HOOGSTE MODE-PRIJS VOOR VAN GILS
tgelcentrale
Esco - Tretford - Desso
<ussens voor 255^
Swinkel 076-140500
>pgelet! De BabyhoèiT
(76-7115 60 (werkplaats-
00stv0gels, nijverheids-
:br. v.d. elshout, adel-
m0lenstraat 2,
<eijzer zn b.v., mr. fj.
jf 00stv0gels, m0len-
Jacques van Gils zou een heel tevreden man
moeten zijn. De verkoop van zijn wintercollectie
loopt nu al als een trein, zijn zomercollectie voor
volgend jaar hangt kant en klaar in de kast en de
wintercollectie voor het seizoen 1987/1988 staat in
de steigers.
Door Marlise de Jong
Spreken over ambitie, macht en geld mag weer.
De jaren tachtig zijn de jaren van snelle jongens
en zelfverzekerde vrouwen. De jaren van Dynasty,
Miami Vice en nieuwe begrippen als lifestyle,
venture capital en yuppies. Een belangrijke rol in
dit decennium van de carrièremakers is
weggelegd voor het kostuum. Als nooit tevoren
toont kleding het leven waarvoor de man of vrouw
in kwestie gekozen heeft. Een gesprek met Jacques
van Gils, de grootste Nederlandse
modeleverancier.
Door Ron Buitenhuis
|Min. Nelissenstraat 37 Breda.
I Do. koopav. leggen en bez. mog
korting op alle 1e keus. Altijd
l.m2.(norm. 50,-tot 75,-p.m!)
it draion velours. Wij komen gratis
lalen bij uw thuis. G.Maczekstr 55
de grootste, wel de goedkoops^
I overtuig u Heuvelstraat 181, Brj.
pnderdag koopavond. Naast Esso
instraat.
VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1936
BEREIKBARE
GLAMOUR
Naast vestigingen in onder
andere Parijs, Londen,
New York, Brussel prijkt
intussen ook Helsinki op het Van
Gils-briefhoofd. En om de Van Gils-
story compleet te maken heeft hij
ook de hoogste Nederlandse mode
onderscheiding 'Grand Seigneur'
gekregen. En toch is Jacques van
Gils niet tevreden. Dat geldt niet voor
zijn eigen 'toko'. Wel over wat
daarbuiten gebeurt.
In zijn kantoor staan bloemen op de
wit marmeren tafel. Felicitaties voor
een 'Grand Seigneur'. De trofee
ontbreekt. Begrijpelijk bij het zien
van de sculptuur van beeldend
kunstenaar Wendela Gevers
Deynoot die 'ergens' vandaan
gehaald wordt. De bloemen zijn
fraaier. Niet blij met de
onderscheiding? „Ja en nee. Om te
beginnen heb ik me bij de uitreiking
van de prijs tijdens de Modam in de
Amsterdamse RAI groen en geel
geërgerd. Ik kreeg de prijs uit
handen van mr. W. de Boer,
directeur-generaal voor handel,
midden- en kleinbedrijf op het
ministerie van Ecomomische Zaken.
Die man had een pak aan dat geen
jaar was geperst. Dat is toch
onvoorstelbaar voor iemand die een
modeprijs moet uitreiken. Zoiets is in
Frankrijk ondenkbaar. Daar draagt
de minister om te beginnen een
kostuum van Franse makelij, eet
Franse kaas, drinkt Franse wijn en
doet God weet wat nog meer om zijn
land te promoten. Moet je de
ministers hier zien. Om te huilen.
Zo'n man als Lubbers zou daar heel
wat aan kunnen doen. Niet alleen
qua kleding, maar ook in andere
zaken. Hij zou Heineken moeten
drinken of Bols. Maar nee, de
politieke heren mogen vooral niet
opvallen wanneer het om zoiets
gaat".
„Neem nu ons koningshuis. De
zonen van Beatrix moeten gewone
jongens zijn. Doet Willem-Alexander
als een gewone jongen mee aan de
Elfstedentocht. Trekt als een gewone
jongen een sweatshirt aan. Staat
daar toevallig Marlboro op. Komt
daar onmiddellijk een hoop
gesodemieter over. Worden zelfs
Kamervragen over gesteld.
