Met griezelen begint
alle wetenschap
Eco
Labou:
regeri]
van/ODS
WAGENINGERS MAKEN KUNSTMATIGE DIETEN TEGEN VLEUGELTJES
Uit boeken en bladen
VS, WES'
WETENSCHAP
Perzikluis bezit een
onvoorstelbaar
aanpassingsvermogen
Bio-bak
in
de klas
AMSTERDAN
Internatio
J UJJ B)i jjrjrj C J ifflral
JUBILEUM-EXPOSITIE 350 JAAR VERZAMELAAR IN UTRECHT
JAARCONG1
vraag de be1
T48 I DINSDAG 30 SEPTI
IPO schiet
met kanon
op 'n luis
Door Kees Buijs
SOMMIGE MENSEN willen nog wel eens met een kanon op een vlieg
schieten. Bij wijze van spreken dan. Maar in het Instituut voor Plan-
tenziektenkundig Onderzoek in Wageningen schiet men met een kanon
op een luis. Letterlijk.
Ir. P. Mentink is Nederlands enige luizeschutter. Doorgaans niet in gezelschap
van het 'hooggeëerd publiek' dat het vlooientheater frequenteert. Eerder van
hooggeleerd publiek, want uit binnen- en buitenland komen wetenschappers hem
op z'n vingers kijken.
Je weet werkelijk niet wat je ziet. In een hoekje van het laboratorium van de afdeling entomo
logie hangt achter een microscoop een potje met slablaadjes, bevolkt door een handvol slaluizen.
Op hun rug een druppel zilververf, waaruit een ragfijn gouddraadje naar een stekkerpootje loopt.
Alle spierbewegingen van de luis worden vertaald in elektrische stroomstootjes, en verschijnen op
een monitor en een strook papier.
Wie had gedacht dat zelfs een beestje van drie millimeter aan de monitor kon?
Uit de patronen die op het scherm zichtbaar worden, en die het midden houden tussen een hart
slag en een aardbeving, kan Mentink precies zien wanneer de luis zit te eten. Dat gaat namelijk
niet een-twee-d rie. Een luis
verricht eerst een serie proef
boringen. Bevalt het blad, dan
steekt ie z'n lange snuit steeds
verder tussen de cellen. Z'n
speeksel lost de celwanden
enigszins op, en tenslotte stoot
ie op een zeefvat. Dan, na
twintig minuten, begint ie pas
echt z'n voedsel op te zuigen.
op perzik
(najaar, winter, voorjaar)
op ca. 400 planten, waaronder
aardappel, biet, sla (zomer)
O'
De levenscyclus van de groene perzlkluls
EEN WARE 'luis in de pels' van veel boeren en tuinders is
de groene perzikluis. Die leeft 's zomers van aardappelen,
suikerbieten, sla, paprika en nog zo'n vierhonderd andere
plantesoorten. Erg kieskeurig is-ie niet.
De perzikluis overwintert als ei onder meer op perzik
bomen (1 in de figuur). In het voorjaar komen uit de eie
ren ongevleugelde wijfjes (2), die -zonder dat er een
mannetje aan te pas komt - vleugelloze dochters baren.
Na enkele generaties ontstaan gevleugelde vrouwtjes (3),
die wegvliegen en andere voedselplanten opzoeken. Bij
aankomst beginnen ze weer vleugelloze dochters (4) te
maken: in een leven van ongeveer twee weken vijftig tot
honderd stuks.
In het najaar, als de dagen korten en de temperaturen
zakken, ontstaan naast gevleugelde vrouwtjes (5) ook ge
vleugelde mannetjes (6). Die vliegen terug naar de plant
waarop ze overwinteren (de zgn. winterwaardplant).
Daar brengen de vrouwtjes ongevleugelde dochters (7)
voort. Deze dochters paren met de mannetjes en zetten
vervolgens de wintereieren af. Daarna begint het verhaal
opnieuw.
Maar dat is nog niet alles. Als de voedselplant waarop
de levendbarende vrouwtjes wonen, te vol wordt, of als
de plant niet genoeg voeding meer levert, gaan de
vrouwtjes baby's produceren die voor het merendeel ge
vleugeld worden (8), Deze verlaten de overbevolkte plant,
op zoek (9) naar een nieuw restaurant. Daar begint het
lieve leven van voren af aan (4).
