E
F
I E
'De verpreutsing is
nog niet ten einde'
•degem
Q
DESTEM
■w
I
GESCHIEDENIS VAN BAD EN TOILET
Grapje over vroeger
voorverkoop:
b Witte
ijnck
Club
iel. kopje koffie
N
[KING
BLOMME
UNST
ig-
meubelen
SCHOONDIJKE
Het is heden ten dage nog steeds moeilijk om
gewoon over poepen en plassen te praten.
Sanitairfabrikanten en hun reclamebureaus
sloven zich uit om voor de plee (een nu wat
ordinair woord, maar eeuwen lang de uitdrukking
bij uitstek) de mooiste vervangende, en vooral zo
neutraal mogelijke, termen te bedenken.
gezellig meubels
m2 meubelshow
angs de weg
Dostburg-Sluis
Tel. 01170-34531
Vader en zoon zijn op een warme dag aan zee.
Beiden trekken schoenen en sokken uit om pootje te baden.
Zegt vader: allemachtig, wat heb jij vuile voeten.
Zegt zoon: moet jij nodig zeggen,
de jouwe zijn nog veel zwarter.
Antwoordt vader: klopt, maar ik ben ook veel ouder.
Het is onbehoorlijk iemand te groeten die be2ig is te wateren
of zich te ontlasten. Een welopgevoed mens moet er van
afzien lichaamsdelen, waaraan van nature een
schaamtegevoel is verbonden, onnodig te ontbloten.
Wanneer de noodzaak ertoe dwingt, moet het met gepaste
schroom geschieden, ook al is er niemand als getuige bij.
Want de engelen zijn altijd aanwezig, en zij zien niets liever
bij kinderen dan de schroom, de metgezellin en bewaakster
van de zedelijkheid. Aangezien het al beschamend is om
deze lichaamsdelen aan vreemde ogen bloot te stellen,
betaamt het nog veel minder ze door anderen te laten
aanraken. Het is schadelijk voor de gezondheid om zijn
water op te houden! Wie zich afzondert om het te lozen
gedraagt zich kies.
Erasmus {1530)
1
JJf-v
De bijlage De Stem Specifiek staat volgende week in het
teken van de auto. Dan onder meer een interview met een
Nederlandse ontwerper van BMW in München.
•102
VRIJDAG 26 SEPTEMBER 1986
11®./
je zitkombinatie.
r en voorzien
een bijzonder
gen.
srsysteem, waarop
dikke laag
komfort voor
ve kleuren,
laar ook als
dit kwaliteits-
ewonderen.
smaakvolle
4 1
In de Middel
eeuwen en de
periode daarna
was het doen
van de behoede
op straat een
vrij gebruikelijk
verschijnsel,
getuige onder
meer deze
Middel
eeuwse
tekening die
in het
Rijksmuseum
In Amsterdam
is te zien.
iuts
Het slof bad
waarin
welvarende
laat-
achttiende
eeuwersin
Engeland
zich
reinigden.
Het loopt
leeg door
het kraantje
In de teen.
Door Piet Oosthoek
oe moeilijk, en vooral
I ook preuts, wij vaak
I I doen over onze
dagelijkse behoefte (daar heb je het
weer) is een kleine tien jaar geleden
nog eens op de korrel genomen in
een scène uit een film van Bunuel.
Daarin zit een groep mensen, rok
omhoog dan wel broek op de enkels,
aangenaam koutend samen op de
wc. Een man excuseert zich een
momentje, zondert zich af, en gaat in
een klein hokje snel wat eten. Hij
wast daarna zijn handen, en
vervoegt zich vervolgens weer bij het
gezelschap.
Een absurde situatie, denken wij al
snel. Maar zonder te willen beweren
dat het vroeger allemaal beter was,
er zijn tijden geweest waarin het heel
gewoon was om in gezelschap, in de
huiskamer bijvoorbeeld, te gaan
zitten poepen.
Dat wordt nog eens beschreven in
het boekje 'Schoon en net' van
Juliette Roding. Zij heeft, in opdracht
van de Stichting Wonen in
Amsterdam, een onderzoek gedaan
naar de geschiedenis van bad en
toilet en de daarmee
samenhangende hygiëne in woning
en stad.
