Dichten: tussen
lyriek en therapie
Wolfgang Koeppen:
het meeste staat
tussen de regels
POPJES i
Waarom gelovige mensen
niet naar de kerk gaan
MENSELIJKE BELEVING EN EMOTIE CENTRAAL IN GESCHIEDSCHRIJVING
g
;h-Vlaanderen
(VERPLEEGKUNDIGE M/V
NTE OOSTBURG
iNDMAKING
/erteren
at u goed,
atiek.}}
Erg sterk
Eigen kijk
Niet versleten
Ingegraven
Voor of tegen
Klassieker
BOEK VAN MARTIN REARDON
SCHEPT DUIDELIJKHEID
Dubbelzinnig
Zeldzaam
Philips reflectorlampen;
ook ideaal voor
verlichting op een
kleiner werk-
oppervlak. Keuze
uit type E14 (met
kleine fitting), in
25 of 40 Watt uit
voering of type E27
(met grote fitting)
in 40 of 60 Watt
uitvoering.
Per stuk:
Adviesprijs
vanaf 6,20
West-Zeeuwsch-Vlaanderen
'oor de funktie van:
iproepbasis tijdens ziekte c.
ïoling van wijkverpleegkun-
na MGZ of HBO-V
it werkgebied van de
est-Zeeuwsch-Vlaanderen
suning en begeleiding door
kundige
oeidsvoorwaarden conform
rerk en Tuberculosebestrij-
raag verstrekt door de heer
vijkverpleegkundige, tel,nr.
30-9.15 uur.
oinnen 7 dagen na het
advertentie richten aan het
ereniging
ideren, Postbus 73, 4530
ggen van een
Parallelweg West en de
:n van rijksweg 60 v.r.v.
iddelburg.
thouders van de gemeente
nbare kennis dat zij voorne
van het ter plaatse geldende
litengebied" met toepassing
in de wet op ruimtelijke orde
enen voor het aanleggen van
Parallelweg West en de Ho-
Rijksweg 60 te Hulst, kada-
iectie M, nrs. 246 ged., 247
ten van de percelen hebben
ïermd natuurgebied (bN)" en
tuinbouw voor aan de grond
bedrijf (La 7(zg))". Het plan
in een parallelweg is in strijd
temmingen, omdat gronden
„bescheremd natuurgebied
en worden gebruikt voor het
de daaraan eigen natuurwe-
chappelijke of kultuurhistori-
de houtproduktie.
ijd met de bestemming „land-
ibouw" omdat gronden met
luitend mogen worden ge
ïnd gebonden agrarische be-
iber 1986 ligt het plan gedu-
op de afdeling algemene za-
icretarie voor een ieder ter in-
ïn heeft tegen het plan, kan
loemde termijn schriftelijk in-
r en wethouders.
586.
lemeester, mr. F.A.W. Jacobs,
iris, mr. H.J. van Geesbergen.
Oostburg maakt ingevolge
op de Ruimtelijke Ordening
van deze gemeente in de
iptember 1986 heeft beslo-
3n wijziging c.q. een nieuw
dt voorbereid voor:
rn Breskens;
ivard de Wielingen 66 te
Mars te Oostburg;
veg 7 teGroede e.o.,
op de bij de besluiten be-
i in rood is aangegeven.
strekking hebben op ver
met ingang van de dag der
woensdag 1 oktober 1986,
e, sectie Ruimtelijke Orde-
te Oostburg, voor een ieder
ner 1986.
i burgemeester voornoemd,
mr. C.T. Spijkerboer.
eSlem, 076-236911
Partijdigheid overheerst
in boeken over
Spaanse Burgeroorlog
Door Anton Theunissen
TOEN generaal Franco ruim
vijftig jaar geleden met Marok
kaanse troepen rebelleerde te
gen het Spaanse Volksfront, gaf
hij de aanzet tot een burgeroor
log, die niet alleen het leven
van enkele generaties Spanjaar
den zou bepalen, maar ook dat
van buitenlanders.
In 1939 installeerde hij een
totalitair bewind dat hij tot
zijn dood in 1975 zou leiden. Al
die tijd was Spanje voor Fran
co-tegenstanders gedoemde
aarde.
Deze 'doem' heeft tot voor
kort, op enkele goede uitzon
deringen na, ook over het ge
halte en de kwaliteit van de
geschiedschrijving van de
Spaanse Burgeroorlog gele
gen.
