Met griezelen begint alle wetenschap Eco Labou: regeri] van/ODS WAGENINGERS MAKEN KUNSTMATIGE DIETEN TEGEN VLEUGELTJES Uit boeken en bladen VS, WES' WETENSCHAP Perzikluis bezit een onvoorstelbaar aanpassingsvermogen Bio-bak in de klas AMSTERDAN Internatio J UJJ B)i jjrjrj C J ifflral JUBILEUM-EXPOSITIE 350 JAAR VERZAMELAAR IN UTRECHT JAARCONG1 vraag de be1 T48 I DINSDAG 30 SEPTI IPO schiet met kanon op 'n luis Door Kees Buijs SOMMIGE MENSEN willen nog wel eens met een kanon op een vlieg schieten. Bij wijze van spreken dan. Maar in het Instituut voor Plan- tenziektenkundig Onderzoek in Wageningen schiet men met een kanon op een luis. Letterlijk. Ir. P. Mentink is Nederlands enige luizeschutter. Doorgaans niet in gezelschap van het 'hooggeëerd publiek' dat het vlooientheater frequenteert. Eerder van hooggeleerd publiek, want uit binnen- en buitenland komen wetenschappers hem op z'n vingers kijken. Je weet werkelijk niet wat je ziet. In een hoekje van het laboratorium van de afdeling entomo logie hangt achter een microscoop een potje met slablaadjes, bevolkt door een handvol slaluizen. Op hun rug een druppel zilververf, waaruit een ragfijn gouddraadje naar een stekkerpootje loopt. Alle spierbewegingen van de luis worden vertaald in elektrische stroomstootjes, en verschijnen op een monitor en een strook papier. Wie had gedacht dat zelfs een beestje van drie millimeter aan de monitor kon? Uit de patronen die op het scherm zichtbaar worden, en die het midden houden tussen een hart slag en een aardbeving, kan Mentink precies zien wanneer de luis zit te eten. Dat gaat namelijk niet een-twee-d rie. Een luis verricht eerst een serie proef boringen. Bevalt het blad, dan steekt ie z'n lange snuit steeds verder tussen de cellen. Z'n speeksel lost de celwanden enigszins op, en tenslotte stoot ie op een zeefvat. Dan, na twintig minuten, begint ie pas echt z'n voedsel op te zuigen. op perzik (najaar, winter, voorjaar) op ca. 400 planten, waaronder aardappel, biet, sla (zomer) O' De levenscyclus van de groene perzlkluls EEN WARE 'luis in de pels' van veel boeren en tuinders is de groene perzikluis. Die leeft 's zomers van aardappelen, suikerbieten, sla, paprika en nog zo'n vierhonderd andere plantesoorten. Erg kieskeurig is-ie niet. De perzikluis overwintert als ei onder meer op perzik bomen (1 in de figuur). In het voorjaar komen uit de eie ren ongevleugelde wijfjes (2), die -zonder dat er een mannetje aan te pas komt - vleugelloze dochters baren. Na enkele generaties ontstaan gevleugelde vrouwtjes (3), die wegvliegen en andere voedselplanten opzoeken. Bij aankomst beginnen ze weer vleugelloze dochters (4) te maken: in een leven van ongeveer twee weken vijftig tot honderd stuks. In het najaar, als de dagen korten en de temperaturen zakken, ontstaan naast gevleugelde vrouwtjes (5) ook ge vleugelde mannetjes (6). Die vliegen terug naar de plant waarop ze overwinteren (de zgn. winterwaardplant). Daar brengen de vrouwtjes ongevleugelde dochters (7) voort. Deze dochters paren met de mannetjes en zetten vervolgens de wintereieren af. Daarna begint het verhaal opnieuw. Maar dat is nog niet alles. Als de voedselplant waarop de levendbarende vrouwtjes wonen, te vol wordt, of als de plant niet genoeg voeding meer levert, gaan de vrouwtjes baby's produceren die voor het merendeel ge vleugeld worden (8), Deze verlaten de overbevolkte plant, op zoek (9) naar een nieuw restaurant. Daar begint het lieve leven van voren af aan (4). Ook het weer is van invloed