i bureau egio Breda 'ERSONEEL EEL m Dierenbescherming vreest nieuwe bio-industrie laten we hem It al vetmesten I^SSSSSSSSSSSSUf RS en IRS ste 076-22 46 60 076-22 26 80 ;rw\*s ;r. ->ti LaTEN we hem ook al etmesten?' Een advertentie van de dierenbescherming. 'Hem' is een hert dat verschrikt de camera inkijkt. Oude systeem 20 Jaar Geiten Werk •srjssssaS Gedrag A73 in tekort aan personeel. telling of ervaring heeft in kennis maken op onze jëiiSliiili::,. "Ha delijk J verwarmings- Dedrijf in de sn woningbouw iO-tal medewerkers i vragen wij met iten aan de directie 4, 4815 HS Breda. E.P.M. Akkermans). ns verwarming b.v. 3 gehouden worden van 19.00-21.00 uur Dep. Rijksscholengemeenschap - >-Stedelijk Gymnasium - kunt u ons ook gewoon even bellen. 48,01650-53315,013-431363, IN DE PLAATS C Bergen op Zoom D Roosendaal LJ Etten-Leur (Spaans) Breda Tilburg /ATERDAG 23 AUGUSTUS 1986 Volgens de dierenbescherming op de liielen gezeten door de bio-industrie. Rijp voor de (massale) slacht. Want de consument kijkt verder dan bet varken of het rund. Vandaar dat er 0p de menukaart bijvoorbeeld steeds vaker reebout prijkt. In Limburg is jelfs een restaurant te vinden waar men tijger of slang kan bestellen. De dierenbescherming richt zich voorlopig echter op de dieren die ook in Nederland vrolijk rondhuppelen. In de advertentie wordt daarom gesproken over herten, geiten en kwartels. En wordt Ploeg, in het vorige kabinet staatssecretaris van van Landbouw en Visserij, bestraffend toegesproken. Omdat zijn wetsvoorstel over de omgang van mensen met dieren weinig te bieden heeft voor die dieren. Vandaar dat de Dierenbescherming met een eigen wetsvoorstel gekomen is. Uit naam van de dieren. Door Romain van Damme MET ZORG wordt de wesp uit het glas vol tonic-met-citroen verwijderd. Het beestje, enkele keren kopje onder geweest, heeft op het witte tafeltje tijd nodig om te herstellen. Een paar mi nuten later worden de vleugels alweer uitgeslagen. Het beestje heeft geluk gehad. Terecht gekomen in het glas van Drs. A.J. Dekker, bestuurslid van de Dierenbescherming. Een tafeltje verderop was er wellicht een abrupt einde gekomen aan het leven van de wesp. Drs. A.J. Dekker schenkt er verder geen aandacht aan. De wesp komt niet voor in het rijtje dieren dat opgejaagd wordt door de bio-industrie. Reeds jarenlang wordt er door de dierenbescherming fel geageerd te gen die bio-industrie. 'Dier-onwaardige me thoden worden daar gebruikt', meent de Dierenbescherming. Langzaam maar zeker lijkt de organisatie succes te boeken. De vraag naar bijvoor beeld scharreleieren en vlees van scharrel- varkens stijgt. Maar de Dierenbescherming ziet nieuwe gevaren. Voor onder meer de herten, geiten en kwartels. Zij worden be dreigd door de massa-consumptie. Van het wetsvoorstel Ploeg hebben ze volgens de Dierenbescherming weinig te verwachten. „Vorig jaar april werd er door Ploeg een nieuwe wet ingediend. De Ge zondheids en Welzijnswet voor dieren. Eigenlijk is dat een herziene versie van de in '80 ingediende wet. Op die ingediende wet was destijds zoveel kriuek vanuit de Kamers dat de wet nooit aangenomen is. Toen werd er trouwens gesproken over de Gezond heidswet. Later is Welzijn daar aan toege voegd." Dat wetsvoorstel is door de Dierenbe scherming uiteraard grondig uitgevlooid. Ploeg kreeg vervolgens te horen dat de die ren niet bepaald geholpen waren met düt wetsvoorstel. „Nee", laat Dekker met na druk weten, „volgens ons, de Dierenbe scherming dus, is er nauwelijks iets veran derd. Het oude systeem büjft gehandhaafd. Vorig jaar september hebben we daarom een eigen wetsvoorstel ingediend. We heb ben dat gedaan, omdat we greep op de zaak willen krijgen. Als het wetsvoorstel van Ploeg door de Kamers heen komt, betekent dat geen verandering". En juist daar gaat het