Kort na 1939 bepaalde de ze
gevierende partij de lijn van
de geschiedschrijving. Franco
legde zijn kijk op de gebeurte
nissen zonder schroom op ter
legitimering van de bloedig
bevochten macht. De dictator
zette, kortom, de feiten naar
zijn hand.
De Franco-dictatuur stelde
de Burgeroorlog heel simplis
tisch voor als een strijd tussen
barbaarse, goddeloze horden
van het proletariaat en de erf
genamen en vooral bewakers
van de traditionele christe
lijke waarden. Voor het ge
mak werden andere oorzaken
en aanleidingen doelbewust
weggelaten. De Burgeroorlog
was echter evenzeer een so
ciaal-economisch conflict: een
botsing tussen de industriële
en landarbeidersmassa's en de
fabrikanten en grootgrondbe
zitters, gesteund door kerk, le
ger en politie. De oorlog kreeg
daardoor de trekken van een
strijd tussen sociale progressi
viteit en zwarte reactie.
De geschiedschrijving van
een burgeroorlog heeft de nei
ging de richting in de gaan
van de beleving: de subjectivi
teit. Het emotionele en trau
matiserende karakter van zo'n
oorlog binnen een natie leidt
gemakkelijk tot partijdigheid
en eenzijdige interpretatie.
Voor de Spaanse Burgeroorlog
lijkt dit nog sterker te gelden
dan andere burgeroorlogen.
Het karakter van de Spaanse
droeg daaraan sterk bij. Bin
nen deze burgeroorlog speelde
zich namelijk nog meer onder
linge strijd af: in het Republi
keinse kamp de soms bloedige
botsingen tussen communisten
enerzijds en anarchisten,
trotskisten anderzijds, in het
nationalistische kamp tussen
de verschillende militaire
fracties en de burgerlijke fa-
langisten. En over dit alles
heen de bemoeienissen van
buitenlandse mogendheden,
die in Spanje 'repeteerden'
voor de Tweede Wereldoorlog:
een ideologische botsing met
het fascisme en het nationaal-
socialisme.
Buiitenstaanders zouden een
objectief beeld moeten kunnen
geven, zou je dan denken.
Maar door het karakter en
door het kader van deze bur
geroorlog waren er nauwelijks
'buitenstaanders'. En door het
lange leven dat de macht van
de overwinnaars was bescho
ren - dictator Franco bleef
bijna 35 jaar in het zadel - ble
ven de noodzakelijke archie
ven voor objectieve onderzoe
kers lange tijd gesloten.
De meeste boeken die bij de
herdenking van de Spaanse
Burgeroorlog, nu vijftig jaar
geleden, zijn verschenen, zijn
'subjectief' en 'partijdig'. Dat
is overigens geen schande. Het
maakt van deze boeken docu
menten van menselijke bele
ving en emotie over oorlogen
die nog 'levend' blijken te zijn.
We beginnen met een uit
zondering. Na tienduizenden
boeken die in ruim een halve
eeuw over de Spaanse Burger
oorlog zijn volgeschreven, was
de Britse tv-serie van Gra
nada Television, in ons land
uitgezonden door de VPRO,
een echte 'eye-opener'. Die
persoonlijke getuigenissen
vormen ook de basis van het
boek dat David Mitchell heeft
samengesteld. Het zijn wat
Arthur Koestier noemde 'her
inneringen aan politieke wrij
vingen die op de slagvelden
van Spanje met een kogel in de
rug werden opgelost'. Het boek
is vertaald door D. Mertens en
geillustreerd met ruim hon
derd foto's die nog zelden zijn
gepubliceerd. Zeer boeiend en
erg sterk waar het de bele-
vingsverhalen betreft.
De journalist Gerard Lutke
Meijer trok in het voorjaar
van 1936 met zijn hele gezin
naar Spanje en heeft na een
halve eeuw nu zijn eigen ver
haal te boek gesteld. Daarin
spelen niet zozeer de politieke
gebeurtenissen alswel zijn
persoonlijke ervaringen een
rol. Het boek geeft toch een
heel eigen kijk op het denken
over de Burgeroorlog in het
bekrompen Nederland van de
dertiger jaren.
