ifFÜ Volop belangstelling voor theologiestudie f f(-*» 'Er blijft plaats voor vijf katholieke theologische Zeevisserij voelt zich dupe van falend beleid - W3 voordelijkheid Goede naam Tilburg Derde wereld l^ebM/r.x'njuji RAMMATlCtE I G R f C ttacinnatim 1 In ufum Schol® Irasxianje. f* jjÈïSfe l - i ROf lRODAM(, mttM ItAAtl \V a s e x c J I I ftibFaiQA, in Foto. i L~.#- J. [fFRDAG 8 NOVEMBER 1986 t leiden de huisartsen onder jjerleden van de kerk op." ijchtiger kan drs. A. Reijnen, irvan de Hogeschool voor j]0gie en Pastoraat (HTP) in jen, zijn instelling nauweüjks ren. 13 en 14 november viert de 0lieke HTP met enige luister 20-jarig bestaan. Dat jubileum torden gemarkeerd door een ^verandering, want ook de [lense ambtsopleiding is de lSvan universiteit in de schoot orpen. gina van een boekje over Grit uit 1637, waarop voor het a :hola Erasmianae' voorkomt. ROND: Fragment uit een briej Hermann, graaf van Neuenah Cerk na Trente geen plaats oncilie van Trente bepaalde unenten geen uitdrukkingen >of en van door geloof ver- Ie en dat ze niet zozeer hulp- n voor het leven uit het ge- lat ze daadwerkelijk genade >ncilievaders wilden hiermee opvattingen veroordelen :rkelijkheid troffen ze veel de erasmiaanse, typisch ïanistische denkbeelden. De Erasmus' werken werd aan verboden en de auteur zelf hiedenis in als de voorloper innigheid en van alle zoge- rse -ismen die de contra-re- e Kerk meende te moeten X) kwam in de katholieke idernisme op, een gedachte onder invloed van de mo- ialistische filosofieën afwij- tegenover het bovennatuur- idsdienst en die bijvoorbeeld van de ongelovige histori- van de bijbel als juist aan- leze tijd ontdekten de histo- nus een modernist avant la ond de tweede Wereldoorlog vingsbeweging in de katho- pe opkwam en zich met het caans Concilie algemeen kon was Erasmus' uur geslagen, wat toen in progressieve de Rooms-katholieke Kerk werd, was niet reeds in Eras- iften te vinden. Vooral het de 'Nouvelle Théologie' in amelijk de Jezuïtentheologie Fourvière, ligt helemaal in de tsmus. Verschillende belang en van deze school, Henri de Daniélou, Hans Urs von arl Rahner, wijdden een of tudies aan Origenes, wiens als gezegd ook Erasmus was. nus gaf deze school ook een aders uit, de 'Sources chré- einde een herbronning van te bewerkstelligen. lubliceerde De Lubac 'Surna- hij poogde de basis van een umanisme te leggen door de in de Kerk van de Contra-re- comen was tussen natuur en of tussen menseüjk streven handelen of tussen wereld dichten. Het doel van De Lu- christenen te wijzen op hun lelijkheid voor de wereld om e voor de hedendaagse mens er te maken om zijn christe- te ontdekken, eckx drukte het destijds zo dan zal de wereld zich tot dse verwachtingen van de jodsdienst bekeren, wanneer h eerst bekeert tot de adel- iverwachtingen". Het is in het de Lubacs 'Surnaturel' dat !te stromingen in de theologie ,eke theologie en bevrijdings- Ijn opgekomen. Ie bladzijden van zijn studie iddeleeuwse exegese hekelde "e historici die van Erasmus, inde-eeuwse voorganger als ïanistische theoloog, een en een modernist hadden ge- n meer consertieve zijde werd echter zelf van Modernisme 1. In de vijftiger jaren mocht lang geen colleges meer ge le decreten en constituties van Vaticaans concilie, vooral t Spes', betekenden een offi- ning van de Lubacs christen- ;he theologie. Deze erkenning e jaren geleden nog eens be- want toen verleende paus Jo* ulus II aan de inmiddels ne- De Lubac de kardinaals- is is wetenschappelijk medewet" le Theologische Faculteit Tilburg Door Jan Bouwmans KAN de HTP, de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat in Heerlen, onbekommerd toosten op de vol gende 20 jaar Op het eerste ge zicht lijken zich toch wat donkere wolkjes samen te pakken. Onder wijsminister Deetman spreekt over de universiteiten alleen nog maar in termen van