Belachelijk. Die jongens zouden
allemaal in een Volvo GTI moeten
rijden. Nederland zou apetrots
moeten zijn op de paar
paradepaardjes die we hebben.
Maar dat mag niet. Ze hebben 'een
grote gloeilampenfabriek in het
zuidens des lands'. Weet je wat ze
moeten doen? Philips schreeuwen,
zo hard als ze kunnen. Hetzelfde
moet gebeuren met wat dan
genoemd wordt 'onze nationale
trots' als ze het over de KLM hebben.
Kan allemaal niet. Nederland is een
vlak land, kent geen hoge punten en
geen diepe dalen. De mentaliteit van
de Nederlanders loopt daarmee
synchroon. En probeer niet om uit
de pas te lopen, want dan komen
daar 'vragen' over", aldus een felle
Van Gils.
De vragen bleven uit in 1980. En
toch droegen de drie zonen van
Beatrix tijdens het vuurwerk, dat ter
gelegenheid van haar kroning tot
koningin werd afgestoken, een Van
Gils-jas. Een detail dat in die roerige
periode kennelijk over het hoofd
gezien is. En het etiket zat aan de
binnenkant. Hare Majesteit was in
ieder geval tevreden over hetgeen
Van Gils geleverd had. Dat moge
blijken uit een speciaal gemaakte
foto van haar zoons in de jassen met
daarbij een persoonlijk briefje met
daaronder heel simpel 'Met groeten,
Beatrix'. Van Gils kreeg de
koninklijke opdracht op het nippertje
binnen. Iemand had er plotseling
aan gedacht dat het 's avonds wel
eens koud zou kunnen zijn. Goede
raad was duur. De Nederlandse
consul in Italië en een vriendje van
Jacques van Gils bracht uitkomst.
Bel Van Gils.
De 'koninklijke onderscheiding'
hangt wel op het kantoor van
Jacques van Gils. Kennelijk hecht hij
daar meer waarde aan dan aan de
modeprijs 'Grand Seigneur'. Hij
vertelt niet alleen in zijn kantoor hoe
hij daar over denkt. Hij deed dat ook
tijdens de uitreiking van die prijs. Zo
recht voor zijn raap dat het
prominente gezelschap in de
bomvolle Glazen Zaal van het RAI-
complex er muisstil van werd.
„Zonder afbreuk te willen doen aan
het werk van de twee vorige
winnaars, Cecile Kanteman en
Günther Frank, die ik zeer hoog en
bekwaam acht, is het toch
veelzeggend dat we deze prijs nu al
krijgen. Temeer daar ik drie jaar
geleden zijdelings betrokken was bij
het instellen van deze prijs. Eigenlijk
is het dus een trieste zaak". Over de
oorzaak hiervan hoeft Jacques van
Gils niet lang na te denken. „Mode
bestaat niet in Nederland,
bloembollen dat kan nog". Een
opmerking die ook opgetekend kon
worden uit de mond van een van
Nederlandse grootste couturiers,
Frank Govers.
Volgens Jacques van Gils zijn er
best goede Nederlandse mode-
academiestudenten. „Je komt ze
tegen in Parijs, Londen en New York.
Gevlucht voor de Hollandse worst.
Toevallig hou ik bijzonder van stijl.
Maar in Nederland zeggen ze 'Stijl,
laat me niet lachen. Doe maar
gewoon, dan doe je ai gek genoeg.
Hou het maar bij boerenkool en
spruitjes'. Weet je wat nu het gekke
is", zegt Jacques van Gils, „de
mensen doen niet gewoon. Ze doen
niet wat ze zelf goed, mooi, fijn,
lekker vinden. Ze doen een cliché.
Ze doen de buurman, de buurvrouw,
Jan en alleman en God weet wie nog
meer na, maar ze zijn niet zichzelf".
de sigaret van Peter Stuyvesandt.
„Wat wij bieden is bereikbare
glamour", zegt Jacques van Gils vol
overtuiging. „Je ziet geen Van Gils-
pak voor een peperdure Rolls Royce
of bij een privé-jet. Dat is voor onze
doelgrcap niet weggelegd. Wij
kleden bij uitstek de jonge,
carrièregerichte, positief denkende
man tussen 25 en 49 jaar uit het
middenkader".
