Op 4000 meter van de top lijkt de Rakaposhi ongenaakbaar
Dinsdagnacht, i5 juli,
'ksenkring
Rawalpindi
Maqsood
Tractor
Kluif
Ezels
Basiskamp
w
precies één week na het vertrek uit
I Nederland, lig ik onder een paars-
I Nauwe sterrenhemel, zo
'sprankelend als je alleen op grote
jioogte in ijle lucht tegenkomt. De
halfvolle maan zet de hellingen van
de Rakaposhi in en kaarsengloed.
Vanmorgen zagen we voor het eerst
)de hellingen waardoor onze
E BRITTEN zjjn beklimmingsroute moet lopen. De
instreken Se* i^Ste indrukke." Va" de,Ze h°ge
Sicilië, aansluiting gevon-'j bergen zijn altijd intimiderend,
ij de Derde Wereld. Maar I qMaar na een middag kijken,
rijk zijn de tandelo® ,ontdekken we in de opeenstapeling
ten, e e oquente ei- rotswanden, sneeuwvelden en
ijstorens de
n en de koudbloedige En-
met hun bevroren bo
in traditie. Maar we -beklimmingsmogelijkheden,
maar iets van erven.
de Lord Chancellor,
g en stram, in zijn Shakes-
aanse toneelpak, bij de
ing van het parlement
de troon van koningin
beth heeft zien struikelen,
waar ik naar verlang
Lord draagt voor die gele-
eid een knipbeurs voor de
delen, waaruit hij omziet
en soort Dodezeerol met
lint haalt, waarop de
trede staat.
oude Lord Hailshan
et er altijd een schitterend
mer van. Toen hij vorig
achterwaarts, als een zeil-
in noodweer, de troontre-
afzwalkte, schiep hij een
ildige dramatische span-
Hij gebruikte een ebben
en stok als stut. Eenmaal!
in zijn zetel, waarin hij
middel van een korte tui
krachten herwon, kon menl
tatie een zucht van verlich
ts1"
horen slaken, alsof er plot-
tg een lichte bries opstak.
/aarom draagt onze Ka-
voorzitter Dolman geen]
e pruik met pijpekrullen en
hermelijnen mantel"
trom dragen de parlemen-
:rs geen Frans Hals-kragen
Juaker-hoeden met zilveren
Ze hadden vroeger
itskostuum, maar daar|
1de allen Corneüs Berkhou-
zich lekker in, een man van
zienlijke smaak, die in zijn
tje het peil van de Europest|
mieren opmerkelijk heeltB
zakken en die Simplos
nels door de Europese kaai
gen heeft gegraven,
ielaas, wij Nederlanders
bang van tradities,
oit, bij de afsluiting van hel1
lementaire jaar, in een dooi
rden voortgetrokken koets
het Binnenhof gereden
irna de geprikkelde pers
tdunkend schreef dat hij mei
ird en wagen was gekomen
denk dat we tradities vrezen
dat ze niet zelden dienen let
zwachteling van boosaardig-
d en macht.
Een traditie begint altijd al
viteit. Bij voorbeeld: Lint
rg besluit vanaf heden el
x een folkloristisch-politiek
legatie naar Den Haag II
tden met een op perkameii
calligrafeerde nota voor
t gewest ontroofde delfstof
Behalve schutters lopen
die sombere stoet ook zevet
lal zeven mannen in lichtge
nde pakken mee. De doelstel
g is de landsregering er op I
jzen dat Limburg, bijna een
al grens, is uitgemergeld e
vendien wordt omkneld dooi
heksenkring van kernreac
rs, terwijl er geen schim vat
rampenplan bestaat vod
geval er ziel
ordoen.
