j^§
DiBTiMüi ysr
lkwel
bladen
Door oorlog en boycot geteisterd Nicaragua heeft gebrek aan alles
'Geloof in opbouw
Nicaragua groeit'
I
'Elke gift is een morele opkikker'
'astoraal werker Paul Krijgsman werkte in Nicaragua
lezer wiV
Desirée van de Ven uit Terheijden voor derde keer naar Nicaragua
yaTERDAG 6 SEPTEMBER 1986
W3
;ns verzet
Grote leugen
Communicatie
;eschrokken. Het rommelt
Lezers haken af,
it verdwijnen van De
imen van De Tijd, het
an De Groene en het
derland, en recent de laatste
Vrij Nederland de schrik te
ietaalde oplage zakte van
isten drastisch kelderden. Er
afgelopen is met de
en dat de rompkrant met
azine-jasje krijgt, in de pas
Breda haalt band
aan met Granada
art, mede-hoofdredacteur van
fd De Tijd, grijnst wat na die con-
Ach, een zekere beroepstrots
ooit vreemd geweest. Trendset-
'inzetters. Een pose die hoort bij
van dat weekblad. Maar het is
dat de journalistieke mogelijkhe-
Ieput zijn. Ik ben steeds weer ver
ver de verrassende aanpak van
ensen in ons vak, de bijzondere
hun élan."
lijkt zelf het levende voorbeeld
trendgevoelig sleutelenaan de
van het tijdschrift, van bewust-
wat de lezer wil. Van huis uit
iftenboer' bij VNU, die als
facteur meehielp om van bladen
|riet en Avenue successen te ma-
1981 kwam hij in de hoodredac-
De Tijd, nevengeschikt aan Arie
De redactie kwam in opstand,
snel bleek het hoofdredactioneel
een gouden greep. De redactie
de, de toon werd minder bele-
peelser. Mooier papier, goede
druk, meer aandacht voor de be-
tografie, een goed coverbeleid:
u en verhalen die uitnodigen tot
:r schetste de ervaren bladenman
oncurrent Elsevier als 'van saai-
n elkaar geschreven' en VN als
elbaar'. Het overgebleven lezers-
is sterk verouderd, net als het
t.
Swart: „De opinieweekbladen
gemakkelijk met hun publiek om-
Ze dachten zich er te lang van
:rd: ze blijven ons toch wel kopen,
ikten zichzelf wijs: onze hobbies
k de hobbies van ons publiek. HP
e terugval nu wél aansluiting bij
rs aan het zoeken. Bij De Tijd
wij dat proces in 1981 al ver-
De VNU vroeg zich in die moei-
d af, of het wel zou doorgaan met
ekblad. Wij zaten ook met onze
eke afkomst. De bakens zijn bij
n verzet. De Tijd verjongde, ook
ngeving en inhoud, en met succes.
ook in het coverbeleid, iets van
:rvaring met publiekstijdschriften
evoegen."
is vissen voor zeven opiniebladen
heel kleine vijver van hooguit een
iljoen lezers. Het heeft Swart door
en heen verbaasd, dat die vijver
vergroten is. „Terwijl er belangrijk
nensen zijn gekomen met een mid-
en hogere opleiding. Terwijl
en een bredere interesse krijgen,
ronnen zijn door de opiniebladen
et aangeboord."
nieuwe hoofdredacteur van een
failliete, maar herboren Haagse
lohn Jansen van Galen, houdt zich
>ezig met zijn lezerspubliek. Gezien
uglopende interesse van de dure
n-adverteerders voor de weekbla-
hij vol zorg voor de toekomst,
tien jaar zullen er geen zeven opi-
den meer bestaan in ons land,
telt hij, en hij weet niet of HP dan
overlevenden is. Zeven weekbla-
een kleine lezersmarkt, waarvan
de helfteen marginaal bestaan lijdt
linimale redacties.
