ciërge De minister heeft geen geld over om vroeggeborenen optimaal te verzorgen /ice en Brinkman Niet voorzien Dramatisch Verlaagd Conditie Keizersnede Euthanasie Onrijp TATÉRPAG 2 AUGUSTUS 1986 W1 moet voor de verzorging van haar te vroeg geboren kind naar Groningen, tweelingen worden oescheiden in Amsterdam en in Nijmegen ondergebracht. Met de opvang van baby's die korter dan 32 weken zijn gedragen is het een rommeltje in Nederland. „Als het hartpatiënten waren, was er allang een actiegroep opgericht", zegt een deskundige, „maar pasgeborenen kunnen hun stem niet laten horen". Een reportage over de verzorging van de allerkleinsten en de pijnlijke beslissing van euthanasie. KERKDREEF13 AXEL TEL 81155-1810 akhanoel Bij beschikking van d Arrondissementsrecht bank te Middelburg va« 30 juli 1986 is over Jan netje Wilhelmina Groe- nescheij, wonende ti 4535 EJ Terneuzen, Ri vierenpark nr. 83, to curatrice benoem Margaretha Berendin Groenescheij, echtge note van J. Lemmens wonende te 2904 TK Ca pelle a/d IJssel, Toen dra nr. 108, en tot toe ziend curatrice Paultó Cornelia Groenescheij echtgenote van P. Har- wij ne, wonende te 315 SG Hoek van Hollani President Jan Leis straat nr. 7. j.ï Terneuzen, 31 j uli 1986 Mr. H.J.Q. Tichelman Postbus 1071 4530 GB Terneuzen "Adverteren smaakt naar meer. kruidenier Inlichtingen De Stem, 076-2369) 1 ex bejaardenwoningen te 's- n de Meriete/Laustraat zoe-1 tober 1986 een ehoort: schoonhouden van trappen I galerijen, toezicht op de technische I [allaties, bewaken van het alarmsys-l m en het zo nodig verlenen I i eerste bijstand aan de al- ir wonende bejaarden. iërge is beschikbaar de wo-l lat 11 jvereen te komen. chriftelijk voor 14 augustusl bestuur der Stichting R.-KI lis, p/a Andriessenstraat 29, ezande. Door Willem Reijn WE SCHUIFELEN langs de acht couveuses, die in een zaaltje op de tweede verdieping van het Sophia- Kinderziekenhuis in Rotterdam in een rij naast elkaar staan. De ge boortegewichten variëren van 750 tot 1000 gram. Hoewel het een rus tige zomerdag is, waarop sommige ziekenhuizen wegens vakantie afde lingen sluiten en gesprekspartner professor dr. P.J.J. Sauer door de zomerluwte gemakkelijk tijd vrij kon maken, zijn alle couveuses be zet. Want de intensive-care couveu ses van het Sophia zijn altijd bezet. In Nederland worden jaarlijks 170.000 kinderen geboren. Negentig procent van de baby's komt op tijd: na een draagtijd van 37 tot 42 weken. Drie procent meldt zich niet binnen 42 weken en wordt daarom gehaald. Zeven procent van de zuigelingen meldt zich echter te vroeg en hebben daarom extra verzorging nodig. De prematuren zijn te onderscheiden in kinderen die langer dan 32 weken in de baarmoeder zijn gegroeid en of zwaarder wegen dan 1500 gram en kin deren die korter gedragen zijn, dan wel kleiner dan 1500 gram. De eersten blij ven gewoon op de couveuse-afdelingen van de gewone ziekenhuizen. De laatsten vormen echter al jarenlang een pro bleemgroep voor de ziekenhuizen, die niet de intensive-care-voorzieningen voor de verzorging van deze (te) vroeggebore- nen hebben. De kinderen moeten naar een van de acht academische ziekenhui zen in Nederland, maar daar bestaat te weinig capaciteit. De medische kennis is aanwezig om hen te helpen, maar voor een adequate opvang is dertig miljoen gulden nodig. En dat geld is er niet. Minister Brinkman (WVC), sinds de opheffing van het staatssecretariaat Van der Reijden de rechtstreeks verantwoor delijke voor de volksgezondheid, heeft dat deze week in antwoord op vragen van RPF-kamerlid Leerling nog eens ge zegd. 