BOEKEN Literatuur werd laatste 15 jaar nieuws Toekomst-satire van Dimitri Frenkel Frank Aangrijpende vertelkunst van Russische Boccaccio Boeiende Van der Veen over het ouder worden Een nac DIEPSTRA TEN EN KUYPER SCHREVEN 'DE VERBORGEN STEEG VROUWENDECAMERONEVAN JULIA VOZNESENSKAJA Om en om Grapjes De groeten vó Hamijs of kaasijs Verhuizing OKKE: De hin ZAlbHÜAÜ 28 JUNI 1986 Door Maria Klein Obbink TIEN JONGE vrouwen op een kraamafdeling van een Lenin- grads ziekenhuis worden in quarantaine geplaatst wegens besmettingsgevaar. Een van hen, Emma, een regisseuse, is bezig met de voorbereidingen van een toneeluitvoering van Boccaccio's Decamerone. Dat brengt haar op het idee om sa men met de andere vrouwen een eigen Decamerone samen te stellen, gestoeld op die van Boccacio. Want was het niet in Boccaccio's Decamerone dat de hoofdpersonen eveneens tien dagen in quarantaine moesten doorbrengen en met het vertellen van verhalen de tijd konden doden? De vrouwen besluiten elk aar elke dag om de beurt een verhaal te vertellen over een afgeproken onderwerp. Uit eindelijk zal de Vrouwendeca- merone honderd verhalen be vatten. Over onderwerpen als de eerste liefde, haat, ontrouw en jaloezie, tederheid en ge weld of het bedrijven van liefde in komische situaties. De dikke bundel verhalen die daaruit voortvloeit is let terlijk uit het leven gegrepen. Menselijke verhalen, verteld door personages van verschil lend pluimage. Zo is daar Zi- na, een van de opmerkelijkste vrouwen uit het boek. Een 'rouwdouwer' en in alle op zichten een zwerfster, met mensonterende ervaringen in 'het kamp'. Haar tegenpolen zijn in eerste instantie Valen- tina, de hoge partijfunctiona ris en Larisa, doctor in de bio logie. Maar ook de elitaire leefwereld waarin laatste twee verkeren, wordt gedu rende de relatief lange tijd van hun verplichte samenzijn tot op het bot genivelleerd. Want is niet ieder mens het zelfde als het om emoties gaat; als dierlijke instincten de bo ventoon gaan voeren als je in het nauw komt? Zoals de vrouwen die hun man aan een andere vrouw dreigden te ver liezen. Of, een ander onder werp, als je zo door haatgevoe lens wordt verscheurd dat je al je principes overboord zet en zint op wraak?. Schrijfster Julia Voznesens- kaja toont ons de mens - in dit boek de vrouw - in goed en in kwaad. In een heel subtiele vormgeving, waarin, ondanks de commentaren van de an dere vrouwen op eikaars ver haal, je de ruimte wordt gebo den het gelezene naar de eigen leefwereld te vertalen. Alles doorspekt met humor en boor devol wijsheid in een prach tige vertelkunst. En tussen de regels wordt een boeiend beeld gegeven van de Russische we reld van alledag. Een aangrij pend boek. Julia Voznesenskaja (44) studeerde theaterwetenschap pen in leningrad. In 1976 werd zij gearresteerd omdat zij lid was van een verboden cultu rele beweging. Na een mis lukte vluchtpoging werd ze in 1977 veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid in Goelag. In die periode schreef ze een gedich tenbundel en twee autobiogra fische novellen. Deze zijn later in het Westen gepubliceerd. In 1979 richtte Voznesenskaja met drie andere vrouwen het tijdschrift Vrouw en Rusland op. Dit blad leverde veel kri tiek op de gezondheidszorg en de kinderopvang in de Sovjet Unie (het tijdschrift werd in 1980 verboden). Na korte tijd verliet Voznesenskaja de groep om hun, naar haar me ning, te marxistische ideeën. Zo sloot zich aan bij Maria, een feministische groep op re ligieuze basis. Julia Vozne senskaja protesteerde fel bij de Russische invasie in Afgha nistan. Dit leidde uiteindelijk tot haar gedwongen vertrek uit de Sovjet Unie in 1980. Zo woont en werkt nu in West- Duits land. Julia Voznesenskaja: 'Vrou- wendecamerone'. Uitg. A.W. Bruna Zoon, prijs paper back 37,50, gebonden 45. 