ifFÜ
Volop belangstelling
voor theologiestudie
f
f(-*»
'Er blijft plaats voor vijf katholieke theologische
Zeevisserij voelt zich dupe van falend beleid
-
W3
voordelijkheid
Goede naam
Tilburg
Derde wereld
l^ebM/r.x'njuji
RAMMATlCtE
I G R f C
ttacinnatim
1 In ufum Schol®
Irasxianje.
f* jjÈïSfe
l
- i
ROf lRODAM(,
mttM ItAAtl \V a s e x c J I
I ftibFaiQA, in Foto.
i
L~.#-
J.
[fFRDAG 8 NOVEMBER 1986
t leiden de huisartsen onder
jjerleden van de kerk op."
ijchtiger kan drs. A. Reijnen,
irvan de Hogeschool voor
j]0gie en Pastoraat (HTP) in
jen, zijn instelling nauweüjks
ren.
13 en 14 november viert de
0lieke HTP met enige luister
20-jarig bestaan. Dat jubileum
torden gemarkeerd door een
^verandering, want ook de
[lense ambtsopleiding is de
lSvan universiteit in de schoot
orpen.
gina van een boekje over Grit
uit 1637, waarop voor het a
:hola Erasmianae' voorkomt.
ROND: Fragment uit een briej
Hermann, graaf van Neuenah
Cerk na Trente geen plaats
oncilie van Trente bepaalde
unenten geen uitdrukkingen
>of en van door geloof ver-
Ie en dat ze niet zozeer hulp-
n voor het leven uit het ge-
lat ze daadwerkelijk genade
>ncilievaders wilden hiermee
opvattingen veroordelen
:rkelijkheid troffen ze veel
de erasmiaanse, typisch
ïanistische denkbeelden. De
Erasmus' werken werd aan
verboden en de auteur zelf
hiedenis in als de voorloper
innigheid en van alle zoge-
rse -ismen die de contra-re-
e Kerk meende te moeten
X) kwam in de katholieke
idernisme op, een gedachte
onder invloed van de mo-
ialistische filosofieën afwij-
tegenover het bovennatuur-
idsdienst en die bijvoorbeeld
van de ongelovige histori-
van de bijbel als juist aan-
leze tijd ontdekten de histo-
nus een modernist avant la
ond de tweede Wereldoorlog
vingsbeweging in de katho-
pe opkwam en zich met het
caans Concilie algemeen kon
was Erasmus' uur geslagen,
wat toen in progressieve
de Rooms-katholieke Kerk
werd, was niet reeds in Eras-
iften te vinden. Vooral het
de 'Nouvelle Théologie' in
amelijk de Jezuïtentheologie
Fourvière, ligt helemaal in de
tsmus. Verschillende belang
en van deze school, Henri de
Daniélou, Hans Urs von
arl Rahner, wijdden een of
tudies aan Origenes, wiens
als gezegd ook Erasmus was.
nus gaf deze school ook een
aders uit, de 'Sources chré-
einde een herbronning van
te bewerkstelligen.
lubliceerde De Lubac 'Surna-
hij poogde de basis van een
umanisme te leggen door de
in de Kerk van de Contra-re-
comen was tussen natuur en
of tussen menseüjk streven
handelen of tussen wereld
dichten. Het doel van De Lu-
christenen te wijzen op hun
lelijkheid voor de wereld om
e voor de hedendaagse mens
er te maken om zijn christe-
te ontdekken,
eckx drukte het destijds zo
dan zal de wereld zich tot
dse verwachtingen van de
jodsdienst bekeren, wanneer
h eerst bekeert tot de adel-
iverwachtingen". Het is in het
de Lubacs 'Surnaturel' dat
!te stromingen in de theologie
,eke theologie en bevrijdings-
Ijn opgekomen.
