Dichten: tussen lyriek en therapie Wolfgang Koeppen: het meeste staat tussen de regels POPJES i Waarom gelovige mensen niet naar de kerk gaan MENSELIJKE BELEVING EN EMOTIE CENTRAAL IN GESCHIEDSCHRIJVING g ;h-Vlaanderen (VERPLEEGKUNDIGE M/V NTE OOSTBURG iNDMAKING /erteren at u goed, atiek.}} Erg sterk Eigen kijk Niet versleten Ingegraven Voor of tegen Klassieker BOEK VAN MARTIN REARDON SCHEPT DUIDELIJKHEID Dubbelzinnig Zeldzaam Philips reflectorlampen; ook ideaal voor verlichting op een kleiner werk- oppervlak. Keuze uit type E14 (met kleine fitting), in 25 of 40 Watt uit voering of type E27 (met grote fitting) in 40 of 60 Watt uitvoering. Per stuk: Adviesprijs vanaf 6,20 West-Zeeuwsch-Vlaanderen 'oor de funktie van: iproepbasis tijdens ziekte c. ïoling van wijkverpleegkun- na MGZ of HBO-V it werkgebied van de est-Zeeuwsch-Vlaanderen suning en begeleiding door kundige oeidsvoorwaarden conform rerk en Tuberculosebestrij- raag verstrekt door de heer vijkverpleegkundige, tel,nr. 30-9.15 uur. oinnen 7 dagen na het advertentie richten aan het ereniging ideren, Postbus 73, 4530 ggen van een Parallelweg West en de :n van rijksweg 60 v.r.v. iddelburg. thouders van de gemeente nbare kennis dat zij voorne van het ter plaatse geldende litengebied" met toepassing in de wet op ruimtelijke orde enen voor het aanleggen van Parallelweg West en de Ho- Rijksweg 60 te Hulst, kada- iectie M, nrs. 246 ged., 247 ten van de percelen hebben ïermd natuurgebied (bN)" en tuinbouw voor aan de grond bedrijf (La 7(zg))". Het plan in een parallelweg is in strijd temmingen, omdat gronden „bescheremd natuurgebied en worden gebruikt voor het de daaraan eigen natuurwe- chappelijke of kultuurhistori- de houtproduktie. ijd met de bestemming „land- ibouw" omdat gronden met luitend mogen worden ge ïnd gebonden agrarische be- iber 1986 ligt het plan gedu- op de afdeling algemene za- icretarie voor een ieder ter in- ïn heeft tegen het plan, kan loemde termijn schriftelijk in- r en wethouders. 586. lemeester, mr. F.A.W. Jacobs, iris, mr. H.J. van Geesbergen. Oostburg maakt ingevolge op de Ruimtelijke Ordening van deze gemeente in de iptember 1986 heeft beslo- 3n wijziging c.q. een nieuw dt voorbereid voor: rn Breskens; ivard de Wielingen 66 te Mars te Oostburg; veg 7 teGroede e.o., op de bij de besluiten be- i in rood is aangegeven. strekking hebben op ver met ingang van de dag der woensdag 1 oktober 1986, e, sectie Ruimtelijke Orde- te Oostburg, voor een ieder ner 1986. i burgemeester voornoemd, mr. C.T. Spijkerboer. eSlem, 076-236911 Partijdigheid overheerst in boeken over Spaanse Burgeroorlog Door Anton Theunissen TOEN generaal Franco ruim vijftig jaar geleden met Marok kaanse troepen rebelleerde te gen het Spaanse Volksfront, gaf hij de aanzet tot een burgeroor log, die niet alleen het leven van enkele generaties Spanjaar den zou bepalen, maar ook dat van buitenlanders. In 1939 installeerde hij een totalitair bewind dat hij tot zijn dood in 1975 zou leiden. Al die tijd was Spanje voor Fran co-tegenstanders gedoemde aarde. Deze 'doem' heeft tot voor kort, op enkele goede uitzon deringen na, ook over het ge halte en de kwaliteit van de geschiedschrijving van de Spaanse Burgeroorlog gele gen. Kort na 1939 bepaalde de ze gevierende partij de lijn van de geschiedschrijving. Franco legde zijn kijk op de gebeurte nissen zonder schroom op ter legitimering van de bloedig bevochten macht. De dictator zette, kortom, de feiten naar zijn hand. De Franco-dictatuur stelde