c D u c I GROTE BEZWAREN TEGEN HOUSEPARTY DESTEM De levenslange garantie die Earl Tupper op zijn 'deksels handige' uitvindingen biedt, had de Schepper voor hem niet in petto. Toch werd de man oud genoeg om aan de naar hem genoemde plastic 'ware' goud te verdienen. Toen Tupper enige jaren geleden op zijn 77ste zijn laatste adem uitblies deed hij dat in het besef dat hij zich in elk geval met zijn kunststof huis-, tuin- en keukenartikelen op het ondermaanse schier onsterfelijk had gemaakt. Dankzij een commerciële heirschaar aan lieftallige demonstratrices behoort Tupperware overal ter wereld tot de vaste attributen van menig huisgezin. Consumentenbond: ROMMELKAMER _L 4 102 VRIJDAG 29 AUGUSTUS bn MM» 1 ill Joop en Elly Sluis van het Tupperware- dlstrlbutie- centrum in Oud Gastel. FOTO JANZOM 'Geheim Tupperware zit hem in het zoef je' W ie heeft zich nog nooit laten strikken voor een Tupperware-party, hetzij thuis of bij de buren? En wie voelde zich na afloop daarvan soms niet een beetje bekocht, omdat die aardige collega of die goede vriendin die ene lollieset en die handige quickshaker hielpen aanprijzen, terwijl er eigenlijk thuis geen gebrek aan was? Trek bij een willekeurige kennis maar eens een keukenkastje open. Tien tegen een dat er ergens tussen de kopjes en schoteltjes een Tupperware- schaaltje staat. Bijna 25 jaar na de introductie in ons land lijkt Tupperware dan ook alom tegenwoordig. Al die jaren al dringt het via welbespraakte demonstratrices door tot het hart van menige woning. Een uiterst dankbare plek om eens goed uit te pakken, zo leert de praktijk. Wordt de televisie wel eens een huisvriend genoemd, voor tal van huisvrouwen of -mannen zijn de serveerwonders, de ruimtebespaarders of de vliegende schotels van Tupperware niet meer uit de voorraadkast weg te denken. Want dat moet Earl Tupper zeker nagegeven worden: hij ontwierp weliswaar dure, maar vooral ook duurzame hulpjes in de huishouding, die zoals de reclameslogan aangeeft in meer dan een opzicht 'deksels handig' zijn. „Het geheim van Tupperware zit hem in de sluiting, in het zoefje. Het geluid dat je hoort als je het deksel aandrukt om de dozen te ontluchten", leggen Joop en Elly Sluis van het Tupperware- distributiecentrum uit Oud Gastel de betekenis van die slagzin uit. „En niet te vergeten de prachtig afgewerkte gladde glimmende binnenkant, die alle smaak en geuren binnen de doos houdt". Op de spullen geeft Tupperware levenslang garantie. „Behalve dan als er een hond in gebeten heeft of als het verbrand of stukgesneden is natuurlijk. Wel de gewone scheurtjes of als de laag aan de binnenkant afbladdert. Dat kan eens een enkele keer gebeuren en dan geven we een nieuw exemplaar", verzekert Joop Sluis, gepensioneerd brandweerman en thuis behulpzaam bij de distributie. MODIEUS Een uitgekiende vormgeving maakt dat de deksels, de dozen of de boxen precies zo in, op of naast elkaar passen dat er nauwelijks overbodige ruimte in laden of kastjes verloren gaat. Dat het spul tegenwoordig ook nog van een modieus kleurtje voorzien is, merken de demonstratrices, de unit managers en de distributeurs aan hun omzetten. Trendgevoelig als het publiek is stort het zich massaal op de nieuwe collectie die is uitgevoerd in pasteltinten. Met als trekkers zilverwit en lichtblauw.Wie van afwisseling houdt kan naar believen van dekselkieur wisselen, want ook aan die klanten heeft Tupperware