op het ontstaan van ge vleugelde bladluizen in de zomer. Vleugelvorming treedt in de loop van de zomer meer dan eens op. Dat zorgt, mèt de snelle voortplanting, soms voor een ware luizenplaag. In een warme zomer zijn vijfhonderd miljoen perziklui zen per hectare aardappelen geen zeldzaamheid. Een perzikluis kan laagvliegend verhuizen naar an dere planten en akkers, maar ook als hoogvlieger. Bij heldere zon stijgt hij tot in de hogere luchtlagen, en laat zich meevoeren door de wind. Wordt de luis het vliegen moe, dan zakt-ie, en gaat op zoek naar een nieuwe voed selplant. Zo kunnen grote afstanden worden afgelegd. Uitzuigen Vervolgens brengt Mentink zijn geschut in stelling. Omdat een beetje kanon de hele lui zenkolonie in één keer zou verpulveren, bestaat het gele genheidswapen uit een injec tienaald, waar een nog fijner puntje bovenop is gezet. Die naald wordt met behulp van een fijnregelaar vlak voor de snuit van de luis gebracht. En terwijl die nietsvermoedend zit te zuigen, zorgt een stroom stoot voor de amputatie van zijn snuit. De luis is uitgezo gen; de arme snuiter. Via een piepklein pipetje wordt uit het stompje dat nog uit het blad steekt, plantesap opgevangen. Aan één microli ter (dat is éénduizendste milli liter) heeft Mentink genoeg om te analyseren welke stoffen de luis tijdens zijn speurtocht heeft opgezogen. Op basis van zijn analyses zijn inmiddels de eerste kunst matige diëten voor luizen sa mengesteld. De diëten kunnen invloed hebben op het al of niet krijgen van vleugels: hoe meer gevleugelde luizen, des te meer schade. Helaas: de mens krijgt er géén vleugels van. „Het winnen van plantesap uit de snuit lukt niet altijd", zegt Mentink. „Gemiddeld bij een op de vier luizen. De door snee van z'n snuit bijvoorbeeld is éénduizendste millimeter, en die van het pipet, hoe klein ook, altijd nog tweehonderd keer wijder." De stroomsnel heid van het plantesap uit het stompje loopt eveneens uiteen. Dr. P. Harrewijn, ir. P. Mentink en dr. ir. A. Minks in het IPO-laboratorium, waar slaluizen worden bespioneerd en bescho- ten. fotoipo „De grootste stroomsnelheid leverde in twee uur één micro liter sap op." „Op sla komen drie soorten slaluis voor", legt dr. P. Harre wijn uit. „We zijn er al meer dan tien jaar mee bezig. Lui zen in de sla zijn vervelend, voor de huisvrouw die de sla moet wassen, en voor de ex port, want sla met luis komt West-Duitsland gegarandeerd niet in." Er is de tuinders veel aan gelegen om een slasoort in handen te krijgen die de luis niet lust. Tegen de roodbruine slaluis is via een zgn. brug- kruising met een wilde sla soort een slaras gemaakt, waarop de roodbruine slaluis niet meer aan z'n trekken komt. De luis werkt dan wel z'n repertoire van proefboringen af. Maar als hij gaat zuigen, proeft hij iets dat 'm niet be valt, waarna hij even verder een nieuwe proefboring be gint. Pas na een dag geeft hij het op, dood of levend. Voor de meesten van ons is een bladluis een bladluis, maar in werkelijkheid zijn er vijfduizend soorten. En nog steeds ontstaan nieuwe va rianten. „We hebben drie nieuwe soorten zien ontstaan", aldus Harrewijn. „Een nieuwe soort kan ontstaan na pakweg honderd luizengeneraties. Sommige van die soorten ma ken het niet lang, maar enkele redden het wél en blijven in stand. Je ziet de natuurlijke selectie voor je ogen gebeuren. En dan denk je: de ouwe Dar win krijgt gelijk." Van de vijfduizend soorten komen er rond de achthonderd in Nederland voor. Ze voelen zich het meest thuis in gema