Hans Dankaart, Jaap-Jan
Flinterman, Frans Groot en
Rik Vuurmans hebben de
harde kern van de Neder
landse oud-Spanje-strijders
geïnterviewd. Zij hebben een
waardevol boek afgeleverd
met herinneringen van de
voornamelijk communistische
georienteerde brigadisten. Het
verhaal van de anti-fascisten
van het eerste uur is nog
steeds niet versleten, integen
deel het wordt met de dag ac
tueler.
In het kader van de zo popu
laire orale geschiedschrijving
heeft Hanneke Willemse zich
maandenlang ingegraven in
het Spaanse dorp Albalate
waar ze mensen van links en
rechts aan de praat heeft ge
kregen. Over waar het in de
Burgeroorlog allemaal om be
gonnen was: de verwezenlij
king van een anarchistisch
ideaal. Een prachtig boekje.
'Spanish Front. Writers on
Franco ontmoet Hitier (1940).
the Civil War' is een een dikke
bundel verhalen, dagboek
fragmenten, gedichten, oogge
tuigeverslagen, brieven en
weekbladartikelen van schrij
vers, dichters en denkers, van
Auden tot Woolf en van Sartre
tot Orwell. Van Virginia
Woolf een dagboekfragment
over haar neefje Julian die in
de Spaanse Burgeroorlog
sneuvelde. Van Orwell be
kende en onbekende journa
listieke stukken. In dit boek
treffen we ook een oproep 'aan
de schrijvers en dichters van
Engeland, Schotland, Ierland
en Wales' aan om partij te kie
zen voor of tegen Franco en
het fascisme en de antwoorden
van de schrijvers die zich aan
gesproken voelden. T.S. Eliot
zegt zich neutraal te willen
opstellen en ook Evelyn
Waugh wil niet kiezen.
Nog één boek mag niet on
vermeld worden: Hugh Tho
mas's 'The Spanish Civil War'.
Dit boek is wel hét klassieke
standdaardwerk over de
Spaanse Burgroorlog ge
noemd. Toen het in de Franco
jaren (de eerste versie Ivan
Thomas'boek dateert uit 1958)
in vertaling Spanje werd bin
nengesmokkeld werd het stuk
gelezen en het werd 'de bijbel'
voor iedereen die zich destijds
in Spanje links noemde. Tho
mas'boek blijft een gedegen,
zeer leesbaar verhaal over
aanleidingen, oorzaken en ge
volgen van een gruwelijke
burgeroorlog. De pil van 113
pagina's is nog verkrijgbaar in
de Penguin als Pelican Book.
'De Spaanse Burgeroorlog, oog
getuigen spreken na de dood van
Franco', door David Mitchell. Uitg.
Het Wereldvenster, prijs: f 32,50
'Voorspel Wereldbrand, een oog-
getuigeverslag van de Spaanse
Burgeroorlog', door Gerard Lutke
Meijer. Uitg. Nijgh Van Ditmar,
prijs 29,50.
'De oorlog begon in Spanje, Ne
derlanders in de Spaanse Burger
oorlog 1936-1939', door Hans Dan
kaart, Jaap-Jan Flinterman,
Frans Groot, Rik Vuurmans. Uitg.
Van Gennep, prijs 29,50.
'De onvoltooide revolutie. Bur
geroorlog in een Spaans dorp', door
Hanneke Willemse. Uitg. SUA,
prijs 18,00.
'Spanish Front. Writers on het
Civil War". Paperback van de Ox
ford University Press, import Van
Ditmar, prijs 29,80.
"The Spanish Civil War", door
Hugh Thomas. Uitg. Penguin Book
in samenwerking met de uitgeverij
Hamish Hamilton, prijs 44,65.
Door Jan Bouwmans
„JA, in (zoiets als) God geloof
ik wel, maar de Kerk hoeft
van mij niet meer (zo nodig)."
Een dergelijke bekentenis valt
tegenwoordig in gesprekken
over godsdienst en geloven
zeer geregeld. Allerlei onder
zoeken bevestigen dat deze
tweespalt op vrij grote schaal
bestaat. Driekwart van de
Westeuropeanen beschouwt
zichzelf als religieus gelovig,
maar het kerkbezoek ligt ge
middeld beneden de dertig
procent.
Tegen deze achtergrond is
de titel 'Waar is de kerk nu
goed voor?' van het boek van
de Anglicaanse priester Mar
tin Reardon op zijn minst uit
dagend te noemen. Je kunt er
de vraag in lezen waar de kerk
nou eigenlijk nog wel goed
voor is, maar ook de vraag
waar de kerk toch nog wel
goed voor is in deze tijd. In ze
kere zin komen beide vragen
in het boekje aan bod, alhoe
wel het de auteur voorname
lijk om de laatste vraag te
doen is.
