho Neto en van de hui
dige president Jose Eduardo dos Santos
het land in, de eerste vaderlijk, de tweede
vastberaden. Een rood lint met gele let
ters daaronder zegt dat 1986 het jaar is
van de verdediging van de revolutie.
Het is nog geen acht uur in de och
tend, maar op de burgerlijk-militaire
luchthaven is het leven in volle gang. De
legaties van ministeries worden afge
haald door provinciale bestuurders. Op
borden worden deelnemers aan een con
gres van belastingambtenaren verwel
komd. Burgers slepen zakken tomaten,
bananen of ander fruit met zich mee naar
het vliegtuig, want in Luanda zijn die
dingen zeldzaam. De vliegveldfunctiona-
rissen zijn zonder uitzondering militairen
en ook onder de komende en gaande
passagiers Zijn veel officieren en solda
ten, die informeel met elkaar omgaan.
Terwijl we wachten op vervoer naar de
stad, stijgt het ambulance-vliegtuig op.
Het verdwijnt in dezelfde richting als de
twee helikopters. Even later landt er een
wit vrachtvliegtuig van het Rode Kruis.
Een vrachtauto rijdt erheen en een groep
van twintig mensen begint goederen uit
het vliegtuig in de truck over te laden.
In de wachtkamer verschijnt een korte
dikke militair, die olijk grapjes maakt
met de burgers om hem heen. Hij lijkt
het type van de adjudant-onderofficier,
maar draagt geen onderscheidingsteke
nen. Zoals ook in Luanda bewegen de
militairen zich als gewone burgers in de
massa. Nergens roept hun aanwezigheid
spanningen op. Intimiderende maar
schalkpetten, geliefd in landen als Zaire
en Soedan, ontbreken. Deze informele
alomtegenwoordigheid van het leger
geldt ook voor de Cubanen. Hun aanwe
zigheid wijkt niet zichtbaar af van de
eveneens veelvuldige aanwezigheid van
blanken en mestiezen in alle geledingen
van de Angolese samenleving.
Huambo is ruim en licht. Een stad met
brede allees en een rijkdom aan
bloeiende bomen in paars, wit, rood en
oranje. Opengebarsten rioleringen en
stinkende vuilnishopen temidden van
woonwijken, heel gewoon in Luanda, ko
men hier niet voor. De inwoners verzor
gen hun tuinen en vegen de straat. De
Portugezen noemden de stad Nova Lis
boa en koesterden ooit het plan haar tot
de hoofdstad van de winstgevende kolo
nie Angola te maken; vermoedelijk van
wege het aangename klimaat en de
vruchtbaarheid van de planalto.
Thans bieden de weidse straten en
pleinen uitgelezen plekken voor revolu
tionaire schilderingen, citaten van Neto,
oproepen het vaderland te verdedigen en
voor portretten van Marx, Lenin, Fidel
Castro en van mannen en vrouwen die
vielen in de bevrijdingsstrijd.
Maar in oktober 1986 is Huambo
vooral het middelpunt van een oorlog,
die volgens burgerlijke en militaire func
tionarissen met de dag intensiever wordt.
Het eerste teken daarvan zijn de grote
aantallen mensen die zich op krukken
voortbewegen. De gevolgen van ontplof
fende landmijnen op akkers en wegen
zijn ook in Luanda zichtbaar, maar in
Huambo is de hoeveelheid beklemmend.
Het zijn vooral jongeren. Zij missen een
voet of een been of meer. Ik zag drie jon
gens van een jaar of achttien in militaire
uniformen, die achter elkaar in rolstoelen
BOVEN: De Unita-leider Jonas
Savimbi spreekt een Unita-congres toe in
Jamba. Volgens de Angolese regering
willen de VS en Zuid-Afrika door het
verzet van Savimbi te steunen het land
verhinderen de weg in te slaan die het
gekozen heeft. - fotoupi
RECHTSBOVEN: Unicef verleent in
en rond Huambo hulp aan meer dan
50.000 ontheemden. De stad telt elf
weeshuizen voor kinderen wier ouders
omgekomen zijn of als vermist opgegeven.