'Gewoon een spannend jeugdboek' Door Henk Egbers „We wilden gewoon een spannend jeugdboek schrij ven". Als Johan Diepstraten uit Breda uitlegt wat dat in houdt, blijkt 'De Verborgen Steeg' ook een reactie op de heersende jeugdlectuur van de jaren zeventig. Met Sjoerd Kuyper, uit Wijde Wormer, keek hij ook een beetje over zijn schouder naar zijn eigen jeugd, die natuurlijk veel spannender was dan hetgeen je nu als volwassene om je heen ziet. In 'De Verborgen Steeg' zit ten de nodige kruidige in grediënten om het verhaal echt spannend te maken. Dat het boek, bestemd voor jongeren van 9-14 jaar (dat zegt althans de kaft) ook nog goed geschreven is, be hoeft geen betoog. Johan en Sjoerd -ze kennen elkaar sedert hun Amsterdamse studentenperiode - hebben afzonderlijk en samen al de nodige boeken en artikelen, tv-spelen en dergelijke op hun naam staan. 'De Ver borgen Steeg' werd, zo ver telt Johan, al in 1977 in Chaam geboren. Toen ze daar veertien dagen in een verbouwde boerderij zaten te werken aan het boek 'Het Nieuwe Proza' (interviews met jonge Nederlandse schrijvers) haalden ze herin neringen op aan de span nende jeugdboeken uit hun jeugd; tussen Dick Trom en Dick Bos. „We kregen toen gruwelijk de pest aan al die sociaal-maatschappelij ke, moeilijke kinderboeken van dat moment". Zij zouden het, vanuit die nostalgie, wel weer eens even anders gaan doen. „In die twee weken bedachten we tien hoofdstukken; maakten het scenario voor een ouderwets spannend boek". Er gingen jaren over heen. Notities gingen verlo ren. „Twee jaar geleden zei den we tegen elkaar: 'nu of nooit!"' Er werd opnieuw bedacht ren. Daarbij speelt de buurt- winkel van tante To een cen trale rol; zeker als bij het slopen naast haar pand een geraamte in een bed wordt gevonden. Een dichtgemet selde kamer had dit jaren verborgen gehouden. Tante To wordt opge bracht. Maar dat kan niet waar zijn! De drie voelen dat op hun klompen aan. Ze gaan zelf, buiten de politie om, op onderzoek uit en doen merkwaardige ontdekkin gen. De oorlog met joden en NSB'ers, een ongelukkige liefde, een veldslag met de ME bij het ontruimen van de buurt etcetera spelen daar bij mee. Er volgt, zoals dat hoort in spannende boeken, een merkwaardige ontkno ping. Johan Diepstraten: „We hebben er een jaar leuk en gezellig aan gewerkt". Sjoerd wilde ermee naar zijn uitgever, In de Knipscheer. Die zei 'nee', want hij vond het boek te omslachtig. Jo han bood het Bert Bakker aan. Die vond de aanloop tot de echte actie te lang. „We hebben toen veertig pagina's ingekort en daarna was Bakker laaiend enthou siast". Maar dat het verleden niet helemaal is te reproduceren, merkten beide auteurs bij de problemen rond de door hen bedachte titel voor het boek: 'De dader ligt op het kerk hof'. Johan: „Die uitdruk king blijkt de jeugd van nu niet meer te kennen; boven dien verraadt de titel dan iets van de inhoud. En zo werd het 'De Verborgen Steeg'. Bert Bakker liet er door Gert Dooreman teke ningen in de Dick Bosstijl bij maken". Johan Diepstraten (links) en Sjoerd Kuyper: samen terug naar een spannende jeugd. - foto bert bakker en bekokstoofd. Ze schreven om en om. Johan maakte ze ven pagina's, stuurde die naar Sjoerd, die de volgende zeven schreef etcetera. Op die manier ontstonden er 200 pagina s. Het verhaal speelt in een stad, in een buurt die afge broken moet worden; al thans, dat wil het gemeente bestuur. De bewoners mobi liseren zich onder leiding van een zojuist uit een derde wereldland teruggekeerde archeoloog. Tussen de slo pers door beleven Anton, John en Fleur hun avontu- Beide auteurs-neerlandici hebben uiteraard allerlei woord- en stijlgrapjes in de tekst meegenomen. Natuur lijk kennen ze ook de detec tive-trucs, maar ook -als docent - de psychologische dieptes van een kinderziel. De gepreviligeerde Fleur (gezien haar milieu) kan stu deren en schijnt schrijver te kunnen worden, maar wordt het niet. En Anton, die - ko mend uit een hele