Ie bladzijden van zijn studie
iddeleeuwse exegese hekelde
"e historici die van Erasmus,
inde-eeuwse voorganger als
ïanistische theoloog, een
en een modernist hadden ge-
n meer consertieve zijde werd
echter zelf van Modernisme
1. In de vijftiger jaren mocht
lang geen colleges meer ge
le decreten en constituties van
Vaticaans concilie, vooral
t Spes', betekenden een offi-
ning van de Lubacs christen-
;he theologie. Deze erkenning
e jaren geleden nog eens be-
want toen verleende paus Jo*
ulus II aan de inmiddels ne-
De Lubac de kardinaals-
is is wetenschappelijk medewet"
le Theologische Faculteit Tilburg
Door Jan Bouwmans
KAN de HTP, de Hogeschool voor
Theologie en Pastoraat in Heerlen,
onbekommerd toosten op de vol
gende 20 jaar Op het eerste ge
zicht lijken zich toch wat donkere
wolkjes samen te pakken. Onder
wijsminister Deetman spreekt over
de universiteiten alleen nog maar in
termen van bezuinigen, inleveren,
zelfs opheffen van faculteiten. De
theologische faculteiten hebben tot
nu toe alleen maar uitstel van exe
cutie gehad.
De minister heeft hen inmiddels een
verkenningscommissie in het vooruit
zicht gesteld, die hem op korte termijn
plannen voor verdere taakverdeling en
concentratie mag voorleggen. Hoe sterk
staat dan in het hele spectrum van open
bare en bijzondere theologische facultei
ten een zelfstandige, uitsluitend theologi
sche HTP-universiteit met niet meer dan
182 studenten?
Maar ook op het katholieke erf van
Nederland wordt -zij het nog fluiste
rend - de vraag gesteld of de kerkprovin
cie in staat dan wel bereid is vijf hoog
waardige theologie-opleidingen (Amster
dam, Utrecht, Tilburg, Nijmegen en
Heerlen) in stand te houden nu er steeds
meer gewoekerd moet worden met man
kracht in de kerk Bovendien kun je je
afvragen of het aanbod van theologie-op
leidingen de vraag niet structureel over
treft. En wat het voor Heerlen dan extra
moeilijk maakt, is het gegeven dat de
huidige bisschop van Roermond de
Heerlense HTP nog altijd liever vandaag
dan morgen ziet verdwijnen. Hij heeft
zijn eigen Rolduc-seminarie en HTP'ers
hoeven absoluut niet te rekenen op een
werkkring in zijn diocees. Zal deze bis
schoppelijke afwijzing zich nog wreken
bij het verwerven van de officieel kerke
lijke erkenning door Rome, iets dat de
Nederlandse bisschoppen zo spoedig
mogelijk willen bereiken voor de theolo
gie-opleidingen en dat ongetwijfeld mede
hun toekomst bepaalt?
Rector Reijnen blijft onder deze op
somming alleszins opgeruimd. Hij vindt
de wolken niet zo donker dan ze mogen
lijken. Heerlen heeft sterke kanten. „Ons
instituut heeft de afgelopen 20 jaar 75
priesters opgeleverd. Ons rendement
voor de personeelsvoorziening van de
kerk ligt op 80 procent. Wij hebben een
goede naam in Nederland. Onze oplei
ding is van landelijke betekenis. Ik ben
niet bevreesd dat de steun die wij lande
lijk genieten, zullen gaan ontberen."
Met Deetman is rector Reijnen relatief
snel klaar. „Natuurlijk hebben wij de bui
zien hangen. Al voor de laatste parle
mentsverkiezingen lag er een plan bij de
Tweede Kamer over de bekostiging van
de bijzondere theologische faculteiten.
Wij, dat wil zeggen de gereformeerde op
leidingen in Kampen en Amersfoort en
de katholieke in Amsterdam, Utrecht,
Tilburg en Heerlen, hebben van de staat
een aparte subsidieregeling. De staat
geeft ons samen een hoofdsom, die dan
via een verdeelsleutel onderling wordt
verdeeld. De Nijmeegse faculteit valt
hier buiten. Bezuinigen zullen ook wij
moeten, want de jaarlijkse hoofdsom
wordt verminderd. De bezuiniging nood
zaakt tot samenwerking."