gedacht. „Elk land valt zo op zijn eigen kleur. Amerikanen houden van felle kleuren. Gifgroen of helgeel, kleuren die wij hier niet om aan te zien vinden. In Duitsland loopt oranje vreselijk goed. Geel wil hier, hoewel het toch fris is, een stuk minder, maar in Zwitserland weer wel. We hebben de pech gehad dat we even door onze voorraad lichtblauw heen waren en dat merkten we aan de afzet", aldus Elly Sluis, zelf achttien jaar geleden als demonstratrice in de Haarlemmermeer begonnen en inmiddels distributeur voor Zuid- West-Nederland. „Ik kwam bij hofdames van de koningin, maar ook in de Jordaan waar ik op een strijkplank moest tupperen, zoals we de demonstratie avond ook wel noemen. Bij alle rangen en standen dus", zegt de vrouw die zo'n 130 demonstratrices onder zich heeft. Naast het hoofdkantoor in Loenen aan de Vecht kent ons land dertien distributeurs, die elk een eigen verzorgingsgebied proberen te bemannen, excusez Ie mot, met demonstratrices. De fabriek in het Belgische Aalst voorziet ons land van Tupperware. Elders in Europa staan nog vijf productiebedrijven, waarvan die in Engeland vorig jaar vanwege de economische depressie en de stakingsacties op non-actief is gezet. In Amerika, het thuisland van Tupperware, staan er nog eens twaalf, zodat de wereld niet benauwd hoeft te zijn om zonder de kwalitatief hoge plastic materialen te geraken. CONCURRENTIE „Een vorkje met een mesje op onze artikelen geeft aan dat Tupperware voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen die door de Europese commissie gesteld worden aan het bewaren van levensmiddelen", attendeert het echtpaar Sluis op de uniciteit van Tupperware. „Vaak geimiteerd en nooit geëvenaard", zeggen ze weer een andere verkoopleus na. Hoezeer Tupperware daarover benijd wordt door de concurrentie mag blijken uit pogingen van Japanners om ook een plaatsje op die markt te veroveren. Onder de naam Superware dachten de namaakkunstenaars uit het land van de Rijzende Zon een wig te kunnen drijven in het monopolie van Tupperware. Ze vielen al gauw door de mand. Het materiaal bleek niet zo hoogwaardig en bovendien wist Tupperware via processen de Japanners te weren, zo duikt Joop Sluis even in de geschiedenis. Huisvrouwen zijn voor Tupperware in dubbel opzicht de doelgroep. „Zij zijn er het meest mee bezig, zij kennen de gemakken van onze spullen. De meeste artikelen hebben meerdere gebruiksmogelijkhe den. Dat moet je aan het publiek uitleggen, dat moetje kunnen laten zien. Daarom ligt Tupperware ook niet in de winkels. Het bizondere van ons produkt zou tussen andere plastic voorwerpen niet tot zijn recht komen", zo wordt de keuze voor de 'home party's' beargumenteert. COMPETITIE Tupperware verkoopt nu dank zij de thuisdemonstraties als het ware zichzelf. De mondelinge reclame is enorm. „Op zo'n party horen bezoeksters van anderen, die Tupperware al in huis hebben, watje er allemaal nog meer mee kunt doen. Soms horen onze demonstratrices van de vrouwen die er dagelijks mee omgaan dingen die ze zelf nog niet wisten", weet Ellie Sluis uit haar contacten met de demonstratrices. Elke maandag komen die van heinde en verre naar Oud Gastel om nieuwe artikelen te zien, om ervaringen uit te wisselen en om elkaar te stimuleren in de verkoop. Ze werken op provisiebasis. Van de omzet mogen ze zelf ongeveer twintig procent houden. Ook de unit-manager, de begeleidster van een