bij de Dierenbe scherming om. De wet zodanig wijzigen dat de dieren in de toekomst minder te vrezen hebben van niet-natuurlijke vijanden. „Ons wetsvoorstel biedt goede waarborgen voor het tegenwoordig algemeen erkende recht van dieren op een zorgvuldige behandeling. Ons wetsvoorstel houdt in dat nieuwe dier soorten, zoals herten, geiten en kwartels, niet in de bio-industrie terecht komen." Dat is natuurlijk niet alles. De wet heeft voor de dieren heel wat meer te bieden. On der meer dat de dierenbeschermingsorgani saties kunnen optreden als wettelijk verte genwoordiger van dieren die immers niet voor hun eigen belangen kunnen opkomen. „En wat heel belangrijk is", gaat Dekker verder, „dat vooraf onderzocht wordt hoe het met de huisvesting gesteld is. Eerst die huisvesting toetsen. Kijken of het kan en pas dan ja zeggen." Te snel werd er ja gezegd. Tot afschuw van de Dierenbescherming die in de afgelo pen tijd struikelde over de legbatterijen voor kippen, varkens en runderen tegen kwamen in veel te kleine ruimtes en derhalve menig protest heten horen. „Dat toetsen gebeurde nooit. Daarom zitten we nu met die legbat terijen, die varkensfokkerijen met slechte behuizingen. We voeren alweer twintig jaar strijd tegen die zaken. Weet je, aanvankelijk wordt alles ontkend. Het valt allemaal wel mee. Het is absoluut niet slecht voor de die ten. Er is geen sprake van stress-situaties. Later wordt er gezegd, ja, er zit wel iets in. Maar we kunnen nu niet meer terug. We hebben miljoenen geïnvesteerd. Nu omscha kelen kan niet meer. Nou, van die praktij ken willen we af. Daarom moet die wet ver anderd worden. Eerst aantonen of het alle maal goed geregeld is voor de dieren. En dan pas wat ondernemen." Uitkijkend op het water voor het Amster dams Centraal slaat Drs. A.J. Dekker af en 'oe een zijweggetje in. Al büjft het wets voorstel als een rode draad door het gesprek lopen. „Laatst in Alkmaar. Daar bood een dierenzaak twee poolvossen aan. Ik vraagje, 'wee poolvossen. Hoe kom je op dat idee, en wat moet je er thuis mee doen. Ze zijn nog W2 Hert, geit en kwartel zijn leven niet zeker „Het is bekend dat de herten hormonen toegediend krijgen. Om er voor te zorgen dat ze vroeger in het jaar jongen werpen. Als de winter er aan komtal die feestdagen, is er meer vraag naar vlees. Dan zijn die hertejongen al aardig op gewicht en rijp voor de slacht. Hier in Nederland is dat nog niet aan de orde. Maar in principe is dat mogelijk. verkocht ook. Tenminste, ik zie ze niet meer in die winkel. Ik had daar graag wat aan ge daan. Maar dat was niet mogelijk. Als de dieren niet voorkomen op de üjst met be dreigde diersoorten, mag en kan er veel. De wet verbiedt het verkopen van poolvossen niet." Vanuit poütiek Den Haag is er volgens de woordvoerder van de Dierenbescherming die eveneens resideert in die stad geen en kele goede reactie gekomen. „Dat wetsvoor stel hebben we aangeboden aan de Tweede Kamer. Ook aan de leden van de Eerste Ka mer. Het ministerie heeft toen een paar keer laten weten, nou, we begrijpen het niet zo best. Met name Ploeg zelf heeft herhaalde lijk gezegd, ik zie de verschillen niet. Dat zou dus een prima aanleiding kunnen zijn tot goede discussies. Wij willen best aanto nen waar de grote verschillen zitten. Maar dat is er nooit van gekomen. Door allerlei pubücaties vanuit Den Haag zag het er naar uit dat ons alternatief voorstel op de achter grond zou geraken." Om dat te voorkomen 'vermomde' de Dierenbescherming zich als de dieren die het meest getroffen werden. Zoals daar zijn de varkens en de kippen. Zij doken op in grote advertenties. Met de tekst, 'Bedankt meneer Ploeg, namens de varkens'. Of 'na mens de kippen en de runderen'. Maar daar bleef het met bij. De Dierenbescherming keek verder dan de 'varkensneus' lang was