Octrooigemachtigde Ir. P. Hoorweg: is en blijft een boeiend spel' r l-l 'ZATERDAG 2 AUGUSTU ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1986 BERT VAN VELZEN Heksenkring Dinsdagnacht, 15 Rawalpindi Maqsood Misvatting Concurrentie Erg duur Europees DE BRITTEN zij, arm; de uitgeput, mijnstreken hebbe; gelijk Sicilië, aansluiting gevotf den bij de Derde Wereld. Ma; hoe rijk zijn de tandeloi Schotten, de eloquente Wel shmen en de koudbloedige Et gelsen met hun bevroren bol venlip, in traditie. Maar daar maar iets van erven. Wie de Lord Chancelloj jichtig en stram, in zijn Shaki peariaanse loneelpak, bij opening van het pariemet! rond de troon van koning Elizabeth heeft zien struikel» weet waar ik naar verlag Deze Lord draagt voor die geit genheid een knipbeurs voor t edele delen, waaruit hij omzie! tig een soort Dodezeerol mt rood lint haalt, waarop 4 troonrede staat. De oude Lord Hailshat maakt er altijd een schitteren/ nummer van. Toen hij vonj jaar achterwaarts, als een zet schip in noodweer, de troonin den afzwalkte, schiep hij geweldige dramatische sj ning. Hij gebruikte een ebl houten stok als stut. Eern terug in zijn zetel, waarin door middel van een korte ti zijn krachten herwon, kon de natie een zucht van verlicl ting horen slaken, alsof er pli seling een lichte bries opstak. Waarom draagt onze mervoorzitter Dolman gi witte pruik met pijpekrullen een hermelijnen mantelj Waarom dragen de parlemi tariërs geen Frans Hals-kragi en Quaker-hoeden met zilveit gesp? Ze hadden vroeger et ambtskostuum, maar dat 1 voelde allen Cornelis Berkha wer zich lekker in, een man vt aanzienlijke smaak, die in zi eentje het peil van de Europe wijnmeren opmerkelijk het doen zakken en die Simpl tunnels door de Europese kat bergen heeft gegraven. Helaas, wij Nederlandt zijn bang van tradities. Wie is ooit, bij de afsluiting van I parlementaire jaar, in een da peerden voortgetrokken koe naar het Binnenhof gerede waarna de geprikkelde pe laatdunkend schreef dat hij m paard en wagen was gekome Ik denk dat we tradities vrezi omdat ze niet zelden dienen omzwachteling van boosaardi heid en macht. Een traditie begint altijd noviteit. Bij voorbeeld: Lii burg besluit vanaf heden e jaar een folkloristisch-poliliel delegatie naar Den Haag zenden met een op perkame gekalligrafeerde nota voor a; het gewest ontroofde delfst fen. Behalve schutters lopen in die sombere stoet ook zev maal zeven mannen in üchtj vende pakken mee. De doelsl ling is de landsregering er op wijzen dat Limburg, bijna en al grens, is uitgemergeld bovendien wordt omkneld da een heksenkring van kemrea tors, terwijl er geen schim v een rampenplan bestaat vo het geval er zich Tsjernoby voordoen. Limburg is dan niet 'niet voldoende' beschermd, nu Limburg staat dan, om het der dubbele of drievoudige gaties te zeggen, gewoon blote reet. Was Limburg een Amerikaanse staat, hadden de afgevaardigden, gejaagd door de tweejaarlij electorale knots, duidelijk roepen: Limburg is een crei torium. Het bronsgroen eiki hout waait straks in de stn sfeer, het nachtegaaltje zijn laatste akkoori Waarom zegt niemand in tempelcomplex van de burgse politiek: „Een midi klas rampje in de duivelski rond ons gewest betekent Limburg verder onbewoonl zal zijn"? Dan heeft men nog voorzichtig gesteld. Ik kan hier en nu onthi dat die harde, duidelijke nog ontbreekt omdat er al rudimentair rampenplan Maastricht op papier is gt Volgens deze, nog gehi schets wordt de bevolking geraden binnen afzienbare te gaan biechten en oude tri ties in ere te herstellen zoals houden van novenes, het M dienen van volle aflaten en wederinvoeren van quaterti perdagen. Er wordt hoe men zich bij een r: waardig kan opstellen (men daartoe zijn hcht opsteken Tsjernobyl) en iedereen een gratis paraplu tegen rai actieve neerslag. Overleving dan niet onmogelijk. precies één week na het vert Nederland, lig ik onder een blauwe sterrenhemel, zo