Waarom zou het niet op sanering kun-
HET T EKORT aan personeel in de ka
tholieke kerk van Nederland mag alsmaar
nijpender worden, belangstelling voor de
theologiestudie is er wel degelijk. Een
«verzicht van de studentenaantallen aan
het begin van het academische jaar 1986/
87-
H.TJP.-Heerien: 182 studenten, waar-
Theologstehe Faculteit Tilburg*. 282 stu
denten, waarvan 61 nieuwe inschrijvingen.
K.T.H.A.-Amsterdanu 240 studenten,
waarvan 46 nieuwe inschrijvingen.
K.TJ-LU.-Utrecht: 273 studenten, waar-
Groot-seminarie Rolduc: 88 studenten,
waarvan II nieuwe inschrijvingen.
Opleiding Hoeven 42 studenten waar
van 10 nieuwe Inschrijvingen.
Bovendien verzorgen Heerlen, Tilburg,
Utrecht en Amsterdam in opdracht van
derden ook middelbare opleidingen theo
logie, In Heerlen schreven zich hiervoor
19 nieuwe kandidaten in, in Tilburg 40 en
in Amsterdam 42. Utrecht vermeldt deze
groep niet afzonderlijk.
Het aantal afgestudeerden over de aca
demische jaren 1985/86 en 1986/97 be
draagt in Utrecht 18, in Tilburg 26, In
Heerlen 15 en in Amsterdam 43. Van Rol-
duc worden er dit studiejaar 8 studenten
priester gewijd en van Hoeven 3.
De cijfers van Nijmegen ontbreken om
dat die niet eenvoudig te verstrekken We
ken te zijn. Rest de vermelding dat van het
aantal theologiestudenten aan de academi
sche opleidingen een derde tot hijna de
helft vrouw is. Dit potentieel aan ambts
dragers blijft in de RJCKerk nu eenmaal
braak liggen.
HTP vreest de toekomst niet
nen uitdraaien?
„Wij gaan nog steeds van vijf katho
lieke theologie-instellingen uit. Mijns in
ziens blijft er ook plaats voor dat aantal
op grond van het draagvlak van de totale
kerkprovincie. Maar samenwerking en
taakverdeling tussen die vijf is een be
staansvoorwaarde geworden, waarbij een
regionale spreiding niet uit het oog mag
worden verloren. Een'taakverdeling heb
ben wij in Heerlen al gerealiseerd voor
dat iemand het ons gevraagd had. Wij
hebben namelijk maar één afstudeerrich
ting: pastorale theologie. Dan rest ons
slechts meer samenwerking. In oktober
hebben wij een samenwerkingovereen-
komst getekend met de faculteit van Nij
megen, die zich uitstrekt over zowel on
derwijs en onderzoek als kerkelijke en
maatschappelijke dienstverlening. Basis
van de samenwerking is het behoud van
beider autonomie en het bijdragen aan
eikaars profilering. In de praktijk bete
kent het dat docenten voor beide instel
lingen worden benoemd, dat docenten en
studenten worden uitgewisseld en dat het
lopende onderzoek aan beide faculteiten
wordt geïnventariseerd om van daaruit
de opleiding van onderzoekers ten be
hoeve van de toekomst van de theologie-
beoefening in Nederland te verdelen."
De positie van Heerlen tegenover Nij
megen was er volgens Reijnen bepaald
niet een van zwakte. Nijmegen is in pro
blemen gekomen omdat de faculteit daar
door een bodem is gezakt wat het aantal
studenten betreft. Naast een as Heerlen-
Nijmegen ligt een as Amsterdam-Utrecht
in de rede. Wordt dan niet de theologi
sche faculteit Tilburg het kind van de re
kening?