bezuinigen, inleveren, zelfs opheffen van faculteiten. De theologische faculteiten hebben tot nu toe alleen maar uitstel van exe cutie gehad. De minister heeft hen inmiddels een verkenningscommissie in het vooruit zicht gesteld, die hem op korte termijn plannen voor verdere taakverdeling en concentratie mag voorleggen. Hoe sterk staat dan in het hele spectrum van open bare en bijzondere theologische facultei ten een zelfstandige, uitsluitend theologi sche HTP-universiteit met niet meer dan 182 studenten? Maar ook op het katholieke erf van Nederland wordt -zij het nog fluiste rend - de vraag gesteld of de kerkprovin cie in staat dan wel bereid is vijf hoog waardige theologie-opleidingen (Amster dam, Utrecht, Tilburg, Nijmegen en Heerlen) in stand te houden nu er steeds meer gewoekerd moet worden met man kracht in de kerk Bovendien kun je je afvragen of het aanbod van theologie-op leidingen de vraag niet structureel over treft. En wat het voor Heerlen dan extra moeilijk maakt, is het gegeven dat de huidige bisschop van Roermond de Heerlense HTP nog altijd liever vandaag dan morgen ziet verdwijnen. Hij heeft zijn eigen Rolduc-seminarie en HTP'ers hoeven absoluut niet te rekenen op een werkkring in zijn diocees. Zal deze bis schoppelijke afwijzing zich nog wreken bij het verwerven van de officieel kerke lijke erkenning door Rome, iets dat de Nederlandse bisschoppen zo spoedig mogelijk willen bereiken voor de theolo gie-opleidingen en dat ongetwijfeld mede hun toekomst bepaalt? Rector Reijnen blijft onder deze op somming alleszins opgeruimd. Hij vindt de wolken niet zo donker dan ze mogen lijken. Heerlen heeft sterke kanten. „Ons instituut heeft de afgelopen 20 jaar 75 priesters opgeleverd. Ons rendement voor de personeelsvoorziening van de kerk ligt op 80 procent. Wij hebben een goede naam in Nederland. Onze oplei ding is van landelijke betekenis. Ik ben niet bevreesd dat de steun die wij lande lijk genieten, zullen gaan ontberen." Met Deetman is rector Reijnen relatief snel klaar. „Natuurlijk hebben wij de bui zien hangen. Al voor de laatste parle mentsverkiezingen lag er een plan bij de Tweede Kamer over de bekostiging van de bijzondere theologische faculteiten. Wij, dat wil zeggen de gereformeerde op leidingen in Kampen en Amersfoort en de katholieke in Amsterdam, Utrecht, Tilburg en Heerlen, hebben van de staat een aparte subsidieregeling. De staat geeft ons samen een hoofdsom, die dan via een verdeelsleutel onderling wordt verdeeld. De Nijmeegse faculteit valt hier buiten. Bezuinigen zullen ook wij moeten, want de jaarlijkse hoofdsom wordt verminderd. De bezuiniging nood zaakt tot samenwerking." Waarom zou het niet op sanering kun- HET T EKORT aan personeel in de ka tholieke kerk van Nederland mag alsmaar nijpender worden, belangstelling voor de theologiestudie is er wel degelijk. Een «verzicht van de studentenaantallen aan het begin van het academische jaar 1986/ 87- H.TJP.-Heerien: 182 studenten, waar- Theologstehe Faculteit Tilburg*. 282 stu denten, waarvan 61 nieuwe inschrijvingen. K.T.H.A.-Amsterdanu 240 studenten, waarvan 46 nieuwe inschrijvingen. K.TJ-LU.-Utrecht: 273 studenten, waar- Groot-seminarie Rolduc: 88 studenten, waarvan II nieuwe inschrijvingen. Opleiding Hoeven 42 studenten waar van 10 nieuwe Inschrijvingen. Bovendien verzorgen Heerlen, Tilburg, Utrecht en Amsterdam in opdracht van derden ook middelbare opleidingen theo logie, In Heerlen schreven zich hiervoor 19 nieuwe kandidaten in, in Tilburg 40 en in Amsterdam 42. Utrecht vermeldt deze groep niet afzonderlijk. Het aantal afgestudeerden over de aca demische jaren 1985/86 en 1986/97 be draagt in Utrecht 18, in Tilburg 26, In Heerlen 15 en in Amsterdam 43. Van Rol- duc worden er dit studiejaar 8 studenten priester gewijd en van Hoeven 3. De cijfers van Nijmegen ontbreken om dat die niet eenvoudig te