Swart van weekblad De Tijd:
ieeft gelijk, dat er een uitdunmng
imen. Al is het wel heel typisch Ne-
ïds, zoveel omroepen, zoveel tijd-
ten, zulke kleine oplages. Een volk
;roepjes individualisten, maar dat
el gaan nivelleren in de komende
aar. Al moet ik er niet aan denken
Iaden als Hervormd Nederland of
rroene weggaan. Dat zou toch een
ning zijn in onze cultuur."
J^atijns-Amerika kent 'smerige
oorlogen' in alle variëteiten. In
Nicaragua woedt al jaren een niet
verklaarde oorlog van door de VS
steunde rebellen tegen de gekozen
jidinistische regering.
Doelwit van deze contra's zijn
jooral de kwetsbare sectoren van de
;onomie.
Maar de oorlog wordt ook op
idere fronten gevoerd.
Washington heeft een economische
boycot afgekondigd tegen het
Marxistische' Nicaragua die
bijzonder effectief werkt. Er heerst
in dit Middenamerikaanse land een
gebrek aan van alles en nog wat.
Om de ergste nood te lenigen zijn
er door verschillende Nederlandse
;eden vriendschapbanden met
ilaatsen in Nicaragua aangegaan,
msterdam, Rotterdam,
aastricht, Nijmegen en Utrecht
zijn reeds voorgegaan, maar nu is er
door de uitgebreide contacten ook
een stevige basis gelegd voor een
intensieve stedenband tussen Breda
en Granada.
Door Frank van Ooijen
DE ENORME hangmat, een onver-
mijdelijk souvenir voor iedere La-
tijns-Amerika-ganger, hangt nog
maar provisorisch aan twee dunne
draadjes in de woonkamer in Breda.
Daarboven een poster van Sandinó,
de Nicaraguaanse revolutionair van
het eerste uur die vele jaren geleden
al een martelaarsdood stierf.
Kita Lebesque is maar net terugge
keerd van een reis van enkele weken
door Nicaragua. Als lid van de werk
groep Stedenband Breda heeft ze ook
tien dagen lang een officieel kennisma
kingsbezoek aan Granada gebracht
waarmee Breda overigens sinds vorig
jaar al een voorzichtige vriendschaps
band heeft gesmeed.
Granada, ooit de hoofdstad van het
land, is een van de grootste steden van
Nicaragua met ruim 80.000 bewoners.
De stad is al in 1524 door de Spanjaar
den bebouwd en groeide uit tot een be
langrijk bestuurlijk centrum van de
Spaanse kolonisator. Granada ligt in het
zuid-westen van Nicaragua, ver weg van
de vanuit Honduras opererende contra's.
Sinds de val van dictator Somoza in 1979
zijn de basisvoorzieningen voor de stads
bevolking aanmerkelijk verbeterd. Ana-
falbetisme en kindersterfte zijn afgeno
men, gezondheidszorg en onderwijs zijn
gratis. Maar de ontwikkeling stagneert
door de hoge oorlogslasten en de boycot.
Samen met André Vermeulen van de
werkgroep vertelt Lebesque op welke
wijze Bredase groepen, scholen en instel
lingen al nauwe contacten hebben opge
bouwd met zusterorganisaties in Gra
nada en hoe de stedenband en hulpverle
ning vorm krijgt.
„We zijn vorig jaar gestart als een
werkgroep voor Midden-Amerika, raak
ten meer en meer betrokken bij de situa
tie in Nicaragua waar de kans alsmaar
groter werd op een Amerikaanse inter
ventie en besloten de mogelijkheden te
bekijken voor het aangaan van een ste
denband. Tijdens de contacten met het
Nicaragua-Komitee bleek dat Granada
net een verzoek had ingediend voor zo'n
vriendschapsband met een stad in Ne
derland".
„We wilden daar op inhaken omdat
zo'n stedenband de mogelijkheid biedt
om daadwerkelijk steun te geven aan de
burgers van Nicaragua en omdat het de
huidige situatie en het leven en werken
van de bevolking in dat land meer zicht
baar en tastbaar maakt. Als je op een
Bredase school iets vertelt over het leven
van scholieren in Nicaragua, die ze ken
nen van foto's en brieven dan is dat alle
maal niet zo abstract en afstandelijk
meer. Men kan de eigen situatie dan
gaan vergelijken met de situatie in een
Middenamerikaans land".