„In onze advertenties zie je een
jonge vent in een sauna in Japan.
Die man waarop wij mikken denkt
'verdomme die marketing manager
onder wie ik werk gaat voor de zaak
naar Japan. Dat wil ik ook'. Dat is
gezonde ambitie, dat is glamour die
bereikbaar is. Daarom plaatsen we
die vent uit de Japanse sauna met
evenveel gemak in een hotel in New
York, op het strand van de Bahama's
of in het straatbeeld van Londen.
Allemaal binnen handbereik voor de
dynamische yuppies (Amerikaanse
afkorting voor young urban
professionals) of de jonge,
verstedelijkte carrièremaker".
Kortom, Van Gils kleedt een
middenkader dat niets liever wil dan
de top bereiken. Een Amerikaanse
mode-advertentie stelde ooit: „Wij
garanderen niet dat ons kostuum u
in de directiekamer brengt, maar we
weten wel zeker dat het u er buiten
kan houden, als u het niet draagt".
Dat het kostuum juist nu weer volop
wordt gedragen is in wezen niet
vreemd. De opleving van de
economie en de rol die de vrouw
hierin speelt brengen de begrippen
succes, geld en macht weer volop in
de belangstelling. Hernieuwde
aandacht voor kleding, reizen,
auto's, cosmetica, meubels en
binnenhuisarchitectuur gaat nu
eenmaal gelijk op met het succes en
de welvaart van een deel van de
huidige generatie.
Opmerkelijke genoeg groeit
tegelijkertijd ook het verlangen naar
traditionele waarden en normen. Een
derde kenmerk is de hausse rond het
eigen lichaam: fitness, coca cola
light, muesli, suikervrije kauwgum.
Allemaal uitwassen van de
hedendaagse body-cultuur. En om
die body zit de laatste twee jaar in
toenemende mate Het Kostuum.
„Toch bereiken de verkoopcijfers bij
lange na niet het niveau van tien jaar
terug", bekent Jacques van Gils. „In
1975 werden in Nederland nog 3,5
miljoen kostuums verkocht. Thans
zijn dat 750.000 stuks. Het pak, het
verzorgde uiterlijk, is echter
onmiskenbaar in opmars. Het hele
yuppie-verschijnsel heeft de
ommekeer ingezet. Vroeger scoorde
je hoog als je in spijkerbroek naar
het werk durfde te gaan.
Tegenwoordig moet je niet in jeans
op een begrafenis of bruiloft
verschijnen. Dan heeft de
spijkerbroek weer dat provocerende
van twintig jaar terug. Het is niet voor
niets dat Wrangler in België dicht is
en Levi's met afzetproblemen kampt,
ondanks het succes van de 'original
501 jeans', die van die jongeman die
gekleed in een spijkerbroek een bad
neemt, terwijl Sam Coock op de
achtergrond zijn hit What a
wunderfull world zingt".
„Een andere rol in de opbloei van
het kostuum speelt de vrouw. Die
stelt vandaag de dag heel andere
eisen aan een man. Eeuwenlang
heeft de vrouw het lokduifje
gespeeld. Nu moet de man ook mooi
zijn. De sociale achtergrond van een
kerel is van secundair belang
geworden. Zoon van een notaris zijn
of 100.000 op de bank hebben, zijn
niet langer garanties voor een vaste
partner. Zeker niet als de vent in
kwestie vet en onverzorgd is".
Van Gils is zich terdege bewust dat
de Nederlandse bevolking door de
huidige tendens teruggroeit naar
oude rangen en standen. „Ik ben
daar zeer realistisch in. De jaren
tachtig worden de jaren van de
'winners' en de 'loosers'. Enerzijds
heb je mensen die bewust bezig zijn,
die verder willen. Die erbij willen
horen en dat ook uitstralen.
Anderzijds de futloze groep waaraan
je kunt zien dat ze de hoop op de
toekomst hebben opgegeven. En dat
is niet eens zozeer een kwestie van
verschil in salarissen, maar meer van
mentaliteit. Het is ook niet zo dat Van
Gils, BMW, Chanel, La Coste of hoe
zo ook heten, de huidige
maatschappij hebben gecreëerd. Al
die trendsettende firma's spelen
enkel in op maatschappelijke
ontwikkelingen".
