miW
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1986
'Concreet voorbeeld'
Herstel toegewenst
'Wij achten het van groot belang dat de beleggers terugkeren in de woningbouw'
ik Hf-r Nieuw*.
Valse opgave
Bouwprogramma's
Op de rand
Oud-PvdA -minister
Marcel van Dam:
„Het kabinet Den Uyl is
voortdurend, op de rand
van blackmail, door de
beleggers benaderd. Wij
zijn daar nooit voor
gezwicht.
Ik neem het de
staatssecretaris
buitengewoon kwalijk dat
hij er wel voor buigt.
Ik heb geen enkel
vertrouwen in die
beleggers. Ik heb er jaren
mee om de tafel gezeten".
Kopschuw
HEER Gauss
vakkringen be-
hd als 'de
Gauss' vanwege
Sstuur als zijn on-
Ikarakter - zit al
ltjes bij het raana-
(sbureau Osgood
Pas heeft hij
ns een verduiveld
de hand gedaan,
olifantenkit, mam-
ndere zeer beklij-
lalen) bestaat hon-
op advies van de
we dat vieren
|st dat, ook al ter
ng van een deel
a, tegelijkertijd een
cio-psychologisch
ordt.
:k is dan gericht
ikken en doorlich-
's binnen het bedrijf
inge talent, dat in
het draagvlak zal
en voor voortdu
in een onbesten-
We hebben het
:k uitbesteed aan
want bij het 75-ja-
toen we zelf een
ideeën dachten te
Ie boel flink spaak
was toen een wild-
het eerste gezicht
stgebaren: weife-
ten gaven we een
it bestreken hand
p plakstoelen gezet
i-show.
iet het vel van onze
s aan de hand, met
|en aan hun broek en
om de mond heen-
ns bedrijf is kort
rgenomen door Ko-
BV. We zijn wijzer
We gaan nu, dankzij
ie van Gauss, met
an in een groot
is hotel zitten. We
wat en we drinken
in we maken een ex-
een wasmachinefa-
in oude touwslagerij.
we getuige van een
touwtrekken. Dat is
het flauwekulgedeel-
bij Gauss, bij de he
en Baas en bij mijzelf
dat van alle mede
computer-uitdraaien
komen, waarop
ig tijdens de festivitei-
de kleinste details
jstreerd.
lassa computerstatis-
ons in de gelegenheid
waartse mobiliteit on-
iwerkers in kaart te
Persoonlijk ben ik
mwd naar het dossier
Sus Everzwijn, die het
rste gezicht nog zeer
brengen. Zwijntje, zo-
:m noemen, krijgt ka-
2, maar dat doet er
niet toe, want iedere
[enoot wordt aan de-
proef onderworpen.
|n kan uit een ijskast in
er een keus maken uit
[jn miniflacons whisky,
ilikken bier, een halve
ipagne en een vrij
llectie zachte sappen.
Is het openen van de
ordt door de hotel-
r geregistreerd (kosten
i), want wij willen niet
eten wat Everzwijn na
imen der feesttafels en
en der bars nog drinkt,
ik hoe vaak hij, ge-
'oor de droomkast, aan
leiding weerstand pro-
bieden. Wij nemen nu
dat Everzwijn zeer
kijken en dat Sloop
je kast slechts éénmaal
dan geheel ledigt. Die
ieder geval in aanmer-
[oor een nader gesprek,
ij bewonderen zijn snel-
handelen.
stellen onze medewer-
ik op proef met een
it door het hotel gedis-
irde films. Ze kunnen,
:n maar wel geregi-
naar Heidi kijken of
e Lange Nachten van
op de tweede dag, naar
chledenis der mensheid
et waarschuwingen om-
telde film Slag om de Ve-
ivel. Zo hebben we een
aantal modellen inge-
om onze mensen psy-
jsch uit te rafelen, uit de
ag van hun carrière te
"fen of vast te klinken in
lorfe lagere kader,
idius Everzwijn zal wel
[Lola kijken als zijn vrouw
|t. Ook dat kunnen we ho-
De Kromme van Gauss
een integraal bedradings-
lem laten leggen. Straks
ien we lezen wie er meer
vijftig liter water nodig
voor het poetsen van de
en, wie verzuimt in bad te
en wie er wipt en wie er
We kunnen dan eindelijk
personeelsbeleid op de
e termijn gaan voeren.
ERONTRUSTE huurders van
ABP-woningen boden vorige week
in Utrecht leden van de Tweede
Kamer een koevoet aan. Daarmee
moesten ze het deksel van de
beerput maar eens lichten. Ze
kregen er alvast een zakje
wasknijpers bij tegen de stank.