clubje demonstratrices, deelt mee in de omzet. Voor haar zijn er met elke gulden omzet punten te verdienen, waarmee dan weer als bonus cadeaus te verwerven zijn. Dat houdt de moed er in, begrijpen we van het echtpaar Sluis. Vast staat dat zo'n competitie-element in elk geval aanmoedigt tot het werven van gastvrouwen. Want hoe meer party's, hoe hoger de omzet, des te meer kans op een extraatje. „Wie niet werkt, verdient niet", verklapt Joop Sluis het arbeids-ethos van Tupperware. Met andere woorden: wie ziek wordt heeft pech gehad. Om misverstanden te voorkomen: de familie Sluis geeft alles op bij de belastingen. „Van zwart werk kan geen sprake zijn. Vanwege de wet op de tweeverdieners is een aantal demonstratrices gestopt omdat ze bang waren dat hun verdiensten volledig belast zouden worden. Dat blijkt in de praktijk best mee te vallen. Alleen zitten we nu met een tekort aan demonstratrices". SLEUR Nog even terug naar de doelgroep. Veel vrouwen, zeker die al wat langer thuis zitten, voelen zich aangetrokken tot het werk, beweren Joop en Elly Sluis. „Hoeveel vrouwen willen niet een beetje bijverdienen? Ook al om eens uit de sleur van het huishouden te komen. Ze kunnen zich wat ontplooien, verdienen er iets mee en wat is er nou mooier dan zelf bepalen op welke ochtend of avond je een demonstratie wil geven?", verklaren Joop en Elly Sluis de populariteit van het tupperen. Hen wordt wel eens verweten dat Tupperware er een agressieve verkoopmethode op na houdt. Het tegendeel is waar, beweren de Gastelnaren. „Niemand is verplicht op zo'n party iets te kopen. Hoeveel telefoontjes ik niet krijg van mensen die zeggen, we willen weer eens een gezellig avondje, kan er niet een demonstratrice langskomen. U weet hoe dat gaat, zo'n demonstratie. De nieuwe spulletjes bekijken, even wat nakletsen over de demonstratrice, de vriendenkring en zo, gezellig toch. Aan de zaak verkopen de distributeurs niet. Ze vergelijken zich met een groothandel. „We krijgen wel eens telefoontjes of we dit of dat in huis hebben. Dan verwijzen we door naar de demonstratrices. We willen namelijk niet onder hun duiven schieten", wimpelt Elly Sluis spontane bestellingen af. GOEDE TANDEN Twee inpaksters pakken in Oud Gastel drie dagen per week spullen in die via de bestellijsten van de demonstratrices en unit-managers binnenkomen. Daarnaast is er een chauffeur in dienst die de bestellingen bij de demonstratrices bezorgt. „Zij selecteren dan voor elke gastvrouw weer verschillende pakketjes en die gastvrouw zorgt dan weer dat ze op de juiste plaats terecht komen", schetst Elly Sluis de gang van groothandel naar klant. In principe kan iedereen demonstratrice worden. „We zeggen wel eens als ze maar goede tanden in haar mond heeft. Maar dat is onzin natuurlijk, het moet gewoon een representatief figuur voor het produkt zijn. Maar of iemand echt geschikt is, dat merk je zo. Het selecteert zichzelf Met Dank-U-Wel-cadeaus worden gastvrouwen geworven. Hoe meer de demonstratrice per party verkoopt, des te duurder het geschenk dat de gastvrouw mag uitzoeken. Een kwestie van compensatie voor de moeite, verduidelijkt Elly Sluis. „Haar huiskamer is eigenlijk ons winkeltje geworden. De etalage waarin de demonstratrice haar spulletjes uitstalt. Daarvoor mag iemand best bedankt worden, vinden we. Meestal met een nieuw artikel uit onze collectie". GEPRIKKELD Dat prikkelt anderen wellicht om