Modetrends worden volgens
Jacques van Gils nog steeds niet in
Nederland bepaald. „De meeste
trends komen uit Amerika. Een apart
hoofdstuk is weggelegd voor de
Italianen. Wat wil je ook. Hier hangt
negen maanden per jaar die grauwe
sluier. Dat maakt het vergelijk met
Italië onmogelijk. Toch is het
frappant dat Nederland bepaald
geen regenjassenland is. Hier
rennen ze liever met een krant boven
hun hoofd naar de tram of taxi. Als in
Italië twee druppeltjes vallen, haalt
de Italiaan al zijn gestyleerde
regenjas tevoorschijn. De
mannenmode in Engeland is ook
heel anders dan hier. In Londen is
punk nog steeds in, omdat er
eveneens nog steeds een
generatieconflict ligt. De jeugd wil
tekeer gaan tegen het establishment.
In Nederland hebben we die hele
heisa in de jaren zestig gehad.
Daardoor zitten we nu allemaal op
één lijn. Afgezien van het verschil
tussen de winnaars en de verliezers.
Ik ben dan ook bang dat Nederland
nauwelijks toe is aan grote creatieve
prestaties op modegebied. Dat is
geen bedreiging voor het
voortbestaan van Van Gils. Daarvoor
zijn we te modebewust. Trouwens,
ons voordeel blijft dat mensen naakt
worden geboren en dat kleren ooit
eens verslijten".
'Eigenlijk
is het een
trieste
zaak'
„Laat ik een klein voorbeeld geven.
De Amerikaanse ruimtevaart
investeerde ooit massa's geld in de
ontwikkeling van een balpen die ook
op de kop schrijft. De Russen
daarentegen investeerden in andere
zaken en gaven hun kosmonauten
een potlood mee. Waarmee ik maar
wil zeggen dat je met verstand moet
investeren".
Aanleiding tot deze
anekdote van directeur
Jacques Van Gils is de
opmerking dat het hoofdkantoor van
Van Gils er van buiten nogal
armetierig uitziet. Het kantoor ligt in
het Belgische Essen. Een soort
Coronation Street van de Belgische
Kempen. Via de Amerikaanse balpen
en het Russische potlood probeert
de 35-jarige manager de gedachte
en daarmee meteen het succes
achter de Van Gilsformule helder te
maken.
„Van Gils investeert niet in
pompeuze gebouwen, waar
duurbetaalde secretaressen de
klandizie opvangen in foyers van
goudkleurig marmer", palavert
Jacques, de middelste van de drie
Van Gils-broers die thans de firma
runnen. „Van Gils investeert liever in
nieuwe stoffen, nieuwe machines en
nieuwe afzetmarkten. Ik zeg altijd:
mode is duur als je je inlaat met
grilletjes. Hetzelfde geldt voor
investeren. Dan is duurzaamheid het
toverwoord".
Van Gils is de grootste Nederlandse
modeleverancier. Ook elders in de
wereld speelt het merk een
gezichtsbepalende mode-rol. Het
van oorsprong Roosendaalse
familiebedrijf werd opgericht door
vader Miel van Gils sr. Inmiddels
leiden de broers Jacques, Alwin en
Ben het concern waarbij - verspreid
over tientallen landen - 2.500
mensen werk vinden.
In de jaren zeventig zag Van Gils als
eerste in Nederland het belang in
van de toegevoegde waarde.
Mannenmode moest meer zijn dan
een kostuum, een colbert of een
pantalon. Sindsdien levert het bedrijf
niet alleen Van Gils-kleding, maar
ook een complete Van Gils-
levensstijl: dus behalve het softe pak
ook de geraffineerde Italiaanse
schoen, de gewaagde stropdas en
de opwindende eau de toilette pour
Homme. Samen bepalen ze de
wereld die ons zo vaak via kleuren-
advertenties toelacht in weekbladen
als Avenue, Cosmo, Man en het
nieuwe Harper's Bazaar. De wereld
van de jonge managers, de Golf
GTI's, het poloshirt van La Coste, de
skikleding van Jean Claude Killy en