ze toekomst hadden tij lang niet altijd mee iv Kansen Sahara "Dit gaat tot de rand van wat het milieu kan hebben' Flipperkast Geen kwaad Schoon Sprookje Ex-post Technologische uitstraling vrijwel nihil Geluk 13Q, september 1986 Zfl SmscCca 30 september 1986 Z7 Wiiiiiiiiiiniiiiiiimiimii iteriaal is voor een appc, h t op een veiling. De dure i te roesten en het restant, geen emplooi voor. Er ik in de kabel. De Korea- ners bouwen wel water- 1 het zijn geduchte concur- I. Als ze de kennis niet heb- Ize er wel achter. Mensen tg en voor het plannen roe- Eg een paar Hollanders bij, ïenen we ook niet aan. Dat psö'e van goodwill en ont- ik me aangetrokken ge- Eden. Het getijwater is een piemen/ in beweging ge- antrekkingskracht van zon eken en schorren zijn m'n ïeelveld geweest en ze zijn V dam komt driekwart voor r. Door de pijlerdam wordt pe/ getij tot 75 procent te- f landschap verliest zo z'n en is voor vogels ook min- I. Als je dat ziet, dan ben ik lege? ontevreden". een redelijk compromis Ilijke activiteit en de aan- Ieg maar de andere schep- Iwordt wel over gepraat ja, i blijkt het moeilijk, zoniet ae steeds toenemende eco- b het watertoerisme. Het is natuur, op de lange baan een dag komt dat er niks pen en te valt. Dat is waar de toestand voor veel be- t betreft denk ik wel eens bbert. Hij zei ooit: „Ik ben I gelovigen van de zwarte Ie zeggen: De mens is een liiiiutuiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiii j&T 'fische moe- filand, door L>/ zomaar kt door een >ut' de lucht i in een ca- n schroeven, nsd lijken te 'aarin de in- 3asteren zelf ;en. „Neeltje laai zelf aan. sue. Jongen, dt wereldbe- :t maar, dat en Nieltje Flipperen met het milieu als inzet Door Henk Fostma 'Dam der verzoening' is de Oosterschel- de-stormvloedkering in Zeeland ooit ge noemd. Maar het had netzogoed een splijtzwam kunnen zijn. Sterken de pij lerdam kan dat alsnog worden. De be slissing om de 'Gouden Rand der zee' in te tomen met een open, maar afsluitbare kering heeft de stormen van tumult, controverse en onzekerheid overleefd. Zeeland mag zidi Delta-veilig noemen. En de Oostersehelde als bron van welzijn is nog intact. Nóg, want nu de 'klus van de eeuw' geklaard is, moet de praktijk bewijzen of het dure 'welvaartscompromis' alle kosten en moeite reohtvaardigt. Twee miljard extra is er op tafel gelegd om de 'eis van veiligheid' met de belangen van het milieu en de visserij te laten sporen. Een 'een voudige' verhoging van de Oosterschelde-dij- ken tot Delta-niveau was aanmerkelijk goed koper geweest. Achteraf tenderen officiële rapporten naar de vaststelling dat een derge lijke oplossing even tijdig en minstens zo ade quaat bescherming zou hebben geboden, ze ker aan het milieu, dat voor alle zekerheid maar alvast 'aan de monitor' is gelegd. Na tuurbeschermers en vissers waken angstvallig aan het bed als betreft het een patiënt die elk moment de geest kan geven. „De spannendse ogenblikken komen nog", stelde de Zeeuwse gedeputeerde J. de Voogd (verkeer en waterstaat) kortgeleden vast. Zijn gehoor zal daarbij niet alleen gedacht hebben aan het schrikbeeld dat sommige sceptici wil len oproepen: „Er dondert nog wel eens een pijler om". Want ook zonder stevig veran kerde sGhuiven in de 'gatendam' valt Zeeland niet meteen ten prooi aan wind en water. Alleen al de beperkte dijkverhoging die en kele jaren geleden - als onderdeel van het compromis - voltooid is, biedt een zekere vei ligheid: een overstromingskans van één keer in de