verstrekken We ken te zijn. Rest de vermelding dat van het aantal theologiestudenten aan de academi sche opleidingen een derde tot hijna de helft vrouw is. Dit potentieel aan ambts dragers blijft in de RJCKerk nu eenmaal braak liggen. HTP vreest de toekomst niet nen uitdraaien? „Wij gaan nog steeds van vijf katho lieke theologie-instellingen uit. Mijns in ziens blijft er ook plaats voor dat aantal op grond van het draagvlak van de totale kerkprovincie. Maar samenwerking en taakverdeling tussen die vijf is een be staansvoorwaarde geworden, waarbij een regionale spreiding niet uit het oog mag worden verloren. Een'taakverdeling heb ben wij in Heerlen al gerealiseerd voor dat iemand het ons gevraagd had. Wij hebben namelijk maar één afstudeerrich ting: pastorale theologie. Dan rest ons slechts meer samenwerking. In oktober hebben wij een samenwerkingovereen- komst getekend met de faculteit van Nij megen, die zich uitstrekt over zowel on derwijs en onderzoek als kerkelijke en maatschappelijke dienstverlening. Basis van de samenwerking is het behoud van beider autonomie en het bijdragen aan eikaars profilering. In de praktijk bete kent het dat docenten voor beide instel lingen worden benoemd, dat docenten en studenten worden uitgewisseld en dat het lopende onderzoek aan beide faculteiten wordt geïnventariseerd om van daaruit de opleiding van onderzoekers ten be hoeve van de toekomst van de theologie- beoefening in Nederland te verdelen." De positie van Heerlen tegenover Nij megen was er volgens Reijnen bepaald niet een van zwakte. Nijmegen is in pro blemen gekomen omdat de faculteit daar door een bodem is gezakt wat het aantal studenten betreft. Naast een as Heerlen- Nijmegen ligt een as Amsterdam-Utrecht in de rede. Wordt dan niet de theologi sche faculteit Tilburg het kind van de re kening? De HTP-rector: „Tilburg is tijdens onze besprekingen al genoemd. Het wordt in de toekomst misschien wel de derde partner in het samenwerkingsver band. Heerlen en Nijmegen hebben in elk geval wel de harde afspraak gemaakt dat geen van beide nog afzonderlijk met derde partijen zal praten over samenwer king, maar uitsluitend en alleen samen." Bisschoppelijke steun is voor de HTP een groot politiek belang. „Wij bestaan", zegt rector Reijnen, „omdat wij ambts opleiding zijn. Zouden de bisschoppen verklaren dat Heerlen wat hun betreft geen ambtsopleiding meer is, dan zou Deetman ons een stuk gemakkelijker kunnen opdoeken. Maar het hangt niet alleen van de bisschoppen af. De HTP wordt ook gedragen door congregaties van priester-religieuzen, die er hun kan didaten laten studeren, al zijn er dat niet Rector Reijnen: Wij zijn altijd principieel bereid gebleven met het bisdom te praten. We zijn niet al tijd vriendelijk geweest. Maar ik heb niet voor niets in mijn rede bij de opening van het academische jaar uitvoerig over dialoog gespro ken. Die willen we met het bis dom. Maar dialoog wil wél zeggen dat de spelregels ervoor niet een zijdig worden bepaald. De stand punten aan gene zijde liggen ech ter vast. Wij hebben derhalve geen contact met bisschop, zijn staf of Rolduc. zo veel meer. En misschien ken ik te veel macht toe aan kerkelijke overheden. Mis schien dat de basis van de kerk nog meer tegenspel zou leveren." De Heerlense HTP trekt nog altijd studenten aan uit het hele land. De over heersende praktijkgerichtheid van deze opleiding blijkt grote aantrekkingskracht uit te oefenen. Mensen die al een andere beroeps- of academische opleiding achter de rug hebben, kiezen daarom voor Heerlen. Er is echter ook een andere ont wikkeling gaande. Naast de bestaande academische theologie-opleidingen ver rijzen steeds meer HBO-opIeidingen, die de bisschoppen weer in het leven roepen. De gevestigde ambtsopleidingen leveren voor hen namelijk veel te weinig rende ment op in de zin van celibataire pries ters. Nu