Ook het weer is van invloed op het ontstaan van ge
vleugelde bladluizen in de zomer. Vleugelvorming treedt
in de loop van de zomer meer dan eens op. Dat zorgt, mèt
de snelle voortplanting, soms voor een ware luizenplaag.
In een warme zomer zijn vijfhonderd miljoen perziklui
zen per hectare aardappelen geen zeldzaamheid.
Een perzikluis kan laagvliegend verhuizen naar an
dere planten en akkers, maar ook als hoogvlieger. Bij
heldere zon stijgt hij tot in de hogere luchtlagen, en laat
zich meevoeren door de wind. Wordt de luis het vliegen
moe, dan zakt-ie, en gaat op zoek naar een nieuwe voed
selplant. Zo kunnen grote afstanden worden afgelegd.
Uitzuigen
Vervolgens brengt Mentink
zijn geschut in stelling. Omdat
een beetje kanon de hele lui
zenkolonie in één keer zou
verpulveren, bestaat het gele
genheidswapen uit een injec
tienaald, waar een nog fijner
puntje bovenop is gezet. Die
naald wordt met behulp van
een fijnregelaar vlak voor de
snuit van de luis gebracht. En
terwijl die nietsvermoedend
zit te zuigen, zorgt een stroom
stoot voor de amputatie van
zijn snuit. De luis is uitgezo
gen; de arme snuiter.
Via een piepklein pipetje
wordt uit het stompje dat nog
uit het blad steekt, plantesap
opgevangen. Aan één microli
ter (dat is éénduizendste milli
liter) heeft Mentink genoeg om
te analyseren welke stoffen de
luis tijdens zijn speurtocht
heeft opgezogen.
Op basis van zijn analyses
zijn inmiddels de eerste kunst
matige diëten voor luizen sa
mengesteld. De diëten kunnen
invloed hebben op het al of
niet krijgen van vleugels: hoe
meer gevleugelde luizen, des
te meer schade. Helaas: de
mens krijgt er géén vleugels
van.
„Het winnen van plantesap
uit de snuit lukt niet altijd",
zegt Mentink. „Gemiddeld bij
een op de vier luizen. De door
snee van z'n snuit bijvoorbeeld
is éénduizendste millimeter,
en die van het pipet, hoe klein
ook, altijd nog tweehonderd
keer wijder." De stroomsnel
heid van het plantesap uit het
stompje loopt eveneens uiteen.
Dr. P. Harrewijn, ir. P. Mentink en dr. ir. A. Minks in het IPO-laboratorium, waar slaluizen worden bespioneerd en bescho-
ten. fotoipo
„De grootste stroomsnelheid
leverde in twee uur één micro
liter sap op."
„Op sla komen drie soorten
slaluis voor", legt dr. P. Harre
wijn uit. „We zijn er al meer
dan tien jaar mee bezig. Lui
zen in de sla zijn vervelend,
voor de huisvrouw die de sla
moet wassen, en voor de ex
port, want sla met luis komt
West-Duitsland gegarandeerd
niet in."
Er is de tuinders veel aan
gelegen om een slasoort in
handen te krijgen die de luis
niet lust. Tegen de roodbruine
slaluis is via een zgn. brug-
kruising met een wilde sla
soort een slaras gemaakt,
waarop de roodbruine slaluis
niet meer aan z'n trekken
komt.
De luis werkt dan wel z'n
repertoire van proefboringen
af. Maar als hij gaat zuigen,
proeft hij iets dat 'm niet be
valt, waarna hij even verder
een nieuwe proefboring be
gint. Pas na een dag geeft hij
het op, dood of levend.
Voor de meesten van ons is
een bladluis een bladluis,
maar in werkelijkheid zijn er
vijfduizend soorten. En nog
steeds ontstaan nieuwe va
rianten. „We hebben drie
nieuwe soorten zien ontstaan",
aldus Harrewijn. „Een nieuwe
soort kan ontstaan na pakweg
honderd luizengeneraties.
Sommige van die soorten ma
ken het niet lang, maar enkele
redden het wél en blijven in
stand. Je ziet de natuurlijke
selectie voor je ogen gebeuren.
En dan denk je: de ouwe Dar
win krijgt gelijk."