Hoewel het boekje nauwelijks vrolijk
van toon is, biedt het ook de leek een
aardig en compact beeld van de
hygiëne van vroeger tot nu. Waarbij
duidelijk wordt dat het wassen en
plassen zoals wij dat gewend zijn
aanzienlijk minder gewoon is dan wij
wel eens denken. En vooral ook dat
onze westerse samenleving er lang
over heeft gedaan om baden voor
Iedereen toegankelijk, normaal en
gewenst te maken, terwijl er goede
voorbeelden uit het verleden te over
zijn.
Vele eeuwen voor het begin van
onze jaartelling bijvoorbeeld bestond
in wat nu Griekenland heet al een
uitgebreide badcultuur. De oude
Grieken stonden sowieso bekend om
hun verzorging van het lichaam, wat
zich ook uitte in uitgebreide
sportbeoefening. De Romeinen
kenden eveneens ingenieuze
badhuizen. Zo telde Rome kort voor
het begin van de jaartelling zo'n 170
openbare badhuizen, om van de
thermen, de openbare
gemeenschappelijke badplaatsen,
nog maar te zwijgen. Het benodigde
water werd soms van ver
aangevoerd, via aquaducten
bijvoorbeeld, terwijl ook voor de
verwarming hoogstaande systemen
werden ontworpen. Wellicht was niet
alles voor 'de gewone man'
toegankelijk of betaalbaar, maar dat
neemt niet weg dat er een
uitgebreide badcultuur bestond. Ook
sanitair was belangrijk.
VERDERF
In onze streken trachtte onder
anderen Bonifacius (achtste eeuw)
het openbaar baden om zeep te
helpen. Hij verbood gemengd baden.
Openbare baden betitelde hij als
'seminaria venerata', poelen van
verderf. Maar het baden op zich
verdween niet, integendeel.
In de Middeleeuwen bleef een bad
populair, zij het op een wat minder
wellevend niveau dan bijvoorbeeld
bij de Romeinen. Tot in de zestiende
eeuw werden badhuizen gebouwd.
Bruid en bruidegom werden voor het
huwelijk gebaad, soms samen, soms
gescheiden.
Ook voor de stoelgang werden
oplossingen gezocht. In de muren
van veel Middeleeuwse kastelen
zitten uitbouwtjes, bedoeld als
latrine, van waaruit de ontlasting
direct in de slotgracht viel. Riant was
dat niet te noemen. Niet alleen werd
de buitenmuur vuil, maar ook kon de
wind onder die latrines komen. „Met
alle gevolgen vandien", zoals
Roding schrijft.
In de steden was het probleem
uiteraard nijpender. Maar ook daar
was een akker of open stukje groen
vaak niet zo ver weg. En in Londen
bestonden toen al openbare
toiletten, aangesloten op beerputten.
In de loop van de zestiende eeuw
breken zwarte tijden aan voor de
lichaamshygiëne. De
wasvoorschriften van Vader Cats, de
raadspensionaris uit Brouwershaven
wiens gezag eeuwenlang zou
standhouden, spreken wat dat
betreft voor zich.
In het begin viel het allemaal nog wel
mee. Roding haalt een aardig
voorbeeld aan van de Spaanse
edelman Vèsquez die aan het eind
van de zestiende eeuw een badhuis
in onze contreien bezoekt. Daar kon
men kennelijk de hele dag terecht
voor het nemen van een warm bad,
daarbij geassisteerd door vrouwen
die uitsluitend een kort rokje
droegen. Of dat badhuis ook een
eigen merk champagne voerde,
vertelt het verhaal niet.
VERBODEN
Toch verdwenen de badhuizen
langzaam maar zeker uit het
stadsbeeld, ook al doordat vorsten
en kerken verboden uitvaardigden.
Er ontstaat een nieuwe houding ten
opzichte van het menselijk lichaam,
gekenmerkt door schaamte. Dat uit
zich bijvoorbeeld ook in dikke,
ongemakkelijke kleren. Anderzijds
blijft het betrekkelijk gewoon om op
straat de behoefte te doen.
In deze tijd wordt ook het dragen van
een zakdoek mode. Het getuigt van
goede zeden om de neus daarin te
snuiten, in plaats van in bijvoorbeeld
de mouw, zoals tot dan toe
gewoonte was.