tigde streken. In ons land heb ben ze helemaal een luizenle ven, omdat wij hun lievelings planten op grote velden bij elkaar hebben staan: de zgn. monocultures. Een veld met alleen maar bieten, of aardap pelen, is een waar paradijs, want de luis hoeft niet ver op stap. Veel bladluizen lusten namelijk maar een paar plan ten, en sommigen zelfs maar een. Wat dat betreft hebben ze het in tropische landen veel moeilijker. Zoeken kunnen ze namelijk niet. Ze landen op al les wat groen is. En daar staét wat groen door elkaar. Er is een groot aanbod aan ver keerde planten, en daardoor raken ze daar het spoor bijs ter. Virussen Bladluizen richten op vier manieren schade aan. Ze ont trekken voedingsstoffen aan de plant en verstoren de groei hormonenbalans: dat zijn nog vrij onschuldige activiteiten. Maar enkele tientallen soorten stoppen ook giftige stoffen in de plant, en brengen virussen over. Dat zijn de echte boos doeners. Omdat het bespuiten van planten niet helpt -de luis heeft zich al in de plant ge boord voordat het gif werkt- zoekt men naar andere be strijdingswijzen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de natuurlijke vijanden van de luis: lieveheersbeestjes en hun larven, de larven van gaas- vliegen, en parasieten zoals sluipwespen. Of door plante soorten resistent te maken, zo dat de luis er geen trek meer in heeft. De bladluis mag zich al eeu wen verheugen in de belang stelling van de mens. In 1695 tekende Antonie van Leeu wenhoek er een van achter zijn microscoop, met opmerke lijke nauwkeurigheid. In com puters zijn inmiddels meer dan twintigduizend weten schappelijke publikaties over de bladluis opgeslagen. En er moet nog veel meer zijn. Toch blijft het aantal over zichtswerken over het beestje in hoofdzaak beperkt tot een paar schoolboekjes. Maar daar komt binnenkort verandering in. Onder redactie van Harre wijn en dr. ir. A. Minks, hoofd van de afdeling entomologie van het IPO, verschijnt eind dit jhar het eerste van drie de len over bladluizen. „Een kookboekachtig idee", aldus Harrewijn. „Als je er gens in Argentinië zit, en je zoekt een natuurlijke vijand van een bladluis, dan vind je dat nu nog nergens. Daar is ons boek voor bedoeld. Het wordt geen boek met mooie verhalen. Voor de geïnteres seerde leek wordt het ook te duur. Maar als je alle tijd die erin is gestoken had moeten betalen, was het nog driemaal zo duur geworden." Standaardwerk Minks: „Je vindt er bijvoor beeld in beschreven hoe de bladluis is gebouwd, hoe hij zich voedt, zijn evolutie, de be strijdingswijzen. Maar ook hoe je een collectie aanlegt, een mooi preparaatje maakt, en aanwijzingingen hoe je een elektronenmicroscoop bij bladluizen het beste instelt." Het boek wordt het stan daardwerk op dit gebied, 'Aphids, their biology, naturaj enemies and control' gaa( twaalfhonderd pagina's tellen en verschijnt bij Elsevier. 44 auteurs uit de hele wereld, al len experts op hun terrein werken eraan mee. De totstandkoming van het boek is bijna even opmerkelijk als die van de bladluis zelf. Samen met de grote bladlui^ specialist dr. Hille Ris Lam- bers begonnen Minks en Har- rewijn drie jaar geleden auteurs te zoeken voor het boek, dat niemand in de blad- luiswereld ooit had aange. durfd. Een luizenbaan? Niet be. paald. „Het wordt een ellendig werk" verzekerde deze excen trieke, geniale autodidact zijn twee betrekkelijke buiten staanders. „Nou, dat werd het ook", erkent Harrewijn. Kort na het begin werd Hille Rj Lambers ziek, en in 1984 over leed