Limburg is dan niet 'niet
ildoende' beschermd, mai
mburg staat dan, om het zon
:r dubbele of drievoudige nt
lies te zeggen, gewoon in
ote reet. Was Limburg m:
Amerikaanse staat. Dat
idden de afgevaardigden,
;jaagd door de tweejaarlij
ectorale knots, duidelijk
jepen: Limburg is een cret
mum. Het bronsgroen eiken
out waait straks in de straic
het nachtegaaltje zin|
laatste akkoordi
'aarom zegt niemand in
mpelcomplex van de
urgse politiek: „Een middi
las rampje in de duivelskel
)nd ons gewest betekent
imburg verder onbewoonl
al zijn"? Dan heeft men
og voorzichtig gesteld.
Ik kan hier en nu onthi
at die harde, duidelijke
og ontbreekt omdat er al
udimentair rampenplan
Maastricht op papier is gi
'olgens deze, nog gehei
chets wordt de bevolking
;eraden binnen afzienbare
gaan biechten en oude tri
ies in ere te herstellen zoals
louden van novenes, het
lienen van volle aflaten en
vederinvoeren van quatertei
terdagen. Er wordt gekeki
10e men zich bij een r;
vaardig kan opstellen (men
laartoe zijn licht opsteken
rsjernobyl) en iedereen
:en gratis paraplu tegen rai
ictieve neerslag. Overleving
lan niet onmogelijk.
Door Mathieu van Rijswick
HET VALT me moeilijk om te be
seffen dat ik pas een week geleden
mijn laatste spullen inpakte. De be
klimming van Rakaposhi zal alleen
slagen als we met onze krachten
uiterst zuinig omgaan. Dat betekent
geen stap te veel doen en als uitrus
ting alleen het allernoodzakelijkste
en het allerlichtste meenemen.
Die concentratie op de essentie kon ik
een week geleden nog moeilijk opbren
gen. Het was vakantiestemming. Als gul
zige boekenkoper en minder snelle lezer,
is mijn neiging om een halve boekenkast
in de rugzak te doen groot. Na wikken en
wegen heb ik me vijf boeken gepermit
teerd, wat eigenlijk te veel is. Een vaste
keus is 'Zen or the Art of Motorcycle
Maintenance', dat ik bij elke expeditie
herlees. Het keuzeprobleem bij boeken,
gold ook voor kleding en uitrusting. Met
de Pakistaanse luchtvaartmaatschappij
hadden we afgesproken dat voor Rob,
Rudolf en mij samen 90 kilo bagage toe
gestaan was. Op Schiphol bleek het on
geveer 120 kilo te zijn. Tegen 35 gulden
per kilo overgewicht zou dit een forse
aanslag op onze begrotingspost 'onvoor
zien' zijn. Gelukkig kunnen we een deel
van het overgewicht nog bij de handba
gage proppen. Maar bijvoorbeeld de rol
vuilniszakken die diep in mijn rugzak zit
gaat ons nu 35 gulden kosten. Met een
dergelijke onderschatting van de gewich
ten zullen we op de berg niet hoog ko
men.
zich Tsjernobylii,
Bij aankomst in Rawalpindi staan de
twee kwartiermakers Dries Nijsen en
Ton van den Bogaard ons op te wachten.
Ze zijn nog hooit in Azië geweest, zodat
de afgelopen week goed was voor veel
belevenissen. Gelukkig is alle vooruitge
stuurde bagage heel aangekomen. In het
hotel waar ze ingetrokken zijn, zijn alle
vensters al met stickers van onze spon
sors beplakt. De kamer is langs alle wan
den volgestapeld met dozen, plastic ton
nen en jutezakken, waarin het in Rawal
pindi gekochte eten zit.
Aan de wand hangt een vel papier met
daarom 'We get fat on the route', een
woordspeling op de uitspraak 'We get fit
on the route' van de Engelse klimmer
Tilman, die conditietraining vooraf maar
onzin vond. Dries en Ton hadden enkele
goede eetplekjes ontdekt. Voor mij als
penningmeester is het bovendien prettig
dat de verblijfkosten meevallen. In plaats
van de begrote 50 gulden per man per
dag, kwamen Dries en Ton uit met 20
gulden. De formaliteiten bij het Pakis
taanse ministerie zijn ook al afgewerkt,
op de laatse briefing na voor de hele exp-
editieploeg. Die krijgen we op donder
dagmorgen, waarna we gezamenlijk kun
nen vertrekken naar de Karakoram.