- foto ap
over de straat reden. Ze misten alle drie
beide benen.
Het aantal Angolezen dat verminkt
door het leven gaat als gevolg van het
ontploffen van anti-personeelsmijnen be
draagt volgens de regering in Luanda
momenteel 10.000, maar volgens onoffi
ciële bronnen zijn het er tienduizenden
meer.
In Bomba Alta, een centrum van het
Rode Kruis ten behoeve van verminkte
oorlogsslachtoffers, worden per dag vijf
tot tien nieuwe gevallen binnengebracht.
Bomba Alta is een van de drie centra op
dit gebied. De twee andere zijn in
Luanda en in Kuito, dat 200 km ten oos
ten van Huambo in de provincie Bié ligt.
De patiënten in Bomba Alta zijn af
komstig uit alle provincies in het oosten
en zuidoosten van het land. Vooral
vruchtbare landbouwgebieden zijn ont
volkt als gevolg van acties van de verzets
beweging UNITA, wier strategie het is
de economie te ontwrichten door in
steeds grotere gebieden het leven onmo
gelijk te maken.
Een belangrijk gedeelte van de negen
miljoen Angolezen is door de oorlog van
huis en haard verdreven. Het staatssecre
tariaat van sociale zaken in Luanda geeft
het cijfer van 600.000 op. Volgens Reto
Meister verleent het Rode Kruis momen
teel voedselhulp aan 200.000 mensen die
naar de betrekkelijk veilige centrale
hoogvlakte zijn gevlucht. Unicef verleent
in en rond Huambo hulp aan meer dan
50.000 ontheemden. De stad telt elf
weeshuizen voor kinderen wier ouders
omgekomen zijn of als vermist opgege
ven.
In Bomba Alta zijn dit jaar tot dus
verre 2649 mensen van een prothese
voorzien; 1386 van hen zijn burgers,
vooral boerenmensen die bij het werk op
de akker op een UNITA-mijn zijn ge
stapt; 1283 zijn soldaten. De laatsten zijn
over het algemeen onder hun knie geam
puteerd. De Zwitser Fernando Vega, di
recteur van het centrum in Bomba Alta,
legt uit dat het degelijke schoeisel de sol
daten beschermt tegen grotere vermin
kingen. Veel ernstiger zijn over het alge
meen de verminkingen van de burgers,
die op dunne sandalen of blote voeten
lopen. „Bij hen moet vrijwel altijd het
hele been worden afgezet".
Fernando Vega en de Angolees Job
Francisco Domingos, eerste therapeut,
leidden me rond in Bomba Alta, dat te
gelijk werkplaats en therapeutisch cen
trum is. In de paskamer was iemand be
zig de maten op te nemen van een twin
tigjarige jongen, wiens rechterbeen ge
heel was weggerukt. In plaats van de
wanhoop en de verbetenheid die men
zou kunnen verwachten, stond er op zijn
gezicht een onzekere glimlach. Volgens
het gebruikelijke werktempo in Bomba
Alta zou binnen een week zijn prothese
klaar zijn en zou hij binnen drie maan
den voldoende geoefend zijn om zonder
krukken te lopen.
Vega en Domingo toonden de vorm-
makerij en de gipsgieterij en een hal waar
geprefabriceerde houten grondvormen
tot nauwkeurige kopieën van lichaams
delen worden geschaafd. De grondvor
men worden in Huambo vervaardigd uit
hout van de gravilla-boom, die in het
omringende gebied in ruime mate voor
komt. Het hout van de gravilla leent zich
uitstekend voor dit doel, omdat het tege
lijk licht en sterk is.
Er is een speciale werkplaats voor
voetprothesen en in een andere afdeling
worden knieschijven vervaardigd volgens
een procédé dat werd ontwikkeld in een
werkplaats in Debré-Zeit in Ethiopië,
welk land ook het toneel is van een gru
welijke binnenlandse oorlog. Vega ver
telde dat Ethiopië het land met de groot
ste behoefte is op het gebied van been-
prothesen en dat Angola op de tweede
plaats komt in een trieste rij van oorlogs
landen in de derde wereld.