De HTP-rector: „Tilburg is tijdens
onze besprekingen al genoemd. Het
wordt in de toekomst misschien wel de
derde partner in het samenwerkingsver
band. Heerlen en Nijmegen hebben in
elk geval wel de harde afspraak gemaakt
dat geen van beide nog afzonderlijk met
derde partijen zal praten over samenwer
king, maar uitsluitend en alleen samen."
Bisschoppelijke steun is voor de HTP
een groot politiek belang. „Wij bestaan",
zegt rector Reijnen, „omdat wij ambts
opleiding zijn. Zouden de bisschoppen
verklaren dat Heerlen wat hun betreft
geen ambtsopleiding meer is, dan zou
Deetman ons een stuk gemakkelijker
kunnen opdoeken. Maar het hangt niet
alleen van de bisschoppen af. De HTP
wordt ook gedragen door congregaties
van priester-religieuzen, die er hun kan
didaten laten studeren, al zijn er dat niet
Rector Reijnen: Wij zijn altijd
principieel bereid gebleven met het
bisdom te praten. We zijn niet al
tijd vriendelijk geweest. Maar ik
heb niet voor niets in mijn rede bij
de opening van het academische
jaar uitvoerig over dialoog gespro
ken. Die willen we met het bis
dom. Maar dialoog wil wél zeggen
dat de spelregels ervoor niet een
zijdig worden bepaald. De stand
punten aan gene zijde liggen ech
ter vast. Wij hebben derhalve geen
contact met bisschop, zijn staf of
Rolduc.
zo veel meer. En misschien ken ik te veel
macht toe aan kerkelijke overheden. Mis
schien dat de basis van de kerk nog meer
tegenspel zou leveren."
De Heerlense HTP trekt nog altijd
studenten aan uit het hele land. De over
heersende praktijkgerichtheid van deze
opleiding blijkt grote aantrekkingskracht
uit te oefenen. Mensen die al een andere
beroeps- of academische opleiding achter
de rug hebben, kiezen daarom voor
Heerlen. Er is echter ook een andere ont
wikkeling gaande. Naast de bestaande
academische theologie-opleidingen ver
rijzen steeds meer HBO-opIeidingen, die
de bisschoppen weer in het leven roepen.
De gevestigde ambtsopleidingen leveren
voor hen namelijk veel te weinig rende
ment op in de zin van celibataire pries
ters. Nu hoeven die HBO-opleidingen en
de academische elkaar niet te bijten,
meent Reijnen. En de feitelijke gedrags
lijn van de bisschoppen bewijst ook dat
de HBO-opleidingen niet gericht zijn te
gen de gevestigde faculteiten.
„De bisschoppen van Groningen en
Utrecht blijven de opleiding van hun
kandidaten voor een groot deel toever
trouwen aan de Katholieke Theologische
Hogeschool Utrecht (KTHU) en dat
zelfde zie je van de bisschoppen van Rot
terdam en Haarlem ten opzichte van de
Katholieke Theologische Hogeschool
Amsterdam (KTHA). De bisschoppen
staan immers ook voor de vraag van de
kwaliteit van hun personeel. Alleen de
pastorale en spirituele vorming nemen ze
in eigen hand."
Rest de kerkelijke erkenning van de
gevestigde faculteiten door Rome, een
zaak die al sleept sinds de bijzondere sy
node van de Nederlandse bisschoppen in
Rome in 1980. Volgens Reijnen is het
nog steeds een pendelbeweging van Ne
derlandse rapporten insturen en nieuwe
vragen uit Rome krijgen. „Uit Rome is
evenwel ook de duidelijke hint gekomen
dat de vier nog niet erkende faculteiten
(Amsterdam, Utrecht, Tilburg en Heer
len) er goed aan doen om de kerkelijke
erkenning gemeenschappelijk aan te vra
gen", aldus de HTP-rector die daarin
voor zijn instituut een versterking ziet.