Van de vijfduizend soorten
komen er rond de achthonderd
in Nederland voor. Ze voelen
zich het meest thuis in gema
tigde streken. In ons land heb
ben ze helemaal een luizenle
ven, omdat wij hun lievelings
planten op grote velden bij
elkaar hebben staan: de zgn.
monocultures. Een veld met
alleen maar bieten, of aardap
pelen, is een waar paradijs,
want de luis hoeft niet ver op
stap. Veel bladluizen lusten
namelijk maar een paar plan
ten, en sommigen zelfs maar
een.
Wat dat betreft hebben ze
het in tropische landen veel
moeilijker. Zoeken kunnen ze
namelijk niet. Ze landen op al
les wat groen is. En daar staét
wat groen door elkaar. Er is
een groot aanbod aan ver
keerde planten, en daardoor
raken ze daar het spoor bijs
ter.
Virussen
Bladluizen richten op vier
manieren schade aan. Ze ont
trekken voedingsstoffen aan
de plant en verstoren de groei
hormonenbalans: dat zijn nog
vrij onschuldige activiteiten.
Maar enkele tientallen soorten
stoppen ook giftige stoffen in
de plant, en brengen virussen
over. Dat zijn de echte boos
doeners.
Omdat het bespuiten van
planten niet helpt -de luis
heeft zich al in de plant ge
boord voordat het gif werkt-
zoekt men naar andere be
strijdingswijzen. Bijvoorbeeld
door gebruik te maken van de
natuurlijke vijanden van de
luis: lieveheersbeestjes en hun
larven, de larven van gaas-
vliegen, en parasieten zoals
sluipwespen. Of door plante
soorten resistent te maken, zo
dat de luis er geen trek meer
in heeft.
De bladluis mag zich al eeu
wen verheugen in de belang
stelling van de mens. In 1695
tekende Antonie van Leeu
wenhoek er een van achter
zijn microscoop, met opmerke
lijke nauwkeurigheid. In com
puters zijn inmiddels meer
dan twintigduizend weten
schappelijke publikaties over
de bladluis opgeslagen. En er
moet nog veel meer zijn.
Toch blijft het aantal over
zichtswerken over het beestje
in hoofdzaak beperkt tot een
paar schoolboekjes. Maar daar
komt binnenkort verandering
in. Onder redactie van Harre
wijn en dr. ir. A. Minks, hoofd
van de afdeling entomologie
van het IPO, verschijnt eind
dit jhar het eerste van drie de
len over bladluizen.
„Een kookboekachtig idee",
aldus Harrewijn. „Als je er
gens in Argentinië zit, en je
zoekt een natuurlijke vijand
van een bladluis, dan vind je
dat nu nog nergens. Daar is
ons boek voor bedoeld. Het
wordt geen boek met mooie
verhalen. Voor de geïnteres
seerde leek wordt het ook te
duur. Maar als je alle tijd die
erin is gestoken had moeten
betalen, was het nog driemaal
zo duur geworden."
Standaardwerk
Minks: „Je vindt er bijvoor
beeld in beschreven hoe de
bladluis is gebouwd, hoe hij
zich voedt, zijn evolutie, de be
strijdingswijzen. Maar ook
hoe je een collectie aanlegt,
een mooi preparaatje maakt,
en aanwijzingingen hoe je een
elektronenmicroscoop bij
bladluizen het beste instelt."
Het boek wordt het stan
daardwerk op dit gebied,
'Aphids, their biology, naturaj
enemies and control' gaa(
twaalfhonderd pagina's tellen
en verschijnt bij Elsevier. 44
auteurs uit de hele wereld, al
len experts op hun terrein
werken eraan mee.
De totstandkoming van het
boek is bijna even opmerkelijk
als die van de bladluis zelf.
Samen met de grote bladlui^
specialist dr. Hille Ris Lam-
bers begonnen Minks en Har-
rewijn drie jaar geleden
auteurs te zoeken voor het
boek, dat niemand in de blad-
luiswereld ooit had aange.
durfd.
Een luizenbaan? Niet be.
paald. „Het wordt een ellendig
werk" verzekerde deze excen
trieke, geniale autodidact zijn
twee betrekkelijke buiten
staanders. „Nou, dat werd het
ook", erkent Harrewijn. Kort
na het begin werd Hille Rj
Lambers ziek, en in 1984 over
leed hij. Intussen kwamen dt
eerste bijdragen voor het boek
binnen. Harrewijn: „We kon
den niet meer terug."