zelf gastvrouw te spelen, maken we daaruit op. Net zo goed als Tupperware zelf door technologische vooruitgang en de aanpassingen aan de vraag geprikkeld wordt om telkens weer iets nieuws, iets nog beter doordachts op de markt te brengen. Er wordt al geëxperimenteerd met een kunststof-ovenschaal. Een revolutionaire ontwikkeling als het doorzet, horen we van Joop Sluis: „We hebben er thuis al een in gebruik. Voor de magnetron-oven om te bekijken hoe het bevalt. Tot nu toe prima. Voor ze iets op de markt brengen wordt het bij Tupperware uit en te na getest. Of die markt nooit verzadigd raakt? Dat dachten we vroeger ook wel eens toen we pas begonnen. Maar elk jaar krijgen we er een nieuwe generatie bij. Elk jong meisje heeft vroeger thuis Tupperware gezien. Als ze ouder wordt en ze weet hoe handig het is, wil ze het zelf ook graag hebben. Zoals ze vroeger voor een textieluitzet spaarden, sparen ze nu voor Tupperware". En als ze zelf al niet op het idee kwamen, zorgen daar de demonstratrices wel voor. Of de buren en collega's die weer eens een party houden. Henk Boot De Consumentenbond heeft 'grote bezwaren' tegen de wijze waarop de Tupperware- produkten aan de man/vrouw worden gebracht. Volgens een woordvoerder van die organisatie voelt een deelneemster aan een houseparty zich toch jegens de gastvrouw verplicht iets aan te schaffen. e Consumentenbond zou dan ook liever zien dat deTupperware- spulletjes via de detailhandel, de winkel dus, worden verkocht. „Houseparty's worden gehouden in een sfeer van vrijblijvendheid. Dat is maar schijn. Het is uiteindelijk toch de bedoeling dat er handel wordt gedreven. Het gevaar in het algemeen is dan dat er vriendschappen in gevaar komen. Je moet nu eenmaal altijd trachten zakelijke en persoonlijke contacten uit elkaar te houden", aldus de woordvoerder. Een ander bezwaar van de bond is dat er geen mogelijkheid is tot prijsvergelijking. „Diespullen worden namelijk niet in een winkel verkocht. Dus je weet niet in hoeverre je voordeliger uit bent door op zo'n party iets aan te schaffen". Ook over de levenslange garantie, die voor de Tupperware-artikelen geldt, heeft de bond zijn twijfels. „Je kunt die garantie wel geven, maar er is geen winkel waar je naar toe kunt stappen als na vier of vijftien jaar iets iets defect raakt. Zie na die tijd nog maar eens het adres te vinden van de persoon waar je je spulletjes hebt gekocht". De houseparty's vallen onder de Colportagewet. Dat betekent dat men het recht heeft om aankopen van boven de 75 gulden binnen acht werkdagen na aanschaf alsnog kosteloos ongedaan te maken. Overigens gelden de bezwaren van de Consumentenbond ook voor party's waarop bij voorbeeld cosmetica en chemische (huishoud)produkten worden verkocht. Ik weet zeker dat de deur van onze rommelkamer op zolder nog voldoende ver open kan om een volwassen m/v-persoon door te laten. Hetgeen vooreen rommelkamer na een meer dan dertigjarig huwelijks- en gezinsteven toch mooi meegenomen is. Waarom heet een rommelkamer eigenlijk rommelkamer? Je kunt het wel allemaal rommel noemen wat zich daar in de loop van de tijden plafondhoog heeft laten opstapelen, maar als het dan tóch rommel is, waarom gooien we het dan niet weg? Precies, omdat je iets wat je na 25 jaar of langer ein-de-lijk hebt weggegooid, 2 weken later dringend nodig kunt hebben. Dan zat het maar dat minuscule schroefje zijn Wat moet je daér nou