en haalde ook de herten, kwartels en geiten voor de camera. In een poging de bio-indu strie schaakmat te zetten. „Het kweken van herten voor de con sumptie is hier in Nederland nog kleinscha lig. Maar pas op. De bio-industrie is inter nationaal. De legbatterijen waar we het daarnet over hadden, komen uit Amerika en Engeland. Daar zijn ze ontwikkeld. Binnen twee jaar waren die legbatterijen in Neder land een bekend verschijnsel. In Engeland, waar men met de herten al wat verder is, is laatst een rapport verschenen. Een rapport met aanbevelingen. Zo moet er strooisel aanwezig zijn in de stallen. Dat houdt in dat de herten nauwelijks buiten komen. Dat geldt ook voor de geiten en de bokken. Als de bokken drie, vier jaar zijn, beveelt het rapport aan de beesten alleen te zetten. De bokken moeten dan solitair gaan leven, ter wijl het een kuddedier is. Al met al, een aan- Will tal zeer slappe aanbevelingen." En verder over die herten: „Het is bekend dat de herten hormonen toegediend krijgen. Om er voor te zorgen dat ze vroeger in het jaar jongen werpen. Normaal gebeurt dat in juni. Door het toedienen van hormonen al in april. De bedoeüng zal duideüjk zijn. Als de winter er aan komt, al die feestdagen, is er meer vraag naar vlees. Dan zijn die herte jongen al aardig op gewicht en rijp voor de slacht. Hier in Nederland is dat nog niet aan de orde. Maar in principe is dat moge lijk." Drs. A.J. Dekker, zacht pratend en nog steeds geen hand uitstekend naar de telkens terugkerende wesp die in de buurt wat fami- - foto de stem/ben steffen hebben, beleden blijk komt vervolgens met een aantal cijfers bo ven tafel. Voor de Dierenbescherming zeer belangrijke cijfers. „In de landbouwwereld en de bedrijven die daar mee te maken heb ben, leeft het idee dat de consument alles zo goedkoop mogelijk wil hebben. Daar is on derzoek naar geweest. Wat büjkt dan. Van de Nederlandse bevolking is 86 procent be reid meer te betalen als de dieren vriendelijk behandeld worden. Voor varkensvlees wil zeventig procent meer betalen als het af komstig is van scharrelvarkens en daardoor de kwaliteit beter is. Een beter kwaliteit dus door het beter behandelen van de dieren. „Er zijn nu al 35.000 geiten in Nederland. Voor de melk en de kaas. Het ministerie heeft alweer een paar adviezen gegeven. De geiten in de stallen op de roosters te houden. Dat bespaart werk, er hoeft bijvoorbeeld geen stro meer gebruikt te worden. Zie je, daar gaan we weer.- fotoarchief de stem Dat zijn voor ons natuurlijk zeer waarde volle gegevens. Momenteel worden er 250 miljoen scharreleieren verkocht. Dat aantal kan veel groter zijn. Er is veel meer vraag. Maar daar kan niet aan voldaan worden, omdat het aanbod nog te beperkt is. Het be drijfsleven zegt dan, zie je wel, slechts 250 miljoen scharreleieren. De moeite niet. Maar er wordt niet bij gezegd dat de vraag veel groter is. Bij scharrelvarkens ügt dat aantal aanzienlijk lager. Het begrip schar relvarken is nog niet zo oud." Daar moet het volgens de Dierenbescher ming bij büjven. Voorkomen dat straks geadverteerd moet worden met het begrip 'scharrelhert'. „Het is wel te verklaren meent Drs. A.J. Dekker, „we hebben te kampen met een mestoverschot. Pluimvee houderijen en varkensfokkerijen mogen niet meer uitbreiden. De pelsdierenfokkerijen vallen merkwaardigerwijs niet onder die re geling. Daar wordt toch ook mest geprodu ceerd, maar dat even terzijde. Ovengens, de boeren hebben ook nog te maken met de su perheffing. Nou, al die beperkingen zorgen er voor dat de boer wat gaat bijschnabbelen. Door bijvoorbeeld geiten te gaan houden. Er zijn nu al 35.000 geiten in Nederland. Voor de melk en de kaas. Het ministerie heeft alweer een paar adviezen gegeven. De geiten in de stallen op de roosters te hou den. Dat bespaart werk, er