De basisgroep en het gemeentebestuur
in Granada hebben vanaf het begin aan
gedrongen op het versterken van het
draagvlak in Breda en het geven van
voorlichting over wat er in Nicaragua
aan de hand is. „Geef ruchtbaarheid aan
de strijd die tegen Nicaragua gevoerd
wordt", was het voornaamste verzoek.
Manifestaties, inzamelingsacties en offi
ciële contacten tussen beide gemeentebe
sturen zouden vanzelf op gang komen als
er maar voldoende mensen geïnteres
seerd zouden zijn in Granada. Men wilde
van de stedenband meer maken dan al
leen een frequente briefwisseling tussen
burgemeesters.
Het is voor Nicaragua vooral van be
lang om niet in het isolement en de ver
getelheid te raken waarin de VS dit land
graag zien verzeilen. Daarom zijn de bui
tenlandse contacten zo belangrijk. Het
leek wat stil na de aankondiging van de
stedenband vorig jaar. Maar achter de
schermen werd hard gewerkt aan het ge
ven van informatie en het leggen van
contacten.
Een open informatie-avond trok wei
nig belangstelling in Breda. Een eerste
tegenvaller. De werkgroep heeft daarom
zelf maar contact gezocht met scholen en
instellingen. In eerste instantie met het
bisdom, met een pastoraal werker en en
kele basisgroepen. Later ook met de Nas-
sau-scholengemeenschap waar in het ka
der van het vak maatschappijleer lessen
zijn verzorgd, onder andere door iemand
die in Nicaragua met een bouwbrigade
Kita Lebesque: „De situatie in Nicaragua gilt werkelijk om hulp". - foto marcel bekken
heeft gewerkt, en waar een tentoonstel
ling is georganiseerd. Uit dit onderwij
sproject is een scholierencontact voortge
komen met scholen in Granada.
De KTS in Breda heeft geregeld con
tact met de technische school in Granada
en er is een plan ontvouwd dat financieel
ondersteund wordt door de gemeente
Breda voor de bouw van scheikundelo
kaal. De streekschool denkt aan een pro
ject waarbij bruikbaar gereedschap inge
zameld wordt.
Volgens Kita Lebesque was het hoog
tijd geworden om in Nicaragua zelf te
peilen wat de behoeften zijn van de men
sen. Vandaar de reis naar Midden-Ame
rika. Eenmaal in Granada werd ze harte
lijk ontvangen en er werd onmiddellijk
een kennismakingsprogramma voor haar
opgezet. „Het was bijna beschamend",
zegt ze, „omdat ik verder niets had aan te
bieden dan de bereidheid bij ons om de
banden te verstevigen".
Ze maakte kennis met het plaatselijke
comité dat de stedenband coördineert,
en met de vertegenwoordigers van het
ziekenhuis, de scholen, bednjven en vak
bonden, gemeentebestuur en partij.
Vooral het bezoek aan het vervallen hos
pitaal maakte diepe indruk op haar.
„Ruim 150 bedden in een gebouw dat
als ziekenhuis dienst doet, maar dat on
langs door twee bouwkundigen en een
architect onbewoonbaar is verklaard. En
dat in een stad met 80.000 inwoners. Je
moet wel een zeer acuut geval zijn wil je
daar opgenomen worden. Er is een ge
brek aan allerlei medische voorzieningen.
Dat zijn de omstandigheden waaronder
de medische verzorging in Granada
plaats heeft. Die situatie gilt werkelijk
om hulp".
Maar ook op andere terreinen is er be
hoefte aan contact en ondersteuning. De
plaatselijke afdelingen van de vakbonden
hoopt met de bonden in Breda in contact
te kunnen treden. De vrouwenorganisa
tie in Granada is zeer tevreden met de
actie van een Bredase vrouwengroep
voor zomerkleding voor jonge weeskin
deren en hoopt dat met de actie doorge
gaan wordt.