hij. Intussen kwamen dt eerste bijdragen voor het boek binnen. Harrewijn: „We kon den niet meer terug." „Hille was te perfectionis tisch", aldus Minks. „Hij over het boek: het kan niet Hij zag door zijn fabelachtige kennis gewoon geen kans om een selectie te maken, die toch voor zo'n werk nodig is." „Je moet ook bedenken vult Harrewijn aan, „dat je niet alleen vijfduizend soorten bladluizen hebt, maar dat elke soort ook nog eens drie of vier gedaanten heeft. Dat maakt het thuisbrengen zo lastig." „Ik heb wel meegemaakt dat iemand bij Hille Ris Lam bers kwam met de resultaten van een onderzoek naar een luizensoort. Aardig onderzoek, zei Hille, alleen: u hebt een an dere luis bestudeerd dan denkt. Hij trok een la open, en liet zien welke luis hij voor zich had." Tijdens ons gesprek arri veert een brief van een van auteurs van het luizenboek een Engelsman: „Helaas kan ik een deel van de gegevens niet meer achterhalen, aange zien mijn collega inmiddels een succesvol restaurant is be gonnen." „Onze collega's in Engeland hebben een verschrikkelijk! tijd", aldus Minks. „Ze worden bij bosjes ontslagen. Mevrouw Thatcher draait de onder- zoekskraan dicht, omdat zi dat vanwege de landbouw overschotten niet meer nodis vindt." Harrewijn: „In elk geval gaan we daar eten." Nu maar afwachten of er le ven in de sla zit 2 U 'T Zo tekende Antonie van Leeuwenhoek in 1695 een blad luis, die hij op een pennetje voor z'n microscoop hield. Bij dt letters W en X is de vleugelaanleg te zien. Door Laur Crauzen VERBAZING IS het begin van alle wetenschap. Voor wie op de ruime bovenzaal van het Utrechtse Universi teitsmuseum aan de Bilt- straat heeft rondgeschui- feld, is deze fraaie spreuk niet langer waar. Wat daar aan weten schappelijk onderzoeksma teriaal onder de titel '350 jaar verzamelaar' bij elkaar is gebracht, wekt veel meer dan verbazing. De oorlogs uitrusting van een Borneose koppensneller, een kompleet kinderhoofd met muts, pluim en kraag op sterk wa ter, diverse kankergezwel len iri alcohol, gedroogde en uitgeprepareerde skeletten van menselijke embryo's en oude mismaakte mannen, een verzameling op plankjes vastgeschroefde bot-afwij- kingen en dierenogen, met lak bewerkte mensenharten, waterhoofdschedels, Sia mese tweelingen en nog veel meer in de tijd 'vastgeprikte' ellende. Dat wetenschap en kennis op griezelzucht en sensatie stoelen, zou een toe passelijke conclusie zijn uit het sinds 1636 in Utrecht verzamelde materiaal. De tentoonstelling is klein maar aangrijpend; zeker het geconserveerde, grotendeels menselijke materiaal. Het is een doorsnede door wat de geneesheren-hoogleraren Jan Bleuland (1756-1838), Bernhard Suerman (1783- 1862) en Albert Narath (1864- 1924) bij elkaar brachten. Om niet al te afhankelijk te zijn van de aanvoer van ma teriaal na een incidentele ophanging van een misdadi ger, of het lijk van een dood- gevonden, anonieme zwer ver, ging de voorsnijder Pe trus Koning (1787-1834) le vensechte wasmodellen ma ken van opengesneden li chamen. Ook daarvan zijn in Utrecht fraaie stalen te zien. En te midden van al die onvergankelijke, goed ge conserveerde vergankelijk heid staat een bordje met in het Latijn en Nederlands: „Zie dit vertrek is vol van ernstig zwijgende mensen; die noch een deugd noch een daad van zichzelf vermelden met trots; steeds met hun lot tevreden volharden ze wat hun ook naadre; meer dan dat: onderricht zelfs geven ze ook na hun dood." Toch bestaat de expositie niet alleen uit docerende skeletten. Er is