de Burgeroorlog heel simplis tisch voor als een strijd tussen barbaarse, goddeloze horden van het proletariaat en de erf genamen en vooral bewakers van de traditionele christe lijke waarden. Voor het ge mak werden andere oorzaken en aanleidingen doelbewust weggelaten. De Burgeroorlog was echter evenzeer een so ciaal-economisch conflict: een botsing tussen de industriële en landarbeidersmassa's en de fabrikanten en grootgrondbe zitters, gesteund door kerk, le ger en politie. De oorlog kreeg daardoor de trekken van een strijd tussen sociale progressi viteit en zwarte reactie. De geschiedschrijving van een burgeroorlog heeft de nei ging de richting in de gaan van de beleving: de subjectivi teit. Het emotionele en trau matiserende karakter van zo'n oorlog binnen een natie leidt gemakkelijk tot partijdigheid en eenzijdige interpretatie. Voor de Spaanse Burgeroorlog lijkt dit nog sterker te gelden dan andere burgeroorlogen. Het karakter van de Spaanse droeg daaraan sterk bij. Bin nen deze burgeroorlog speelde zich namelijk nog meer onder linge strijd af: in het Republi keinse kamp de soms bloedige botsingen tussen communisten enerzijds en anarchisten, trotskisten anderzijds, in het nationalistische kamp tussen de verschillende militaire fracties en de burgerlijke fa- langisten. En over dit alles heen de bemoeienissen van buitenlandse mogendheden, die in Spanje 'repeteerden' voor de Tweede Wereldoorlog: een ideologische botsing met het fascisme en het nationaal- socialisme. Buiitenstaanders zouden een objectief beeld moeten kunnen geven, zou je dan denken. Maar door het karakter en door het kader van deze bur geroorlog waren er nauwelijks 'buitenstaanders'. En door het lange leven dat de macht van de overwinnaars was bescho ren - dictator Franco bleef bijna 35 jaar in het zadel - ble ven de noodzakelijke archie ven voor objectieve onderzoe kers lange tijd gesloten. De meeste boeken die bij de herdenking van de Spaanse Burgeroorlog, nu vijftig jaar geleden, zijn verschenen, zijn 'subjectief' en 'partijdig'. Dat is overigens geen schande. Het maakt van deze boeken docu menten van menselijke bele ving en emotie over oorlogen die nog 'levend' blijken te zijn. We beginnen met een uit zondering. Na tienduizenden boeken die in ruim een halve eeuw over de Spaanse Burger oorlog zijn volgeschreven, was de Britse tv-serie van Gra nada Television, in ons land uitgezonden door de VPRO, een echte 'eye-opener'. Die persoonlijke getuigenissen vormen ook de basis van het boek dat David Mitchell heeft samengesteld. Het zijn wat Arthur Koestier noemde 'her inneringen aan politieke wrij vingen die op de slagvelden van Spanje met een kogel in de rug werden opgelost'. Het boek is vertaald door D. Mertens en geillustreerd met ruim hon derd foto's die nog zelden zijn gepubliceerd. Zeer boeiend en erg sterk waar het de bele- vingsverhalen betreft. De journalist Gerard Lutke Meijer trok in het voorjaar van 1936 met zijn hele gezin naar Spanje en heeft na een halve eeuw nu zijn eigen ver haal te boek gesteld. Daarin spelen niet zozeer de politieke gebeurtenissen alswel zijn persoonlijke ervaringen een rol. Het boek geeft toch een heel eigen kijk op het denken over de Burgeroorlog in het bekrompen Nederland van de dertiger jaren. Hans Dankaart, Jaap-Jan Flinterman, Frans Groot en Rik Vuurmans hebben de harde kern van de Neder landse oud-Spanje-strijders geïnterviewd. Zij hebben een waardevol boek afgeleverd met herinneringen van de voornamelijk communistische georienteerde brigadisten. Het verhaal van de anti-fascisten van het eerste uur is nog steeds niet versleten, integen deel het wordt met de dag ac tueler. In het kader van de zo popu laire orale geschiedschrijving heeft Hanneke Willemse zich maandenlang ingegraven in het Spaanse dorp Albalate waar ze mensen van links en rechts aan de praat heeft ge kregen. Over waar het in de Burgeroorlog allemaal om be gonnen was: de verwezenlij king van een anarchistisch ideaal. Een prachtig boekje. 