„Hille was te perfectionis
tisch", aldus Minks. „Hij
over het boek: het kan niet
Hij zag door zijn fabelachtige
kennis gewoon geen kans om
een selectie te maken, die toch
voor zo'n werk nodig is."
„Je moet ook bedenken
vult Harrewijn aan, „dat je
niet alleen vijfduizend soorten
bladluizen hebt, maar dat elke
soort ook nog eens drie of vier
gedaanten heeft. Dat maakt
het thuisbrengen zo lastig."
„Ik heb wel meegemaakt
dat iemand bij Hille Ris Lam
bers kwam met de resultaten
van een onderzoek naar een
luizensoort. Aardig onderzoek,
zei Hille, alleen: u hebt een an
dere luis bestudeerd dan
denkt. Hij trok een la open, en
liet zien welke luis hij voor
zich had."
Tijdens ons gesprek arri
veert een brief van een van
auteurs van het luizenboek
een Engelsman: „Helaas kan
ik een deel van de gegevens
niet meer achterhalen, aange
zien mijn collega inmiddels
een succesvol restaurant is be
gonnen."
„Onze collega's in Engeland
hebben een verschrikkelijk!
tijd", aldus Minks. „Ze worden
bij bosjes ontslagen. Mevrouw
Thatcher draait de onder-
zoekskraan dicht, omdat zi
dat vanwege de landbouw
overschotten niet meer nodis
vindt."
Harrewijn: „In elk geval
gaan we daar eten."
Nu maar afwachten of er le
ven in de sla zit
2 U 'T
Zo tekende Antonie van Leeuwenhoek in 1695 een blad
luis, die hij op een pennetje voor z'n microscoop hield. Bij dt
letters W en X is de vleugelaanleg te zien.
Door Laur Crauzen
VERBAZING IS het begin
van alle wetenschap. Voor
wie op de ruime bovenzaal
van het Utrechtse Universi
teitsmuseum aan de Bilt-
straat heeft rondgeschui-
feld, is deze fraaie spreuk
niet langer waar.
Wat daar aan weten
schappelijk onderzoeksma
teriaal onder de titel '350
jaar verzamelaar' bij elkaar
is gebracht, wekt veel meer
dan verbazing. De oorlogs
uitrusting van een Borneose
koppensneller, een kompleet
kinderhoofd met muts,
pluim en kraag op sterk wa
ter, diverse kankergezwel
len iri alcohol, gedroogde en
uitgeprepareerde skeletten
van menselijke embryo's en
oude mismaakte mannen,
een verzameling op plankjes
vastgeschroefde bot-afwij-
kingen en dierenogen, met
lak bewerkte mensenharten,
waterhoofdschedels, Sia
mese tweelingen en nog veel
meer in de tijd 'vastgeprikte'
ellende. Dat wetenschap en
kennis op griezelzucht en
sensatie stoelen, zou een toe
passelijke conclusie zijn uit
het sinds 1636 in Utrecht
verzamelde materiaal.
De tentoonstelling is klein
maar aangrijpend; zeker het
geconserveerde, grotendeels
menselijke materiaal. Het is
een doorsnede door wat de
geneesheren-hoogleraren
Jan Bleuland (1756-1838),
Bernhard Suerman (1783-
1862) en Albert Narath (1864-
1924) bij elkaar brachten.
Om niet al te afhankelijk te
zijn van de aanvoer van ma
teriaal na een incidentele
ophanging van een misdadi
ger, of het lijk van een dood-
gevonden, anonieme zwer
ver, ging de voorsnijder Pe
trus Koning (1787-1834) le
vensechte wasmodellen ma
ken van opengesneden li
chamen. Ook daarvan zijn
in Utrecht fraaie stalen te
zien.
En te midden van al die
onvergankelijke, goed ge
conserveerde vergankelijk
heid staat een bordje met in
het Latijn en Nederlands:
„Zie dit vertrek is vol van
ernstig zwijgende mensen;
die noch een deugd noch een
daad van zichzelf vermelden
met trots; steeds met hun lot
tevreden volharden ze wat
hun ook naadre; meer dan
dat: onderricht zelfs geven
ze ook na hun dood."
Toch bestaat de expositie
niet alleen uit docerende
skeletten. Er is bijvoorbeeld
ook een prachtige tandart
senkamer uit 1880 te zien.