bijvoorbeeld ook een prachtige tandart senkamer uit 1880 te zien. Overigens nauwelijks ge ruststellender dan de hui dige behandelkabinetten van kunststof en witgespo- ten materiaal. Grote bloem- modellen van hout, riet en papier maché en opgezette dieren uit alle windstreken. Daar is een tot draakje om gewerkte rog bij, afkomstig uit het rariteitenkabinet van een particuliere verzame laar in 1707. Wetenschappers zijn al- Bij de tandarts anno 1880. tijd al rare sinjoren geweest. Na het bekijken van wat er in het Utrechts universi teitsmuseum bij elkaar ge bracht is uit laboratoria, zolders en faculteitsverza melingen, kan niemand dat nog ontkennen. Of zou het - FOTO'tSTICRT effect op de hedendaagse kijker meer zeggen over |de museumbezoeker dan over de hooggeleerden uit de achttiende eeuw? Tot 1 december is de expo sitie '350 jaar verzamelaar' in Utrecht te zien. BEHALVE DE computer is ook de biotechnologische gistbak hard op weg zijn en tree in het klaslokaal te ma ken. Met subsidie van het mi nisterie van Handel en In dustrie zijn er in Engeland tachtig scholen in het be roepsonderwijs uitgekozen voor bijzonder proef onder wijs. Dat bestaat uit lessen rond een (beveiligde) mxni- kweekbak voor bacteriën, gisten en andere micro-or- ganismen, compleet met in troductiecursus en compu terprogramma. Fabrikanten van kaas, bierbrouwers en industriële pillendraaiers hopen zo op de lange duur aan beter opgeleid personeel voor hun laboratoria te ko men. Ontwerpers van deze mini-kweekbak zijn Geof frey Holt en Alan Bull van een bioresearchfirma aan de Universiteit van Kent, en Mike Bushell van de Uni versiteit van Surrey. „Wij hebben bier als uit komst. Wat Hebben jullie kaas Dat kan niet goed zijn." Het zal niet meer lang duren voordat geen leraar meer opkijkt van deze ge sprekjes in zijn klas. NARCOSE bij operaties dateert pas van 1847, ontdekt door de Schotse arts Simpson. Voor dien kwam het vooral op de snelheid van de chirurg aan, en op alcohol. Het record voor een beenamputatie in die dagen was 28 seconden. Meer bijzonderheden over chloroform zijn te vinden in het laatstverschenen nummer van Archimedes, natuurkundetijdschrift voor jon geren van de stichting IVIO. DE inlandse landbouwmethode op Borneo - ladang genoemd - is helemaal niet zo scha delijk voor het oerwoud als men wel denkt. Het zijn veel meer de houtkapmaatschappijen, die op een afschuwelijke manier roofbouw be drijven, terwijl de houtmarkt allang is inge zakt. Om die houtboeren terwille te zijn, wor den de inlandse boeren gedwongen 'beschaafd' gemaakt met het (valse) argument van cultu rele achterstand. Dat is een van de conclusies van de bro chure Borneo, oerwoud in ondergang, cultu ren op drift' van Jan. B. Avé van het Rijksmu seum voor Volkenkunde in Leiden en d* Britse socioloog dr. V. King. Het werkje hoof bij een gelijknamige expositie in het Lei&e museum. JUIST nu Marie na veertien jaar wijzer is ge worden, en stopt met actievoeren voor betere en gelijke onderwijskansen voor meisjes, is folder Thea studeert techniek verschenen Hierin doen de drie technische universiteiten in ons land uit de doeken, waarom een inge' nieursstudie ook bijzondergeschikt is voo' meisjes. Van donderdagmiddag 2 tot vrijdag middag 3 oktober kunnen meisjes uit de dril hoogste klassen van het VWO (met wiskund' B en natuurkunde in hun eindexamenpakke' in Delft, Twente of Eindhoven aan een techni sche toekomst komen snuffelen. Inlichting® bij de drie genoemde universiteiten, die zie' vanwege de