hoeft bijvoor beeld geen stro meer gebruikt te worden. Zie je, daar gaan we weer. De geiten komen praktisch niet meer buiten en staan op stal zonder strooisel. En er is al een firma die voeding heeft ontwikkeld om bokjes die overschieten zo snel mogeüjk vet te mesten. Die bokjes staan op stal, kunnen zich amper bewegen en zien geen daglicht meer". De Dierenbescherming beseft terdege dat al die woorden niet altijd gewaardeerd wor den door de boeren. Drs. A.J. Dekker stelt daarom met nadruk: „We hebben absoluut niets tegen de boeren. Integendeel. Ik kan me trouwens best voorstellen dat die boeren zeggen, daar heb je ze weer, het gaat om hun boterham. We nemen het echter wel op voor de dieren. Om te voorkomen dat de herten straks zo behandeld worden als de varkens, voeren we actie. Nee, exacte cijfers zijn er nog niet. Ik weet wel dat er een handel in herten is. Wat de kwartels betreft valt het wel mee in Nederland. In België zit een grote kwartelhouder. Ik ben wel eens van filan om te gaan kijken. En in West-Duits and zitten negen miljoen kwartels. Verder wordt daar niets gedaan, het valt wel mee, zegt men daar." Drs. A.J. Dekker gaat dan een stapje ver der. „Als men de wensen van de consument beter zou inschatten, zou er meer werkgele genheid zijn. Een scharrelei, vlees van een scharrelvarken, kost meer geld. In de bedrij ven is derhalve meer geld te besteden. Als iedereen zou overgaan op het consumeren van scharreleieren, zouden er zo 5000 be drijven bij kunnen komen. Ja zeker, 5000. Dat geldt ook voor de varkenshouderijen. Dat zou heel wat meer werk in deze sector opleveren. We zitten nu nog steeds in het stadium, hoe meer, hoe goedkoper. De pro ducent zou het zelf moeten aankaarten bij de consument. Dat het ook anders kan." Toekomstmuziek? Of een klassiek num mer dat inmiddels al grijs gedraaid is? Drs. A.J. Dekker is hoopvol gestemd. „Ik denk dat we in de zeer nabije toekomst kunnen gaan oogsten. De mentaliteit van de Neder land verandert. Een aardig voorbeeld is wel het Produktschap voor Pluimvee en Eieren. Eerst deed die organisatie wat cynisch over die scharreleieren. Nu is er sprake van een geweldige ommezwaai. Natuurlijk beseffen we ook wel dat de bedrijven merken dat er commercieel gezien wat te halen is, een nieuwe markt. We willen in ieder geval be reiken dat er een toetsing vooraf komt. Er moet een inventarisatie komen van wat er nu is. Dat er sprake is van bevriezing. Dus dat er geen legbatterijen meer bijkomen. Daarna kunnen we gaan bekijken wat er ge daan moet worden met de legbatterijen en varkensfokkerijen die er nu zijn. In Zweden en Zwitserland werkt men al een tijdje zo. En daar is men uitermate tevreden. Voor de Nederlandse boeren zal het zeer nuttig zijn. Want in heel Noord-West-Europa gaat het die richting uit." Steeds meer diersoorten zoals geld in deze nieuwe produkten Van het wetsvoorstel oriigangvan mensen wachten Zijn wetsvoorstel o Wezenlijk verandert er niks met dieren laai veel te veel bt| wetsvoorste! klaarliggen dal helaneen kunnen opkomen nnn vnnr dieren vooraf onderzoo Om ons wetsvoorstel er door te krilgen hebben we uw steun nodig Deze kandoor de dieren mogen we niet laten ligg ajS3§^sKsr"S 2508 CR Den Haag, tel. 070-469743 Wilt u onze uitgebreide lnf°™atl5fn Den Haag o v v Lherenwe, Maakt u meer over, Ha".Immtudaarmee dezecampagne De advertentie van de Dierenbescherming die het opneemt voor de herten. Vroeger - de lei en de griffel waren vrijwel verdwenen, maar wij lazen uit boekjes Roomsch Le ven, die in 1904 waren ge drukt- kregen we cijfers voor vüjt en gedrag. Iemand met een tien voor gedrag, daar kan later niet veel van terecht gekomen zijn. Zelf was ik tamelijk voor beeldig. Ik was veel te timide om heibel te maken. Ik kon ook hele dagen, keurig met de ar men over