Het boekje van Reardon is
de eerste aflevering van een
nieuwe reeks inleidende bro
chures over geloven en kerk-
zijn in de wereld van deze tijd,
die de Stichting 'Ark' uitgeeft
onder de titel 'En toch gelo
ven...'. Deze stichting geeft
onder meer ook maandelijks
het bekende 'Archief van de
Kerken' uit en ook de serie
'Teksten uit de R.K. Kerk'.
Martin Reardon houdt de
gelovige lezer in het eerste
hoofdstuk een heel heldere
spiegel voor over de vraag
'Waarom in God geloven?-en
naar de kerk gaan'. Met name
komt zeer goed uit de verf
welke eigenlijke en oneigen
lijke motieven en beelden tot
bepaalde stellingnamen lei
den. Voor een ongelovige lezer
kan dit eerste hoofdstuk een 'a
ha beleving' zijn, omdat het op
een zeer begrijpelijke wijze
inzicht geeft in wat christenen
van allerlei slag en soort be
weegt of kan bewegen.
Alleen al het woord 'God' is
goed voor fikse communicatie
stoornissen, maakt Reardon
duidelijk. De meeste mensen
veronderstellen dat ze het over
hetzelfde hebben als ze het
woord God gebruiken, maar
niets is minder waar. „De He
breeën hadden twee woorden
voor God en soms zou ik wen
sen dat de christenen er drie
hadden", verzucht de schrij
ver. Het eerste woord zou dan
te gebruiken zijn in de zin van
'zijn God is zijn geld, zijn ge
zin, enz.', het tweede voor de
God van de filosofen die hem
omschrijven als 'de grond van
het bestaan' of 'de onbewogen
beweger' en het derde dan
voor de christelijke God die
een persoon is en zorg heeft
voor de wereld en haar ge
schiedenis. Deze drie verschil
lende betekenissen worden
namelijk nogal eens door elk
aar gebruikt. De filosofen den
ken al duizenden jaren na over
God en hebben krachtige ar
gumenten ontwikkeld: „Zij to
nen aan dat het redelijk is in
een God te geloven, maar zij
leveren niet het overtuigend
bewijs dat het onredelijk is
niet in een God te geloven."
Ook het woord 'geloven' is
dubbelzinnig en zorgt der
halve voor spraakverwarring.
Van de ene kant betekent het
datgene dat verder gaat dan
denken, aan de andere kant
betekent het 'vertrouwen heb
ben in' en dan zeggen we bij
voorbeeld: ik geloof in die on
derneming. Verstandelijke
twijfel is echter niet het tegen
overgestelde van persoonlijk
geloof, meent Reardon; zij
kunnen heel goed samen gaan.
Wat moet een mens aan met
zaken als lichamelijke verrij
zenis uit de dood en maagde
lijke geboorte? De auteur
plaatst bij deze vraag zelf vier
kanttekeningen; onder meer
onderstreept hij de redelijk
heid dat de Kerk eist dat ge-
loofsleraren de officiële leer
verkondigen: „Maar hoe bepa
len wij de grenzen van de or
thodoxe leer, want christenen
zijn het niet eens over hoe de
H. Schrift precies moet wor
den begrepen. Hier tekent zich
natuurlijk duidelijk de Angli
caan af, want in de Roomse
Kerk bezit het leergezag op
voorhand de waarheid hoewel
dat juist in de tegenwoordige
tijd tot grote problemen heeft
geleid omdat gelovigen zelf
steeds meer zijn gaan naden
ken. Volgens Reardon is min
der van belang hoeveel chris
tenen geloven als wel dat hun
geloof 'afdaalt in de aarde van
Gods goedheid...en zich om
hoog strekt naar de wereld
van leven en handelen'.
Maar waarom zou je eigen
lijk naar de kerk gaan? Rear
don geeft enkele aardige mo
tieven waarom mensen niet
meer gaan, motieven die te
ruggaan op soms eeuwen oude
wortels. De visie dat gods
dienst iets van de gemeen
schap is, is zo'n oude opvat
ting. Kerk ziet men dan als een
hulp om het weefsel van de sa
menleving in culturele en mo
rele zin bijeen te houden.