Is de uitloper van de ABP-affaire
naar de volkshuisvesting inderdaad
een beerput? Hebben ambtenaren
van het ministerie, al dan niet tegen
vergoeding, op grote schaal de hand
gelicht met de subsidieregels voor
beleggers? Was het geval-
Heydnahof een bedrijfsongeval of
een symptoom? Hoe ligt de
politieke verantwoordelijkheid?
Vijftien kilo archiefmateriaal van
staatssecretaris Brokx, gesprekken
met ingewijden en verbalen van
justitie-verhoren verschaffen
voorlopig weinig antwoorden. Ze
roepen wel een beeld op. Van
beleggers en ambtenaren die in een
hooglopend pokerspel zijn
gewikkeld. De inzet is honderden
miljoenen guldens
gemeenschapsgeld. Het eigenlijke
onderzoek moet nog beginnen.
Door Marcel van Lingen
„WIE weet hebben wij wel iets te
verrekenen met de aannemer", beet
ABP-directeur Masson in de zomer
van 1982 de hoogste ambtenaar van
staatssecretaris Brokx in Zuid-Hol
land, drs. J.L. Post door de telefoon
toe. De dienst van Post had, volgens
ingewijden op aandrang vanuit het
gemeentehuis in Rotterdam, de sub
sidie-aanvrage van het ABP voor de
bouw van 235 premiehuurwoningen
in Ommoord, het plan-Heydnahof,
eens nagerekend.
Bijna 140.000 bouwkosten was wel
erg veel voor dat woningtype, vonden ze
in Rotterdam. „Als je daar van de trap
valt, ga je dwars door de meterkast en
beland je op de w.c.", typeert de Delftse
hoogleraar Thomson, nadat hij er eens
rondkeek.
Geen ƒ139.916 maar ƒ110.429 zou
den zulke huizen mogen kosten, vond de
dienst van Post. Het hele project was
4,7 miljoen te duur. De Zuidhollandse
hoofdingenieur-directeur Post stuurde
zijn opmerkingen terug naar het ABP.
Zo kon het niet. Daar liet Masson er dus
geen gras over groeien. Hij belde niet al
leen Post zelf maar ook diens hoogste
ambtelijke chef in Den Haag, directeur-
generaal J. van Kesteren. Hoe héélde die
Post het in zijn hoofd om zich met stich-
tingskosten te bemoeien?
Het werkte. Even later had Post Van
Kesteren zelf aan de lijn. De provinciale
dienst werd niet geacht de stichtingskos-
ten te toetsen. Kort daarna, op 25 juni,
kreeg Post een nieuwe subsidieaanvraag
onder ogen. De totale kosten van het
project waren inmiddels opgevoerd van
39.5 tot 41.2 miljoen. Twee weken la
ter had Masson het fiat.
Post liet het daar echter niet bij zitten.
Nog diezelfde maand juli 1982 schreef
hij een nota aan Van Kesteren over de ri
sico's van het niet narekenen van door
beleggers opgegeven stichtingskosten.
Hij deed dat aan de hand van 'een con
creet voorbeeld'.
Dat het om Heydnahof ging, schreef
hij er niet bij, maar directeur-generaal
Van Kesteren zal dat wel hebben begre
pen. Misschien, suggereerde staatssecre
taris Brokx dezer dagen, ging Post zich
wel met de stichtingskosten voor zulke
woningen bemoeien om met zijn dienst
aan het werk te blijven. „Een goedbe
doelde poging de tent overeind te hou
den."
Maar drs. E. Nypels (D66), die van 29
mei tot 4 november 1982 (dus ook ten
tijde van de Heydnahof-kwestie) minis
ter van Volkshuisvesting was in het
derde kabinet-Van Agt, kenschetst Post
juist als een buitengewoon goed ambte
naar. „Eén van de besten van Volkshuis
vesting, iemand die de weg wist als hij
wat kwijt wilde." Post zelf mag niet rea
geren. Alle betrokken ambtenaren heb
ben het slot op de mond gekregen.
Nypels heeft de inmiddels veelbespro
ken nota-Post nooit onder ogen gehad,
zegt hij. Hij begrijpt niet goed hoe dat
kan, want hij heeft altijd gedacht dat hij
uitstekend werd ingelicht door zijn amb
tenaren over wat er op het departement
omging. Staatssecretaris Brokx, die na
hem ae portefeuille Volkshuisvesting
overnam, zegt er pas in april van het vo
rige jaar voor het eerst van te hebben ge
hoord.