'Financieringsproblemen' heet het in politiek-ambtelijke taal, maar de mi nister bedoelt gewoon dat hij geen geld over heeft om duizend vroeggeborenen optimaal te verzorgen. Bij de acht academische ziekenhuizen in Nederland zijn vijftig intensive-care couveuses, waar de allerkleinsten met ademhalings- of andere moeilijkheden kunnen worden verzorgd. Al in 1977 werden de toenmalige bewindslieden door het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde ge waarschuwd dat het aantal intensive- care-couveuses drastisch zou moeten worden uitgebreid. Na een jarenlange discussie over wat voor soort couveuses dat dan wel niet zouden moeten zijn intensive care bij ge stoorde vitale functies als ademhaling en bloedsomloop, high care in geval van dreigende stoornissen van vitale functies en bijzondere zorg voor de lichtere geval len), nam het kabinet in april van dit jaar dan toch de beslissing: het aantal inten- sive-care- en high-care-couveuses moet tot tweehonderd worden uitgebreid. Maar deze week antwoordde de minister dat de uitbreiding zeker niet voor 1990 tot stand zal komen. Veertien jaar na de noodkreet van de Vereniging voor Kin dergeneeskunde zal het doel nog niet zijn bereikt. De gevolgen voor moeders en kinde ren zijn groot. In zeventig procent van de gevallen voorzien gynaecoloog en kinder- HET KIND VAN DE REKENING arts een vervroegde geboorte van het kind. In Zeeland en West-Brabant wordt de kraamvrouw aangemeld bij het Dijk- zigtziekenhuis in Rotterdam. Totaal gaat het om ongeveer tweehonderd vrouwen en hun kinderen die eigenlijk dergelijke zorg nodig hebben. In de universitaire kinderkliniek het Sophia-ziekenhuis kun nen jaarlijks vierhonderd kinderen op de intensive-care worden opgenomen. Hon derdvijftig keer moet Rotterdam neen verkopen. „Hartpatiënten zouden allang een ac tiegroep hebben opgericht", zegt prof. dr. P.J.J. Sauer, kinderarts en gespeciali seerd in de nazorg voor te vroeg geboren zuigelingen. „Stel je voor dat er honderd vijftig hartpatiënten op een instituut zou den moeten worden geweigerd! Maar hier gaat het om hele kleine kinderen en dan wordt gezegd: nou, moet dat nou wel". Sauer en zijn collega's van de andere academische ziekenhuizen hebben zich nog in april van dit jaar tot het kabinet gewend. In 1985, zo schrijven zij, was het aantal dagen dat er in heel Nederland geen intensive-care-bed beschikbaar was, gestegen tot 36 tegen 10 in 1984. In de oostelijke provincies moesten twintig kinderen worden verwezen naar West- duitse ziekenhuizen. Soms moest een kinderarts 's nachts uren bellen, voordat een bed kon worden gevonden. „Daar door ging ook voor het kind kostbare tijd verloren, terwijl regelmatig extreem lange transporten met pasgeborenen Professor dr. P.J.J. Sauer: uiterste terughoudendheid bij actieve euthanasie plaats moest vinden, zoals van Vlissingen naar Groningen en van Delfzijl naar Maastricht. Deze transporten zijn zeer belastend en niet zonder risico voor de kinderen". Want wat gebeurt er Een moeder be valt in een Roosendaals ziekenhuis on verwacht na een zwangerschap van der tig weken. De Roosendaalse kinderarts meldt het kind bij het Sophia-ziekenhuis. „In vijftig procent van deze - niet voor ziene- gevallen moeten wij neen verko pen", zegt Sauer. Dan moet er worden gezocht. Sinds kort kan via Viditel op een beeldscherm informatie over andere centra worden opgeroepen. Maar regel matig moet er worden gebeld, omdat alle couveuses in gebruik zijn. De vraag is dan: komt er ergens binnen enkele uren een couveuse vrij („De een zijn dood is de ander zijn couveuse", zegt een Bra bantse kinderarts) of kan er een nood voorziening worden getroffen. Na uren van bellen en overleggen wordt gewoonlijk wel een oplossing ge vonden. Zo kan het gebeuren dat in geval van een tweeling de moeder in het thuis- ziekenhuis blijft, de ene helft van de tweeling naar Amsterdam en de ander in Nijmegen terechtkomt. Deze situatie is helaas geen uitzondering, zeggen de spe cialisten. In normale omstandigheden is het voor de ouders al vervelend om van het pasgeboren kind gescheiden te worden, als daarbij het leven van het kind ook nog onzeker is, mag zonder overdrijving van dramatische omstandigheden wor den gesproken. Het is van groot belang dat over de behandeling en vooral over de vraag of die moet worden voortgezet veel met de ouders kan worden gespro ken. „Dat gaat natuurlijk moeilijk, als de moeder niet in het academisch zieken huis ligt", zegt Sauer. De levenskansen van de te vroeg gebo ren