Daartoe dienen dan ook de ri
ten en plechtigheden. Daar
voor zijn de geestelijken en
enkele enthousiaste gelovigen
die namens allen de eredienst
in stand houden hetgeen goed
is voor de samenleving. De
grote moot is in deze visie
daarbij niet nodig.
Anderen, die in God gelo
ven, gaan toch nauwelijks
naar de kerk omdat ze er geen
behoefte aan hebben. Reardon
bespeurt hier een God wiens
hulp alleen vereist wordt in
die zeldzame momenten
waarop de natuur, geholpen
door de moderne wetenschap
en technologie, het niet kan
bolwerken. Gelovigen gaan
ook niet meer omdat ze de
kerk schijn-heilig vinden: de
traditionele kerk komt niet te
gemoet aan hun diep reli
gieuze behoeften en hoge idea
len. Dit is nogal wat jongeren
overkomen die richting sekten
gingen.
Maar ook de motieven van
mensen om wel naar de kerk
de gaan, lopen zeer uiteen. De
Een lege kerk is in deze tijd geen ongewoon beeld. - fotoanp
schrijver noemt vijf hoofdmo
tieven voor de kerkgang: om
zin en waarheid te vinden, om
schoonheid te vinden, om mo
rele waarden vast te stellen,
om ergens bij te horen en ge
accepteerd te worden en om
geestelijke gezondheid te vin
den. Dat elk van deze motie
ven tot een geheel andere hou
ding tegenover de kerk leidt,
spreekt voor zich en dat ver
oorzaakt in de kerkgemeen
schap natuurlijk evenzovele
problemen.
Een en ander werkt ook
door in een kerkgemeenschap
als geheel. De ene Kerk stelt
zich tot taak veerboot naar de
hemel te zijn, een andere func
tioneert vooral als toevluchts
oord om te ontsnappen aan de
druk van het dagelijkse leven
en weer een andere keifk is
slechts een winkel voor reli
gieuze consumenten.
Vanuit deze situatieschets
gaat Reardon terug naar het
begin: waar kwam Jezus voor,
waarom begon de kerk en
waarom zijn er verschillende
kerken om tenslotte uit te ko
men bij de vraag: wat nu?.
Een van zijn antwoorden is de
noodzaak van herstel van de
eenheid tussen de christelijke
kerken. Bij alle zaken weet hij
echter steeds op aannemelijke
wijze dat en waarom mensen
niet ver genoeg gaan of te ver
doorschieten. Voor niet-gelo-
vigen schept hij daardoor heel
wat duidelijkheid in het he
dendaagse warrige beeld van
de christenheid en voor gelo
vigen is hij een goede gids om
te bepalen waar ze zelf staan
in het spectrum.
Martin Reardon: "Waar is de kerk
nu goed voor?'. Uitg. Stichting
'Ark', prijs 12,50.
Door Henk Egbers
RAINER MARIA RIL-
KE: WIE NU GEEN HUIS
HEEFT (uitg. Bert Bak
ker): Peter Verstegen ver
taalde 24 gedichten uit Das
Buch der Bilder en Neue
Gedichte en wil daarmee
'een geloofwaardig beeld
geven van Rilkes produc
tiefste periode als gerijpt
lyrisch dichter (1898-1908)'.
Zijn romantisch dichter
schap heeft al heel wat
amechtige zielen beroerd.
De daarmee samenhan
gende herfst, dood en een
zaamheid zijn in deze bun
del terug te vinden. Maar
ook zijn relatie met de
beeldende kunst (door Pim
Lukkenaer onder meer in
het nawoord wat uitge
werkt) is aan de orde zoals
in het gedicht De Panter
(relatie met zijn leertijd bij
Rodin). Verstegen koos
voor een tamelijke letter
lijke vertaling. Over de
zelfmoordenaar dichtte
Rilke „Dus het is nog niet
afgelopen./ Dat ze ook
steeds als ik mij op wil
knopen/ de strop lossnij
den/ Pas was ik zo goed
voorbereid/ en ik voelde al
wat eeuwigheid/ naar bin
nen glijden..."