hoeven die HBO-opleidingen en de academische elkaar niet te bijten, meent Reijnen. En de feitelijke gedrags lijn van de bisschoppen bewijst ook dat de HBO-opleidingen niet gericht zijn te gen de gevestigde faculteiten. „De bisschoppen van Groningen en Utrecht blijven de opleiding van hun kandidaten voor een groot deel toever trouwen aan de Katholieke Theologische Hogeschool Utrecht (KTHU) en dat zelfde zie je van de bisschoppen van Rot terdam en Haarlem ten opzichte van de Katholieke Theologische Hogeschool Amsterdam (KTHA). De bisschoppen staan immers ook voor de vraag van de kwaliteit van hun personeel. Alleen de pastorale en spirituele vorming nemen ze in eigen hand." Rest de kerkelijke erkenning van de gevestigde faculteiten door Rome, een zaak die al sleept sinds de bijzondere sy node van de Nederlandse bisschoppen in Rome in 1980. Volgens Reijnen is het nog steeds een pendelbeweging van Ne derlandse rapporten insturen en nieuwe vragen uit Rome krijgen. „Uit Rome is evenwel ook de duidelijke hint gekomen dat de vier nog niet erkende faculteiten (Amsterdam, Utrecht, Tilburg en Heer len) er goed aan doen om de kerkelijke erkenning gemeenschappelijk aan te vra gen", aldus de HTP-rector die daarin voor zijn instituut een versterking ziet. Trouwens, ofschoon geen enkele HTP'er van de bisschop van Roermond een aanstelling kan krijgen, kost het de Heerlense opleiding tot op de dag van vandaag geen moeite de nodige stage plaatsen in het Limburgse diocees te be machtigen. Contacten tussen de HTP- Heerlen en Rolduc bestaan er overigens nauwelijks, zelfs niet op het collegiale vlak. Met het oog hierop kreeg de in Rol duc opgeleide pastoor die onlangs werd benoemd in de parochie van Heerlen waarin ook de HTP staat, bij zijn benoe ming van het bisdom het consigne om vniet te proberen een oplossing te zoeken voor een probleem waarvoor het bisdom ook geen oplossing had kunnen vinden. Waarop de desbetreffende pastoor geantwoord moet hebben dat hem niet verboden kon worden om al zijn paro chianen te bezoeken. Hij heeft de HTP inmiddels ook bezocht, maar zo vanzelf sprekend zijn de betrekkingen dus niet. Een korte terugblik kan niet ontbre ken bij een 20-jarig jubileum. Rector Reijnen is niet van het begin af, maar de BOVENSTE FOTO: De Hogeschool voor Theologie en Pastoraat in Heerlen. - FOTO'S LIMBURGIA PERS laatste 18 jaar aan de HTP verbonden geweest. Het HTP-bestaan overziende, constateert hij een continue lijn, maar ook enkele breukvlakken. „De intentie waarmee de HTP werd opgericht, is overeind gebleven: een aca demische beroepsopleiding voor kerk en samenleving zijn. De oorspronkelijke op zet voor een pastoraal-theologische op leiding met een sterk missionaire inslag is ook intact gebleven. Onze gerichtheid op de kerk in de derde wereld is wel van karakter veranderd. Het luisteren naar de derde wereld staat nu voorop. Wij hebben sterke contacten met de derde wereld. Van de 21 stagiaires van dit jaar lopen er 10 hun stage in een derde we reldland. Ze moeten er een wetenschap pelijk verantwoord rapport van maken, dat zowel sociologische als pastoraal- theologische gegevens bevat. Daar ma ken onze docenten weer gebruik van voor verder onderzoek. Bovendien is door deze stages in de loop der jaren naast de wetenschappelijke informatie stroom een briefwisseling ontstaan met die landen. Onze docenten maken regel matig studiereizen naar derde wereldlan den en geven er gastcolleges. Door dit ai- les is op de HTP een vrij sterke missio naire beweging gegroeid die het hele rei len en zeden van ons instituut beïn vloedt. Daarin zijn wij toch vrij uniek." Breukvlakken zijn er ook, met name in het verwachtingspatroon. De HTP-Heer- len was net als TUburg, Utrecht en Am sterdam - en in het begin slechts enkele jaren het Theologisch Instituut Eindho ven - een gewijzigde voorzetting van een