Water wordt steeds meer gezien als
slecht voor de gezondheid. Het
wordt slechts op doktersvoorschrift
gebruikt, in geval van een huidziekte
of een dergelijke kwaal. Waar bloot
slapen eeuwenlang de gewoonte
was geweest, komen nu
nachtgewaden in zwang, kennelijk
als teken van kuisheid. Er komen
andere, veel preutsere opvattingen
over seks, vooral ingegeven door de
kerk en ook weer samenhangend
met de verachting voor het
lichamelijke.
Terwijl men het lichaam laat
vervuilen, worden de woningen
steeds netter. Volgens Roding klopt
dat met elkaar: „Juist omdat het
lichaam niet schoon is, moet de
omgeving schoon gehouden worden
om het ongedierte op een afstand te
houden".
Er was weinig aandacht voor het
sanitair. Maar in de loop van de
zeventiende eeuw ontstaan meer en
meer 'secreten' op binnenplaatsen
bij huizen, terwijl daarvoor een
pispot, in huis- of slaapkamer,
voldoende was. De, vaak
gezamenlijke, beerput wordt
gewoon.
Hoewel wel wat algemene lijnen zijn
aan te geven, is het lastig om te
zeggen: zo was het in die en die tijd.
Wat voor bijvoorbeeld de 'man In de
straat' gewoon was, kon de gegoede
burgerij beschouwen als vies of
verderfelijk.
Huishoudalmanakken uit de
mm
tdfcüi
achttiende eeuw melden dat het
voorjaar een goede tijd is voor de
grote schoonmaak in huis en dat
het voor de mens evenmin kwaad
kan om een bad te nemen. Met
andere woorden, het bleef bij één
grote wasbeurt per jaar.
In die achttiende eeuw wordt ook
geëxperimenteerd met toiletten, het
watercloset wordt op zeer kleine
schaal geïntroduceerd. En voor het
eerst komen koning, keizer en
admiraal in beeld: het toiletpapier
doet zijn intrede.
SNOEPJES
Juliette Roding waagt zich aan een
veronderstelling over wat men
daarvóór gebruikte. „Misschien de
linkerhand", zegt ze, „kinderen werd
dan ook geleerd met het 'nette'
handje snoepjes aan te pakken en
handjes te geven". Overigens was er
al tegen 1600 een soort wc met
waterspoeling uitgevonden, de 'Ajax'
van Sir John Harington, maar die
vond geen aftrek. Men zal er geen
behoefte aan gehad hebben.
In de loop van de negentiende eeuw
worden wassen en baden in Europa
populairder, ook al onder invloed
van de medische wetenschap.
Waterleidingen zijn er dan nog
nauwelijks, het vullen van een bad is
dan ook geen kleinigheid. Vandaar
dat stoom- of dampbaden relatief
veelvuldig worden toegepast.
Nederland loopt, op z'n zachtst
gezegd, niet voorop. De
arbeidersklasse begint te ontstaan
en architecten beginnen daarvoor
huisjes te ontwerpen. Niet uit
oogpunt van menselijkheid, maar uit
oogpunt van doelmatigheid. Een
arbeider die fatsoenlijk woont (voor
die tijd dan) zal minder naar de
kroeg gaan, gezonder zijn, dus beter
kunnen werken. In de eerste
arbeidershuisjes zit geen bad of iets
dat daarvoor kan doorgaan. Pas als
medici keihard hebben aangetoond
dat wassen de gezondheid
bevordert, wordt over
badgelegenheid nagedacht. We
praten dan over de tweede helft van
de vorige eeuw, maar wie denkt dat
een behoorlijk toilet dan al
gemeengoed is, heeft het mis.
Trouwens, tot voor enkele tientallen
jaren waren op het platteland nog
volop boerderijtjes te vinden waar de
wc bestond uit een gat in een plank
boven de beerput.
Wel worden in de negentiende eeuw
openbare 'gemakken' voor mannen
gecreëerd. En wat in de onderste
lagen van de bevolking steeds
gewoon gebleven was, het doen van
de behoefte langs de openbare weg,
wordt verboden. De verpreutsing van
de dagelijkse behoefte neemt op die
manier steeds vastere vormen aan.