ROBERT LOWELL: DE
DOLFIJN EN ZEEMEER
MIN (uitg. Kwadraat -
17,90). J. Eij keiboom, die
eêrder onder meer Yeats
en Dickinson vertaalde,
heeft een representatieve
selectie vertaald voor deze
bundel uit het werk van
Lowell (1917-1977), die als
de belangrijkste naoor
logse amerikaanse dichter
beschouwd wordt. In een
nawoord tekent Bernlef
zijn veelbewogen leven
(van calvinisme naar
rooms katholicisme, deel
name anti-Vietnambewe-
ging, drie huwelijken etc.)
en concludeert dat Lowell
de enige engelstalige dich
ter van deze eeuw is die
publieke gebeurtenissen en
en privéleven met elkaar
wist te verbinden in een
aantal gedichten. Uit Vis
net: Elk helder ding dat
ons verbaast, verblindt,/ je
dwalend zwijgen en bril
jante vondsten, dolfijn die
losgelaten wordt op vis die
flitst.../ De dichter sterft
als jongeling, gebalsemd in
z'n beat, de stemmen, ar
chetypisch vals;...".
JAN WILLEM
SCHULTE NORDHOLT:
EEN WANKEL EVEN
WICHT uitg. De Prom -
17,50). „Oude heren slaan
weer aan het dichten,/
praten poëtisch met hun
spiegelbeeld/ als zij zich in
de ochtend staan te sche
ren/ of wandelen op de
voeten van een vers/ de
stille vijvers van het stads
park om...". De uit 1920
stammende dichter/histo
ricus heeft heel wat
schrijfwerk op zijn naam
staan. In deze bundel een
keuze uit zijn laatste tien
jaar. Zijn religieuze bele
ving van de natuur en de
mens, zijn relativerend
omkijken in de historie,
zijn bezwerende taal tegen
de oorlog etc. worden heel
mooi verklankt en zal ve
len aanspreken. De bundel
sluit met het gedicht dat
hij schreef bij zijn afscheid
in 1985 van de Leidse uni
versiteit. "Betwijfeld heb
ik wat ik heb geloofd/ ge
vreesd de stelligheid waar
mee mijn stem/ soms op
klonk met zo'n zekerheid
en klem/ als kende ik de
hemel uit het hoofd...".
MAX CROISET: OOG
OPSLAG (uitg. De Beuk-f
17,50) Deze toneelspeler
heeft een relatie met het
woord, die in relatie staat
met zijn acteur-zijn. Op de
flap is sprake van een vi
suele ontvankelijkheid en
een woordeconomie. Zijn
poëtische notities zijn zeer
beknopt..."Letter na letter/
neem ik schrijvend af-
Max Croiset.
- foto archief de stem
scheid/ van woorden"...
Zijn oogopslagen zijn korte
bewustwordende blikken,
die in deze bundel onder
meer te maken hebben met
een verblijf in het zieken
huis en de Alpen.
SUSAN POLIS
SCHUTZ: OMDAT IK
BEN (uitg. Mingus-f 13,90).
Schutz schijnt de best ver
kochte dichteres van Ame
rika te zijn. Ze is wat mo
raliserend bezig met Bond
Zonder Naam - wijsheden
en- een Toon Hermans-ly-
riek. "Ik hou van mensen/
wier ogen/ vertrouwen/
eerlijkheid en/ onschuld
uitstralen-/ wier ziel,
goed/ envoudig en/ onbe
dorven is/ En ik veracht
hen/ die het deze mensen/
moeilijk maken/ en hen
dwingen te/ veranderen"...
JEANINE HOEDEMA-
KERS: ONZICHTBARE
TASTBAARHEID (uitg.
De Beuk - 15,—) Deze
therapieleidster laat via
deze verzen en bijgevoegde
(gespatte) illustraties op
een sympathieke manier
zien hoe therapeutisch
creativiteit gebruikt kan
worden. Dat heeft niets
van doen met literatuur of
kunst, maar met een ac
ceptabele manier van ver
werken van leed. "Reeds
lang zocht ik/ in woorden
bevrijding/ Schreef hemel
hel/ en andersom. Rolde
schrijvend/ door mijn
scheiding./ Maakte een
weet/ van elk waarom./
En andersom; en anders
om"...
JOHANNA HELL: HET
LANDSCHAP VAN DE
JAREN (uitg. De Beuk-
10,-). Onder meer door de
stichting Schrijvers School
Samenleving, talrijke ra
dioprogramma' en bloem
lezingen getuigt zij sedert
1948 van haar bezig-zijn
met het verschijnsel 'taal'.
In haar verzen valt onder
meer op een gevoel voor de
klankkleur van woorden.
"Alle sombere vegen/ wor
den lichte wegen/ door het
land //De morgen is wijs/
hij kent iedere weg/ en
toont dat graag."