We maken ook kennis met de verbin
dingsofficier Maqsood. Elke expeditie
krijgt zo iemand toegewezen om het con
tact met de plaatselijke bevolking te ver
gemakkelijken. Hij moet ook opletten
dat wij ons beperken tot de kant van de
berg waar we vergunning voor gekregen
hebben. Maqsood blijkt een heel kwiek
figuur te zijn. Zijn hulp bij het inkopen is
veel geld waard.
De vraagprijs heeft in Pakistan vaak
De kok, die we in Jaglot aangetrokken hebben zet thee voor de dragers.
'Durchfall' in het basiskamp
De Nederlandse Rakaposhi-expeditie in het basiskamp: van links naar rechts Rob Eek-
hardt, Mathieu van Rijswick, Ton van de Boogaard, Rudolf de Koning en Dries Nijsen.
- FOTO'S MATHIEU VAN RIJSWICK
minder te maken met de waarde van het
artikel, dan met de verwachting van de
verkoper wat de koper ervoor wil geven.
Dat maakt het inkopen moeizaam en
duur. Met Maqsood, die weet wat iets
normaal kost, scheelt het een heleboel.
Na alle inkopen is onze bagage opgelo
pen tot zo'n 1200 kilo. Voor het vervoer
naar de Karakoram huren we een mini
bus voor 12 personen. Als alle bagage in
en op de bus gestouwd is, is er nog een
bankje en de chauffeurstoel open. Maxi
mumbelasting 1000 staat buitenop het
busje. Met vijf expeditieleden, zitten we
wel op 1800 kilo. De bus hangt nog net
niet door zijn vering heen, maar dat is
ook alle comfort. We zitten met opge
trokken knieën op een bankje voor drie
personen. De rit over de Karakoram
Highway duurt 24 uur. Om de paar uur
wisselen we van plek om het zitvlak wat
afwisseling te bieden. De temperatuur
overdag is 35 graden en 's nachts nog
zo'n 15 graden.
De weg volgt het ravijn van de Indus.
Die rivier heeft zich zo diep ingesleten
dat de weg vijftig tot honderd meter bo
ven het water ligt, De steile afgrond van
het ravijn begint pal langs de weg. Het is
beter om er niet aan te denken of de
chauffeur een etmaal lang zijn ogen open
kan houden.
Een busreis als deze leidt al heel snel
tot irritaties als de onderlinge sfeer niet
goed is. Er zijn betere en slechtere plaat
sen. Een open raampje is op de ene plek
een verfrissing en op de andere een
tochtgat. De radio staat gauw te hard of
de muziek deugt niet. Gelukkig merk ik
dat we deze test met glans doorstaan.
eer,
jn
De Rakaposhi ligt aan het begin van
de Hunza-vallei. Negentig procent van
het oppervlak bestaat uit hoge bergen,
zodat er maar weinig overbleef om op te
leven. Ook het water is schaars. Er valt
nauweljks regen en er is. alleen smeltwa
ter van de gletsjers. De Hunza's hebben
daarom hun berghellingen opgedeeld in
zeer veel terrassen, die laag voor laag
worden bevloeid uit waterkanalen die
dicht bij de gletsjermond worden gevoed.
Het bebouwde land maakt een par
kachtige indruk. Overal staan abrikozen-
bomen. Abrikozen zijn in Hunze het
volksvoedsel zoals bij ons aardappelen.
De vruchten worden na de oogst te dro
gen gelegd op de platte huisdaken. De
rest van het jaar eet men de gedroogde
abrikozen en ook de roodachtige vrucht
die bij het stukslaan van de pit tevoor
schijn komt. Men zegt dat Hunza-men-
sen leeftijden van ver boven de honderd
bereiken dankzij hun abrikozendieet.