'Spanish Front. Writers on Franco ontmoet Hitier (1940). the Civil War' is een een dikke bundel verhalen, dagboek fragmenten, gedichten, oogge tuigeverslagen, brieven en weekbladartikelen van schrij vers, dichters en denkers, van Auden tot Woolf en van Sartre tot Orwell. Van Virginia Woolf een dagboekfragment over haar neefje Julian die in de Spaanse Burgeroorlog sneuvelde. Van Orwell be kende en onbekende journa listieke stukken. In dit boek treffen we ook een oproep 'aan de schrijvers en dichters van Engeland, Schotland, Ierland en Wales' aan om partij te kie zen voor of tegen Franco en het fascisme en de antwoorden van de schrijvers die zich aan gesproken voelden. T.S. Eliot zegt zich neutraal te willen opstellen en ook Evelyn Waugh wil niet kiezen. Nog één boek mag niet on vermeld worden: Hugh Tho mas's 'The Spanish Civil War'. Dit boek is wel hét klassieke standdaardwerk over de Spaanse Burgroorlog ge noemd. Toen het in de Franco jaren (de eerste versie Ivan Thomas'boek dateert uit 1958) in vertaling Spanje werd bin nengesmokkeld werd het stuk gelezen en het werd 'de bijbel' voor iedereen die zich destijds in Spanje links noemde. Tho mas'boek blijft een gedegen, zeer leesbaar verhaal over aanleidingen, oorzaken en ge volgen van een gruwelijke burgeroorlog. De pil van 113 pagina's is nog verkrijgbaar in de Penguin als Pelican Book. 'De Spaanse Burgeroorlog, oog getuigen spreken na de dood van Franco', door David Mitchell. Uitg. Het Wereldvenster, prijs: f 32,50 'Voorspel Wereldbrand, een oog- getuigeverslag van de Spaanse Burgeroorlog', door Gerard Lutke Meijer. Uitg. Nijgh Van Ditmar, prijs 29,50. 'De oorlog begon in Spanje, Ne derlanders in de Spaanse Burger oorlog 1936-1939', door Hans Dan kaart, Jaap-Jan Flinterman, Frans Groot, Rik Vuurmans. Uitg. Van Gennep, prijs 29,50. 'De onvoltooide revolutie. Bur geroorlog in een Spaans dorp', door Hanneke Willemse. Uitg. SUA, prijs 18,00. 'Spanish Front. Writers on het Civil War". Paperback van de Ox ford University Press, import Van Ditmar, prijs 29,80. "The Spanish Civil War", door Hugh Thomas. Uitg. Penguin Book in samenwerking met de uitgeverij Hamish Hamilton, prijs 44,65. Door Jan Bouwmans „JA, in (zoiets als) God geloof ik wel, maar de Kerk hoeft van mij niet meer (zo nodig)." Een dergelijke bekentenis valt tegenwoordig in gesprekken over godsdienst en geloven zeer geregeld. Allerlei onder zoeken bevestigen dat deze tweespalt op vrij grote schaal bestaat. Driekwart van de Westeuropeanen beschouwt zichzelf als religieus gelovig, maar het kerkbezoek ligt ge middeld beneden de dertig procent. Tegen deze achtergrond is de titel 'Waar is de kerk nu goed voor?' van het boek van de Anglicaanse priester Mar tin Reardon op zijn minst uit dagend te noemen. Je kunt er de vraag in lezen waar de kerk nou eigenlijk nog wel goed voor is, maar ook de vraag waar de kerk toch nog wel goed voor is in deze tijd. In ze kere zin komen beide vragen in het boekje aan bod, alhoe wel het de auteur voorname lijk om de laatste vraag te doen is. Het boekje van Reardon is de eerste aflevering van een nieuwe reeks inleidende bro chures over geloven en kerk- zijn in de wereld van deze tijd, die de Stichting 'Ark' uitgeeft onder de titel 'En toch gelo ven...'