Post zelf heeft in een verhoor in ver
band met de zaak-Masson in september
van het vorig jaar treffend verteld hoe
het zijn nota verder verging. Hij heeft er
nog een paar maal naar gevraagd op het
directoraat generaal in Zoetermeer. De
behandeling ervan was vertraagd door
ziekte, heette het keer op keer. Tenslotte
had hij het hoofd maar in de schoot ge
legd 'en de zieke een spoedig algeheel
herstel toegewenst'.
Wat waren de gevolgen van Posts
'concrete voorbeeld' Heydnahof? Vol
gens de Delftse hoogleraar A. Thomson
betaalde het Rijk aan het Algemeen Bur
gerlijk Pensioenfonds per woning in het
yooRAlS'
ys;AA<i HOE N
<- MlNKfTPiF VA tl
*?KAUPC AK6N
'ABP-huurders', vorige week bijeen, in gesprek met hun adviseur in de ABP-affaire, mr. B. Tomlow (rechts).
Het grote ABP-pokerspel
eerste jaar 86 per maand te veel subsi
die. Hoe hoog de 'valse' rekening in de
loop der jaren vervolgens oploopt, is
moeilijk vast te stellen. In beginsel werkt
het vijftig jaar door.
De bewoners van Heydnahof, aldus
Thomson, betaalden in het eerste jaar
128 per maand te veel aan huur. Als zij
voor huursubsidie in aanmerking kwa
men, is deze strop (voor een deel) door
geschoven naar het Rijk. De Delftse
hoogleraar heeft met zijn rekensom
metjes de huurders van ABP-woningen
in het gehele land (50.000) in rep en roer
gebracht.
Afgelopen zaterdag stak een honderd
tal van hen de hoofden bij elkaar in het
Jaarbeursgebouw te Utrecht. Afgezien
van de bij dit soort gelegenheden nooit
ontbrekende Kamerleden waren er ook
wat juristen. Waanden enkele huurders
zich al rijk (met de terugstorting van de
door hen teveel betaalde huurpenningen
in het vooruitzicht), de juristen wisten dit
optimisme al snel te bekoelen.
„Ik teken aan dat enige juridische
hobbels genomen moeten worden", ver
klaarde de Utrechtse advocaat Mr. Bern-
hard Tomlow. En hij drukte zich uit in
een understatement van jewelste. Daar
vóór had hij ruim een half uur moeten
besteden aan een beschrijving van de
uiterst ingewikkelde juridische route die
genomen moest worden om de teveel be
taalde centen bij de beleggers terug te
halen.
Als het aan de juridische adviseurs van
de huurders ligt krijgen de rechtbanken
en de Raad van State de komende jaren
nog heel wat werk te verrichten. „Maar
allereerst zal de rechter moeten vaststel
len dat de Minister c.q. de verhuurder
zich onrechtmatig gedragen hebben en of
de huurder rechtstreeks in zijn belang is
getroffen."
Elk weldenkend mens hoopt natuur
lijk dat de huurders zullen terugkrijgen
wat zij te veel aan hun huisbaas hebben
betaald. Maar voorlopig is de belangrijk
ste vraag of de stichtingskosten aan de
hand waarvan hun huur destijds was
vastgesteld met opzet te hoog zijn opge
geven. Opgegeven aan het ministerie van
Staatssecretaris G. Brokx: 'In deze omstandigheden ligt het niet voor de hand....
T
volkshuisvesting, waar de beleggers voor
subsidie aanklopten.
De procureur generaal bij het Ge
rechtshof van Den Bosch onderzoekt nu
of het ABP als één van de grootste beleg
gers in de bouw van premiehuurwonin
gen met een valse opgave van de hoogte
van de stichtingskosten in Den Haag te
veel subsidie heeft binnengehaald. Ont
hullingen over dit onderzoek in augustus
hebben overigens dit zogenaamde ABP-
bouwschandaal in de openbaarheid ge
bracht.
De Procureur Generaal bekijkt of er
vermoedens bestaan dat het ABP bij zijn
subsidieaanvraag strafbare feiten heeft
gepleegd. Juristen die zich tot nog toe
over déze zaak hebben uitgelaten geven
de PG weinig kans op korte termijn met
harde bewijzen te komen. Ingeval van
een frauduleuze subsidieaanvraag moet
onder meer worden nagegaan of de sub
sidievrager valse informatie heeft ver
strekt.
Er is nog een ander wezenlijk punt.
Voor het strafbaar feit van fraude of
valsheid in geschrifte mochten degenen
die de subsidieaanvraag behandelden, de
ambtenaren dus, niet hebben geweten
dat zij bij de neus genomen werden. En
wisten de ambtenaren wat er aan de
hand was? Alles wijst erop dat dat inder
daad het geval was.