ander ge zinssituatie - het allemaal niet zo best snapt, blijkt (via een dagboek) schrijftalent te hebben. Johan is ook heel tevreden over wat hij noemt hun 'een seconde-theorie': mensen doen vaak dingen in een vlaag van verstandsverbij stering. Die speelt een rol in die verborgen steeg. Nee, de rellen in de af braakbuurt, de werkloze va der, de gedroste academicus als actie-leider etcetera slui ten niet aan bij de maat schappelijke kinderboeken uit de jaren zeventig, meent Johan, maar zijn uitsluitend in functie van de sfeerteke ning. Ook de gebruikte cli- ché's staan in dienst daar van. „De reacties van de kin deren, die we het boek lieten lezen, zijn heel positief. 'Oh, zo spannend. Ik moet erom huilen'. Wat ze mooi vinden is de scene met de vader op de brancard (neergeslagen door de ME bij de ontrui- mingsrellen) en tenslotte Anton op het graf. Dat doet het. Het is een héél mooi boek!!" Of ze samen zo doorgaan? Niet direct. Sjoerd is in op dracht van uitgeverij De Be zige Bij bezig met het Grote Mensenboek en Johan is een thriller aan het schrijven, over brandend Breda naar aanleiding van een pyro maan, die hier enkele jaren geleden huishield. 'De Ver borgen Steeg' kwam later uit dan gepland en in een wat ongelukkige tijd. Hoewel... het is een prima vakantie boek. En het zou best eens kunnen zijn dat menig vol wassene - wat heet - er in de vakantie ook genoegen aan beleeft. In de komende kin derboekenweek in het na jaar, dat als thema 'boeven' heeft, komt het weer op nieuw aan de orde. Johan Diepstraten en Sjoerd Kuyper: De Verborgen Steeg (uitg. Bert Bakker - 19.90) Door Henk Egbers DE Stem en kranten in het al gemeen geven op dit moment veel meer ruimte aan nieuws over boeken/literatuur dan in 1970. Hoe komt dat? Wat is er veranderd in het literaire kli maat sedertdien? In zeventien artikelen van evenzoveel auteurs die betrokken zijn bij de Nederlandse literaire jet set wordt geprobeerd ontwik kelingen in die vijftien jaren te kenschetsen. Gebundeld le veren die het boek 'Het lite raire klimaat 1970-1985' op, waarin onder redactie van Tom van Deel, Nicolaas Mat sier en Cyrille Offermans straatjes worden schoonge veegd, collega's gekieteld en verguisd en bepaalde ontwik kelingen zeer subjectief wor den verwoord. Een gewichtige, vermakelijke, gesoigneerde, kritische, overdadig boeiende bundel. Dit boek heeft een voorge schiedenis. Eraan vooraf gin gen de beide bundels 'Literair Lustrum 1 en 2' geredigeerd vanuit de Merlyn-hoek (Fens, Jessurun d'Oliveira en Over steegen). Daarin werden de ja ren zestig beschreven. Wat af wijkend van deze werkstuk ken heeft 'de redactie gepro beerd een boek te maken dat een beeld geeft, op een meer of minder essayerende wijze, van een aantal verschijnselen en ontwikkelingen in vijftien jaar Nederlandse literatuur'... Paul de Wispelaere wijst in zijn bijdrage over de Vlaamse literatuur op een verschil met de vorige uitgaven. Vlaamse en Noordnederlandse litera tuur werden geïntegreerd be handeld. In dit boek is de aan dacht voor Vlaanderen het sluitstuk. Hij beklaagt zich over de afnemende interesse voor hetgeen er in België ge wrocht wordt; vaak met onei genlijke motivering van Ne- derlandse kant. Een tweede opvallend punt is dat deze bundel helemaal vanuit de Randstad-mentali teit is geschreven. Zowel de behandelde thema's, schrij vers als aangehaalde litera tuur zijn vanuit het Amster damse vaticaan der literatuur bepaald. Er is zelfs geen po ging gedaan om bijvoorbeeld het functioneren van de regio nale pers - op een enkele sneer na - op dit punt bij dat klimaat te betrekken. In rela tie met de vorige opmerking: in het begin van de zeventiger jaren bracht De Stem, in eigen produktie, een vijftiental in terviews met opkomende Vlaamse auteurs, die voorlo pig door de landelij ke pers ge negeerd zouden blijven. Schrijvers als Walter van den Broeck, Monica