. Deze stichting geeft onder meer ook maandelijks het bekende 'Archief van de Kerken' uit en ook de serie 'Teksten uit de R.K. Kerk'. Martin Reardon houdt de gelovige lezer in het eerste hoofdstuk een heel heldere spiegel voor over de vraag 'Waarom in God geloven?-en naar de kerk gaan'. Met name komt zeer goed uit de verf welke eigenlijke en oneigen lijke motieven en beelden tot bepaalde stellingnamen lei den. Voor een ongelovige lezer kan dit eerste hoofdstuk een 'a ha beleving' zijn, omdat het op een zeer begrijpelijke wijze inzicht geeft in wat christenen van allerlei slag en soort be weegt of kan bewegen. Alleen al het woord 'God' is goed voor fikse communicatie stoornissen, maakt Reardon duidelijk. De meeste mensen veronderstellen dat ze het over hetzelfde hebben als ze het woord God gebruiken, maar niets is minder waar. „De He breeën hadden twee woorden voor God en soms zou ik wen sen dat de christenen er drie hadden", verzucht de schrij ver. Het eerste woord zou dan te gebruiken zijn in de zin van 'zijn God is zijn geld, zijn ge zin, enz.', het tweede voor de God van de filosofen die hem omschrijven als 'de grond van het bestaan' of 'de onbewogen beweger' en het derde dan voor de christelijke God die een persoon is en zorg heeft voor de wereld en haar ge schiedenis. Deze drie verschil lende betekenissen worden namelijk nogal eens door elk aar gebruikt. De filosofen den ken al duizenden jaren na over God en hebben krachtige ar gumenten ontwikkeld: „Zij to nen aan dat het redelijk is in een God te geloven, maar zij leveren niet het overtuigend bewijs dat het onredelijk is niet in een God te geloven." Ook het woord 'geloven' is dubbelzinnig en zorgt der halve voor spraakverwarring. Van de ene kant betekent het datgene dat verder gaat dan denken, aan de andere kant betekent het 'vertrouwen heb ben in' en dan zeggen we bij voorbeeld: ik geloof in die on derneming. Verstandelijke twijfel is echter niet het tegen overgestelde van persoonlijk geloof, meent Reardon; zij kunnen heel goed samen gaan. Wat moet een mens aan met zaken als lichamelijke verrij zenis uit de dood en maagde lijke geboorte? De auteur plaatst bij deze vraag zelf vier kanttekeningen; onder meer onderstreept hij de redelijk heid dat de Kerk eist dat ge- loofsleraren de officiële leer verkondigen: „Maar hoe bepa len wij de grenzen van de or thodoxe leer, want christenen zijn het niet eens over hoe de H. Schrift precies moet wor den begrepen. Hier tekent zich natuurlijk duidelijk de Angli caan af, want in de Roomse Kerk bezit het leergezag op voorhand de waarheid hoewel dat juist in de tegenwoordige tijd tot grote problemen heeft geleid omdat gelovigen zelf steeds meer zijn gaan naden ken. Volgens Reardon is min der van belang hoeveel chris tenen geloven als wel dat hun geloof 'afdaalt in de aarde van Gods goedheid...en zich om hoog strekt naar de wereld van leven en handelen'. Maar waarom zou je eigen lijk naar de kerk gaan? Rear don geeft enkele aardige mo tieven waarom mensen niet meer gaan, motieven die te ruggaan op soms eeuwen oude wortels. De visie dat gods dienst iets van de gemeen schap is, is zo'n oude opvat ting. Kerk ziet men dan als een hulp om het weefsel van de sa menleving in culturele