Het Komitee Stedenband hoopt dat in
Breda meer ideeën ontstaan om iets voor
Granada te doen. Men dan daarbij op de
steun van het Komitee rekenen. Wie
graag meer weten wil van de situatie in
Nicaragua, contact zoekt met basisgroe
pen in Granada, lesmateriaal wil gebrui
ken op school, kinderkleding wil geven,
of wie zich wil aansluiten bij de werk
groep, kan contact opnemen met het
Centrum voor Ontwikkelingssamenwer
king, Van Goorstraat 31 Breda, tel:076-
145781. Morele en materiële steun is vol
gens Kita Lebesque in Granada bijzon
der welkom.
k was bang dat het slechter zou gaan in Nicaragua. Niet zozeer
economisch, want dat wist ik wel, maar vooral dat het enthousiasme
getaand zou zijn. Tot mijn grote verbazing bleek dat enthousiasme alleen
maar gegroeid. De mensen zijn er nog meer van overtuigd dat ze samen
hun land kunnen opbouwen. Ze zien weliswaar dat het heel langzaam
gaat en dat ze, vooral door de economische boycot van de VS, steeds weer
zware klappen moeten verduren, maar er is vooruitgang. De
gezondheidszorg is gratis, onderwijs gratis, er is waterleiding en
elektriciteit gekomen. Er is wel voedselschaarste en het voedselpakket is
erg eenzijdig. Rijst, bonen en tortilla's vormen de hoofdschotel, soms
aangevuld met bananen, vlees of eieren. Maar hoe de situatie ook is, op
een enkeling na zegt niemand: 'was de tijd van Somoza maar weer terug'.
Zo'n schrikbewind wil men nooit meer".
den als Hervormd Nederland of P
nze cultuur.- foto anl
1 ijdens de zes weken dat ik bij
esn coöperatie in Nicaragua
gewerkt heb, zijn me twee zaken
heel duidelijk geworden. Op de
eerste plaats is dat de wetenschap
dat het beeld dat de Verenigde
Staten van Nicaragua schetsen
volkomen vals is en getuigt van
Wpocrisie. En daarnaast heb ik met
eigen ogen gezien dat christendom
en revolutie elkaar helemaal niet
hoeven uit te sluiten".
Door Frank van Ooijen
Paul Krijgsman, pastoraal werker
uit Terheijden, is deze zomer zes
weken lang met een werkbrigade
van Nederlanders in Nicaragua ge
weest. Hij leefde daar bij een gast
gezin, werkte bij een coöperatie die
de voedselvoorziening in de streek
°p gang moet brengen en ontmoette
priesters, Salvadoraanse vluchtelin
gen en christelijke basisgroepen
„Over Nicaragua lezen en discussiëren
is een ding, maar de gevolgen van de oor
logssituatie aan den lijve ondervinden en
zien wat er in zo'n land allemaal gebeurt
is een tweede. Ik voelde me vanuit mijn
pastoraal werk al betrokken bij de ge-
curtenissen in Centraal-Amerika en ik
wilde de kans niet laten lopen om met
eeP êvoep mensen via het Nicaragua-ko-
mitee naar dat land toe te gaan".
In dezelfde periode dat Krijgsman in
Nicaragua verblijft, worden op 200 kilo-
rnctcr ten noorden van de doorgaans vei-
uge hoofdstad Managua, vijf ontwikke-
jingswerkers door contra's in een hinder-
aag afgeslacht. Onder hen een Zwitser,
~uitser en een Fransman. Zo'n
er bezoek is dus niet geheel van alle ge-
aren ontbloot. Slaat je bij zo'n bericht
met de schrik om het hart?
«Er gaat wel wat door je heen als je
Paul Krijgsman: de regering van de VS heeft de zaak weer op zijn kop zet en een
iok
verkeerd beeld geeft van de werkelijkheid.
dat hoort. Maar toch hebben we ons niet
echt onveilig gevoeld, er werd goed
ons gelet. Ondanks het feit dat we ooi
nog in een gebied zaten waar nogal eens
contra's opduiken hebben we toch geen
vervelende dingen meegemaakt. Bij het
minste of geringste gevaar zouden we on
middellijk verplaatst zijn".