van Paemel, Paul Koeck, Mireille Cottenjé, Daniel Robberechts e.a., waar van de meesten nu herhaalde lijk daarin wel aan bod ko men, werden toen al geïnter viewd door ons, maar lande lijk schouderophalend voorbij gezien. Deze arrogantie be paalt voor een belangrijk deel ook nog het literaire klimaat van de 300 pagina's van dit boek. Desondanks staat er veel in dat heel informatief terug blikt. Het ene sluit het andere niet uit. Zo opent Rob Schouten met de constatering dat schrijvers geëtiketteerd worden en hangt dan zelf groepen op aan de tijdschriften Raster, Revisor en Maatstaf. Jaap Goedege- buure probeert eveneens de Nederlandse critici onder de duim te houden door ze te eti ketteren binnen vier groepen. Ook in De Stem werden een Cyrille Offermans belicht het experiment in 'Het Literair Klimaat'. - foto archief de stem aantal jaren bij toerbeurt we- kelij kse boekrecensies ge schreven die bewust afwisse lend ingingen op de structuur en dan weer op de inhoude- lijk-maatschappelijke aspec ten (dat was de tijd dat één li terair boek per week mooi meegenomen was!). „De receptie-esthetica (le zersgericht) heeft er zonder twijfel toe bijgedragen dat men in de afgelopen vijftien jaar oog heeft gekregen voor de historische relativiteit van ons literatuurbegrip...", is een opmerking van Anthony Mer- tens die schrijft over universi teit en literatuur. De meeste kranten zullen zich niet be wust zijn van de receptie-es thetica in relatie met hun toe genomen aandacht voor lite ratuur... „Ik heb de indruk dat er een tendens bestaat om alles in bladen méér op journalistieke nieuwswaarde te bezien. Lite ratuur heeft de laatste vijf jaar weer nieuwswaarde," al dus August Hans den Boef in zijn bijdrage over de belang stelling voor debutanten. De keuze van de kranten betref fende de te bespreken boeken is derhalve nogal aanvecht baar, evenals die 'literaire clown' Büch, aldus deze auteur. Tom van Deel zet boven zijn bijdragen dan ook 'De veron achtzaamden' en bekijkt hoe publiciteit selectief is en auteurs canoniseert en ter zijde laat liggen. Hij vindt dat bv Brakman en Alberts tussen wal en schip gevallen zijn. Dit boek werkt dan bevestigend en laat via Fens en Raat de vier groten uit deze periode, Mulisch, Reve, Hermans en Wolkers, behandelen. Diny Schouten schrijft, om in stijl te blijven, tweeslachtig over het verschijnsel vrouwenlitera tuur. Flauwekul en goed dat het er is. s De jaren zeventig waren de jaren van de column, de stuk jesschrijvers, het vervagen van de grens tussen journalis tiek en literatuur (door meer dere auteurs opgemerkt). Door Matsier ook weer opgehangen aan 'de groten' als Blokker en Komrij. Heel veel bijdragen in dit boek kiezen de weg van de minste weerstand; leveren geen echt onderzochte ver schijnselen op, maar verzan den in het doorwrochte gele genheidsstukje. Tot de betere bijdragen behoort die van Of fermans, die het experiment doorlicht; van Schierbeek, via Polet naar Michels en Voge laar. Kruithof komt er eerlijk voor uit: 'Ik zonder, als steeds, de Vlamingen van behande ling uit', als hij het heeft over de essayisten. Kuijper noemt poëzie een 'kwestie van som migen'. Dat zijn in zijn ver haal Ouwens, Kopland, Fave- rey, Kouwenaar en Vroman. Dat Nederland in de bespro ken periode een eigen toneel schrijfkunst ontwikkelde wordt door Hans van den Bergh uiteengezet. „De prille jaren tachtig betekenen een afscheid van de vernieuwings drang van de jaren zestig"... En ook Aukje Holtrop consta teert, als zij schrijft over kin derliteratuur, dat 'de slinger in 1985 weer aardig terugge draaid is... de beweging van begrip voor het kind is omge slagen in het verwijt aan de kinderen'... Zoals gemeld is Vlaanderen het sluitstuk met De Wispe- laer over de Vlaamse uit gangspunten, Gerits over proza en Brens over poëzie (en het Nederlands paternalis me...) „Heeft een zelfmoordcom