en mo rele zin bijeen te houden. Daartoe dienen dan ook de ri ten en plechtigheden. Daar voor zijn de geestelijken en enkele enthousiaste gelovigen die namens allen de eredienst in stand houden hetgeen goed is voor de samenleving. De grote moot is in deze visie daarbij niet nodig. Anderen, die in God gelo ven, gaan toch nauwelijks naar de kerk omdat ze er geen behoefte aan hebben. Reardon bespeurt hier een God wiens hulp alleen vereist wordt in die zeldzame momenten waarop de natuur, geholpen door de moderne wetenschap en technologie, het niet kan bolwerken. Gelovigen gaan ook niet meer omdat ze de kerk schijn-heilig vinden: de traditionele kerk komt niet te gemoet aan hun diep reli gieuze behoeften en hoge idea len. Dit is nogal wat jongeren overkomen die richting sekten gingen. Maar ook de motieven van mensen om wel naar de kerk de gaan, lopen zeer uiteen. De Een lege kerk is in deze tijd geen ongewoon beeld. - fotoanp schrijver noemt vijf hoofdmo tieven voor de kerkgang: om zin en waarheid te vinden, om schoonheid te vinden, om mo rele waarden vast te stellen, om ergens bij te horen en ge accepteerd te worden en om geestelijke gezondheid te vin den. Dat elk van deze motie ven tot een geheel andere hou ding tegenover de kerk leidt, spreekt voor zich en dat ver oorzaakt in de kerkgemeen schap natuurlijk evenzovele problemen. Een en ander werkt ook door in een kerkgemeenschap als geheel. De ene Kerk stelt zich tot taak veerboot naar de hemel te zijn, een andere func tioneert vooral als toevluchts oord om te ontsnappen aan de druk van het dagelijkse leven en weer een andere keifk is slechts een winkel voor reli gieuze consumenten. Vanuit deze situatieschets gaat Reardon terug naar het begin: waar kwam Jezus voor, waarom begon de kerk en waarom zijn er verschillende kerken om tenslotte uit te ko men bij de vraag: wat nu?. Een van zijn antwoorden is de noodzaak van herstel van de eenheid tussen de christelijke kerken. Bij alle zaken weet hij echter steeds op aannemelijke wijze dat en waarom mensen niet ver genoeg gaan of te ver doorschieten. Voor niet-gelo- vigen schept hij daardoor heel wat duidelijkheid in het he dendaagse warrige beeld van de christenheid en voor gelo vigen is hij een goede gids om te bepalen waar ze zelf staan in het spectrum. Martin Reardon: "Waar is de kerk nu goed voor?'. Uitg. Stichting 'Ark', prijs 12,50. Door Henk Egbers RAINER MARIA RIL- KE: WIE NU GEEN HUIS HEEFT (uitg. Bert Bak ker): Peter Verstegen ver taalde 24 gedichten uit Das Buch der Bilder en Neue Gedichte en wil daarmee 'een geloofwaardig beeld geven van Rilkes produc tiefste periode als gerijpt lyrisch dichter (1898-1908)'. Zijn romantisch dichter schap heeft al heel wat amechtige zielen beroerd. De daarmee samenhan gende herfst, dood en een zaamheid zijn in deze bun del terug te vinden. Maar ook zijn relatie met de beeldende kunst (door Pim Lukkenaer onder meer in het nawoord wat uitge werkt) is aan de orde zoals in het gedicht De Panter (relatie met zijn leertijd bij Rodin). Verstegen koos voor een tamelijke letter lijke vertaling. Over de zelfmoordenaar dichtte Rilke „Dus het is nog niet afgelopen./ Dat ze ook steeds als ik mij op wil knopen/ de strop lossnij den/ Pas was ik zo goed voorbereid/ en ik voelde al wat eeuwigheid/ naar bin nen glijden..." ROBERT LOWELL: DE DOLFIJN EN ZEEMEER MIN (uitg. Kwadraat - 17,90). J. Eij keiboom, die eêrder onder meer Yeats en Dickinson vertaalde, heeft een representatieve selectie vertaald