In elk geval blijkt uit de stukken dat
de ambtenaren van het ministerie de in
structie hadden gekregen niet te moeilijk
te doen met de subsidie-aanvragen van
de particuliere beleggers. „Het weer snel
aan de gang te krijgen van de beleggers is
naar mijn mening voldoende motief om
gedurende een beperkte termijn niet te
dogmatisch in de leer te zijn", schreef
een topambtenaar van Volkshuisvesting
in 1979 al aan zijn politieke baas.
Vóór alles moesten er premiehuurwo
ningen gebouwd worden, het 'quotum'
gehaald worden. Dat doel was heilig. De
rest was bijzaak. Daarom werd een amb
tenaar als Post, die aan de bel trok over
de fraudegevoeligheid van de subsidiere
geling, in feite teruggefloten.
Politiek Den Haag had aan het eind
van de jaren zeventig en het begin van de
jaren tachtig immers vooral oog voor
bouwprogramma's. Anno 1986 is dat
overigens niet veel anders. Tot 1975 had
den de beleggers een behoorlijk aandeel
gehad in de Nederlandse nieuwbouw-
prestaties. Ze heten in die jaren steeds
tien- tot vijftienduizend wat duurdere
huurwoningen bouwen.
Maar in 1975 kwam het keerpunt, na
de invoering van een monsterlijk inge
wikkelde regehng die 'dynamische kost-
prijshuur' werd genoemd. De beleggers
hadden snel uitgerekend dat ze meer
konden verdienen door op staatsleningen
in te schrijven dan door hun geld in hui
zen te steken. Dat laatste deden ze dan
ook niet meer. In 1978 waren ze vrijwel
van de woningmarkt verdwenen, met een
nieuwbouw van iets meer dan duizend
woningen.
In die eerste jaren kwam dat nog niet
zo hard aan. De markt voor koopwonin
gen trok aan. Het ging pas écht zeer doen
toen aan het eind van de jaren zeventig
Kamerlid M. de Beer (VVD): 'Wij ach
ten het van groot belang dat de beleggers
terugkeren in de Nederlandse woning
bouw'
de lucht wegsiste uit de oververhitte
markt voor koophuizen.
Brokx zat in 1979 zeer in zijn maag
met deze vlucht van het beleggerskapi
taal. De regeringspartijen WD en CDA
drongen voortdurend aan op het terug
halen van de particuliere beleggers. In
een debat met de bewindsman zei het
toenmalige CDA-Tweede Kamerlid Van
Dijk (de huidige minister van Binnen
landse Zaken) het toen zo: „De formida
bele taak op volkshuisvestingsgebied ver
eist mobilisatie van alle middelen", en de
„zorgwekkende afwezigheid van de insti
tutionele beleggers in de Nederlandse
nieuwbouw van vooral duurdere huur
woningen trekt sterk de aandacht. Te
recht besteedt de bewindsman grote aan
dacht aan de oorzaken ervan en aan
overleg met de beleggers hen weer terug
te brengen op de nationale woning
markt", zo benadrukte Van Dijk.
Ook van WD-zijde werd Brokx ge
sommeerd, om hoe dan ook de beleggers
terug te halen. Het liberale kamerlid De
Beer vertrouwde de naarstig naar oplos
singen zoekende Brokx toe: „Wij achten
het van groot belang dat de beleggers te
rugkeren in de Nederlandse woning
bouw".
De PvdA-fractie, intussen in de oppo
sitie, had minder vertrouwen in de beleg
gers. De socialist Van Dam tijdens een
debat in 1979: „Het kabinet Den Uyl is
voortdurend, op de rand van blackmail,
door de beleggers benaderd. Wij zijn
daar nooit voor gezwicht. Ik neem het de
staatssecretaris buitengewoon kwalijk
dat hij er wel voor buigt. Ik heb geen en
kel vertrouwen in die beleggers. Ik heb er
jaren mee om de tafel gezeten", gromde
Van Dam.
Marcel van Dam was staatssecretaris
van Volkshuisvesting van mei 1973 tot
september 1977 en minister van septem
ber 1981 tot mei 1982. Dat de door hem
zo verfoeide particuliere beleggers Ook
onder zijn politieke verantwoordelijkheid
te veel subsidie in de wacht hebben ge-
sleept, mag gevoeglijk worden aangeno
men.
Sinds 1977 heeft Gerrit Brokx, op de
negen maanden van Van Dam (PvdA) en
de zeven maanden van Nypels (D66) in
1981 en 1982 na, steeds de verantwoor
delijkheid gehad voor Volkshuisvesting.