Onder het plaatsje Jaglot eindigt de
busreis. We kunnen nog 300 meter noger
komen, tot in het dorpje, over een weg
getje waar alleen een tractor kan rijden.
Terwijl Dries en Maqsood naar Gilgit
gaan om van de districts-gouverneur een
aanbevelingsbrief los te krijgen, ga ik
vlak voor zonsondergang naar Jaglot om
een tractor te huren. Het is moeilijk om
de boodschap over te brengen, want
bijna niemand spreekt Engels.
Eindelijk lukt het om de eigenaar van
de enige tractor in het dorpje te vinden.
Eerst een prijs te noemen. Hij vraagt 300
roepies. Ik lach en biedt 100 roepies. Hij
zegt geen belangstelling te hebben en
verdwijnt meteen. Op de terugweg loop
ik te piekeren. Als we geen tractor krij
gen, moeten we dragers huren, wat onge
veer 4000 roepies zal kosten. Bovendien
dreigt een dag vertraging, terwijl ons
schema al krap is.
Penny-wise, pound foolish? Had ik
toch maar 300 roepies geaccepteerd. Bij
ons aankomstpunt probeer ik nog wat
eten te krijgen. Een kommetje rijst en
aardappelen in kerriesaus. Een vriende
lijke Pakistaan die Engels spreekt, vraagt
wat ik hier zo laat nog doe. Ik leg hem
ons probleem uit. Hij zegt dat er net een
tractor is aangekomen en wijst op de
twee mannen die ook zitten te eten. Ik
herken de tractor-eigenaar en een man
die wat Engels sprak. Ze glimlachen en
zeggen morgenvroeg onze bagage om
hoog te zullen brengen. De prijs wordt
150 roepies per rit.
Onze bagage wordt afgeladen bij het
schoolgebouwtje. De hele dag is het een
komen en gaan van nieuwsgierigen. Als
Dries en Maqsood terug zijn, kunnen de
onderhandelingen over het dragersloon
beginnen. Volgens de dorpelingen is het
drie dagen lopen naar de plek van het
basiskamp, en 1 Vi dag terug. Het offi
ciële tarief is 90 roepies per dag, aange
vuld met 18 roepies voor net eten. De on
derhandelaar van de dragers heeft alle
tijd. Het is een spel van luchtig babbelen
over van alles, zodat we precies te horen
krijgen wat men wil.
's Avonds klinkt uit het dorp gezang
en tromgeroffel. Het is duidelijk dat onze
expeditie de kluif van het jaar is. De vol
gende morgen gaan de onderhandelingen
door. Uiteindelijk eindigen we op een af
spraak voor 120 roepies per dag, voor 4
dagen. Bovendien krijgt elke drager 50
roepies vergoeding voor schoeisel en zon
nebril. Voor de dragerslasten van meer
dan 25 kilo moeten we bijbetalen. Voor
de penningmeester is dit een zware te
genvaller. Er was begroot voor 125 roe
pies voor 3 dagen. Bovendien is onze ba
gage geen 1000 maar 1200 kilo. Daar
door zijn 48 dragers nodig in plaats van
40. De dragerskosten worden bijna 1 Vi
keer zoveel als begroot.
Tegen de middag komen de dragers
hun lasten ophalen. De verrassing is dat
er plotseling ezels ten tonele verschijnen.
De dieren worden bepakt met 50 kilo,
dus twee dragerslasten. Als de karavan in
beweging komt blijkt dat de vijf expedi
tieleden en de verbindingsofficier de eni
gen zijn die zelf lasten dragen. We voelen
ons de ezels in het gezelschap. Bij vertrek
na de lunch is er plotseling weer een kink
in de kabel. Om onduidelijke redenen
willen de dragers-ezeldrijvers niet ver
trekken. Maqsood informeert al of we
meer willen betalen. Het is duidelijk dat
we rijp zijn voor eindeloze chantage als
we nu opgeven. Daarom besluiten we om
een gok te wagen en demonstratief te
vertrekken.