Job Francisco heeft twee jongens ge-
rLobitWHuambo^
Cuito
TOEN Angola op 11 november 1975 onaf
hankelijk werd, was dit land ais het ware
voorbestemd om toevluchtsoord te worden
voor de South West Africa Peoples Orga
nisation, de SWAPO van Namibië. De
nieuwe souvereine staat aan de westkust
van zuidelijk Afrika stond niet alleen voor
een berg economische en organisatorische
problemen, maar achtte zich tevens ver
plicht tot steun aan een beweging die oog
in de bevrijdingsstrijd gewikkeld was.
Korf voor het terugtreden van Portugal
als koloniale mogendheid woedde in
Luanda een verbitterde strijd tussen de
deelnemers aan het overgangsbewind; de
MPLA (Volksbeweging voor de Bevrij
ding van Angola), socialistisch georiën
teerd en nïet-stamgebonden, de UNITA
(Nationale Unie voor de Totale Onafhan
kelijkheid van Angola), die haar basis had
in het zuidoostelijke stamgebied der
Ovimbundu, en de FNJLA, die vanuit Zaire
tegen de Portugezen had geopereerd.
De FN IA is na de onafhankelijkheid
uiteengevallen. De UNITA van Jonas Sa
vimbi is voor Zuid-Afrika een instrument
geworden om Angola onder druk te zetten
acties van de SWAPO vanaf Angolees
grondgebied te verbieden.
Voor de regering in Luanda is de bevrij
ding van Namibië de belangrijkste voor
waarde geworden voor vrede en voor
spoed. Het verdwijnen van de Zuidafri-
kaanse strijdmacht uit noordelijk Namibië
zou UNITA definitief afsnijden van de
voor haar onmisbare Zuidafrikaanse hulp.
ÏBenguela
ritibango
Mógamedes
•Menongue
Het resultaat is een oorlog, die duiztt
onschuldige slachtoffers vergt te^n
kosten waarvan Angola nauwelijks i,
gewassen.
Op deze pagina treft u de eerstt
een serie van vier reportages
Deze aflevering handelt over de
woestende gevolgen van die
voor een potentieel rijk land en
de relaties tussen dat land en zijn
logvoerende gasten, de meer
70.000 vluchtelingen uit Namibië.
oo
De informele alomtegenwoordigheid van het leger geldt ook voor de Cubanen. Htm
aanwezigheid wijkt niet zichtbaar af van de eveneens veelvuldige aanwezigheid van blanken
en mestiezen in alle geledingen van de A ngolese samenleving. - foto anp
roepen wier kunstmatige bovenbeen en
onderbeen verbonden zijn door de be
wuste knieschijf. Zij trekken hun broeks
pijp op. De therapeut glundert, wanneer
de jongens behendig naar de muur hom
pelen en terug. „Als er feest is, kunnen ze
er zelfs mee dansen", zegt hij.
In de zaal voor bewegingstherapie zijn
acht mensen in verschillende gradaties
van verminking onder leiding bezig met
loopoefeningen. Geen zichtbare sporen
van wanhoop of haat; ze zijn ernstig be
zig, geconcentreerd op hun inspannende
pogingen om het stugge materiaal dat in
de plaats van hun been is gekomen te le
ren gebruiken.
Vega zegt dat de psychologische pro
blemen waarmee deze oorlogsslachtof
fers te maken krijgen bij hun terugkeer in
de maatschappij, minder erg zijn dan
men zou denken. „Dat is hier lang niet
zo'n groot probleem als in Europa. De
familie is sterk en zal hen ondersteunen.
De maatschappij isoleert hen niet".
De elf weeshuizen van Huambo her
bergen samen op het ogenblik 2300 kin
deren. Een bezoek aan een tehuis waar
240 kinderen wonen is een nieuwe con
frontatie met de verschrikkingen van een
guerrillastrijd die allereerst de burgerbe
volking treft.
We komen binnen onder schooltijd.