Trouwens, ofschoon geen enkele
HTP'er van de bisschop van Roermond
een aanstelling kan krijgen, kost het de
Heerlense opleiding tot op de dag van
vandaag geen moeite de nodige stage
plaatsen in het Limburgse diocees te be
machtigen. Contacten tussen de HTP-
Heerlen en Rolduc bestaan er overigens
nauwelijks, zelfs niet op het collegiale
vlak. Met het oog hierop kreeg de in Rol
duc opgeleide pastoor die onlangs werd
benoemd in de parochie van Heerlen
waarin ook de HTP staat, bij zijn benoe
ming van het bisdom het consigne om
vniet te proberen een oplossing te zoeken
voor een probleem waarvoor het bisdom
ook geen oplossing had kunnen vinden.
Waarop de desbetreffende pastoor
geantwoord moet hebben dat hem niet
verboden kon worden om al zijn paro
chianen te bezoeken. Hij heeft de HTP
inmiddels ook bezocht, maar zo vanzelf
sprekend zijn de betrekkingen dus niet.
Een korte terugblik kan niet ontbre
ken bij een 20-jarig jubileum. Rector
Reijnen is niet van het begin af, maar de
BOVENSTE FOTO: De Hogeschool
voor Theologie en Pastoraat in Heerlen.
- FOTO'S LIMBURGIA PERS
laatste 18 jaar aan de HTP verbonden
geweest. Het HTP-bestaan overziende,
constateert hij een continue lijn, maar
ook enkele breukvlakken.
„De intentie waarmee de HTP werd
opgericht, is overeind gebleven: een aca
demische beroepsopleiding voor kerk en
samenleving zijn. De oorspronkelijke op
zet voor een pastoraal-theologische op
leiding met een sterk missionaire inslag
is ook intact gebleven. Onze gerichtheid
op de kerk in de derde wereld is wel van
karakter veranderd. Het luisteren naar
de derde wereld staat nu voorop. Wij
hebben sterke contacten met de derde
wereld. Van de 21 stagiaires van dit jaar
lopen er 10 hun stage in een derde we
reldland. Ze moeten er een wetenschap
pelijk verantwoord rapport van maken,
dat zowel sociologische als pastoraal-
theologische gegevens bevat. Daar ma
ken onze docenten weer gebruik van
voor verder onderzoek. Bovendien is
door deze stages in de loop der jaren
naast de wetenschappelijke informatie
stroom een briefwisseling ontstaan met
die landen. Onze docenten maken regel
matig studiereizen naar derde wereldlan
den en geven er gastcolleges. Door dit ai-
les is op de HTP een vrij sterke missio
naire beweging gegroeid die het hele rei
len en zeden van ons instituut beïn
vloedt. Daarin zijn wij toch vrij uniek."
Breukvlakken zijn er ook, met name in
het verwachtingspatroon. De HTP-Heer-
len was net als TUburg, Utrecht en Am
sterdam - en in het begin slechts enkele
jaren het Theologisch Instituut Eindho
ven - een gewijzigde voorzetting van een
aantal besloten groot-seminaries. Gemikt
werd op een kwalitatieve verbetering van
de ambtsopleiding, die zich dicht bij de
werkelijkheid voltrok en die open stond
voor andere belangstellenden dan semi
naristen.
Reijnen: „De oorspronkelijke ver
wachting was dat zo de toeloop naar het
priesterschap zou stabiliseren of weer
uitbreiden. Dat is dus achterwege geble
ven."
En dan is er uiteraard de breuk met
een van de oprichters van het HTP ge
weest: het bisdom Roermond.
Rector Reijnen tot slot: „Wij zijn al
tijd principieel bereid gebleven met het
bisdom te praten. We zijn niet altijd
vriendelijk geweest. Maar ik heb niet
voor niets in mijn rede bij de opening
van het academische jaar uitvoerig over
dialoog gesproken. Die willen we met het
bisdom. Maar dialoog wil wél zeggen dat
de spelregels ervoor niet eenzijdig wor
den bepaald. De standpunten aan gene
zijde liggen echter vast. Wij hebben der
halve geen contact met bisschop, zijn staf
of Rolduc. Hoewel er een kleine ontwik
keling is geweest: tussen onze katechese-
afdeling en Rolduc is contact geweest
voor de inventarisatie van stageplaatsen
in Limburg."