elkaar, zitten dromen, veelal over dingen die ik niet had, zoals een bokkewagen of een Vliegende Hollander. Dat afreizen naar dromen land inspireerde een onderwij zer om onder een van mijn rap porten de aantekening te calli- graferen: „Bertje is geesteüjk afwezig en niet ijverig." Mijn moeder dacht dat de man, die met krijtjes wierp om de aan dacht te trekken, twijfelde aan mijn geestvermogens en krab belde onder het strenge oordeel des meesters: „Maar hij is niet gek." Ik zie geen kinderrapporten meer, maar ik neem aan dat ge drag en vüjt nu onder 'sociale vaardigheden' worden geboekt. Misschien staan er nu zorgvul dig uitgedachte sociologische commentaren onder progressie- kaarten als: „de contactuele vaardigheden van Joris-Jan zijn sterk verminderd. Is er iets aan de hand? Is er soms ruzie thuis?". Vroeger, zeggen oude sok ken, vroeger gedroeg de jeugd zich veel beter. Je zocht je rot naar oude vrouwtjes om die aan de overkant van de straat te brengen. Je rende een mijl achter een fietser aan, van wie welücht dat dubbeltje was, dat je op de straat had zien liggen. Je sloot de deur achter je kont. Je leerde dat je de mensen moest aankijken als je ze een hand gaf. Je nam je petje af als je ergens binnentrad. Je bleef op veiüge afstand staan en wachtte tot je werd toegespro ken. De geest van de brave Hendrik en van Hieronymus van Alphen waarden rond in onze zielen. We liepen in her- nia-corsetjes van deugdzaam heid, gewapend met balijnen van hypocrisie. In de bus moest je voor vrou wen en bejaarden opstaan. Dat deed je automatisch en het zit er zo ingebakken dat ik het nog doe. Als je zat, dan maakte je zelf zo klein en zo dun moge üjk, de voetjes recht naast elk aar, het boekentasje op de knieën, dromend van een race fiets en ook wel van vrouwen dijen, want daar ging een merk waardige bekoring van uit. Nu liggen de heren in de busban- ken als in Romeinse praalze- tels. De knieën, hun lange elle- pijpen en staketsels steken uit naar alle windrichtingen. Ze bezetten drie plaatsen. Een gympie ügt bij oma op schoot, de rechterarm bungelt over de leuning en hangt boven de boodschappentas van een ach ter hem zittende passagier. Als je zegt: „Veeg jezelf eens een beetje bij elkaar, dan kan ik ook even zitten", dan krijg je geen antwoord en schuift hij marginaal en nukkig op. Zo gaat het tenminste veel te vaak. Ik zal niet gaan ziten zeuren. Maar het staat vast dat jonge mensen in ons land tot de slechtst opgevoeden in Europa behoren. Ze steken alleen nog maar de hand uit op de fiets als ze verkeersexamen doen. Ze rij den maar al te vaak in tegen draadse richting met machts brommers. Het ego is vandaag de dag autonoom en een klein krasje op het ego kan leiden tot dramatisch geweld: een klap met een steeksleutel door het schuifdak van de auto, een be dreiging met het uitdraaien van armen en benen of het los schroeven van het hoofd. Al dat agressieve gebluf en gedreig leidt tot een soort van timiditeit. We zeggen niets te rug, want die Haagse jongen die bezwaar maakte tegen het feit dat üeden die achter hem zaten hun voeten naast zijn hoofd plantten, werd beloond met een messteek in de onder buik. Moeten we dan maar uit angst voor weerwraak timide in onze schulp kruipen en wach ten totdat de etterbuilen zijn heengegaan Ik ben nog aardig bedeesd, maar volgens mij kan dat niet langer zo doorgaan. Want op die manier veranderen we gelei- deüjk aan in ratten. Bij drama tische overbevolking - zo heb ben künische proeven aange toond- gaat een aantal ratten er agressief lopen donderen, terwijl een ander deel gedepri meerd wegkruipt in een hoekje en daar somber gaat zitten kwijnen. Misschien hebben wij dit stadium al bereikt. Daarom leg ik nu in een kwaad grimas de tanden bloot.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 33