mando van essayisten de PC Hooftprijs willen toekennen aan een 'stukjesschrijver'?, zo luidt een van de commerciële teksten op de flap. Jammer dat dit soort flauwekul nodig blijkt om dit boek verkoop baar te maken. Want, ondanks enkele vraagtekens bij (de eerlijkheid van) de betogen vinden wij de veelzijdige be perkte inhoud van deze bundel alleszins de moeite waard. Het Literair Klimaat 1970- 1985. Uitg. De Bezige Bij, prijs ƒ32,50 - foto archief DE STE Dimitri Frenkel Frank. Dimitri Frenkel Frank is een schrijver die constant leuk poogt te zijn. Zowel in zijn boeken als in zijn toneelstuk ken is dat leuk zijn verpakt in het op de korrel nemen van actuele toestanden in onze sa menleving en dan vooral de relatieproblematiek en veran derende (seksuele) normen. Hij is dan wel niet zo begaafd in zijn waarneming als de vaak ronduit sublieme Kees van Kooten, maar niettemin komt hij toch vaak grappig uit de hoek als hij hedendaags le ven op de hak neemt. In zijn nieuwste boek 'Me moires van een lafaard' ver plaatst Frenkel Frank dat he dendaagse leven naar de toe komst. Nederland gaat in 'Me moires van een lafaard' ge bukt onder een linkse dicta tuur (voortgekomen uit de Amsterdamse krakersbewe ging), die een waar schrikbe wind uitoefent. Uiteraard is daar volgens goed Neder landse traditie verzet tegen en Frenkel Frank laat in dat ver zet ultra rechts (hij situeert veel van dat soort mensen in Den Haag) en linkse lesbien nes (veelal uit Amsterdam) sa menwerken. Hoofdpersoon en dus de laf aard uit het boek is ene Carel van Wetterstein Sluys, een li terator uit gegoede Haagsche kringen. Hij raakt tegen wil en dank in het verzet verzeild en weet zich daar met een mengeling van lafheid en moed der wanhoop in wankel evenwicht te houden. 'Memoires van een lafaard' biedt Frenkel Frank aldus kans om bijtend uit te halen naar allerlei Hollandsheii anno nu. Toneel- en filmwe reld, maar ook de journalis tiek moeten er aan geloven en het begrip 'collaboreren' krijg een nieuwe dimensie. Eei boek als 'Memoires van eei lafaard' boeit bij de gratie vai de overdrijving en vooral ii zijn beschrijving van het Am sterdamse straatleven In revo lutietijd ziet Frenkel Franl kans om heel komisch, zij he hier en daar wat grof, de si. tuatie te verwoorden. 'Memoires van een lafaarc is dan ook een boek dat ziel vlot laat lezen en dat per pa gina goed is voor minstens eei glimlach. Nadeel van het boek en meer boeken van Frenke Frank lijden aan dat euvel, dat het, ondanks het feit da het in de toekomst speelt, erj tijdsgebonden is. Over pakwej twee jaar zijn de toespelingei op de huidige Nederlandse sa menleving al lang en breei achterhaald en dan zal 'Me moires van een lafaard' zee gedateerd aandoen. Wat we actueel zal blijven, zijn de pe rikelen van lafaard en bedro gen echtgenoot Van Wetter stein Sluys. De onbeholpei kwetsbaarheid van die hoold persoon is eigenlijk van alk tijden en al doet Frenke Frank er heel luchtig en ko misch over, de ondertoon soms best ontroerend. WvL Dimitri Frenkel Frank: 'Me moires van een lafaard'. Uitg De Prom, prijs 25,-. Door Henk Egbers „WAT IS aanlokkelijker voor iemand die graag verantwoor delijkheid voor anderen ont vlucht, dan in eigen overbo digheid te geloven", zo consta teert Adriaan van der Veen aan het slot van zijn roman 'Onvoltooid verleden'. Of be ter: dat concludeert de ik-fi- guur als hij zijn verslag aan de psychiater over zijn proble men met het ouder-worden voltooit. Maar je bent geneigd die persoon zó met de auteur te identificeren, omdat Van der Veen gelijkenissen met zichzelf aanbrengt die de le vensechtheid van deze interes sante roman ondersteunen. Adriaan van der Veen is een vakman in de ambachtelijke zin van het woord. Zijn oeuvre is nogal omvangrijk. Al is het ene boek niet altijd even sterk als het andere, nooit kun je zeggen dat het slecht gedaan is. Zo ook deze