HERVE CASIER: VER
ZAMELDE GEDICHTEN
1964-1984. (uitg. Kofschip-
kring- 22,-) Casier (1943)
wordt in Vlaanderen ge
zien als iemand, die door
een verstaanbare taal de
poëzie democratiseerde.
Dit boek bevat een bloem
lezing uit zijn werk dat -
wat de dichtkunst betreft -
bestaat uit zeven bundels.
Het zijn melancholische
verzen die stemmingsbeel
den uit de natuur in relatie
brengen met die in het ge
moed. Hij probeert zijn pe-
simisme te overwinnen
met het woord. "In het
schrijven van verzen/ her
vind ik mijn evenwicht/
omdat ik buiten dat licht
niet weet wie van de twee/
met mij samenvalt het
meest/ mijn lichaam of
mijn geest".
DOOR Henk EgbersRomani-
sches Cafe (vertaald door Wim
Platvoet) bevat elf teksten die
tussen 1936 en 1971 geschreven
zijn door Wolfgang Koeppen.
Het titelverhaal speelt in de
twintiger jaren en is een voor
spel op wat komen gaat: het
zinloze Duitsland van de Füh-
rer, uitgeleverd aan de waan
zin. Koeppen schreef ook drie
romans in het begin van de
vijftiger jaren, die het Duits
land van toen uitlichten tegen
die nazi-geschiedenis. Hij is
geen veelschrijver (hele tijden
valt hij stil), noch een betoger.
Zijn stijlmiddelen zijn indi-
recter.
Koeppen was dramaturg en
speelde toneel; is tot 1933 re
dacteur/cultuur bij de Berli
ner Börsen-Courier, verlaat in
1933 Duitsland, woont in Italië,
Frankrijk en Nederland. Hij
duikt in 1939 onder in Duits
land, schrijft filmscenario's,
treft zichzelf in 1945 aan in
München, waar hij nu nog
leeft, aldus het nawoord, dat
in de kop zegt dat alles wat hij
schreef tegen oorlog, onmen
selijkheid en hopeloosheid ge
richt is.
Een verhaal als 'Puinhopen
of waar moeten we heen' be
schrijft op een ogenschijnlijk
heel envoudige manier het le
ven van mensen in een kapot
gebombardeerde stad. De druk
van het verleden is tastbaar in
de dingen die kapot, schaars
etc. zijn, of in de mensen, die
ontredderd ,maar veelal niet
teruggekomen zijn van het
front. En ook als hij schrijft
over Stettin ('In mijn stad was
ik alleen') is de teloorgang ge
koppeld aan de verloren oor
log. "Ik zag de grote ondergan
gen komen"..
Ligt de sleutel van zijn hou
ding in de korste schetsen on
der het kopje 'Melancholica'
Jeugdervaringen zijn met
weemoed in zijn gevoelsleven
gegrifd; de negatieve invloed
daarbij van het rationele uni
versiteitsleven wordt plastisch
verbeeld. Graag ontleent
Koeppen zijn beelden en per
sonages aan de als klassieke
geboekstaafde oude cultuur.
Prometheus, Phaedra, The
seus e.a. gekoppeld aan, bij
voorbeeld hedendaagse auto
races (heel boeiend stuk).
Wolfgang kijkt, zwijgt en
schrijft op. Stilte. Wat dopt de
lezer ermee?
Zijn Nederlandse tijd komt
ook nog om de hoek kijken in
enkele verhalen; niet wezen
lijk, maar anecdotisch op het
eerste oog. Of is het symbo
lisch als hij Calderon op
Katendrecht in Rotterdam
tussen de Chinezen laat zwer
ven? Ook 'De verloving in de
oude salon' - een bourgeoisie-
milieu ten voeten uit -wordt
meestal in relatie gebracht
met zijn ervaringen in Neder
land.
Koeppen schrijft welover
wogen verstild en duidend.
Het meeste staat tussen de re
gels. Verhalen om te proeven.
Dan gaan ze pijn doen. Wilde
Koeppen anders na zoveel rot-
ervaringen in het Duitsland
van Hitier cs? Hij zegt het niet
direct. Hij laat het wel merken
en voelen', zodat het woord
hier duidelijk een transport
middel is naar meer.
Wolfgang Koeppen: "Romaans Ca
fé'. Uitg. Toth, prijs 24,50
Wolfgang Koeppen.'
foto toth