voor deze bundel uit het werk van Lowell (1917-1977), die als de belangrijkste naoor logse amerikaanse dichter beschouwd wordt. In een nawoord tekent Bernlef zijn veelbewogen leven (van calvinisme naar rooms katholicisme, deel name anti-Vietnambewe- ging, drie huwelijken etc.) en concludeert dat Lowell de enige engelstalige dich ter van deze eeuw is die publieke gebeurtenissen en en privéleven met elkaar wist te verbinden in een aantal gedichten. Uit Vis net: Elk helder ding dat ons verbaast, verblindt,/ je dwalend zwijgen en bril jante vondsten, dolfijn die losgelaten wordt op vis die flitst.../ De dichter sterft als jongeling, gebalsemd in z'n beat, de stemmen, ar chetypisch vals;...". JAN WILLEM SCHULTE NORDHOLT: EEN WANKEL EVEN WICHT uitg. De Prom - 17,50). „Oude heren slaan weer aan het dichten,/ praten poëtisch met hun spiegelbeeld/ als zij zich in de ochtend staan te sche ren/ of wandelen op de voeten van een vers/ de stille vijvers van het stads park om...". De uit 1920 stammende dichter/histo ricus heeft heel wat schrijfwerk op zijn naam staan. In deze bundel een keuze uit zijn laatste tien jaar. Zijn religieuze bele ving van de natuur en de mens, zijn relativerend omkijken in de historie, zijn bezwerende taal tegen de oorlog etc. worden heel mooi verklankt en zal ve len aanspreken. De bundel sluit met het gedicht dat hij schreef bij zijn afscheid in 1985 van de Leidse uni versiteit. "Betwijfeld heb ik wat ik heb geloofd/ ge vreesd de stelligheid waar mee mijn stem/ soms op klonk met zo'n zekerheid en klem/ als kende ik de hemel uit het hoofd...". MAX CROISET: OOG OPSLAG (uitg. De Beuk-f 17,50) Deze toneelspeler heeft een relatie met het woord, die in relatie staat met zijn acteur-zijn. Op de flap is sprake van een vi suele ontvankelijkheid en een woordeconomie. Zijn poëtische notities zijn zeer beknopt..."Letter na letter/ neem ik schrijvend af- Max Croiset. - foto archief de stem scheid/ van woorden"... Zijn oogopslagen zijn korte bewustwordende blikken, die in deze bundel onder meer te maken hebben met een verblijf in het zieken huis en de Alpen. SUSAN POLIS SCHUTZ: OMDAT IK BEN (uitg. Mingus-f 13,90). Schutz schijnt de best ver kochte dichteres van Ame rika te zijn. Ze is wat mo raliserend bezig met Bond Zonder Naam - wijsheden en- een Toon Hermans-ly- riek. "Ik hou van mensen/ wier ogen/ vertrouwen/ eerlijkheid en/ onschuld uitstralen-/ wier ziel, goed/ envoudig en/ onbe dorven is/ En ik veracht hen/ die het deze mensen/ moeilijk maken/ en hen dwingen te/ veranderen"... JEANINE HOEDEMA- KERS: ONZICHTBARE TASTBAARHEID (uitg. De Beuk - 15,—) Deze therapieleidster laat via deze verzen en bijgevoegde (gespatte) illustraties op een sympathieke manier zien hoe therapeutisch creativiteit gebruikt kan worden. Dat heeft niets van doen met literatuur of kunst, maar met een ac ceptabele manier van ver werken van leed. "Reeds lang zocht ik/ in woorden bevrijding/ Schreef hemel hel/ en andersom. Rolde schrijvend/ door mijn scheiding./ Maakte een weet/ van elk waarom./ En andersom; en anders om"... JOHANNA HELL: HET LANDSCHAP VAN DE JAREN (uitg. De Beuk- 10,-). Onder meer door de stichting Schrijvers School Samenleving, talrijke ra dioprogramma' en bloem lezingen getuigt zij sedert 1948 van haar bezig-zijn met het verschijnsel 'taal'. In haar verzen valt onder meer op een gevoel voor de klankkleur van woorden. "Alle sombere vegen/ wor den lichte wegen/ door het land //De morgen is wijs/ hij kent iedere weg/ en toont dat