aantal besloten groot-seminaries. Gemikt werd op een kwalitatieve verbetering van de ambtsopleiding, die zich dicht bij de werkelijkheid voltrok en die open stond voor andere belangstellenden dan semi naristen. Reijnen: „De oorspronkelijke ver wachting was dat zo de toeloop naar het priesterschap zou stabiliseren of weer uitbreiden. Dat is dus achterwege geble ven." En dan is er uiteraard de breuk met een van de oprichters van het HTP ge weest: het bisdom Roermond. Rector Reijnen tot slot: „Wij zijn al tijd principieel bereid gebleven met het bisdom te praten. We zijn niet altijd vriendelijk geweest. Maar ik heb niet voor niets in mijn rede bij de opening van het academische jaar uitvoerig over dialoog gesproken. Die willen we met het bisdom. Maar dialoog wil wél zeggen dat de spelregels ervoor niet eenzijdig wor den bepaald. De standpunten aan gene zijde liggen echter vast. Wij hebben der halve geen contact met bisschop, zijn staf of Rolduc. Hoewel er een kleine ontwik keling is geweest: tussen onze katechese- afdeling en Rolduc is contact geweest voor de inventarisatie van stageplaatsen in Limburg." ET lijkt erop, of de visserij- °g op Europees niveau rondom gstbeperkingen, quota, strenge ■controles en fikse straffen nu 'P woedt op de visafslagen. cr vissers die stevige geldboetes jen wegens verzwijgen van gsten. Een onderzoek tegen ^ereede wegens fraudes met jjpgsten. Directeuren van ;en, die langdurig achter de es worden gezet en ervraagd. Want op de plagen wordt 'geknoeid', via t,'e boekhoudingen die 'grijze heten, of 'tweede markt' en controleurs van Haagse en sselse overheden simpelweg 'de npemen, ontduiking of Nd in geschrifte. Door Rinze Brandsma GEROMMEL met cijfers, vangsten ei> vissoorten: er is langzamerhand geen vissersplaats en visafslag meer d'e niet onder hevige verdenking stoat Directeuren en besturen 'waaronder, in het geval van Lau- wersoog, provinciaal gedeputeer den) zijn onderwerp van onderzoek en staan in de verdachtenbank. Vis sers ontvreemden en verbranden de administratie van een afslag, omdat zij bang zijn dat de eerlijk (maar in een aparte, dubbele boekhouding) bijgehouden vangst- en veilinggege- vens tegen hen en hun afslag ge bruikt zullen worden. Het lijkt, of in de visserij een beerput open is gegaan die erger stinkt dan rotte vis. Een wereldje en een bedrijfstak die naar buiten toe gesloten is. Maar be drijfsleider JBoerkamp van de Scheve- ningse visafslag wil wel praten. Graag zelfs. Want de slechte publiciteit zit hem en de andere afslagdirecteuren heel hoog. Boerkamp is, net als de meeste van zijn collega's, ambtenaar. Die afslagen heb ben een sleutelfunctie binnen de vissers plaatsen, waar de buitenwereld amper weet van heeft. Het zit Boerkamp en zijn collega's dwars, dat zij opgepakt worden als crimi nelen. Met een recent rapport van de Europese Commissie over het gemeen schappelijk beleid voor zich wil hij aan tonen, dat al die verhalen over geknoei, fraudes en misstanden overdreven zijn. Althans, dat het moeilijk anders kin. „Onze taak is niet om politieagent te spelen. Wij moeten de belangen beharti gen van alles wat met de visserij te ma ken- heeft. Intermediair tussen de vissers '7 Visafslagen aan de haak als aanvoerend en het visverwerkend be drijfsleven." Hij laakt het overheidsbeleid, waarin ministerie, Algemene Inspectie Dienst AID en Produktschap de afslagen geen ruimte geven om te werken met het be lang van de vissers voor ogen. „De vis sers willen niet alleen maar horen dat ze stil moeten liggen of dat de quota volge- vist zijn, ze willen de zekerheid dat hun bedrijf niet kapot gaat." Ook de contro leurs van de AID, die op last van Brus sel/Den Haag nu de afslagen bovenop de lip zitten, zou hij liever in de rol zien van een soort begripvolle, wijze wijkagent dan als „boetes uitdelende agenten op heksenjacht." „Nu al is