Veel Nederlandse steden kennen
aan het eind van de negentiende
eeuw het wisseltonnenstelsel. De
beerwagen wordt een vertrouwd
beeld in het stadsgezicht.
GEPOEDEL
Intussen winnen de medici die
geloven in goede hygiëne terrein.
Dat resulteert in de bouw van
openbare badhuizen, in
uiteenlopende vormen. Het waren de
voorgangers van de badhuizen die in
veel steden tot in de loop van de
jaren zestig hebben gefunctioneerd.
Langzaam maar zeker wordt hygiëne
een onderdeel van het leefpatroon.
Al blijft het wassen vaak beperkt tot
wat gepoedel met ketels warm water,
in gewone huizen zit geen douche.
Amsterdam is in 1932 de eerste
gemeente die een douche- of
badruimte verplicht stelt in iedere
nieuw te bouwen woning. Hier en
daar beginnen zwembaden te
ontstaan.
Na de oorlog wordt wassen gewoon.
Maar de ontwikkeling is niet gestopt.
Mede onder invloed van de
commercie voelen we ons 'schoner'
dankzij allerlei geurtjes, sprays en
sticks. Zweten mag niet meer, tenzij
in sportkleding, dan moet het.
De badkamer moet leuk zijn, of
dienen als vorm van welstand of
decadentie: het ochtendglas
champagne in een rijk schuimend
twee-persoonsbad.
De wc is meer privaat gebleven. Het
is ongeveer het enige plekje waar we
ons ongestoord kunnen
terugtrekken. Frank en vrij spreken
over ontlasting en al wat daarmee
samenhangt is niet weigevoeglijk.
Integendeel, het spraakgebruik
wordt steeds meer versluierend. Dat
bevalt Juliette Roding allerminst.
Haar conclusie: „Het proces van
verpreutsing is nog niet ten einde".
Juliette Roding: Schoon en net.
De cultuurgeschiedenis van bad
en toilet. Uitgegeven door de
Staatsuitgeverij in Den Haag.
Prijs 19,50.
Rechts een
pot die in
Noord-
Ier land in
gebruik was
als protest
tegen de
afgebeelde
premier
Gladstone.
Links de
koningin
van de
watercloset
ten,de
Unitas In
eiken motief
(1883)
Compactlamp - Osram
Nederland heeft deze maand
een nieuw produkt op de
(licht)markt geïntroduceerd:
de SL- of compactlamp, een
soort opgevouwen TL-buis in
de vorm van een groot
uitgevallen traditionele
gloeilamp. De fabrikant zegt
dat de lamp zes keer langer
mee gaat dan de traditionele
gloeilamp en dat de
energiekosten tot tachtig
procent lager liggen.
Inzetkast- Ontwerp- en
handelsbureau Van der Ven
in Etten-Leur heeft een idee
ontwikkeld en uitgewerkt om
ruimtegebrek in vaste kasten
in huis op te lossen. Een
zogenoemde inzetkast,
ingebouwd in de
deuropening, vergroot de
beschikbare kastruimte terwijl
de deuropening vrij blijft. De
inzetkast, waarop patent is
verleend, is verkrijgbaar in
verschillende afmetingen.
Keuzeknop - Onlangs is een
keuzeknop voor het
waterreservoir van een toilet
op de markt gebracht. Met de
SIT 2000 spoelingbegrenzer,
zoals de knop is genoemd, is
het mogelijk voor de 'kleine
boodschap' dertig procent
van de normale spoeling te
gebruiken. Zodoende wordt
1
j
1
zeventig procent water per
spoeling bespaard. Volgens
de fabrikant zou op die wijze
120 miljard liter drinkwater
kunnen worden bespaard. De
knop is bij loodgieter en
sanitairhandel te koop en kan
volgens de fabrikant in 25
seconden worden
gemonteerd.
Scrupules - Een kwestie van
scrupules. Onder die naam
heeft MB International een
nieuw gezelschapsspel op de
Nederlandse markt gebracht.
259 kleine en grote
dilemma's vormen
de basis van het spel dat
volgens het reclamebureau
van MB is bedoeld voor
'moderne extraverte mannen
en vrouwen van achttien jaar
en ouder met een behoorlijke
intelligentie en een gezonde
dosis sensatiegevoeligheid'.