sprankelend als je alleen op hoogte in ijle lucht tegenkon I halfvolle maan zet de helling de Rakaposhi in en kaarseng Vanmorgen zagen we voor h I de hellingen waardoor onze ibeklimmingsroute moet lope eerste indrukken van deze h( I bergen zijn altijd intimiderer iMaar na een middag kijken, [-ontdekken we in de opeensts "Van rotswanden, sneeuwveld ijstorens de ■beklimmingsmogelijkheden. Door Mathieu van RijswiI HET VALT me moeilijk i seffen dat ik pas een week j mijn laatste spullen inpakt^ klimming van Rakaposhi slagen als we met onze uiterst zuinig omgaan. Dat geen stap te veel doen en al ting alleen het allernoodzaf en het allerlichtste meenem| Die concentratie op de esserl een week geleden nog moeilijl gen. Het was vakantiestemming zige boekertkoper en minder sn is mijn neiging om een halve bi in de rugzak te doen groot. Na wegen heb ik me vijf boeken teerd, wat eigenlijk te veel is. keus is 'Zen or the Art of N Maintenance', dat ik bij elke herlees. Het keuzeprobleem b gold ook voor kleding en uitru de Pakistaanse luchtvaartma hadden we afgesproken dat Rudolf en mij samen 90 kilo b, gestaan was. Op Schiphol biet geveer 120 kilo te zijn. Tegen per kilo overgewicht zou dit aanslag op onze begrotingspos zien' zijn. Gelukkig kunnen w van het overgewicht nog bij d gage proppen. Maar bijvoorbe vuilniszakken die diep in mijn gaat ons nu 35 gulden kosten dergelijke onderschatting van c ten zullen we op de berg niet men. Bij aankomst in Rawalpindi twee kwartiermakers Dries Ton van den Bogaard ons op ti Ze zijn nog hooit in Azië gewi de afgelopen week goed was belevenissen. Gelukkig is alle stuurde bagage heel aangekom hotel waar ze ingetrokken zijn vensters al met stickers van o sors beplakt. De kamer is langs den volgestapeld met dozen, pi nen en jutezakken, waarin het pindi gekochte eten zit. Aan de wand hangt een vel p daarom 'We get fat on the ri woordspeling op de uitspraak on the route' van de Engelse Tilman, die conditietraining voi onzin vond. Dries en Ton hadd goede eetplekjes ontdekt. Voo 1 penningmeester is het bovendii dat de verblijfkosten meevallen, van de begrote 50 gulden per dag, kwamen Dries en Ton ui gulden. De formaliteiten bij taanse ministerie zijn ook al op de laatse briefing na voor de editieploeg. Die krijgen we of dagmorgen, waarna we gezamei nen vertrekken naar de Karakoi We maken ook kennis met c dingsofficier Maqsood. Elke krijgt zo iemand toegewezen on tact met de plaatselijke bevolkt gemakkelijken. Hij moet ook dat wij ons beperken tot de ka berg waar we vergunning voor hebben. Maqsood blijkt een hi figuur te zijn. Zijn hulp bij het i veel geld waard. De vraagprijs heeft in Pakis De organisatie bi, eel plezier. het bouwen van IfgèsL 'Advocaat' voor uitvinders Nederlandse bevolking zal daar absoluut niet wakker van liggen. Sterker nog, het merendeel van de Nederlandse bevolking weet niets af van die orde. Om daar enigszins verandering in te brengen, houdt de de Orde in het Haags 'Museon' een tentoonstelling. Tien Nederlandse ondernemingen laten er een aantal van hun vindingen zien. Elke zaterdagmiddag tijdens de tentoonstelling zijn twee octrooigemachtigden van 14 tot 16 uur aanwezig om vragen van bezoekers te beantwoorden en uitvinders kosteloos te adviseren over de bescherming van hun uitvinding. De titel van de tentoonstelling? 