Psycholoog Jan Habets gelooft niet dat de jeugd van nu slechter is ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1986 Niet slechter Genegenheid Consequent zijn Omgeving RT N VELZEN LYNCHPOGING MISLUKT urage (2) ijn aandacht werd plotse- getrokken door een zwij- e menigte aan de water- Zij stond in een bevroren ar en in halve rouw rond vak, waarin een kind lag. had een rood, met wit afge- nanteltje aan en het keek aasd. De handdoek en het e Sunlight onder de arm ;md wandelde ik erheen, aan de rand van het wak het ijs en plukte het wicht le capuchon van haar jas Ie armen van de dood. Hel :g. Later ratelden mijn tan als castagnetten. In de kle- van een betonvlechter ben :hter op de motor naar huis den. had geen tijd gehad om na enken. De zwijgende me- had daarentegen te veel gehad en treft dan ook geen :1e blaam. [oed die gekoppeld is aan rverwogen besluitvorming, d met voorbedachten raad is werkelijk van een supe- re kwaliteit, verwant aan de 1 van martelaren. Maar die kunnen zich vergissen, de leugen kan superieur ik vermoed in dienst van hoger doel, en hetzelfde t eigenlijk voor opmerkelijk buiten de oevers tredend tkgebruik. Als een Latijnsa- ikaans pastoor aan het ken slaat om te voorkomen hij met een zekere regel- it en onder bedreiging van en verdoemenis zijn huis- dster op het matras noodt, mogen wij stellen dat het ken vrijwel tot een barm- igheid is verheven. ben geen moralist, maar enk dat oude paters Jezuïe- het met me eens zullen zijn de consumptie van alcohol, ergeschikt gemaakt aan het ere doel van de kuisheid, ledigbaar is. Er zijn nu ook teten die de boel omdraaien beweren dat het beter is hter te blijven en dan maar minder kuis, maar dezul- illustreren slechts de ver- ring van deze tijd. luances zijn er niet voor ,s. In New York zijn meer tien jaar geleden dozijnen tsen vanachter hun ge erde vensters getuige ge- st van de moord op een ge vrouw, Kitty Genovese. Moordenaar nam de tijd; ik :n dat hij meer dan een half nodig had om zijn slachtof- van het leven te beroven. :n voorbijgangers hem in gruwelijk werk stoorden hij weggelopen, en terugge- rd toen zij weer alleen was. diemand van al die toe- ouwers had geroepen, tegen ruit getikt, of de politie ge il. Zij waren bevroren in een oor, deden niets en gingen hun verschrikkelijke ge it naar bed. Later werden V zettend kwaad op de Ne* rk Times, die hun collectieve eim had ontraadseld en ge- igd had er de diepere ootza- van te vinden. Het waren tmaal aardige, lieve mensen, vas niets op hen aan te met- Maar tijdens een straal" zouden zij tijdelijk blin" geweest en bij een ver- chting zouden zij zedig hel >fd hebben afgewend. Ze lden geleerd dat het prudent om problemen te mijden- is de tol van de beschaving- Door Romain van Damme Het zijn gruwelijke uitzonderingen. Zoals die ene keer. Toen liep het verkeerd af. „Een kind had zich op gehangen. Niet omdat het kind le vensmoe was. Absoluut niet werd later verzekerd. Maar omdat het kind wel eens wilde weten wat voor ervaring dat was. Niet wetend, to taal niet beseffend wat de gevolgen waren van die daad. Ja, dat is heel erg, Heel eng. Maar in mijn prak tijk ben ik dergelijke gevallen ge lukkig zelden tegen gekomen." Jan Habets leest het bericht nog eens. En zegt dan; „Ja, dit is nogal wat. Ik kan me indenken dat de mensen die dit lezen, schrikken. Ik schrik ook. Af en toe lees je zoiets in de krant. Ik kan daar moeilijk een oordeel over geven. Dan zou je meer van de situatie moeten weten. Over de omgeving, het milieu, de omstandighe den. Het zou, vanuit mijn vak bekeken, zeer interessant zijn die jongens eens on gedwongen te laten praten. Hen te laten vertellen waarom ze het gedaan hebben. Zonder druk van bovenaf." Hardop denkend tast Jan Habets een paar mogelijkheden af. „Er is van alles mogelijk. Een van hen heeft onmisken bare leiderscapaciteiten. Een dwingend iemand die anderen heeft meegetrokken. Tien jaar, ja, dat is inderdaad zeer jong. Maar nogmaals, je moet de achtergron den kennen. Je moet gegevens over de jongens hebben. Is het kind verwaar loosd, heeft het om de een of andere ma nier te weinig aandacht gekregen. Die za ken dien je te weten. Kinderen kunnen zo opgaan in hun bezigheden dat ze de consequenties niet zien. Daar wordt ab soluut niet aan gedacht". Een cliché dat de tand des tijds moei teloos doorstaat. 