Het pad loopt vanuit het dorp direct
omhoog. Vandaaruit kunnen we overzien
of er volgers komen. Kilometerslang is er
geen beweging te zien. Dan komen de
eerste ezels met bepakking uit het dorp
tevoorschijn. Het pleit lijkt gewonnen.
Na anderhalve dag lopen moeten we
de Jaglot-beek oversteken. Er ligt een
brug uit enkele boomstammen met wat
platte stenen erop. De ezeldrijvers verze
keren ons dat ezels met bepakking er niet
over kunnen. Er moet een nieuwe brug
komen. Iedereen gaat aan de slag. Er
chaotisch. Vijftig man lopen door elkaar
heen, schreeuwen en hebben veel plezier.
Na een uur stenen aanslepen worden de
kontouren zichtbaar. Na twee uur ligt de
brug er.
Als ongewilde financiers van de bouw
voelen we ons een beetje gepakt, maar te
gelijkertijd hebben we genoten van het
spektakel. Daarom willen we er ook een
echte openingsceremonie van maken.
Een stuk rose toiletpapier opgehangen
tussen twee skistokken, vormt het lint
dat expeditieleider Dries en Maqsood sa
men doorknippen. Een vel papier met
daarop Rakaposhi Bridge in het Engels
en in het Urdu en een Pakistaans vlag
getje versieren de brugopgang. De dra
gers hebben geweldige schik. Maqsood
blijkt een meeslepende redenaar, die de
dragers laat juichen voor de vriendschap
tussen de Pakistaanse en Nederlandse
volkeren, voor het succes van onze expe
ditie, voor het heil van Jaglot, enzo
voorts. Misschien moeten wij Ontwikke
lingssamenwerking (Bukman, hoor ik op
de Wereldomroep) als expeditiesponsor
benaderen voor dit stukje infrastructuur
in het binnenland.
Uiteindelijk blijkt het traject naar het
basiskamp aan netto looptijd slechts 8
uur te bedragen. De dragers weten die
tijd over drie dagen uit te smeren. Het
kamp ligt op ongeveer 3800 meter hoog
te. Óp die hoogte is er in de Alpen alleen
nog sneeuw en rots, maar hier zitten we
nog midden in een begroeiing van ber
kenbomen en jeneverbesstruiken. Er lo
pen hier koeien te grazen en hogerop
zien we kudden geiten.
Het is plezierig om in de levende na
tuur te zitten, met uitzondering voor de
vele vliegen die ons hier de hele dag bela
gen. De slechte hygiënische omstandig
heden hebben hun tol gevergd. Met uit
zondering van Dries heeft iedereen last
van diarrhee. Het is geen pretje mee te
moeten lopen met de karavaan als je last
hebt van 'absoluter Durchfall', zoals
Duitsers dat noemen.
Voor dit probleem hebben we een spe
ciaal poeder van Nutricia gekregen, dat
zijn nut de laatste jaren in de derde werld
heeft bewezen. Het is een mengsel van
zouten en glucose. De zouten voorkomen
dat er vocht an het lichaam onttrokken
wordt en de glucose zorgt voor de calo
rieën. Daardoor wordt uidrogen en uit
putting voorkomen.
Ondertussen doen we alle moeite om
de kok die we in Jaglot aangetrokken
hebben, op te voeden. Hij moet nog leren
pannen met schoon te maken in poeltjes,
vuile handen te wassen en etenswaar af
te dekken voor de vliegen.
Vanuit het basiskamp lijkt de Raka
poshi ongenaakbaar. Vierduizend meter
scheiden ons van de top. Door de heldere
lucht lijkt die heel dichtbij 's Morgens
vanaf 8 uur brandt ons de zon op het lijf,
's middags komt er bewolking opzetten
en verdwijnt de top in de wolken, 's
Nachts wordt het helder en kijk ik naar
de sterren in de paarsblauwe lucht. Daar
staat alles in geschreven.
Een van de dragers in de voor het Karakoram-gebergte karakteristieke dracht. Op de ach
tergrond zijn de flanken van het gebergte zichtbaar.