'Innovatie bescherming-een patent koppel'. Door Romain van Damme ALS IK octrooigemachtigde Ir. P.N. Hoorweg in zijn Bredaas kantoorpand vertel niet precies het naadje van de kous te weten, weet ik me een paar tel len later in goed gezelschap. „Van de honderd mensen, hebben er 99 men sen absoluut geen kaas gegeten van octrooirecht en de wijze waarop het een en ander tot stand komt", troost Ir. Hoorweg. „Zelfs managers van grote bedrijven we ten er niets van. En dat zijn juist de mensen die er wel wat vanaf zouden moeten weten". In de 'Dikke van Daele' is het woord op bladzijde 1846 te vinden. Octrooi is 'door de overheid aan een persoon of aan een ven nootschap verleend exclusief recht (gedu rende zekere tijd) tot het maken of verkopen van een zeker artikel, het exploiteren van een uitvinding op het gebied van de nijver heid'. Dat roept in de verste verte geen beelden op van 'Willie Wortelachtige' figuren die met een versleten stofjas op een muf zolder kamertje verwoed werken aan die ene uit vinding waarop de mensheid smachtend zit te wachten. Octrooigemachtigde Hoorweg kent ze in ieder geval niet. De in Breda kantoor houdende Ir. Hoor weg is een van de 300 octrooigemachtigden die Nederland rijk is. Die zijn verenigd in de Orde van Octrooigemachtigden. „Het is een beroepsorganisatie", begint hij aan zijn uit leg, „zoiets als de orde van advocaten. Elk gemachtigde is üd. Dat wordt in een register genoteerd, bijgehouden door de octrooi- raad. Dat is dee verlenende instantie. De raad die het octrooi verleent. De octrooige machtigde is, nou ja, noem het de advocaat voor de uitvinder". Nederland kent sinds 1 juni 1912 een oc- trooiwet. Daarmee was het een van de laat ste Westeuropese landen die een octrooiwet kregen. „Van origine is Nederland een han- delsland", zegt Ir. Hoorweg over het laat ontstaan van die wet, „vrijheid van hande len heeft altijd voorop gestaan. Een octrooi is beperkend. En ik ken de discussies over die octrooiwet. Vanuit linkse kringen wordt dan gesteld dat door het dure octrooi de prijs voor een bepaald artikel te hoog ge houden wordt. Dat het veel minder kan." Volgens Ir. Hoorweg is dat een grove mis vatting. „De octrooiwet dient louter ter ver betering van de industrie. De industrie heeft de ontwikkeling nodig. Dat kost geld, veel geld. Want het gaat niet alleen om die ver betering van dat produkt, of die uitvinding. Het gaat ook om het veroveren van de markt. Marketing hoort erbij. Let wel, dan praat je over tonnen. Heb je eenmaal een markt veroverd, dan kun je naam gaan ma ken. In de aanvangsfase zijn de ontwikke lingskosten hoog. Die moeten wel terugge haald kunnen worden". Een paar voorbeelden moeten het nog wat duidelijker maken. „Neem de genees middelen. Als die niet gedekt werden door octrooien, zouden er nooit nieuwe genees middelen op de markt komen." Een hele grote stap dan. „China heeft sinds vorig jaar een octrooiwet. Dat land kende geen oc trooiwet omdat het niet in de socialistische stijl paste. In China is de laatste jaren nogal wat op gang gebracht. De Chinezen willen industrie. Ze hadden heel snel in de gaten dat ze een octrooiwet nodig hadden. Als die er niet is, krijg je geen nevenbedrijven van buitenlandse ondernemingen binnen. En neem Rusland. Rusland kent geen octrooi wet. Daar wordt gewerkt met een uitvin derscertificaat. Dat stelt niet zo veel voor, meer een ideeënbusvorm. Maar Rusland doet wel zijn uiterste best om de octrooien te pakken te krijgen. Dat kan ook. Want die zijn openbaar. Dan krijg je een idee in welke hoek iets gezocht moet worden. Nee, dat is niet zo dreigend. Je hebt dan wel de techni sche gegevens, maar niet de kennis om er mee te werken." Langzaam aan wordt het wat duidelijker. Maar er blijven voldoende v; tgen over. Over het naapen bijvoorbeeld. Want dat ge beurt toch ook vaak. Net iets anders, maar in principe precies hetzelfde. „Er moet altijd ruimte blijven voor concurrentie", doceert Ir. Hoorweg verder, „de octrooiraad zal nooit zeggen, nou dekken we de hele markt af. Dat kan niet. Neem het aspirientje. Daar zit een bepaalde stof in die verdovend, pijn stillend werkt. Nou kun je die verdovende werking gaan beschermen. Maar dan is de markt dood. Dan had er nooit een ander pijnstillend middel op de markt kunnen ko men. Zoals nu paracetamol." Nederland telt 300 octrooigemachtigden. Vrijwel allemaal met Ir. of Drs. (chemie) voor de naam. Na de eindstudie volgt er nog een aparte studie. Octrooirecht en civiel recht staan