„Nu heeft de Nicaraguaanse regering
opdracht gegeven alle buitenlandse vrij
willigers terug te halen uit de risicozones.
Maar dat is voor veel 'brigadistas', die al
langere tijd in dat land werken, geen een
voudige zaak. Je zult daar maar iets op
gebouwd hebben en al je vrienden in die
streek hebben zitten, dan ga je niet zo
makkelijk weg. Op zo'n manier doe je
ook nog precies wat Washington en de
contra's willen bereiken met hun guerril
la".
Paul Krijgsman werkte ten oosten van
het Nicaragua-meer onder andere in de
plaats Juijalpa, temidden van een be
langrijk landbouw- en veeteeltgebied
- foto marcel bekken
waar de contra's in het verleden al pa
niek hebben gezaaid met hun overvallen.
De voedselsituatie is niet bepaald
rooskleurig in Nicaragua en iedere hec
tare landbouwgrond telt. Krijgsman
noemt het heel begrijpelijk dat de bewo
ners dan naar de wapens grijpen om hun
have en goed te beschermen met een
volksmilitie. Maar wat hem mateloos ir
riteert is dat de regering van de VS de
zaak weer op zijn kop zet en een ver
keerd beeld geeft van de werkelijkheid.
,,'s Avonds lopen er gewapende bur
gerwachten door de dorpen om overval
len te voorkomen, let wel dat zijn burgers
die zichzelf willen verdedigen, geen mili
tairen. En wat zegt Reagan Mijn vrij
heidsstrijders mogen op deze mensen
schieten want ze zijn gewapend en dus
soldaten. Washington weet de situatie al
tijd weer op zijn kop te zetten. De con
tra's, voormalige gardisten van de dicta
tor Somoza, het grootste geboefte van
Midden-Amerika, handelaren in drugs
en moordenaars worden ook ineens vrij
heidsstrijders. Eén grote leugen".
Krijgsman heeft in Granada contact
gehad met christelijke basisgroepen die
uit ontevredenheid met de anti-Sandinis-
tische koers van de officiële kerk in het
land onderling zijn gaan samenwerken.
Aan de hand van het evangelie wordt de
huidige situatie besproken, niet alleen de
politieke gebeurtenissen in Nicaragua
maar ook de gezins- of werksituatie. En
dat stijgt volgens Krijgsman uit boven
het niveau'' van abstracte en hoogdra
vende retoriek over de revolutie.
Sinds kort hebben deze basisgroepen
ook zendtijd gekregen bij een lokaal ra
diostation. Paul Krijgsman is bij een uit
zending aanwezig geweest. „Zoals je zo
vaak ziet' in Nicaragua wordt ook daar
weer enorm geïmproviseerd en moet men
met weinig middelen uit de voeten kun
nen. Met twee antieke bandrecorders
wordt een hele uitzending opgenomen.
Dat is een verschrikkelijk gedoe. De
mensen van de omroep hebben nu aan
het comité van de stedenband gevraagd
of het niet mogelijk is om betere op-
name-apparatuur via Breda te krijgen.
Communicatie en voorlichting is in het
belaagde Nicaragua immers van groot
belang".
Opname-apparatuur voor een lokale
zender, 100 fietsen, oud gereedschap en
de uitrusting voor een chemielokaal. De
stedenband-acties leveren mondjesmaat
wat spullen aan Nicaragua, terwijl de be
hoeften zoveel groter zijn. Is het geen
druppel op een gloeiende plaat? Hebben
de acties die hier gevoerd worden wel
zin? Paul Krijgsman: „Als je alles op ma
cro-economisch niveau gaat bekijken
dan valt onze bijdrage in net niet. Maar
je kunt het ook anders zien. Voor zo'n
gemeenschap als waar ik gewerkt heb, is
een zending fietsen of gereedschap een
enorme morele opkikker en een zeer wel
kome gift. Er is hier zo'n groot gebrek.