'De jeugd van tegen woordig deugt niet'. Kijk maar om je heen. Betaald voetbal kijken, vergeet het maar. Je wordt zo maar in elkaar gesla gen. En dat is niet alles. Die 'slechte jeugd' heeft nog veel meer op haar gewe ten. Jan Habets reageert als verwacht. „Onzin. De jeugd is niet slechter gewor den. De meeste kinderen zijn heel posi tief ingesteld. Naar hun ouders toe zijn ze bijvoorbeeld heel welwillend, heel loyaal. Dat merk je bij scheidingen. Wat er ook gebeurd is, de kinderen laten de ouders niet vallen. Ze gaan schipperen als de bezoekuren geregeld dienen te worden. Ze zeggen dan ook, WIJ zijn ge scheiden, heel ontroerend." Maar toch. Leg je oor te luister in een kinderrijke buurt. Een bal over de schut ting en meteen een grote mond als de bal met onmiddelijk terugkomt. Of luister eens naar het antwoord op een onschul dige vraag van pa. Terugschelden in de meest kleurrijke bewoordingen. Gezag telt niet meer. De directeur van de school in Noordhoek had de groep al een paar keer gewaarschuwd. Maar zonder resul taat. Ontzag voor het gezag, vergeet het maar. Kijk maar naar Noordhoek waar de directeur van de school te horen kreeg dat hij na schooltijd niets meer over de kinderen te vertellen had. Een uitspraak van de kinderen zelf dus. Voor Jan Habets een iets te gemakke lijke redenering. „Je laat wat weg. Kinde ren zijn niet tegen gezag. Maar ieder kind test de grenzen. De gezagsgrenzen. Kijk, pa of ma zegt wat. Ze zijn boos. Dat kind wil dan weten of het om een gril gaat. Of het een momentopname ge weest is. Maar dat wil niet zeggen dat hij gezag aan zijn laars lapt. Zeker niet". Duidelijkheid. Volgens Jan Habets gaat het vooral daarom. „En genegen heid", voegt hij daar aan toe, „kinderen vragen duidelijk om leiding. Wat kan en wat kan niet. Ouders vragen me wel eens, wat moet ik toch doen. Hoe kan ik hem of haar in de hand houden. Nou, je dient rekening te houden met de aanleg van het kind. Een kind kan temperamentvol ajn. Prima, dat mag. Maar daarnaast mag je best eisen stellen, straffen geven. De Bredase kinderpsycholoog Jan Habets: „Je dient rekening te houden met de aanleg van het kind. Een kind kan temperamentvol zijn. Prima, dat mag. Maar daarnaast mag je best eisen stellen, straffen geven. Een kind heeft zich te leren voegen. - foto de stem johan van gurp behandeld. Neem die Rambo-films. Ik heb er nooit een gezien. En ik heb ook geen behoefte. Ik hoef die niet te zien. Vroeger was dat toch wat anders. Toen had je ook cowboy-films. De cowboys werden bij bosjes tegehjk van de paarden geschoten. De kinderen die dat zagen, schreeuwden, lachten. Ze doorzagen het spel. Hoe moet ik dat zeggen, ze zagen dat het niet gemeend was. En buiten gin gen ze ook cowboytje spelen. Tegen woordig heb je het A-team. Ja, het goed tegen het kwaad. En het goed wint altijd. Er vallen geen doden, ondanks alle ont ploffingen, schietpartijen en meer van die zaken. Ik vraag me af of het nodig is, al dat geweld, maar de kinderen prikken daar door heen. Maar er zijn films, ja, daaarin wordt het geweld tot kunst vér heven. Als een kind dat regelmatig ziet, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat daar iets van bhjft hangen. Er blijft iets op het netvhes zitten. Het lijkt mij, maar dat is mijn mening, dat ze er wel eens toe over kunnen gaan het na te bootsen. Het na te doen. Om het te erva