ET lijkt erop, of de visserij-
°g op Europees niveau rondom
gstbeperkingen, quota, strenge
■controles en fikse straffen nu
'P woedt op de visafslagen.
cr vissers die stevige geldboetes
jen wegens verzwijgen van
gsten. Een onderzoek tegen
^ereede wegens fraudes met
jjpgsten. Directeuren van
;en, die langdurig achter de
es worden gezet en
ervraagd. Want op de
plagen wordt 'geknoeid', via
t,'e boekhoudingen die 'grijze
heten, of 'tweede markt' en
controleurs van Haagse en
sselse overheden simpelweg
'de npemen, ontduiking of
Nd in geschrifte.
Door Rinze Brandsma
GEROMMEL met cijfers, vangsten
ei> vissoorten: er is langzamerhand
geen vissersplaats en visafslag meer
d'e niet onder hevige verdenking
stoat Directeuren en besturen
'waaronder, in het geval van Lau-
wersoog, provinciaal gedeputeer
den) zijn onderwerp van onderzoek
en staan in de verdachtenbank. Vis
sers ontvreemden en verbranden de
administratie van een afslag, omdat
zij bang zijn dat de eerlijk (maar in
een aparte, dubbele boekhouding)
bijgehouden vangst- en veilinggege-
vens tegen hen en hun afslag ge
bruikt zullen worden.
Het lijkt, of in de visserij een beerput
open is gegaan die erger stinkt dan rotte
vis.
Een wereldje en een bedrijfstak die
naar buiten toe gesloten is. Maar be
drijfsleider JBoerkamp van de Scheve-
ningse visafslag wil wel praten. Graag
zelfs. Want de slechte publiciteit zit hem
en de andere afslagdirecteuren heel hoog.
Boerkamp is, net als de meeste van zijn
collega's, ambtenaar. Die afslagen heb
ben een sleutelfunctie binnen de vissers
plaatsen, waar de buitenwereld amper
weet van heeft.
Het zit Boerkamp en zijn collega's
dwars, dat zij opgepakt worden als crimi
nelen. Met een recent rapport van de
Europese Commissie over het gemeen
schappelijk beleid voor zich wil hij aan
tonen, dat al die verhalen over geknoei,
fraudes en misstanden overdreven zijn.
Althans, dat het moeilijk anders kin.
„Onze taak is niet om politieagent te
spelen. Wij moeten de belangen beharti
gen van alles wat met de visserij te ma
ken- heeft. Intermediair tussen de vissers
'7
Visafslagen aan de haak
als aanvoerend en het visverwerkend be
drijfsleven."
Hij laakt het overheidsbeleid, waarin
ministerie, Algemene Inspectie Dienst
AID en Produktschap de afslagen geen
ruimte geven om te werken met het be
lang van de vissers voor ogen. „De vis
sers willen niet alleen maar horen dat ze
stil moeten liggen of dat de quota volge-
vist zijn, ze willen de zekerheid dat hun
bedrijf niet kapot gaat." Ook de contro
leurs van de AID, die op last van Brus
sel/Den Haag nu de afslagen bovenop de
lip zitten, zou hij liever in de rol zien van
een soort begripvolle, wijze wijkagent
dan als „boetes uitdelende agenten op
heksenjacht."
„Nu al is de markt volledig ontwricht.
Waar eerst een grijze markt was, ontstaat
nu een zwarte. Waarin Zelfs het aanlan
den van vis deels niet meer geregistreerd
wordt, zoals wel verplicht is. Dat neemt
toe, al hebben wij er niet precies zicht op.
Maar daar vraügt dit beleid toch ook
om?"