Overigens nauwelijks ge
ruststellender dan de hui
dige behandelkabinetten
van kunststof en witgespo-
ten materiaal. Grote bloem-
modellen van hout, riet en
papier maché en opgezette
dieren uit alle windstreken.
Daar is een tot draakje om
gewerkte rog bij, afkomstig
uit het rariteitenkabinet van
een particuliere verzame
laar in 1707.
Wetenschappers zijn al-
Bij de tandarts anno 1880.
tijd al rare sinjoren geweest.
Na het bekijken van wat er
in het Utrechts universi
teitsmuseum bij elkaar ge
bracht is uit laboratoria,
zolders en faculteitsverza
melingen, kan niemand dat
nog ontkennen. Of zou het
- FOTO'tSTICRT
effect op de hedendaagse
kijker meer zeggen over |de
museumbezoeker dan over
de hooggeleerden uit de
achttiende eeuw?
Tot 1 december is de expo
sitie '350 jaar verzamelaar'
in Utrecht te zien.
BEHALVE DE computer is
ook de biotechnologische
gistbak hard op weg zijn en
tree in het klaslokaal te ma
ken.
Met subsidie van het mi
nisterie van Handel en In
dustrie zijn er in Engeland
tachtig scholen in het be
roepsonderwijs uitgekozen
voor bijzonder proef onder
wijs. Dat bestaat uit lessen
rond een (beveiligde) mxni-
kweekbak voor bacteriën,
gisten en andere micro-or-
ganismen, compleet met in
troductiecursus en compu
terprogramma. Fabrikanten
van kaas, bierbrouwers en
industriële pillendraaiers
hopen zo op de lange duur
aan beter opgeleid personeel
voor hun laboratoria te ko
men.
Ontwerpers van deze
mini-kweekbak zijn Geof
frey Holt en Alan Bull van
een bioresearchfirma aan de
Universiteit van Kent, en
Mike Bushell van de Uni
versiteit van Surrey.
„Wij hebben bier als uit
komst. Wat Hebben jullie
kaas Dat kan niet goed
zijn." Het zal niet meer lang
duren voordat geen leraar
meer opkijkt van deze ge
sprekjes in zijn klas.
NARCOSE bij operaties dateert pas van 1847,
ontdekt door de Schotse arts Simpson. Voor
dien kwam het vooral op de snelheid van de
chirurg aan, en op alcohol. Het record voor een
beenamputatie in die dagen was 28 seconden.
Meer bijzonderheden over chloroform zijn te
vinden in het laatstverschenen nummer van
Archimedes, natuurkundetijdschrift voor jon
geren van de stichting IVIO.
DE inlandse landbouwmethode op Borneo
- ladang genoemd - is helemaal niet zo scha
delijk voor het oerwoud als men wel denkt.
Het zijn veel meer de houtkapmaatschappijen,
die op een afschuwelijke manier roofbouw be
drijven, terwijl de houtmarkt allang is inge
zakt. Om die houtboeren terwille te zijn, wor
den de inlandse boeren gedwongen 'beschaafd'
gemaakt met het (valse) argument van cultu
rele achterstand.
Dat is een van de conclusies van de bro
chure Borneo, oerwoud in ondergang, cultu
ren op drift' van Jan. B. Avé van het Rijksmu
seum voor Volkenkunde in Leiden en d*
Britse socioloog dr. V. King. Het werkje hoof
bij een gelijknamige expositie in het Lei&e
museum.
JUIST nu Marie na veertien jaar wijzer is ge
worden, en stopt met actievoeren voor betere
en gelijke onderwijskansen voor meisjes, is
folder Thea studeert techniek verschenen
Hierin doen de drie technische universiteiten
in ons land uit de doeken, waarom een inge'
nieursstudie ook bijzondergeschikt is voo'
meisjes. Van donderdagmiddag 2 tot vrijdag
middag 3 oktober kunnen meisjes uit de dril
hoogste klassen van het VWO (met wiskund'
B en natuurkunde in hun eindexamenpakke'
in Delft, Twente of Eindhoven aan een techni
sche toekomst komen snuffelen. Inlichting®
bij de drie genoemde universiteiten, die zie'
vanwege de woordspeling voor deze ene
nog TH's noemen. -
WASHINGTON
(ANP) - Aan de ed
nomische koude oq
log tussen de Vq
enigde Staten ene
zijds en West-Duit
land en Japan ande
zijds is voorlopig e|
einde gekomen.