ren." „Kinderen kunnen wel eens wreed zijn", weet Jan Habets maar al te goed, „een stuk agressiviteit hoort bij kinderen. Vroeger werd agressie onderdrukt, dat mocht niet. Agressiviteit mag, maar het moet niet destructief worden. Het kan op een verkeerde manier tot uiting komen. Ja, onder andere door verwaarlozing. We hebben het al gehad over duidelijkheid en genegenheid. Kinderen hebben dat nodig. Genegenheid, het gevoel dat ze geaccepteerd worden. Dat ze er bij ho ren. Het is in dit verband niet juist en niet reëel de ouders een verwijt te maken. Het'is vaak moeilijk voor hen. Je moet altijd naar de achtergronden kijken. Neem een ouder die vroeger om wat voor reden dan ook genegenheid, liefde tekort gekomen is. Die ouder zal zijn/haar kin deren beschermen, die ouder is vaak overbezorgd en zeer toegeeflijk. Die ach tergronden moet je meenemen." Nog wat. „Ouders zien vaak niet hoe inconsequent ze zijn. Nogmaals, dat is geen verwijt. Ouders doen dat niet voor de lol. Als hen dan uitgelegd wordt, wat er precies aan de hand is, is het zo opge lost. Heel consequent handelen. Dat is zo belangrijk. Kinderen willen dat. Dan we ten ze precies wat er aan de hand is. Wordt het ook voor hen een stuk gemak kelijker. Kinderen gaan daar heel soepel in mee. Die kunnen daar heel ter zake doende over praten. Als de ouders bij mij kwamen, was er al veel aan vooraf ge gaan. Ouders stappen niet zo maar naar een bureau. Want dan komen ze in feite vertellen over hun eigen falen. Kinderen stellen zich dan heel loyaal op. De ouders zeggen dan wel eens, hè, heeft ie dat gezegd, of denkt ie zo. Dat is vaak een verrassing." Terug naar het gezag. Vroeger viel daar niet aan te tornen. De onderwijzer, de pastoor, vader en moeder, geen onver togen woord kregen die te horen. Dat is duidelijk veranderd. Dokter Habets ziet voordelen, maar ook nadelen. „Door de relativering bij de volwasse nen zijn de kinderen vrijer geworden. Dat heeft voordelen. De kinderen zijn mondiger geworden. Maar er zijn ook nadelen. In de zin van doorgeschoten zijn. De waarden, de normen zijn wat vervaagd. Minder geworden. We hebben gelukkig het 'Ik-tijdperk' achter de rug. Naar een ander diende niet gekeken te worden. Ik heb de indruk, maar dat is weer een zeer persoonhjke mening, dat ouders minder eisen durven te stellen. W Het gaat dan zogenaamd om de vrijheid. Maar kinderen raken dan in de war. Ze zijn de lijn kwijt." Jan Habets kiest met zorg zijn woor den. Zeker als het over de ouders gaat. „Omdat", benadrukt hij meer dan eens, „hen vaak niets kwalijk te nemen is. Vroeger werd er vaak gekeken naar de aanleg van het kind. Nu meer naar het mileu, de omgeving. En dan omgeving in de ruime zin. Dat de ouders een slechte jeugd gehad hebben. Dat is ook omge ving. Neem het standaardprobleem. Een meisje wordt om allerlei redenen thuis niet erkend. Ze heeft bevestiging nodig. Ze trouwt snel met de man die haar wel genegenheid geeft en krijgt kinderen. Ze slaat een ontwikkelingsfase over. Zij moet in feite nog krijgen, maar moet ook al gaan geven. Aan haar kinderen. Dan krijg je kortsluiting, problemen. Maar dat is haar niet aan te rekenen." Kinderen. Zo anders dan vroeger. Of toch niet. Zoveel wijzer, of valt ook dat mee. Bhjven kinderen kinderen of moet er gesproken worden van kleine volwas senen. Jan Habets, meer dan dertig jaar pra tend met kinderen, filosoferend over kin deren, houdt het bij het eerste. Kinderen zijn kinderen. „Neem de sexuahteit. Vroeger werd daar niet openlijk over ge sproken. Toen kwam er een tijd dat er over gesproken werd. Een periode dat er zeer veel over gesproken werd. De hele sexuele vrijheid, daar was een hele dis cussie over gaande". „Dan kun je de vraag stellen, zijn er nu meer kinderen die met sexu ele problemen zitten. Mijn indruk is dan, dat valt reuze mee. Lang zaam maar zeker raakt het