vijf eeuwen. De stormvloedkering moet die kans verder verkleinen tot één keer in de 40 eeuwen, maar ook dat kan - demagogisch gesproken- morgen al zijn. Bovendien, de werkeilanden en dorpels in de kering, beper ken sowieso de omstuimigheid, waarmee de zee het water naar binnen stuwt. Er zijn dan ook indringender vragen, al worden die - toegegeven - voornamelijk ge steld door de vroegere strijders voor een open Oostersehelde: vissers en milieubeschermers. Dat gebeurt bovendien op gedempter toon dan hun roemruchte optreden van weleer zou doen vermoeden. Maar de antwoorden zijn niet minder van belang. Want ze bepalen in hoeverre de stormvloedkering garandeert waarvoor hij in eerste instantie is gebouwd: handhaving van het 'uniefee zoute getijde-mi lieu', levensbron voor 325 soorten bodemdie- ren, 190 soorten plankton, 144 soorten plan ten en algen, 70 soorten vis en 25 soorten vo gels, sommigen zeer zeldzaam, anderen met tientallen miljoenen present. De pijlerdam moet de druk van de hoogste stormvloeden kunnen weerstaan, fflaar is het kunstwerk evenzeer opgewassen tegen de druk van sociaal-economische belangen en experi- menteerdrang Wat let zuinige landsbestuur ders om de kering niet alsnog vol te storten in het geval ze zich onverhoopt voor tfgpreuze, maar onvoorziene onderhoudskosten zien ge plaatst Legt Rijkswaterstaat zich een ge paste zelfbeperking op nu deze dienst over een instrument beschikt waarmee ze het getij naar believen kan stilleggen, rekken, dempen of kneden En tenslotte: zijn rijk, provincies, waterschappen en gemeenten, verenigd in de stuurgroep Oostersehelde, bereid het gebied adequaat te beschermen, met name tegen de oprukkende belangen van toerisme en recrea tie 'De Sahara onder water' 'wordt de bodem van de Oostersehelde wel genoemd, een onaf zienbare zandvlakte vol diepe geulen en veen- banken, waarop mosdierkolonies welig tieren. Steenbestortingen hebben door de eeuwen heen een kunstmatige 'rotskust' doen ont staan met een dieren- en plantenrijk dat in schoonheid kan wedijveren met de pracht en praal die de tropische zeeën eigen is. De Oos tersehelde fungeert als kinderkamer voor zee banket dat de consument met graagte op z'n bordje ziet gelegd: tong, kabeljauw, schol, ha ring, noem maar op. Er zwemmen ook curieuzer dieren, zo niet kwa uiterlijk dan wel kwa naam: de pijlstaar trog, de zeedonderpad of de levendbarende puitaal. Planktonrovers scheren voorbij het algen grazend zee-appeltje. Ze bevinden zich in de kraamkamer van de geep, het harnas- mannetje en de ansjovis. De inktvis komt er om te paren. De Oostersehelde is passeergebied van de zeeforel, de spiering en het stekelbaarsje, speeldomein van hooiwagenkrab, vlieseelpo- liep en zeenaaktslak. Er bloeien 'exotische' zee-bloemen: anjelieren, dahlia's en geweis- ponzen en er hangen gordijnen van rots-, knots- of vederwier. Over het water scheren vogels. Afkomstig uit verre oorden als Siberië en Groenland vinden ze op de schorren een fourageergebied voor broed- of overwinte ringsplannen. Het zijn slechts enkele aspecten "k l l .1 7» ">vv Over het water scheren vogels. Af komstig uit verre oorden als Siberië en Groenland vinden ze o.p de schorren een fourageergebied voor broed- of over- wmteringsplanmen. - foto jan van de kam 'De Sahara onder water' wordt de bo dem van de Oostersehelde wel genoemd, een onafzienbare zandvlakte vol diepe geulen en veenbanken, waarop mosdier kolonies welig tieren. - foto dick de boer van de dieren- en