woordspeling voor deze ene nog TH's noemen. - WASHINGTON (ANP) - Aan de ed nomische koude oq log tussen de Vq enigde Staten ene zijds en West-Duit land en Japan ande zijds is voorlopig e| einde gekomen. De betrokken partijen hl ben ingezien dat het weil zin heeft elkaar voortdurJ de Zwarte Piet toe te spej inzake de onevenwichtighe in de handel. Elk land zal I Van onze corres LONDEN - De Britse Laboi ren in Blackpool haar jaaq nen, verwacht niet dat zij eenkomsten zal moeten belej servatieve premier Thatch mentsverkiezingen uitschrijf Hoewel Thatcher tot junil ven, voorspellen praktisch af nemers algemene verkiezing de zomer van 1987. Labourleider Neil Kinno over een jaar de nieuwe pr| Brittannië zal wezen. Dat door velen wordt gedeeld. Times schijnt een Labourov lijk te achten. Gisteren géi Britse socialistische partij d| de komende verkiezingscan ters op te hangen met een nd Welding van een zure Margj daaronder in koeien van „Wilt u nog vijf jaar dit medi^ De Britse socialisten begon congres met schoon schip te 1 de excessen van hun militaij Acht leden van Labours 'Mij die een extreme politiek hadd gemeentebestuur van Liverp nitief uit de partij geschod kwijt," zei Labourleider Kinn| De acht hadden herhaald zijn positie als leider te orl handelswijze was strijdig mq ment. Neil Kinnock en zijn partij| Labour van de week een gen vriendelijk imago te geven. maar wel een rode roos is nu de Britse socialistische partijl stelt Groot-Brittannië komp| van alles wat te maken heeft 1 Onder Labour zullen alle k| het land worden gesloten. H11 vijf tot twintig jaar in beslag 1 ben de les van Tsjernobyl gé BEURSOVERZICHT AMSTERDAM (ANP) - De Amster damse effectenbeurs is de nieuwe week in een zwakke stemming begon nen. Onder invloed van de koersdaling voor de dollar en de monetaire onze kerheden overheerste het aanbod. De internationale waarden hadden hier van het meeste te lijden, maar ook fondsen als AEGON, Océ-van der Grinten en Nijverdal-Ten Ca te moes ten terug. Op de obligatiemarkt kon den de verleden week ingenomen stel lingen worden behouden. Unilever werd aan het eind van de ochtend ƒ6,50 lager verhandeld dan vrijdag op 474,50. Akzo verloor al snel bijna f3 op 143,70 en Koninklijke Olie ging 2 achteruit tot 200. Hoogovens zakte 1,70 tot 58. Van de financiële fondsen ging ABN 6 terug naar 542. Amro Bank gaf ƒ1,40 prijs op ƒ94 evenals Middenstands bank op ƒ213. Océ-van der Grinten ging na een iets hoger begin later 3 omlaag naar 530 en Nijverdal liet 2 liggen op 140. Na de mislukte claimemissie van Bührmann-Tetterode noteerden de aandelen maandag 1,50 lager op 201,50. De emissie had het beurskli- maat tegen en de uitgiftekoers van de nieuwe aandelen lag boven de beurs koers. De banken die met de aandelen zijn blijven zitten, zullen trachten deze zo snel mogelijk te slijten en hierdoor wordt in de komende weken koersdruk verwacht KNP verloor 1,70 op 151. Een flink verlies was weggelegd voor verzekeaar AEGON die 4 moest inle veren op 92. Verder konden de meeste andere hoofdfondsen de verliezen beperken tot enkele dubbeltjes, terwijl een aan tal andere waarden in deze afdeling de 7V4 aeneas 8% antonius (oostb.) 7% antonius (oostb.) 5 V« congr.o.l.v. lourdes daniel de brouwer 8Vi gasthuis (tilburg) 8V« gasthuis (tilburg) 4Vs gasthuis (tilburg) 4V4 gasthuis (tilburg) >7% hooghuys (het) 1* klokkenberg 1 7tt liduina 8ty prot.z.hs ('s-h'bosch) 8 protz.hs ('s-h'bosch) 7% protz.hs ('s-h'bosch)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 4