Bij gebrek aan klasruimte hebben som
mige groepen les in hun slaapzaaltje. In
een klas kleuters wordt een welkomst
liedje gezongen, een klas met acht- tot
negenjarigen zingt een liedje over meneer
Savimbi, die zijn gerechte straf niet zal
ontgaan. De aandoenlijke klank van de
kinderstemmen is niet in overeenstem
ming met de strenge inhoud. Toch klinkt
het somber en dreigend, want een van de
kinderen is een ernstig verminkt jongetje.
De linkerhelft van zijn gezicht is er nog
wel, maar heeft geen menselijk aanzien
meer. Hij staat tussen zijn leeftijdgeno
ten, maar zijn mond zingt niet mee. Het
is een uitdrukkingloze opening.
„Hij is door de bandieten met een ma
chete bewerkt", zegt de vrouwelijke func
tionaris van het provinciaal secretariaat
Revolutionaire schilderingen op het
Praca Manuel van Dunem in Luanda.
- foto ivo postma
voor sociale zaken. „Het dorp waar hij
woonde werd overvallen en zijn ouders
werden vermoord. Zo ziet u iets van de
gevolgen van de oorlog die wij niet wil
len, maar die Zuid-Afrika ons opdringt."
Haar stem is kil, maar trilt van inge
houden woede. In een volgende klas her
haalt zich dit tafereel rond een tienjarig
meisje. Zij kan met moeite haar even
wicht bewaren terwijl ze van de achterste
rij naar voren schuifelt. De leidster van
de klas doet voorzichtig haar haren opzij.
De houw met de machete moet haar her
senen hebben geraakt. Links vertoont
haar schedel een diepe kloof van voor tot
achter.
„Dat is het werk van degenen die zeg
gen dit land te willen bevrijden", zegt de
begeleidster van sociale zaken met som
bere walging. Zoals ook andere Angole
zen heeft zij het gevoel dat de gruwelijk
heid van deze oorlog niet voldoende tot
de wereld doordringt.
In de middag ontmoet ik een jonge
Angolese functionaris van Unicef. Sa
men met een monteur en een logistiek or
ganisator runt hij het noodprogramma
van deze hulporganisatie van de VN in
Huambo. De hulp van Unicef bestaat
voornamelijk uit het verschaffen van
voedsel aan de 'deslocados', de van huis
verdrevenen die veiligheid hebben ge
zocht in de omgeving van de stad.
„We helpen momenteel 53.000 men
sen", zegt hij. „Het aantal groeit hard,
want de intensiteit van de oorlog neemt
met de dag toe".
Unicef beschikt in Huambo over
twaalf vrachtauto's, waaronder verschei
dene 12-tonners. In januari is er een op
een mijn gelopen, terwijl andere voertui
gen verloren gingen door onverantwoord
rijden van de chauffeurs. De wagens rij
den tweemaal per maand, altijd in kon
vooi en onder militaire begeleiding, naar
de havenstad Lobito, 300 km ten westen
van Huambo.
„Deze voedsellijn bestaat al sinds mei
1984", zegt de Unicef-man. „We zouden
eigenlijk vier keer per maand moeten
gaan, maar door de oorlog kan dat niet.
Dat het erger wordt zien we aan de cij
fers over nieuw aangekomen vluchtelin
gen, die we iedere dag binnenkrijgen. Ze
vallen tegenwoordig ook huizen aan de
buitenkant van de stad aan. Ze komen in
de nacht en verdwijnen weer. Ze hebben
ook opslagplaatsen van Unicef overval
len en voedsel meegenomen".
's Avonds zit ik, in het voormalige pa
leis van de koloniale gouverneur, tegen
over de commissaris, een soort militair
gouverneur, van de provincie Huambo.
Het blijkt de gemoedelijke dikzak te zijn
die ik die ochtend op het vliegveld
gezien.
Manakapui Basovava grijnst als
achter zijn bureau opstaat en me s
hand geeft. Op zijn rechterheup buut
een pistool in holster. Hij past niet
deze bureaucratische omgeving, maar!
schijnt het goed gedaan te hebben in i
meer oostelijke provincie Bié en nu htl
ben ze hem Huambo gegeven om orde?
zaken te stellen.