plantenrijkdom, waarmee het belang van de mosselcultures nog niet eens is aangeroerd. Wanneer rijkswaterstaat de stormvloedke ring beheert in overeenstemming met de offi ciële, zorgvuldig opgezette studies en advie zen, wanneer ook de Stuurgroep Ooster sehelde daar naar handelt, is enige vrees voor een geduchte aftakeling van dM Ooster- schelde-müieu ongegrond. Daar zijn vriend en vijand het wel over eens. Dan gaan de schui ven alleen dicht bij gevaar voor een storm ramp, bij een onverhoopte olieramp of wan neer drijfijs ernstige schade dreigt toe te bren gen aan de dijken. Dat betekent dat het tij hooguit één keer in de twee tot vijf jaar be hoeft te worden stilgezet. Dat kan de Ooster sehelde wel aan. Maar de pijlerdam kan ook gaan fungeren als reusachtige flipperkast, waarmee de lief hebber een gokje kan wagen op het milieu. Br zijn heel wat omstandigheden denkbaar die de beheerder van de schuiven kan verleiden tot een druk op de knop. De officiële project groep Bareon (Barrier Control1) zette er een twintigtal van op een rij. Daaronder: berging van gestrande schepen, opsporing van ver miste personen, dreigende bevriezing van schepdieren, werkzaamheden aan havens, dij ken e.d., viskweek, verbetering van afwate ringsmogelijkheden of louter de zucht om te experimenteren met het tij. De projectgroep heeft al dat soort gebruiks mogelijkheden afgewezen. Maar daarop is nu al inbreuk gemaakt. Om kosten te besparen bij het sluiten van de Philips- en Oesterdam laat minister minister Smit-Kroes het getij dempen. Dat betekent dat dit najaar en ko mend voorjaar met de stormvloedkering wordt gemanipuleerd. Winst 35 miljoen gul den. Het gebeurt in de 'minst kwetsbare' perio des van het seizoen. Toch heeft de Raad voor de Waterstaat deze ingreep ontraden. De Stichting Natuur en Milieu stelt: „Dit gaat tot de rand van wat het Oostersehelde-mïeu k-an hebben". De Zeeuwse MiMeu Federatie is ronduit verontwaardigd: „Voor een relatief gering bedrag worden grote milieu-risico's ge lopen". Ir. J. Leentvaar, hoofd van de Delta-afde ling van Rijkswaterstaat dienst Getijdewate ren, heeft er een minder hard hoofd in. In zijn ogen kan het geen kwaad de stormvloedkering in de eerste jaren wat vaker te sluiten om ook bij een wat lagere dan een extreem hoge wa terstand ervaringen op te doen. Met name sinds de stormvloedkering van dorpelbalken is voorzien, is het getijverschil behoorlijk klei ner geworden. Zijn dienst houdt de gevolgen daarvan nauwkeurig bij. Leentvaar verzekert: „Tot op heden hebben we nog geen enkele soort uit de Oostersehelde zien verdwijnen". Wel ontwikkelt de verdroging van schorren zich volgens hem sneller dan verwacht. Het beheer van het Oosterschelde-gebied is in handen van de stuurgroep Oestersohelde. De Zeeuwse gedeputeerde J. Boersma, voor zitter van de stuurgroep, heeft er de laatste maanden geen geheim van gemaakt dat aller hande projecten in de recreatieve sfeer een grote druk op de Oostersehelde dreigen te leg gen. Woordvoerder Th. Kramer van de Zeeuwse Milieu Federatie benadrukt dat de stuurgroep er nog steeds niet in geslaagd is een beheers plan voor de Oostersehelde op te stellen. Hij kwalificeert dat als een 'droevig bestuurlijk fa len', want 'het gebied kan door gebrek aan be heer alsnog ten onder gaan'. Sinds in 1969 het Volkerak werd afgesloten heeft de Oostersehelde zich ontwikkeld als Nederlands schoonste oppervlaktewater. Het sterk verontreinigde water van Rijn en Maas transformeert nu de bodems van de