Boerkamp constateert een sterk ge
groeid wantrouwen bij de vissers in de
afgelopen jaren. De Scheveningse visaf-
slagbaas ziet, behalve in het opzetten van
een administratie waar alle partijen ver
trouwen in kunnen hebben en in het ma
ken van een eerlijke, duidelijke verdeel
sleutel, wel wat in het invoeren van de
veilplicht, als instrument voor bescher
ming.
Maar dat alles dan wel in Europees
verband. Want het zit de visafslagdirec-
teuren het meeste hoog, dat Nederland
op Europees niveau ten onrechte zo
zwart afgeschilderd wordt.
De EG-rapportage laat inderdaad van
de andere vissende lidstaten minstens zo
grove staaltjes zien van een falend ge
meenschappelijk visserijbeleid. Er is geen
land uitgezonderd, stuk voor stuk maken
ze zich schuldig aan zwarte handel, een
onmachtige overheid, ontbrekende, ge
brekkige of zelfs onwillige controle, valse
meldingen van kapiteins of in logboeken,
weinig aandacht voor minimum maten,
veel te Iaat doorgeven van vangstgege-
vens aan Brussel.
In dat ongrijpbare wereldje is Neder
land de bonte hond, die volgens de EG-
commissie „het slechtste figuur slaat van
alle lidstaten wat betreft het voorkomen
van overschrijding van zijn quota: de
overbevissing gaat ondanks uitgebreide
maatregelen nog steeds door, vissers zijn
onvoldoende afgeschrikt door pakkans
of toegepaste sancties."
Maar, moet de EG toegeven, in Ne
derland worden meer vissers daadwerke
lijk vervolgd dan in enige andere lidstaat
en wordt steeds meer personeel ingescha
keld voor toezicht op naleving van de
voorschriften.
J. Boerkamp in Scheveningen en zijn
collega's van de andere afslagen: „Wij
zeggen dan, dat Nederland het boe
tekleed krijgt aangemeten, terwijl in an
dere landen de quota minstens ze erg, zo
niet erger worden overtreden. Nederland
wil Roomser zijn dan de Paus. Omdat
wij de vangsten, afslagen en controle wél
tot in de puntjes regelen, valt er bij ons
ook meer waar te nemen."
Maar de Nederlandse visser hééft toch
ook boter op zijn hoofd? „Zijn Europese
collega's ook, maar die boter zie je niet.
Controle moet en regels moeten er zijn,
maar dan wel eerlijk en niet zeggen van
'Nederland maakt er een potje van' en
niet naar de andere EG-landen kijken."
Daar komt bij, dat onze vissers de
door Europa opgelegde quota niet eerlijk
vinden. De capaciteit van onze vloot is te
groot ten opzichte van wat ons is toege
staan te vissen, terwijl andere landen
- zoals Engeland - hun quota niet opge
vist krijgen en de vloot zelfs mogen uit
breiden.
Maar quota zijn toch biologisch een
bittere noodzaak om de zee niet leeg te
stropen? Voor het behoud van visstand
én visserij? Bij vissers hoef je met dat
verhaal niet aan boord te komen. Boer
kamp geeft toe, dat wij behoedzaam met
de vis moeten blijven omspringen.
„Maar biologen van het RIVO zeggen
zelf dat de zee kóókt van de schol. Er kan
best een behoorlijke verlichting komen in
de verdeelsleutel. Dat hoort Brussel al zo
lang, maar dat doet Brussel niet. Als je
wilt beschermen, doe dat dan met de
broedgebieden. Dat is ook beter te con
troleren. De vis is er. Dan wil de visser
man die kunnen opvissen ook."
En dus die grijze of zwarte markt,
fraude, dubbele boekhouding, geknoei?
Boerkamp: „Die beschuldigingen zijn
onjuist. Wij staan in een verkeerd dag
licht. Maar met dit warrige overheidsbe
leid is er voor ons geen mogelijkheid om
de gang van zaken normaal te admini
streren. Wij worden gemangeld tussen
onze plichten naar de overheid en onze
plichten naar de vissers en visverwer-
kende bedrijven."
<4**-