Een dorp leeft daar van op, de kwaliteit
van het leven wordt weer iets verbeterd
en het geeft hen het gevoel^lat Nicaragua
niet alleen in deze wereld staat en niet
vergeten wordt."
Door Edo Sauren
Desirée van de Ven uit Terheijden
kwam eind 1983 terug naar Neder
land. Maar ze bleef voor Nicaragua
doorwerken, in Utrecht via de ste
denband met León, de bouwbrigade
en via de Vriendschapsband
Utrecht. In september 1985 ging ze
met de bouwbrigade terug naar Ni
caragua, deze keer naar León in de
buitenwijk 'William Fonseca'.
„Toen ik er voor het eerst kwam, dat
was in april 1983, werd ik geggrepen
door de manier, waarop de Nicara
guaanse bevolking bezig was met de op
bouw van hun land. Ik ging er heen voor
mijn sociologie studie om er te gaan be
kijken hoe de positie van de vrouw was
veranderd sinds de overwinning van de
Sandinisten in 1979. Maar je wordt daar
geconfronteerd met mensen, die de hele
dag druk bezig zijn om aan hun dage
lijkse kostje bij elkaar te scharrelen. Er
zijn nog zoveel praktische dingen te
doen, dat je gaat nadenken over je stu
die. Je wil dan de handen uit de mouwen
steken, meehelpen. Dus ben ik daar van
mijn studie afgestapt. Je raakt steeds
meer betrokken bij hun 'struggle for live'
en je gaat steeds meer doen om ergens
een helpende hand toe te steken".
„De Amerikaanse angst voor het com
munisme is volslagen uit de lucht gegre
pen. De mensen zijn bang voor het com
munisme. De communistische partij telt
dan ook nauweüjks aanhangers. Ze snap
pen de houding van Reagan en de zijnen
niet. Toch hebben ze niets tegen de Ame
rikanen in z'n algemeenheid. Trouwens
de maatschappij is redelijk Amerikaans
georiënteerd. De boycot van de VS komt
hard aan. Machines liggen door gebrek
aan onderdelen stil. Neem bijvoorbeeld
het grind voor beton. Er zijn drie fabrie
ken in Nicaragua, die uit steen grind
hakken. Op een van die drie liep een ma
chine stuk. Door gebrek aan onderdelen
ügt nu eenderde van de grindproduktie
van Nicaragua stil. Dat merk je meteen
bij de bouwwerkzaamheden. Er treedt
vertraging op door gebrek aan grind".
Desirée van de Ven woonde samen
met de Utrechtse Carry-Ann Tjong-
Ajong in bij een gezin van zeven perso
nen. Vader was beroepsmilitair en vaak
weg. „Sommige van ons sliepen in de
keuken, anderen in een hut zonder elek
triciteit en weer anderen in een eigen ka
mertje, dat gecreëerd was door een provi
sorisch wandje in de slaapkamer te plaat
sen".
„Uiteraard verdienden we niets met
ons werk. De overtocht naar Nicaragua
moet je zelf betalen. Dat kost zo'n
2000,- heen en terug. Met behoud van
uitkering bleek bij de Utrechtse Sociale
Dienst niet mogelijk. Wel kregen mensen
met een uitkering het gedaan, dat ze de
twee maanden vakantie (van 1985 en
1986) mochten opnemen. Waren ze
daarna niet terug, dan verviel hun uitke
ring, maar die zou weer ingaan op het
moment dat ze zich weer aan zouden
melden. De meesten van de bouwbrigade
gingen eind maart van dit jaar weer terug
naar Nederland. Ik ben nog tot eind juni
gebleven en in León nog samengewerkt
met de coördinatrice van de stedenband
Utrecht-León. Over enkele weken ga ik
weer terug naar León om de coördinatie
weer met haar verder op te pakken."
e Desirée van de Ven (tweede van rechts) en Carry-Ann Tjong-Ajong (links naast haar)
met het gastgezin uit León.