De betrokken partijen hl
ben ingezien dat het weil
zin heeft elkaar voortdurJ
de Zwarte Piet toe te spej
inzake de onevenwichtighe
in de handel. Elk land zal I
Van onze corres
LONDEN - De Britse Laboi
ren in Blackpool haar jaaq
nen, verwacht niet dat zij
eenkomsten zal moeten belej
servatieve premier Thatch
mentsverkiezingen uitschrijf
Hoewel Thatcher tot junil
ven, voorspellen praktisch af
nemers algemene verkiezing
de zomer van 1987.
Labourleider Neil Kinno
over een jaar de nieuwe pr|
Brittannië zal wezen. Dat
door velen wordt gedeeld.
Times schijnt een Labourov
lijk te achten. Gisteren géi
Britse socialistische partij d|
de komende verkiezingscan
ters op te hangen met een nd
Welding van een zure Margj
daaronder in koeien van
„Wilt u nog vijf jaar dit medi^
De Britse socialisten begon
congres met schoon schip te 1
de excessen van hun militaij
Acht leden van Labours 'Mij
die een extreme politiek hadd
gemeentebestuur van Liverp
nitief uit de partij geschod
kwijt," zei Labourleider Kinn|
De acht hadden herhaald
zijn positie als leider te orl
handelswijze was strijdig mq
ment.
Neil Kinnock en zijn partij|
Labour van de week een gen
vriendelijk imago te geven.
maar wel een rode roos is nu
de Britse socialistische partijl
stelt Groot-Brittannië komp|
van alles wat te maken heeft 1
Onder Labour zullen alle k|
het land worden gesloten. H11
vijf tot twintig jaar in beslag 1
ben de les van Tsjernobyl gé
BEURSOVERZICHT
AMSTERDAM (ANP) - De Amster
damse effectenbeurs is de nieuwe
week in een zwakke stemming begon
nen. Onder invloed van de koersdaling
voor de dollar en de monetaire onze
kerheden overheerste het aanbod. De
internationale waarden hadden hier
van het meeste te lijden, maar ook
fondsen als AEGON, Océ-van der
Grinten en Nijverdal-Ten Ca te moes
ten terug. Op de obligatiemarkt kon
den de verleden week ingenomen stel
lingen worden behouden.
Unilever werd aan het eind van de
ochtend ƒ6,50 lager verhandeld dan
vrijdag op 474,50. Akzo verloor al snel
bijna f3 op 143,70 en Koninklijke Olie
ging 2 achteruit tot 200. Hoogovens
zakte 1,70 tot 58. Van de financiële
fondsen ging ABN 6 terug naar 542.
Amro Bank gaf ƒ1,40 prijs op ƒ94
evenals Middenstands bank op ƒ213.
Océ-van der Grinten ging na een iets
hoger begin later 3 omlaag naar 530
en Nijverdal liet 2 liggen op 140.
Na de mislukte claimemissie van
Bührmann-Tetterode noteerden de
aandelen maandag 1,50 lager op
201,50. De emissie had het beurskli-
maat tegen en de uitgiftekoers van de
nieuwe aandelen lag boven de beurs
koers. De banken die met de aandelen
zijn blijven zitten, zullen trachten deze
zo snel mogelijk te slijten en hierdoor
wordt in de komende weken koersdruk
verwacht KNP verloor 1,70 op 151.
Een flink verlies was weggelegd voor
verzekeaar AEGON die 4 moest inle
veren op 92.
Verder konden de meeste andere
hoofdfondsen de verliezen beperken
tot enkele dubbeltjes, terwijl een aan
tal andere waarden in deze afdeling de
7V4
aeneas
8% antonius
(oostb.)
7% antonius
(oostb.)
5 V« congr.o.l.v.
lourdes
daniel
de brouwer
8Vi gasthuis
(tilburg)
8V« gasthuis
(tilburg)
4Vs gasthuis
(tilburg)
4V4 gasthuis
(tilburg)
>7% hooghuys
(het)
1*
klokkenberg
1 7tt
liduina
8ty prot.z.hs
('s-h'bosch)
8 protz.hs
('s-h'bosch)
7% protz.hs
('s-h'bosch)