De mobiele onderkomens liggen er verlaten
bij: nissenhutten, andere golfplaten bouwsels en
'portable cabins'. Alles moet opgeruimd worden.
Ook de aannemersfirma Jac Rijk uit Heinkens-
zand moet nog een bataljon 'grondhappers' ko
men halen. Op banden van meer dan een halve
meter dik staan ze te wachten op een volgende
bestemming. In de monding van de Ooster-
schelde dacht de Nederlandse aannemerij zich
zelf een toekomst te bouwen, maar wat komt er
na de pijlerdam De toekomst lijkt even grauw
als het beton van het Topshuis.
Daar in dat gebouw zitten de mannen die
straks het getij stil kunnen zetten. Miljoenen ja
ren schepping onder controle met een paar
knoppen en een digitaal communicerende won-
derkast. Het Topshuis torent omhoog als een
fort, een voorpost in de strijd tegen de zee. 'Hur-
ricane-proof moet de architect gedacht hebben.
Somber en solide. „Echt gereformeerd beton",
zegt een man die schijnbaar doelloos over de
parkeerplaats loopt. En de voorlichter van
Rijkswaterstaat: „Lelijk, hou op, dat hebben we
ook al gezien
De schuiven staan open. Aan de zeezijde van
de stormvloedkering beweegt een schuimend eb-
landschap. Ononderbroken golft een tapijt van
snelstromend water onder de schuiven door. De
Oosterschelde bruist leeg. Het is een complete
veldslag de stroomgolven en de binnenrollend
deining uit de Noordzee. Golven klappen over
elkaar heen, torenen samen omhoog en vallen in
schuim uiteen. Natte infanteristen in de golfoor
log bij het begin van de zee. Tweemaal daags en
als het tij keert is het vrede.
Door Paul de Schipper
foto's CorJ. de Boer
„PAPPA, houden ze daarmee het water tegen?"
Het jongetje wijst op de zwartgeteerde stalen
schuiven. Pa buigt zich over de balustrade en
kijkt omlaag: „Ja, als het stormt dan laten ze
die dingen zakken. Zo houden ze de zee tegen
en dan komen er geen overstromingen meer".
Het is stil geworden op Neeltje Jans. Het la
waai van staal op staal, de ronkende trucks, de
generatoren je hoort ze niet meer. Ook de
werkers zijn vertrokken.
Alleen de toeristen blijven komen, in drom
men. De leden van de bejaardensoos, de kaart
club, de personeelsvereniging. Ze worden toege
zongen door een koor van krijsende meeuwen.
Een overgebleven pijler staat eenzaam in een
groot bassin. De middagzon verlicht de grijze
kolos. De Christiaan B, een rondvaartboot
draait een rondje om het monument. Aan boord
tettert een luidspreker: Dames en herenDa-
men und Herren
Het najaar van 1986. Het werkeiland in de
Oosterschelde-monding lijkt op een gigantische
gereedschapkist, een lustoord voor 'Piet koopt
alles'.
Drums, roestige ankers, gedeukte containers,
reusachtige wielen, trossen, staalkabels, haspels
en een paar dubbele grijpers. Ze lijken op de
scharen van een kreeft. Een gebundelde verza
meling buizen voorzien van grote zuignappen
doet denken aan een ruimteschip. Het binnen
werk zit vol met kabels en elektrische bedra
ding.
DE ZEI
Zuidhol
weging,
zee op
en tegei
geen et
voorspe
delta er I
ziet, oo
niet uite
beetje o
Drie Z
kwart eet
verdiener
generatie
ling teger
fologen i
waterstaa
kust vera
achter ni<
„De ve
komst in
parallelle
met daar
staan," s
persoonli
als bewij
luchtfoto'
Een gr
voor anc