Kunst voorwerpen uit DDR te zien in Essen VRIJDAG 8 AUGUSTUS 1986 VANAF DE stichting van de Duitse Democratische Republiek zijn de verzamelde Dresdener kunstschatten eigendom van het volk van de DDR, in de praktijk de staat. BEOfüM EXTRA Van onze correspondent Rink Drost Lange tijd zijn de restanten uit feodale tijden daar min of meer weggedrukt. Nu echter zijn de kunstbeheerders in dat land meer dan trots op wat de heersers van destijds het volk hebben nagelaten. Voor de Nederlanders die deze verzamelingen wel eens wilden aanschouwen kwam het er niet of zeer moeilijk van. Een reis naar de DDR is nog steeds een hele onderneming. Maar tot en met 2 november gaat het heel wat gemakkelijker, want in die periode is een keur van zo'n zeshonderd meesterwerken uit de verzamelingen van beide koningen tentoongesteld in Essen. En die stad is vanuit Nederland gemakkelijk in een dag te bereizen. De expositie mag zonder overdrijving 'een aaneenschakeling van superlatieven' worden genoemd, die de reis naar Essen meer dan rechtvaardigt. Alleen al de afzonderlijke voorwerpen trekken de nodige aandacht. Maar zeker zo interessant is de geschiedenis die ze in hun samenhang laten zien. De bezoeker wandelt door een heel tijdperk en krijgt een voortreffelijke indruk van het leven, de economie, het landschap en de cultuur in die tijd. Een groot compliment verdienen de opstellers van de expositie, die op hoogst leerzame en toch ongedwongen wijze kans hebben gezien de zaak onder te verdelen. Ambiance Een belangrijke bijdrage aan de hele expositie levert ook de ambiance waarin ze is ondergebracht: de villa van Hügel. Dit vroegere woonoord annex gastenverblijf van de familie Krupp lijkt geschapen voor een expositie als 'Barok in Dresden'. Alleen al aan de weg door het park, tussen prachtige bomen en beplantingen door naar de villa, brengt de bezoeker in de juiste stemming. In het paleisachtig interieur kan de bezoeker eerst in een diazaal een indruk krijgen van wat er allemaal te zien is, zodat hij bij zijn rondgang enigszins beslagen ten ijs komt. Vervolgens is het August de Sterke die de bezoeker in marmer en olieverf 'ontvangt'. Om hem heen wordt zijn tijd, met documenten en voorwerpen, in beeld gebracht. Men zit dan meteen midden in de cultuurgeschiedenis van Saksen in de achttiende eeuw. Kunstig geconstrueerde instrumenten laten de stand van de wetenschap van die tijd zien, de schilderijen van Bernardo Bellotto tonen hoe het provinciestadje Dresden was uitgegroeid tot een toonaangevend cultureel centrum. Een 'wereldstad' van barokke stedenbouwkunst, waar beeldhouwers, architecten, schilders, componisten en musici een vruchtbare voedingsbodem vonden. Bach Een van hen was Johannes Sebastian Bach. Tolerantie vierde in Dresden hoogtij in die dagen. De Saksische keurvorst Frederik Augustus I de Sterke was, toen hij tevens koning van Polen (Augustus II) werd, katholiek geworden. Bach bleef protestants, maar schreef ter gelegenheid van de troonopvolging door Frederik Augustus II (van Saksen) ofwel Augustus III (van Plen) in 1733 wel de Hoge Messe in h-moll. Het originele Kyrie en Gloria uit deze mis zijn in de centrale hal te zien. Drie jaar nadat hij deze mis had geschreven werd Bach hofcomponist. Een vergelijkbaar genie als Bach, maar dan in de beeldhouwkunst, mag Balthasar Permoser worden genoemd. Ook hij kreeg in de internationaal georiënteerde sfeer aan het Saksische hof optimale kansen zijn vaardigheden te uiten. Van hem staat in de grote zaal het beeld 'Christus aan de geselpaal', in ivoorkleurig, maar bloedrood geaderd marmer. De combinatie van materiaalkeus en kunstenaarschap is fascinerend. De rondgang door de overige zalen van de villa Hügel maakt duidelijk met hoeveel gevoel de beide Saksische en Poolse koningen tijdens hun zeven regeerdecennia te werk zijn gegaan. In de hele wereld lieten ze hun agenten zowel antieke als eigentijdse kunst kopen. Belangrijke leverancierslanden waren Italië, Frankrijk, Nederland, Engeland, China en Japan. Maar tegelijk trokken ze begaafde kunstenaars en handwerkers uit de eigen omgeving aan, die als een soort hofleveranciers hun producten in de verzamelingen van de koningen zagen opgenomen. Klassieken Deskundigheid en gevoel voor kwaliteit kan beiden, twee eeuwen 'Christus aan de geselpaal', door Balthasar Permoser (1728). Het beeld is vervaardigd van bloedrood geaderd ivoorkleurig marmer. EEN fabelachtige hoeveelheid ba rokke kunst hebben twee Saksi sche koningen, Augustus II de Sterke (1694-1733) en zijn zoon, Augustus III (1733-1763), tijdens hun regeerperioden verzameld. Dresden, hun hofstad, was in die tijd een economische en culturele metropool in Europa. De kunst uit die tijd en uit die omgeving geeft dan ook een heel levendig beeld van dit tijdperk uit de Europese geschiedenis. De honderden grote en kleine kunstschatten, die vaak dermate uniek zijn dat de waarde niet in geld uit te drukken is, hebben de tand des tijds wonderwel getrot seerd. Veel was, met vooruitziende bik, tijdens de Tweede Wereldoor log in bomvrije kelders in de stad en in mijngangen buiten Dresden opgeborgen, zodat