graag." HERVE CASIER: VER ZAMELDE GEDICHTEN 1964-1984. (uitg. Kofschip- kring- 22,-) Casier (1943) wordt in Vlaanderen ge zien als iemand, die door een verstaanbare taal de poëzie democratiseerde. Dit boek bevat een bloem lezing uit zijn werk dat - wat de dichtkunst betreft - bestaat uit zeven bundels. Het zijn melancholische verzen die stemmingsbeel den uit de natuur in relatie brengen met die in het ge moed. Hij probeert zijn pe- simisme te overwinnen met het woord. "In het schrijven van verzen/ her vind ik mijn evenwicht/ omdat ik buiten dat licht niet weet wie van de twee/ met mij samenvalt het meest/ mijn lichaam of mijn geest". DOOR Henk EgbersRomani- sches Cafe (vertaald door Wim Platvoet) bevat elf teksten die tussen 1936 en 1971 geschreven zijn door Wolfgang Koeppen. Het titelverhaal speelt in de twintiger jaren en is een voor spel op wat komen gaat: het zinloze Duitsland van de Füh- rer, uitgeleverd aan de waan zin. Koeppen schreef ook drie romans in het begin van de vijftiger jaren, die het Duits land van toen uitlichten tegen die nazi-geschiedenis. Hij is geen veelschrijver (hele tijden valt hij stil), noch een betoger. Zijn stijlmiddelen zijn indi- recter. Koeppen was dramaturg en speelde toneel; is tot 1933 re dacteur/cultuur bij de Berli ner Börsen-Courier, verlaat in 1933 Duitsland, woont in Italië, Frankrijk en Nederland. Hij duikt in 1939 onder in Duits land, schrijft filmscenario's, treft zichzelf in 1945 aan in München, waar hij nu nog leeft, aldus het nawoord, dat in de kop zegt dat alles wat hij schreef tegen oorlog, onmen selijkheid en hopeloosheid ge richt is. Een verhaal als 'Puinhopen of waar moeten we heen' be schrijft op een ogenschijnlijk heel envoudige manier het le ven van mensen in een kapot gebombardeerde stad. De druk van het verleden is tastbaar in de dingen die kapot, schaars etc. zijn, of in de mensen, die ontredderd ,maar veelal niet teruggekomen zijn van het front. En ook als hij schrijft over Stettin ('In mijn stad was ik alleen') is de teloorgang ge koppeld aan de verloren oor log. "Ik zag de grote ondergan gen komen".. Ligt de sleutel van zijn hou ding in de korste schetsen on der het kopje 'Melancholica' Jeugdervaringen zijn met weemoed in zijn gevoelsleven gegrifd; de negatieve invloed daarbij van het rationele uni versiteitsleven wordt plastisch verbeeld. Graag ontleent Koeppen zijn beelden en per sonages aan de als klassieke geboekstaafde oude cultuur. Prometheus, Phaedra, The seus e.a. gekoppeld aan, bij voorbeeld hedendaagse auto races (heel boeiend stuk). Wolfgang kijkt, zwijgt en schrijft op. Stilte. Wat dopt de lezer ermee? Zijn Nederlandse tijd komt ook nog om de hoek kijken in enkele verhalen; niet wezen lijk, maar anecdotisch op het eerste oog. Of is het symbo lisch als hij Calderon op Katendrecht in Rotterdam tussen de Chinezen laat zwer ven? Ook 'De verloving in de oude salon' - een bourgeoisie- milieu ten voeten uit -wordt meestal in relatie gebracht met zijn ervaringen in Neder land. Koeppen schrijft welover wogen verstild en duidend. Het meeste staat tussen de re gels. Verhalen om te proeven. Dan gaan ze pijn doen. Wilde Koeppen anders na zoveel rot- ervaringen in het Duitsland van Hitier cs? Hij zegt het niet direct. Hij laat het wel merken en voelen', zodat het woord hier duidelijk een transport middel is naar meer. Wolfgang Koeppen: "Romaans Ca fé'. Uitg. Toth, prijs 24,50 Wolfgang Koeppen.' foto toth

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 25