bekkens achter de Oostersehelde in 'gifbelten onder water'. Opruiming daarvan gaat miljarden kosten. Daar mag het Landbouwschap over nadenken, dat ooit in een pleidooi voor een dichte Oostersehelde gewicht in de schaal dacht te leggen met de constatering: „Een zoet Zeeuws Meer is onmisbaar, niet alleen voor de drinkwatervoorziening, maar ook voor de aan de rand van deze zee-arm gelegen land- en tuinbouwgebieden". Studies wijzen uit dat de helderheid van de Oostersehelde na de sluiting van Philips- en Oesterdam nog kan toenemen, terwijl de toe voer van voedsel wat zal verminderen. Over de effecten daarvan geven de studies nog geen uitsluitsel. Wat de wetenschappelijke voorspellingen betreft kan men zich voorlopig nog maar het beste baseren op de stelling, waarmee ooit een proefschrift opgevrolijkt werd: „Door de aan leg van de Deltawerken en de steeds toene mende behoefte aan recreatie is het waar schijnlijker dat Zeeland in de toekomst over spoeld wordt door het toerisme dan door de zee". Daarover bestaat in ieder geval een har monieuze eensgezindheid. Door-Frans Boogaard „ACM JA, de techniek hebben we nu in huis. We hebben er zelf heel veel van geleerd. Maar als er niemand een pijlerdam wil, dan schiet je daar al lemaal weinig mee op. En voorzover we nu weten is er nergens ter wereld een land dat plannen heeft om een pijlerdam te bestellen." De toon waarop Bruno Voskuil (Verkeer en Water staat), woordvoerder van Smit-Kroes, dit statement af geeft, klinkt berustend, maar ook wat verveeld. Vlak voor de opening van het pronkstuk van de Deltawerken, de sehuivendam in de Oostersehelde, lijkt de vraag wat nou de technologische uitstraling van al dat waterbouw kundig vernuft is, wat ongepast over te komen. Zoals waters taters ook liever niet worden herinnerd aan al die met Latijnse namen uitgeruste gespeciali seerde vaartuigen, die nu op verschillende plaatsen in het land liggen te roesten. Mitterrand, Von Weizsaeker en al die niet-gekozen staatshoofden uit Luxemburg, België en wat er verder nog langs de Rttjn ligt, worden d'adr straks niet langs ge leid. Want de 'spin-off -goed Nederlands voor nevenef- feoten, bijkomende voordelen - van de Deltawerken is vrijwel nihil, niks, nul komma nul, en daar zitten ze bij waterstaat bést mee. Vandaar oök dat ze er bij Verkeer en Waterstaat liefst maar niet te veel over zeggen. Volgens Huib Eversdijk, CBA-Ramerlid en sinds de jaren zeventig zeer nauw bij de OosterseheMë-discussie betrokken, was van het begin af duidelijk dat de bouw van de pijlerdam geen winstgevend zaakje zon worden. „Het is natuurlijk een sprookje te denken dat dit project als project verkocht zou kunnen worden. Geen land ter wereld kan het zich zelfs maar permitteren zoveel geld uit te geven om een stukje water zout te houden. Met onderdelen van bet werk of van de know-how (goed Nederlands voor kennis - FB) ligt dat gelukkig anders. Voor de bodembescherming zijn matten ontwik keld, die volgens laboratoriumproeven een levensduur hebben van tweehonderd jaar. India, Korea en Bangla Desh -landen die behoefte hebben aan een goede oeverbescherming - zijn daar zeer in geïnteresseerd. Het zijn natuurlijk Meine dingen, maar je moet ze dankbaar meepikken. Want verder zal er weinig te verkopen zijn." De conclusie van Eversdijk ligt voor de hand, maar wordt - en dat is altijd een makkelijke uitweg - aan de Plesmanweg, zetel van Neelie Smit-Kroes, nog niet zo maar geaccepteerd. Wetenschappelijk is er namelijk nog niets vastgesteld; zijn de SIBAS (Samenwerkende In stellingen ten behoeve van BeleidsanalytiSche Studies), een conglomeraat van deskundigen van het Waterloop kundig Laboratorium, het Laboratorium voor Grond mechanica, het Nederlands Economisch Instituut en TNO, nog druk aan het studeren. Eversdijk: Ik weet eigenlijk alleen maar van een ingenieur die een ke'êr naar Korea moest, én vaé wie ik toen gevraagd hob tif die niet eë'n staaltje be ton mce kon.nemen.