ondanks de ver nietigende bombardementen op Dresden in de slotfase van de oor log het merendeel in gave toestand is gebleven. Een goudgeëmailleerde jachtbokaal uit het Groene Gewelf, door de hof- siersmeden Johann Melchior en Georg Christoph Dinglinger. De beker stamt uit plm. 1712. De barok uit Dresden is van een enorme rijkdom Een voorbeeld van een groot werk uit Meissener porselein, madonna met wereldbol, door Johann Gottlieb Kirchner (1706-1737). Het beeld was onder deel van een groep 'Antionius van Padua met een voetstuk'. Bernardo Bellotto: De Neumarkt in Dresden tussen 1749 en 1751. Voor de vervaardiging van dit doek van 135 bij 237 centimeter maakte Bellotto gebruik van een camera obscura. later, niet worden ontzegd. Pracht en praal is er in overvloed, maar van kitsch is geen sprake. De beide koningen joegen niet alleen op wat in dit tijdperk hoogst modern was, maar vergeleken de prestaties van hun tijdgenoten met die van de klassieken. Menig Grieks of Romeins kunstwerk werd dan ook aangekocht. Geen vorstenhuis in Europa ging - zeker achteraf bekeken - zo kieskeurig en systematisch te werk in de opbouw van zijn kunstverzameling als dat in Dresden. Al rond 1730 hadden de beheerders een schitterende catalogus gepubliceerd van wat hun heren hadden vergaard. De fotografie bestond nog niet, dus werden de afbeeldingen met pijnlijke nauwkeurigheid geëtst, tot en met de schilderijen van Bellotto. Ook van die catalogi liggen exemplaren in de villa Hügel. In acht afdelingen waren de kunstschatten gerubriceerd. Die afdelingen vormen in de DDR nu nog even zo veel afzonderlijke musea. Duidelijk gerubriceerd is ook de tentoonstelling in de Essense villa Hügel. Na het bezoek aan de grote hal kan men zaal voor zaal een indruk krijgen van de wijze van verzamelen van de beide koningen. Er is een zal met bronzen sculpturen uitde vijftiende tot en met de achttiende eeuw, met werken van onder meer Giovanni Bologna, Adriaen de Vries, Frangois Duquesnois en Georg Petel. Daarnaast is de zaal met een verzameling antieke voorwerpen, met aansluitend een penningenkabinet (zestiende tot achttiende eeuw) en een gewerengalerij (jacht-en pronkwapens uit de zeventiende en achttiende eeuw). Een kleine zaal is gewijd aan de grafische kunst uit de baroktijd, met werk van onder anderen Hercules Seghers, Rembrandt, Giovanni Battista Tiepolo, Giovanni Batista Piranesi en Franqois Boucher. Een grote zaal vormt de schilderijengalerij, met als een van de opvallendste werken 'De ontvoering van Ganymedes' door Rembrandt en verder werken van meesters als Titiaen, Palma, Vecchio, Tintoretto, Veronese, Carracci, Piazzetta, Poussin, Velasquez, Rubens en Cranach. Sieraden en luxe gebruiksvoorwerpen die zonder meer miljoenen waard zijn worden geëxposeerd in twee groen aangeklede zalen, die de sfeer oproepen van het Groene Gewelf onder het in de oorlog verwoeste koninklijke hof in Dresden. Het gewelf met zijn onvervangbare inhoud bleef intact. De enorme rijkdom van het Dresdener hof straalt van de (keuze uit) de schatten uit het Groene Gewelf af. De voorwerpen maken ook duidelijk in wat voor sfeer de etentjes zich afspeelden: een zilveren en met edelstenen bezette drinkbeker is van een opwindmechaniek en wieltjes voorzien. Na een slok kon de tafelgast het geheel naar een andere hoek van de tafel laten rijden Porselein Een verhaal apart zijn de twee porseleinafdelingen, een met uit China geïmporteerd vaat- en beeldhouwwerk en een met 'eigen' Meissener porselein. Johann Friedrich Böttger, die beweerde uit onedel metaal goud te kunnen maken, had met zijn oplichterspraktijk de gevangenis gehaald, maar wist met zijn 'heruitvinding' van het Chinese porselein - waarvan het procédé in China altijd geheim was gehouden - zijn vrijheid te herkrijgen. Het was de start van de wereldvermaarde fabricage van Meissener porselein. Schitterende voorbeelden van de ontwikkeling van de porseleinbakkerij in Meissen staan hier tentoongesteld. Duidelijk is te zien hoe eerst metalen voorwerpen in porselein werden nagemaakt, en hoe langzamerhand het porselein zijn eigen verschijningsvormen kreeg. Wie naar de villa Hügel wil, kan daar natuurlijk gemakkelijk met het openbaar vervoer komen. Wie met eigen vervoer komt hoeft Essen zelf niet in. De villa ligt zuidelijk van de stad, aan de Baldeneysee. In de omgeving is de route met borden aangegeven. De tentoonstelling is dagelijks geopend van 10.00 uur 's morgens tot 19.00 uur 's avonds, op dinsdag tot 21.00 uur 's avonds. Volwassenen betalen 10 mark entree, kinderen tot 18 jaar, studenten, invaliden en gepensioneerden 5 mark. Een heel gezin mag voor 20 mark naar binnen. De tentoonstelling wordt gedocumenteerd met een lijvige catalogus met 100 kleurenfoto's en 265 afbeeldingen in zwartwit, die tevens een handboek over het onderwerp 'barok in Dresden' is. Bezoekers kunnen het boekwerk kopen voor 40 mark. Augustus de Sterke, in marmer geportretteerd door hofbeeldhouwer Paul Heermann (1673-1732). Het 76 centimeter hoge beeld is vermoedelijk om streeks 1725 gemaakt.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 12