Hij is de huidige bewindsman en straks is
hij de persoon die zich in de Kamer voor
dit schandaal zal moeten verantwoorden.
Brokx heeft vrijwel altijd klem geze
ten. Als hij wist dat de controle op zijn
departement, al dan niet bedoeld, onvol
doende was, had hij na dit politieke
vuurwerk vermoedelijk geen zin om die
te verbeteren. Dat zou de beleggers im
mers nog meer afschrikken. Twee weken
geleden bleek dat Brokx die controle in
derdaad niet verscherpte. Hij schreef de
Tweede Kamer dat het 'in deze omstan
digheden' niet voor de hand lag de beleg
gersplannen te toetsen op de verhouding
prijs en kwaliteit.
Toetsing en controle, zoals wél gebrui
kelijk bij projecten die door woningcor
poraties een dergelijke worden inge
diend, zou de beleggers maar kopschuw
maken. Er was, zo is na 'Heydnahof wei
duidelijk geworden, echter alle aanlei
ding om te kijken of het prijskaartje aan
de premiehuurwoningen wel klopte.
De geruchtmakende Limburgse SBDI-
zaak toonde aan dat het geen overbodige
luxe is, ook bij de niet winst beogende in
stellingen in de woningbouw, bijvoor
beeld woningcorporaties, de vinger aan
de pols te houden. Vreemd, zegt oud-mi
nister Nypels nu, dat die zaak geen ge
volg heeft gehad voor de controle in het
algemeen.
Onder druk van de beleggers, die re
gelmatig met Brokx aan tafel zitten in de
Raad voor Onroerende Zaken, is in 1980
de subsidieregeling voor premiehuurwo
ningen gewijzigd. Dat had onder meer
een hoger rendement en meer zekerheid
voor de belegger tot gevolg. Schoorvoe
tend, en nog steeds aandringend op meer
armslag, keerden ze inderdaad terug in
de woningbouw.
Er sloop echter ook een weeffout in de
regeling, die alle omstanders over het
hoofd hebben gezien: terwijl vóór 1980
een beperking van de stichtingskosten
een betere premie opleverde voor de be
legger, ontstond na 1980 een rechtstreeks
verband tussen de hoogte van de stich
tingskosten en de subsidie. Dat was, zo
constateert de Delftse hoogleraar
H. Priemus nu, de kat op het spek bin
den. „Maar", voegt hij er ruiterlijk aan
toe, „ik heb het toen ook niet gezien".
Waar de procureur generaal in Den
Bosch op een zijpaadje van de eigenlijke
ABP-affaire over struikelde, is inmiddels
uitgegroeid tot een volwassen affaire.
Het geval-Heydnahof, zo lijkt het, staat
niet alleen. Prof. Thomson hoorde bij
een niet met name door hem genoemde
gemeente dat in elk beleggersproject dat
daar werd bekeken, de prijs per woning
zonder meer 4000 lager kon.
Het onderzoek in deze zaak zou duide
lijk moeten maken of ook andere beleg
gers en aannemers enveloppen met in
houd hebben uitgereikt aan invloedrijke
ambtenaren. De uitkomst daarvan zal
mede het politieke lot van staatssecreta
ris Brokx bepalen. Als zijn topambtena
ren de hand hebben geücht met regels, of
nog erger, dan zal hij de verantwoorde
lijkheid daarvoor niet uit de weg gaan, zo
heeft hij al meermalen verzekerd.
Er is ook duidelijkheid nodig of de be
windsman wist dat er met de subsidies
geknoeid kon worden. Tot dusver is ko
men vast te staan dat hij in elk geval in
april van het vorig jaar van de nota-Post
hoorde. Misschien was hij, net als de
ambtelijke top, in een eerder stadium wel
Oostindisch doof voor opmerkingen als
die van Post. Of werd diens waarschu
wing overstemd door het kabaal van de
beleggers.
Van Dam hield het zijn politieke rivaal
Brokx ooit eens een keer zó voor en ci
teerde daarbij uit 'Oblomov' van de Rus
sische auteur Gonsjarov. Daarin pro
beert de knecht Zachar zijn landheer
Oblomov te waarschuwen voor misstan
den. „Oblomov hief zijn hoofd op, keek
om zich heen en ging met een diepe
zucht weer liggen. 'Laat me met rust,' zei
hij plechtig. 'Ik heb je bevolen mij te
wekken, nu trek ik dat bevel weer in,
versta je. Ik zal wakker worden wanneer
mij dat zint."