„Unita doet hard zijn best om hem
te maken", zei een Angolese journalist!
Luanda.
„Laten we hopen dat uw bezoek a
Huambo onze provincie enig geluk a
brengen", gromt hij in een sarcastiscl
verwijzing naar persberichten die Angot
naar zijn mening in een verkeerd daglid
stellen. Manakapui Basovava is
goedlachse adjudant en heeft zich voo
bereid op een oorlogsinterview.
„Het leven hier is niet ontwricht",
hij in antwoord op mijn vraag over des
tuatie in de provincie. „Wij hebben
maken met een niet verklaarde oorloj
die ons door Zuid-Afrika wordt op
drongen en die gevoerd wordt met
steun van de Verenigde Staten. De oi
nisatie die deze oorlog voert, doodt ui
sluitend onschuldige mensen, en legt zie
toe op het verwoesten van huizen en e»
nomische doelen. Zij heeft zich slech
ten doel gesteld de economie te
wrichten en een sfeer van terreur te ent
ren. Als het leven in Huambo al is veras
derd, dan is dat in het werk van het vol
dat ondanks de oorlog doorgaat mett
wederopbouw".
De woorden van commissaris Ba»
vava krijgen het karakter van een off
ciële regeringsverklaring. Maar de toom
die van een man die wanhopig probeer
een onzichtbare vijand te verslaan in
onmetelijk en dunbevolkt land. Hij
ieder antwoord voorafgaan door een mi
prijzend gegrom.
„De Verenigde Staten en Zuid-Afn
ka", zegt hij, „willen ons land verbind!
ren de weg in te slaan die het gekozfl
heeft. De imperialisten hebben voor
vimbi gekozen zoals ook de Portugea
vroeger al voor Savimbi kozen. Dat
omdat onze de socialistische weg een i
vaar vertegenwoordigt voor Zuid-Afrïi
en dus voor hen. Zij betalen Savimbi, d»
zegt te strijden voor de bevrijding vï
het volk, maar juist bezig is het te vent
den".
Basovava geeft in zijn eigen terns
toe dat Savimbi's troepen er nog steed1
in slagen enorme vernielingen aan
richten en gebieden onbewoonbaar 11
maken en dat het leger niet in staat is te
hele land in voldoende mate te
„Iedere dag opnieuw vermoorden zip
benden burgers die zonder beschermitj
zijn en stelen ze hun bezittingen. Maat'
-hij verheft zijn stem- „Leger en Vuil
zijn één in het werken aan de wederop
bouw van wat is verwoest. De militairs
zijn een deel van het volk. Ze komen e
uit voort. Hun werk voor de verdedigd
van het land staat niet los van de wede
opbouw. Want de vijand tegemoet
den; dat is niet alleen hem met de w
pens bestrijden. Ook zij die metselt!
timmeren, het land bewerken, nemen oj
hun manier deel aan de strijd".
Is het echt mogelijk om in deze situ#
het maatschappelijk leven op gai
houden?
„Het antwoord is; geen ja en
neen. U hebt zelf in Huambo en o
ving kunnen zien waartoe wij in
zijn. Natuurlijk doen zich bestuurlijk'
problemen voor als gevolg van de oorlof
Wij kunnen de hulp die ons gebc'"
wordt door bevriende regeringen en i
dariteitsbewegingen goed gebruikt11
Maar de oplossing is praktisch onmof
üjk zonder dat er iets verandert in de H
ternationale structuren die de oorlog
de gang houden".