- foïcxoE'Stem ben'STeefeSi „En dat zal nog best een paar maandjes zo blijven", stelt Voskuil opgewekt vast. Want lopende studie scheelt weer een hoop lastige vragen. En lastige vragen is werk. Toch, en dat mag de belastingbetaler gerust stellen, is er al iets gebeurd. De SIBAS hébben al een Eindrapport fase 1 uitgebracht, en sindsdien weten we dat 'het ko men tot een identificatie en kwantificering' van de afge leide effecten van de OöSterseh'eMeweiken een 'ade- kwaat begrippenkader' vereist, vooral wanneer dat 'e» post' moet gebeuren. Toch Zijn er 'concrete spiïi-off-im» pulsen' gevonden. Waarna de hooggeleerde heren van de vier zwaar-ge- subsidieerde instellingen nog vele bladzijden nodig heb» ben om in zo düur mogelijke taal twee dingen vast te stellen: A. dat er, zoals Eversdijk al zei, misschien toch nog een paar matten te verkopen zijn, en B. dat het verder bar, bar tegenvalt. Bij gebrék aan 'succesfactoren op segmenten van de internationale markt', zoals de SIBAS ter zake kundig opmerken. Intussen doet Rijkswaterstaat, geholpen door Den Haag, vcrwoéde-pogin'gen de achterstand in te halen en de pijlerdam alsnog aah de man te brengén. Zo werden kort geleden bussen buitenlandse journalisten naar het werkéilanti Neéltje JSUs gebracht:, Waar ze met opeij) mond de pïêstaties van de Në'cferTandse Waterbou# mochten bewonderen. En in alle rust, want de hele staf van Verkeer en Wa terstaat telde niet één ambtenaar die, al was het maar in steenkool-Engels, iets van een toelichting kon verzor gen. Ondertussen houden de SIBAS zich op staatskosten druk bezig met de verdere ontwikkeling van een 'ex- ante methodologie', wellicht met behulp van een 'case study', en misschien zelfs in een ander organiek kader. Eversdijk, gevraagd of Den Haag nou in godsnaam dit soort gedoe niet had kunnen voorkomen: „We heb ben er als Kamer in een paar mondelinge overleggen wel eens over gepraat, maar het departement is natuut» lijk veel te laat begonnen. Ik weet eigenlijk alleen maar van een ingenieur die een keer naar Korea moest, en van wie ik toen gevraagd heb of die niet een staaltje be ton mee kon nemen. Wat er verder is gebeurd - als et iets is gebeurd - is via de ambassades gegaan." En uit de losse pols geeft het ODA-Kamerlid, vanaf de Kerkweg in Réinkenszand, de eindconclusie waar zonder enige twijfel de SIB AS volgend jaar ook op uit komen: „Wat we verder nog kunnen verkopen - een matje hier, een betonblokje daar - zal niet meer zijn dam peanuts-, pinda's in het grote géheel." Door Piet de Bont ALS (met de ervaring van nu) de door laatbare Oosterschelde-dam nog eens gebouwd kon worden, zou die kering tientallen miljoenen minder kosten dan de pijlerdam die in Zeeland is gebouwd. Dat staat zwart op wit in een van de dikke - en een van de meest gelezen - rapporten did over het wetk-van-de-eenw in de Oosterschel- de-monding zijn gemaakt. Voor die bouw kon men niet of nauwelijks teruggrijpen op ervaring bij eerdere projecten opgedaan. Het ging om een uniek werk. Rijkswaterstaat en Dosbouw (uitvoerder van het project) hebben wel alles gedaan om fouten en problemen, en zeker miljoenen kos tende fouten, te voorkomen. Vandaar dat er bij de bouw van de kering in de Oostersehelde-monding wel eens te hoog is gegrepen, en ook dat liep in de papieren. Bekend voorbeeld is de tegelmat. Die mat moest er voor zorgen, dat er een vlakke vloer kwam op die plaatsen in de monding waar de pijlers neergezet moesten worden. De ontwerpers waren er van uit gegaan, dat de funderingsmatten zó veel oneffenheden zouden hebben, dat er nóg een mat tegenaan moest. De eorrectiemat of Jegelmat. Voor de fabricage daarvan werd een oude mattenfa- briek op Sophiahaven omgebouwd en een be staand schip aangepast. Bij bet leggen van de funderingsmatten bleek evenwel, dat men in staat was om die matten zo vlak te krijgen, dat er geen, of haast geen tegelmatten nomg waren. De onjuiste inschatting vergde een uitgave van een paar miljoen. Maar er zijn bij de bouw ook legio goede inschattingen geweest: zo is er een speciale werkmethode toegepast om de verschillende constructies niet te stérk te maken, ©at zou te duur zijn geweest. Ernstige tegenvaller bij de bouwerij in de ©osterschelde-monding was, dat bij het lo strekken van de pijlers in de bouwdokken op Neeltje Jans de blikken zolen onder de pijlers los gingen hangen. Onder water moesten ze een voor een worden verwijderd. Een klus die meer dan 10 miljoen gulden kostte. Andere te genslag: toen de Cardium net lekker bezig was met het leggen van funderingsmatten, ging er een onderwaterpomp kapot. Er was geen reservepomp (kosten: enkele tienduizen den guldens) als gevolg waarvan de Cardium een week lang geen matten kon leggen, een af faire die het veelvoud van de prijs van de re servepomp kostte. „Het is bij deze bouw constant een afwegen geweest van kwaliteit en kostefl', en van hét in schatten van risico's", aldus voorlichter Jos Geluk van Rijkswaterstaat. „Voortdurend hebben we de kosten in de gaten gehouden". Met de hete adem van politici, die uit de al maar duurder wordende Oosterschelde-dam politiek probeerde te slaan, in hun nek, zoch ten functionarissen van Rijkswaterstaat naar stig naar bezuinigingen. In één geval is bij de uitvoering van de Oos- terschelde-werken goedkoop duurkoop ge worden. Dat was het geval bij de aanleg van de Markizaatskade bij Bergen op Zoom die, in afwijking van aanvankelijke plannen, op een koopje werd gemaakt met als gevolg een forse doorbraak op een uiterst ongelegen mo ment, een doorbraak die miljoenen heeft ge kost. Hier bedroog de zuinigheid de wijsheid. Bij de bouw van de pijlerdam in de mon ding van de Oostersehelde heeft men overi gens kolossaal veel geluk gehad. Dorpelbalken, matten en pijlers moesten steeds bij laagwaterkentering worden afgezon ken. Men werkte in period'en van 60 tot 90 minuten waarin de stroomsnelheden laag wa ren. Maar dat werkonderdeél moest wél bin nen die tijd gereed komen, anders zou de ramp niet te overzien zijn geweest. Men heeft het steeds gehaald, zij het soms op het nip pertje. Bij het ontwerpen van de doorlaatbare pij lerdam is men er zich steeds terdege van be wust geweest dat er wat fout kon gaan. Om fouten zoveel mogelijk te vermijden werd er zelfs een „foutenboom" opgezet, een boom met heel veel vertakkingen vol dingen die fout konden lopen. Ondanks de foutenboom ging er toch het nodige mis. „Maar", aldus Jos Geluk: „gelukkig heb ben we geen fatale zaken gehad".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 21