weer mee! Jij bewaart ook alles...!") waarmee je tijdelijk de poot van je bril provisorisch kunt vastzetten. „Pasop, meid, want daar links staat de zaak wat wankel. Mijn schuld? Kom nou! Jij hebt zelf van alles bovenop dat poppewiegje gezet. En daar zit dat pootje van los, dat wist je! O, ja? Had ik dat al lang moeten weggooien? Omdat dat ene pootje los zit soms.Kijk nou 'ns even goed, d'r mankeert verder toch nog niks aan. Nee...!! Niet aan trekken, verdomme! Dat kun je toch zó wel zien, dat er verder nog niks aan mankeert. Als ik nou dat pootje gewoon even vastzet... wat?... okee, en hier en daar een likje verf... okee, maar dan kan Debby d'r toch nog leuk mee spelen. Niet dan? Wat zeg je.Geen tijd meer voor sinds ze... Op het atheneum?Zit ck.. jong nou alweer op het atheneum? Al voor het tweede jaar? Ja, nou je 't zegt, da's waar ook. Meid, wat gaat... pas op! hou die doos tegen!.waar blijft de tijd, hè...! We worden oud, lelijk oud! Dus tóch maar weggooien dan? Je bewaart het allemaal wel, maar je doet er nooit meer iets mee. Inderdaad. En ik zeg, 't neemt allemaal maar ruimte in beslag, daar heb je gelijk in, ja zeker! Maar hóe krijg ik 'r dat nou het handigste... 'ns even zien... poeh, poeh! Kijk 'ns wat er allemaal bovenop staat! Of hangt, mag ik wel zeggen. Voorzichtig..!! Moet je 'ns zien, jij hebt er in de loop van de jaren... Ja, ja, weet ik wel, ik heb ook wel eens... maar hier, die doos, die is gewoon niet te tillen! Wat zit daar in 's hemelsnaam in? Da's waar ook, ja, allemaal oud behang. Hoeveel rollen zouden dat zijn? Honderd? Tweehonderd?...Nee, meid, grapje natuurlijk! Maar het zijn er wél een boel. En ze moesten wél van jóu zo nodig bewaard worden! Hier... kijk eens... ik mag hangen als dat niet ons eerste behangetje is geweest, 't Tweede? Goed, 't tweede dan. Maar had jij misschien gedacht dat je d'r ooit nog eens... Ja, luister nou eens, of het nou duur of spotgoedkoop geweest is, je hébt er gewoon niks meer aan. Maar ja, dat heb ik al zó dikwijls gezegd!Wat? Ach, ja, da's waar ook, daar vroegen ze toen op de kleuterschool om. Waardeloze materialen, ja. Maar als ons jongste kleinkind intussen in de tweede atheneum zit... Rustig maar!Zoiets moet toch bespreekbaar zijn. Hoewel. Met carnaval heeft deze jongen van oud behang wel eens heel, heel veel plezier gehad. Toevallig had niemand oud behang bij de hand, weet je, maar wie had het mooi weer wel? Juist, déze jongen! Ik zou er dus bijvoorbeeld de helft van weg kunnen doen en de andere helft bewaren. Alleen... dan is die doos halfleeg en een kleinere doos heb ik niet bij de hand. Schieten we dus niks mee op. Behalve dan dat met zo'n halflege doos de stapel nóg wankeler wordt. Nee, dan kan ik misschien beter die ouwe geyser weggooien. Als ik er een beetje gemakkelijk bij kan komen tenminste. Hij is trouwens nog wél helemaal compleet. Zou best nog eens iemand plezier van kunnen hebben, als ie een keer goed schoongemaakt is. Ik weet nu zo gauw niemand te bedenken, maar je zult zien, als ik 'm vandaag weggooi... Ik moest er maar eens een dagje helemaal voor vrij maken, om er hier eens goed even de bezem door te halen. Ruimte scheppen! Maar dan wel in m 'n eentje. Haast heeft het niet, want de deur kan nog steeds ver genoeg open. En je bent tóch vaak wat snel om dingen weg te gooien. Vind ik persoonlijk/ H. Baas

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 15