de markt volledig ontwricht. Waar eerst een grijze markt was, ontstaat nu een zwarte. Waarin Zelfs het aanlan den van vis deels niet meer geregistreerd wordt, zoals wel verplicht is. Dat neemt toe, al hebben wij er niet precies zicht op. Maar daar vraügt dit beleid toch ook om?" Boerkamp constateert een sterk ge groeid wantrouwen bij de vissers in de afgelopen jaren. De Scheveningse visaf- slagbaas ziet, behalve in het opzetten van een administratie waar alle partijen ver trouwen in kunnen hebben en in het ma ken van een eerlijke, duidelijke verdeel sleutel, wel wat in het invoeren van de veilplicht, als instrument voor bescher ming. Maar dat alles dan wel in Europees verband. Want het zit de visafslagdirec- teuren het meeste hoog, dat Nederland op Europees niveau ten onrechte zo zwart afgeschilderd wordt. De EG-rapportage laat inderdaad van de andere vissende lidstaten minstens zo grove staaltjes zien van een falend ge meenschappelijk visserijbeleid. Er is geen land uitgezonderd, stuk voor stuk maken ze zich schuldig aan zwarte handel, een onmachtige overheid, ontbrekende, ge brekkige of zelfs onwillige controle, valse meldingen van kapiteins of in logboeken, weinig aandacht voor minimum maten, veel te Iaat doorgeven van vangstgege- vens aan Brussel. In dat ongrijpbare wereldje is Neder land de bonte hond, die volgens de EG- commissie „het slechtste figuur slaat van alle lidstaten wat betreft het voorkomen van overschrijding van zijn quota: de overbevissing gaat ondanks uitgebreide maatregelen nog steeds door, vissers zijn onvoldoende afgeschrikt door pakkans of toegepaste sancties." Maar, moet de EG toegeven, in Ne derland worden meer vissers daadwerke lijk vervolgd dan in enige andere lidstaat en wordt steeds meer personeel ingescha keld voor toezicht op naleving van de voorschriften. J. Boerkamp in Scheveningen en zijn collega's van de andere afslagen: „Wij zeggen dan, dat Nederland het boe tekleed krijgt aangemeten, terwijl in an dere landen de quota minstens ze erg, zo niet erger worden overtreden. Nederland wil Roomser zijn dan de Paus. Omdat wij de vangsten, afslagen en controle wél tot in de puntjes regelen, valt er bij ons ook meer waar te nemen." Maar de Nederlandse visser hééft toch ook boter op zijn hoofd? „Zijn Europese collega's ook, maar die boter zie je niet. Controle moet en regels moeten er zijn, maar dan wel eerlijk en niet zeggen van 'Nederland maakt er een potje van' en niet naar de andere EG-landen kijken." Daar komt bij, dat onze vissers de door Europa opgelegde quota niet eerlijk vinden. De capaciteit van onze vloot is te groot ten opzichte van wat ons is toege staan te vissen, terwijl andere landen - zoals Engeland - hun quota niet opge vist krijgen en de vloot zelfs mogen uit breiden. Maar quota zijn toch biologisch een bittere noodzaak om de zee niet leeg te stropen? Voor het behoud van visstand én visserij? Bij vissers hoef je met dat verhaal niet aan boord te komen. Boer kamp geeft toe, dat wij behoedzaam met de vis moeten blijven omspringen. „Maar biologen van het RIVO zeggen zelf dat de zee kóókt van de schol. Er kan best een behoorlijke verlichting komen in de verdeelsleutel. Dat hoort Brussel al zo lang, maar dat doet Brussel niet. Als je wilt beschermen, doe dat dan met de broedgebieden. Dat is ook beter te con troleren. De vis is er. Dan wil de visser man die kunnen opvissen ook." En dus die grijze of zwarte markt, fraude, dubbele boekhouding, geknoei? Boerkamp: „Die beschuldigingen zijn onjuist. Wij staan in een verkeerd dag licht. Maar met dit warrige overheidsbe leid is er voor ons geen mogelijkheid om de gang van zaken normaal te admini streren. Wij worden gemangeld tussen onze plichten naar de overheid en onze plichten naar de vissers en visverwer- kende bedrijven." <4**-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 27