kinderen zijn vaak klein. Bij kinderen van 26 tot 32 weken draagtijd is de le venskans naar gelang het geboortege wicht tussen de twintig en negentig pro cent (zie schema). In het Sophia overleed vorig jaar tien procent van deze kinde ren. De resultaten worden snel beter: in '83 lag het cijfer nog op 16 en in '84 op 14 procent. Daarbij komt nog dat de k»ns op ingrijpende afwijkingen na be handeling groot kan zijn. Het beeld bij kinderen die noodge dwongen met noodvoorzieningen in het algemene ziekenhuis blijven, is negatie ver. Het betekent een bijzonder zware extra belasting voor het ziekenhuis, om dat het ene kind dag en nacht apart be waakt moet worden. Maar ook blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat een der gelijk kind minder overlevingskansen en meer kans op een handicap heeft. De grens die medici trekken bij de vraag of een kind nog levensvatbaar mag worden geacht, is de laatste jaren ver legd. Enige jaren terug werd er nog van uit gegaan dat de foetus zeker tot 28 we ken in de baarmoeder moet hebben ver keerd. Door de snelle technische ontwik keling van de neo-natale (na de geboor te) zorg is die grens verlaagd naar 26 we ken. Uitzonderlijk is het in Nederland dat ook baby's met een draagtijd van 24 en 25 weken worden behandeld. De kans op levenslange handicaps is te groot, zo vin den deskundigen. Dat wordt bevestigd door onderzoeken in de Amerikaanse li teratuur, waaruit blijkt dat beademing van deze kinderen tot slechte resultaten leidt. In de Verenigde Staten zal de arts echter ook bij deze zuigeüngen doorgaan met behandeling, omdat de ouders naar de rechter kunnen stappen en miljoenen claims indienen. In Nederland wordt van geval tot ge val bekeken of behandeling van de vroeggeborene zin heeft. Soms is de vraag niet relevant: als het lichaam van de baby 'niet met het leven verenigbare afwijkingen' vertoont. Mist de baby bij voorbeeld niertjes, dan is de natuur on- verbiddellijk. Er is echter een glijdend overgangsge bied. De conditie van de baby is afhan kelijk van twee factoren: de zwanger- schapsduur en het gewicht. Beide zaken zijn van invloed op zowel de overlevings kans als op mogelijke defecten. Uit een studie in het Sophia-ziekenhuis büjkt dat in de periode '79 - '83 veertien procent van de kinderen een blijvende handicap overhielden. Het betreft voor het meren deel motorische storingen en verlammin gen door hersenbeschadiging. Daarnaast worden vertraagde geestelijke en licha melijke ontwikkeling en blindheid gecon stateerd. Zeker als het geboortegewicht onder de duizend gram ligt, is de leans op handicaps groot. Dat geldt ook voor kin deren van 25 weken draagtijd, bij wie de kans op handicaps op vijftig procent ligt. „Wij praten van te voren uitvoerig met de ouders over de mogelijkheid van een gehandicapt kind", zegt Sauer. Hij stelt dat de verantwoordelijkheid voor de keuze tussen behandelen of niet behan delen uiteindelijk bij de arts ligt. De arts moet daarbij allereerst het welzijn van het kind voor ogen houden. De gesprek ken met de ouders zijn weliswaar niet be slissend voor de de keus, maar hebben er wel invloed op. „Als je van ouders hoort dat ze er alles voor over hebben om hun kind te behouden, taxeer je de gezinssi tuatie. De meeste ouders zeggen: alstu blieft, bezorg ons geen gehandicapt kind". In het eerste geval zal de arts, zo zegt Sauer, eerder behandelen, hoewel hij weet dat het kind ernstig gehandicapt kan worden. Als de ouders geen gebrek kig kind willen, betekent dat niet dat de arts dan ook niet zal behandelen. „Want het kind staat voorop". Minister Brinkman zei in zijn beant woording op de Kamervragen, dat zijn inziens de arts niet altijd hoeft te behan delen. „Maatgevend moet zijn of (voort gezette) medische behandeling het be lang van het kind dient, wanneer duide lijk is dat deze behandeling het leven slechts verlengt, het lijden vergroot en mogelijk zal leiden tot een ernstig gehan dicapt leven", aldus Brinkman. Daarmee erkent de christendemocratische minister dat, wat wel wordt genoemd, passieve