Commissaris Basovava staat op
aan te geven dat hij klaar is met zijn a»1
woord. Buiten zijn kamer zijn alle lichts
uit in het verlaten bestuursgebouw. Ot
der aan de trap in de hal schemert etf
wit borstbeeld op een witte standaal'
Vroeger was het de Portugese dictate
Salazar. Nu is het Agostinho Neto, dei-'
1979 overleden vader van de AngoW
onafhankelijkheid die ook nu nog
onmisbaar symbool is van die onafh#
kelijkheid.
op
en
Door Jan Koeset
DE NOODKLOK wordt
TV. Deze satellietzender 1
geboorte, vorig jaar. Maa
ment, geklungel met de a
en een erbarmelijke prog
Europa tv al om zeep ge:
ideëel bedoelde zender zich
Van alle kanten worden nu
een enkele reddingsboei is ui
enkele weken moet minister
deze zender de arena van de t
min of meer opgericht hoofd,
sterven.
Als de minister zijn finan
ciële steun staakt, is het ge
daan met de koopman. Dan zal
de zender uit Hilversum ver
dwijnen en mogelijk elders in de,
Europa opnieuw zijn tenten gei
opslaan. Een strop van tiental- po<
len miljoenen, verlies van nir
werk en een gemiste kans voor me
Nederland zich Europees op te mf
stellen. VCK
Europa TV, dat aanvullend
had moeten werken op de
Europese zenders, dat cultuur vo:
hoog in het vaandel had, dat
een elektronische brug tussen
de volkeren moest slaan, trekt Br
momenteel slechts 0,1 procent ch
kijkers. Ter vergelijking: Sky w«
Channel haalt de 0,3 procent, we
de BRT 1 scoort 0,8 procent en pa
Nederland 1 bereikt 15,1 pro- T\
cent, dus ongeveer 150 keer zo- bie
veel als Europa TV. Adver- op
teerders lopen met opgetrok- an
ken neus rond de Europese de
zender die het waagt om tien
maal zo hogere tarieven te
vragen als de STER. En de ki] - W1
ker gelooft het wel. Een inter- Du
nationaal weerbericht, het van en
Veronica geleende 'Count- Lë
down' en sport, altij d wel goed. j ai
Dat is het antwoord van de ge
Europese idealisten geworden ka
va
gal
VCK
LONDEN (UPI) - Roger Wa
ters, oprichter van de 20 jaar
oude rockgroep Pink Floyd,
heeft een rechtbank in Londen
gevraagd de groep te ontbin
den. Dit heeft een woordvoer
der van Waters verklaard.
Hij zei dat bassist Waters,
leider en voornaamste song-
schrijver van Pink Floyd, het
besluit heeft genomen omdat
hij meent dat de band 'creatief
op dood spoor is beland' en hij
'de integriteit en reputatie van
de groep' wil behouden. De an
dere leden van de groep, Dave
Gilmour en Nick Mason, zijn
°P de hoogte gebracht. Maar
oen woordvoerder van de pla
tenmaatschappij deelde mee
dat Gilmour en Mason met
Rick Wrigth, het ex-lid dat
oog veel met de band speelde,
bun toekomstplannen zullen
gaan bespreken. Zij vinden
dat ze Pink Floyd kunnen
voortzetten.
Waters, die zegt het over
grote deel van de jongste el-
Poos te hebben geschreven,
vroeg om ontbinding van de
groep om 'zijn belangen te be
schermen', aldus zijn woord
voerder.
De medio jaren zestig
gevormde band verkocht over
de hele wereld rond 60 miljoen
langspeelplaten. De meest suc
cesvolle plaat, 'Dark side of
the Moon', staat na 630 weken
Ppg steeds in de Amerikaanse
[Ptlijsten. Maar sinds 1983
hebben de groepsleden niet
Heer kunnen samenwerken en
ric
ca
Tl
zij
do
w<
co
aa
vo
en
AMSTERDAM (ANP) - Het
voortbestaan van het literair-
cultureel studententijdschrift
r°Pria Cures is voorlopig
v«rzekerd. Minister Brinkman
Van Welzijn, Volksgezondheid
eP Cultuur heeft besloten de
fubsidiëring van het blad te
hervatten. Hij komt daarmee
•^rug op zijn eerder ingeno-
/?en standpunt dat het 96-ja-
ge tijdschrift te weinig lite-
ra
he
kc
in
ru
nu
te
va
de
ka
sc