geïnte greerd in het menselijk bestaan. Dat is met heel veel zaken het ge val". oed is natuurlijk méér dan drift Het is verre van >m de noblesse van de haftigheid te willen onder in. Waarom zou ik. Ik heb zij het in een ver en grijs len, een mensenleventje uit een kil wak. Dat geeft u nog een gevoel van licht >en, maar niet zo sterk als an de kat die zich rekt in n. Ik zou wel willen weten gelukkig het kind gewor- s, want het is tenslotte een van mij, maar ze kwam heel even voorbijdrijven jn leven. was twaalf jaar en in de rkou onderweg naar een uis. Naar de thermen, zou- le oude Romeinen zeggen, badhuizen waren nuttige hngen; je kon er voor een eitje bijna twintig minuten de douche staan. Een >ad, zo heette dat toen. vas mistig, grijs en koud i en in gedachten had ik de dampige rotonde be- n, waar, boven het val- water uit, altijd het ge- opklonk van opera en Jap. „Kinderen kunnen zo opgaan in hun bezigheden dat ze de consequenties niet zien. Daar wordt absoluut niet aan gedacht.- fotoan£_ 'Kind heeft leiding nodig' oordhoek. Een kleine plattelandsgemeente in West- Brabant. Een voetbalclub, een tafeltennisvereniging. Een modaal dorp. Ons kent ons. Opgeschrikt door het bericht dat zes jongetjes in de leeftijd van tien jaar de tijd doorbrachten met het bedenken en uitvoeren van gruwelspelletjes. Leeftijdgenootjes waren de slachtoffers. De gemeenschap reageerde geschokt. De jeugd ontspoort. „Onzin", zegt kinderpsycholoog Jan Habets die meer dan dertig jaar werkzaam was bij het Medisch Opvoedkundig Buro in Breda. „Ik zie dit als een uitzondering". Tegelijkertijd erkent hij dat er wel degeüjk iets aan de opvoeding is te doen: „Eisen stellen mag. Ja, misschien zijn we wel wat te ver doorgeschoten in het vrij laten". „De jeugd is niet slechter geworden. De meeste kinderen zijn heel positief inge steld. Naar hun ouders toe zijn ze bijvoor beeld heel welwillend, heel loyaal. - foto ap Een kind heeft zich te leren voegen. Ik heb bij het MOB wel eens ouders gehad die bijgebracht moesten worden hoe de zieleroerselen van hun kinderen waren. Vroeger was er dat gezag, luisteren. Dan zei ik wel eens, kijk ook eens naar het kind. Nu is dat anders. Krijgt het kind te veel vrijheid. En moet je zeggen, de an dere kant moet je ook in het oog houden. Dan had je het wel eens over aanpakken. De kinderen zaten daar dan bij. Als je hen dan vroeg wat ze van dat aanpakken, straffen vonden, of ze het daar mee eens waren, zeiden ze volmondig ja. En dat meenden ze. Zo zijn kinderen. Ze willen leiding, ze willen weten waar ze aan toe zijn." Kinderen. Vroeger volgde er meer dan eens, 'zijn hinderen'. Ze nalen het bloed van onder je nagels. Nog eens terug naar Noordhoek. „Nee", zegt dokter Habets, „kinderen hebben nooit de intentie elk aar echt kwaad te doen. Het had daar verkeerd kunnen aflopen. Zeker. De ge- „Ik vraag me af of het nodig is, al dat geweld op televisiemaar de kinderen prikken daar door heen. Maar er zijn films, ja, daaarin dat daar iets van blijft hangen. wordt het geweld tot kunst verheven. Als een kind dat regelmatig ziet, kan ik me niet aan de indruk onttrekke - foto de stem /johan van guf Van een onzer verslaggevers NOORDHOEK - Leeftijdgenootjes In elkaar slaan was nog het meest onschuldige gruwelspelletje van een zestal jongetjes van ongeveer tien jaar uit Noordhoek. volgen hadden verschrikkelijk kunnen zijn. Maar de daad op zich hoeft niet erg te zijn. In de ogen van die kinderen wa ren het welücht spelletjes." Maar hoe komen die kinderen aan die spelletjes. 'Terreur' is moeilijk te rang schikken in de categorie 'Mens erger je niet'. Toch die televisie, dat kastje dat re gelmatig geweld uitbraakt Jan Habets denkt dat de invloed van tv en film vrij groot kan zijn. „Er zijn films waar het geweld zeer serieus wordt

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 31