euthanasie onder omstandigheden niet zonder meer mag worden afgewezen. Die passieve euthanasie vindt zowel in de academische centra als in de algemene ziekenhuizen plaats. Zo vertelt dr. H.J. Werre, kinderarts in het Ignatiuszieken- huis in Breda, dat het in zijn praktijk één tot twee keer per jaar voorkomt dat on middellijk na de bevalling beslist wordt dat het kind niet kan worden behouden. Het betreft een onverwachte bevalling, waarbij de kansen van het kind op le vensbehoud miniem zijn en de kansen op een 'gezond' leven nihil. „Overleg met de ouders is dan niet mogelijk", zegt Werre. „Vaak is de moe der nog onder narcose, of komt daar van bij, omdat het kind met een keizersnede is gehaald. U moet U voorstellen dat de ouders zeer geëmotioneerd zijn. Dat is toch ook al bij een normale bevalling? Dan is het ook zo, dat de beslissing bin nen twintig tot dertig minuten moet wor den genomen. En dan is er één verant woordelijk: de arts. Het is een bijzonder moeilijke beslissing, voor de ouders, voor het personeel, maar ook voor mezelF'. Als de beslissing is genomen, wordt het kind in een wiegje gelegd. De nor male verzorging gaat wel door: het kind wordt warm gehouden en krijgt eten en drinken, totdat de dood intreedt. Het schandaal in een Haags ziekenhuis om trent het overlijden van een 22 weken ge dragen foetus dat bij een abortus leven ter wereld kwam, is bij insiders niet zo zeer schokkend door de dood van het kind, alswel doordat zelfs van normale, menselijke verzorging van het kind is af gezien. De minister stelde ook dat „methoden om het overlijden van vroeggeborenen te bespoedigen in Nederland niet worden toegepast". Maar dat is onjuist. Profes sor Sauer heeft inzicht in de praktijk. „Het toepassen van actieve euthanasie is aan een golfperiode onderhevig", zegt hij. „Toen ik in 1982 afreisde naar Cana da, kwam actieve euthanasie regelmatig voor. Maar twee jaar later was die pe riode voorbij". „Met actieve euthanasie moet je uiterst terughoudend zijn", zegt de hoog leraar. „Maar in een enkel geval ligt het kind zo'n mensonterende situatie dat er overdoses kalmerende of pijnstillende middelen worden toegediend die de dood bespoedigen. Dan zit je al in het echte eindstadium. Het gaat hier echt om uit zonderingen. De euthanasie-processen hebben de medici voorzichtig gemaakt". De vraag is dan hoe de minister ervan overtuigd is dat actieve euthanasie niet voorkomt. Daar kan maar één verklaring voor zijn: in de medische verklaring wordt geen euthanasie maar natuurlijke dood opgenomen. En de vraag is of justi tie midden in de verhitte eutnanasie-dis- cussie zit te wachten op aangiften van deze zaken. Over de toelaatbaarheid van euthanasie bestaan nog veel onduidelijk heden. De verzorging van de allerkleinsten is onderhevig aan materiële en ethische vraagstukken. Of een kind moet worden behandeld is een vraag die zich niet zo maar laat beantwoorden. „Stel nu dat je als ziekenhuis helemaal geen gehandi capte kinderen zou afleveren", zegt Sauer, terwijl we naar de miniatuurmens jes in de couveuses kijken, „dat zou na tuurlijk ook niet goed zijn. Dat betekent dat je veel te veel kinderen hebt laten sterven". Maar ook: „We moeten accep teren dat er onrijpe en niet-levensvatbare vruchten worden geboren", zegt de Bre dase kinderarts Werre. Maar beiden vinden dat de opvang en intensieve verzorging van de allerklein sten optimaal moet geschieden en dat de vertragingstaktieken van de minister on aanvaardbaar zijn. Het financiële argu ment van Brinkman doet geen opgeld, meent Sauer. Hij wijst op een rapport van de Ge zondheidsraad van 1982. Daarin is bere kend dat het intensief verzorgen van een te vroeg geboren kind ongeveer 13.500 kost. Het levenslang verzorgen van een gehandicapt kind kost 1,5 miljoen. „Als we praten over een kosten-baten- analyse is een extra investering van 30 miljoen in de neo-natale zorg volstrekt verantwoord. Het scheelt in de uitgaven kant op de zwakzinnigenzorg ƒ110 mil joen".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 19