dan centraal. Vervolgens moet je drie jaar verbonden zijn aan een octrooibu reau. Daarna kun je ingeschreven worden in het register. In dat register staan 150 vrije gemachtig den vermeld. De rest is verbonden aan de industrie. Philips, die bekende fabriek uit het zuiden des lands, heeft er alleen al zestig in dienst. Vanuit die hoek kunnen we de ko mende tijd derhalve nog wat verwachten. „Vroeger werden we octrooibezorgers ge noemd. Maar die naam dekt niet alles. We doen meer. ook modellen en merken wor den door ons beschermd. Octrooi is de be scherming voor het technische deel. Model is louter de vormgeving, merk betreft de naam. Je moet het produkt later ook gaan beschermen. Als er inbreuk gedaan wordt op het octrooi, volgt er een civiele procedu re. Ook dat recht moet je dus kennen." Het merendeel van de aanvragen komt uit de industrie. Veelal gaat het om verbete ringen van een reeds bestaand produkt. „Logisch", meent Ir. Hoorweg, „de indu strie kent de markt. Weet wat er te koop is. Als er in de industrie een idee ontwikkeld is, iets nieuws, dan weet je al vrijwel zeker dat het ook op de markt komt. Want dan is er geld beschikbaar". Voor de privé-uitvinder ligt dat iets an ders. Hoed u trouwens voor de gedachte dat die ene ontdekking goed is voor een onbe kommerd bestaan vol luxe. Precies, dat zijn de uitzonderingen. En geloof het, er zijn heel weinig uitzonderingen. Zoals die man van Xerox (kopieermachines). Hij klopte aan bij Kodak. Daar werd het idee achte loos terzijde geschoven. Kodak heeft daar later een beetje spijt van gehad. Maar zo verloopt het zelden. „Een privé- uitvinder heeft een idee. Nou, hij kent de markt absoluut niet. Stel dat ie een nieuwe pen heeft uitgevonden. We laten in het mid den wat er voor nieuws aan is. Dan moet hij naar een bedrijf dat pennen maakt. Er kan een octrooi verkregen worden. Prima, maar dan moet die pen nog wel de markt op. Zo werkt het meestal. In feite is het bedrijfsle ven de spons die de ideeën opneemt. Die pen, het kan fantastisch zijn. Maar dat be drijf vindt dat het niet in de bedrijfsfilosofie past. Dat idee kan niet gebruikt worden. Dan gebeurt er vrijwel niets. Want voor de privé-uitvinder wordt het anders veel te duur. Octrooi verkrijgen kost veel geld. Heel veel geld. De octrooikosten zijn eigenlijk maar fractioneel. Voor het op de markt brengen van het produkt is nog veel meer geld nodig. Ik wil daarmee zeggen dat een goed idee, een uitvinding, nog niet wil zeg gen datje meteen rijk bent. Je moet het zien als een moestuin met een peperduur hek. Omdat peperduur hek te kunnen betalen, moet je peperdure groenten kweken." Tijd om eens een misverstand uit de we reld te helpen. „Een wereldpatent bestaat niet. Elk land heeft een octrooiraad. In ieder land moet een octrooi aangevraagd wor den". Het wordt weer wat ingewikkelder. Er is immers toch een Europese octrooiraad? Ir. Hoorweg büjft geduldig. „Klopt hele maal. Europa telt twintig vrije landen. Als je nou in al die twintig landen octrooi moet aanvragen, twintig keer een procedure moet afhandelen, wordt dat erg duur en is er nau welijks te concurreren met bijvoorbeeld de Verenigde Staten waar een octrooi-aanvraag voldoende is voor hetzelfde aantal mensen. Daarom is die Europese Octrooiraad inge steld. Tien van die twintig vrije landen zijn lid. Dat zijn de voornaamste landen. Je doet een aanvraag in Nederland. Dan heb je een jaar de tijd om vast te leggen in welke lan den je dat octrooi wilt laten vastleggen. In plaats van tien aanvragen, kun je volstaan met een aanvraag. Maar vergis je niet, het is geen EG-patent. Je houdt tien verschillende patenten." Patenten? Mag dus ook gebruikt worden. Octrooi is patent, het Engelse woord. In België en Frankrijk wordt gespro ken over brevet. Maar dat even terzijde. Een Duitse buschaffeur vond een paar jaar geleden een lucifer met twee koppen uit. Het idee erachter was dat op deze manier veel hout bespaard zou kunnen worden. Hij vroeg patent op zijn uitvinding, maar de industrie zag niets in zijn idee. Tot op heden werd dan ook weinig meer van de dubbelkoppige lucifer vernomen. - fotodpa diend. Meer dan 22.000 aanvragen waren afkomstig uit het buitenland. De octrooigemachtigde dient derhalve over enige talenkennis te beschikken. Ir. Hoorweg zoekt een aantal octrooiaanvragen op. „Kijk, dit is voor Italië bestemd. Het gaat om een landbouwmachine. En dit voor Brazilië. Dit is Japans. Nee, dat doe ik zelf niet. Je moet dan andere mensen inschake len. Wij begeleiden de zaak. In het buiten land moet een aanvraag altijd ingediend worden via een gemachtigde. In Nederland niet. Maar die aanvraag is zo ingewikkeld, zo moeilijk, dat een gemachtigde noodzake lijk is. Bovendien heb ik al eerder gezegd dat de managers van de bedrijven er bitter weinig vanaf weten. Een enorm gat in hun opleiding. Ik vind dat een manager van een bedrijf toch minstens moet weten wat voor octrooien er op zijn vakgebied zijn. Dat is trouwens na te gaan in Rijswijk. Daar ligt dat allemaal opgeslagen. Ja, het kost wel even werk om dat door te worstelen. Want dat is een gigantische hoeveelheid. Daar lig gen alle ideeën. Ook de niet uitgevoerde ideeën. Als je nou wat uitvindt en je denkt, dat is het, ga dan toch even informeren of het nooit eerder uitgevonden is. Die moge lijkheid is vrij groot." Ir. P.N. Hoorweg: „Het lijkt droog, saai werk. Maar dat is het absoluut niet". - fotodestem/johanvangurp Ir. Hoorweg, bestuurslid van de Orde van Octrooigemachtigden, grijpt dat wel aan om nog eens te benadrukken dat er heel weinig mensen zijn die iets begrijpen van de oc trooiwet. In het persbericht dat ter gelegen heid van het jubileum verstuurd is, staat dan ook, 'een punt van zorg voor de oc trooigemachtigden is dat het Nederlands bedrijfsleven - in vergelijking met het bui tenland - weinig 'beschermingsbewust' is. Enkele cijfers dienen dat aan te geven. In '83 werden in Zwitserland per 100.000 in woners zestig octrooiaanvragen in eigen land ingediend. In West-Duitsland lag dat aantal op 50. Nederland kwam in dat jaar niet hoger dan 14 octrooiaanvragen van Ne derlandse origine per 100.000 inwoners. Nog wat cijfertjes die aangeven dat bui tenlanders hun octrooibescherming in Ne derland wel degelijk van belang vinden. In '84 werden in totaal bijna 29.000 aanvragen voor in Nederland geldige octrooien inge- Blijft de vraag over wat de octrooige machtigde in zijn meestal gerieflijk kantoor doet. De aanvraag is ingediend. De tekening ligt op tafel. „Alles wordt technisch gezien, nauwkeurig bekeken. Dat moet dan ver taald worden in jargon. Dat jargon is vrij belangrijk. Wij praten bijvoorbeeld nooit over bouten en moeren, maar over bevesti gingsmiddelen. Als er iemand is die wat ontdekt, over die bouten en moeren, kan die snel wat anders uitbroeien, bijvoorbeeld al les aan elkaar lassen. Ik noem maar wat. Dat luistert in de aanvraag zeer nauwkeurig. Dan wordt het octrooi aangevraagd. Als er octrooi verleend wordt, moet de gemach tigde er vervolgens voor zorgen dat het be schermd wordt. Hoeveel mensen ik hier krijg? Ha, dat is het kantoorgeheim. Nou, hou het op vijftig. Ik vind het fantastisch werk. Het lijkt wat droog, wat saai. Maar dat is het absoluut niet. Ik doe dit werk vanaf '70. Het moeilijkste is het formuleren. Het vastleggen van de vernieuwing of de uitvinding. Je kunt ons vergelijken met een architect. Je bouwt samen met die man je huis. In die geest werken we samen met de uitvinder. En ja, het is en blijft een spel. De markt veroveren. Je concurrent op het ver keerde spoor zetten. Dat hoort er allemaal bij". Uitvinders slagen er soms in volstrekt nutteloos ogende zaken te bedenken. Deze opzichtige open haard blijkt namelijk een vermomd opberg-meubel te zijn. - foto's archief de stem

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 20