roman: prima vakwerk en een interessant thema. Zijn taal is heel prettig om te lezen - het steekt alle maal vakkundig in elkaar - en het onderwerp wordt behan deld met de allure van een goed doortimmerde scriptie, die zichzelf overstijgt door toch meer leven dan leer te la ten ervaren. De ik-figuur - een auteur, die zulke menselijke boeken schrijft - is, laten we zeggen, een jaar of zestig. Hij heeft na het overlijden van zijn echtge note, een relatie aangeknoopt met een veel jongere vrouw - laten we denken aan de mid den dertiger jaren. Na een paar jaar loopt het tussen hen spaak en is Elisabeth - zo heet zijn tweede gezellin - inge trokken bij Herman, een leef tijdgenoot, die bovendien ook nog zijn boeken bewondert. Wat is er fout gegaan? Het is dan bijna een cliché: De psychiater zegt: Kom jon gen, ga eens een tijdje naar Zwitserland en schrijf alles op wat je ervaren hebt. Dat ge beurt en dit boek is dan het verslag dat hij 'op vakantie' geschreven heeft. Tenslotte blijkt er - op andere basis - een nieuwe ópenheid mogelijk tussen Elisbeth en hem. Eigen lijk een obligaat verhaal. Toch brengt Van der Veen zulke eigen karakteristieken aai binnen dit gegeven dat hel niet meer geijkt is, maar je at lezer een authentiek procel laat meebeleven. In hoeverre die authentici teit berust op marginaliteit el op een veel voorkomend ver schijnsel zal de psychiater' psychotherapeut e.d. kunnen uitmaken en zal bewezen wor den door identificaties die df lezers ondergaan. Als Van de; Veen lijnen trekt naar bij voorbeeld moederrelaties in 4 jeugd lopen we op geijkt freu diaans pad. Maar met di auteur is er méér aan de hand Zijn eerste vrouw Katherini had ook een sterk lesbisch' kant (was dus bi-seksueel). Di had zijn doorwerking in hu huwelijk. Hij vroeg zich af» hoeverre hij als man rem- placant was binnen deze con text. En op de tweede plaat meende hij daardoor een alib te hebben voor een tweede re latie met een zekere Froukj' Maar die vlieger ging niet op In zijn relatie met Elisabetl merkt hij dat hij het Kathefl- ne-gedrag herhaalt ten aan zien van Elisabeth; maar met de mannelijke se# „Vreemd dat ik hier niet eer der over heb nagedacht: wa Katherine toen door mij moes uitstaan, is mij nu door Klisa beth overkomen." Het grondprobleem is echte zijn ouder-worden. Het niet accepteren ervan zoekt uitw' gen; blokkeert zijn activite als schrijver met het gevoe van overbodig-worden. Hoe wel dat niet woordelijk aani orde komt, is een weggoo: maatschappij natuurlijk ee uitstekende voedingsboder voor dit soort ervaringen. Dj inertie openbaarde zich ook i de seksuele relatie tussen i auteur en Elisabeth. Er vil geen balans meer tussen ef; wederkerige inzet. De concl» sie luidt, dat erkenning va: elkanders identiteit - twee a' zonderlij ke mensen - de bes' basis is voor houdbare liefde Dat heeft niets meer va doen met leeftijd. En zo is Va der Veens' roman een interes sant gegeven voor jong en ou» Adriaan van der Veen: '0» voltooid verleden'. Uitg. Ma» teau, prijs 24,50. 'ALS mensen heel ou Hanneke. 'Mijn konijn, In een radioprogramnr jaar worden, daarom vi komen. Zijn er kinder mijne heet Knabbel, is De vraag is dus 'Wie h n Als het aan mene - Campina ligt, dan etc alleen nog maar ijs. I naar zalm smaakt, 1 kaas, tomatensoep of en bijv. hazelnootijs Nederlanders zijn nan slechte ijseters, ze ete liefst softijs en dat n veranderen, vindt Can IJs komt waarschijnli China en bestond da drieduizend jaar v< Christus. Het werd gei van melk, water, honi vruchtensap. In de der eeuw kwam Marco P< één van zijn ontdekkingsreizen in terecht en die nam i jsrecept mee terug huis. Nou begrijp je w: het Italiaanse ijs zo bei is, ze hebben er eeuwe op kunnen oefenen, kennen ze geen kaasij komt uit Nederlan Michiel van Ierssel sti vreemde droom waari: recht komt. Hij maakt Afrika terecht en wor de kapitein hem redd Daar gebeurt natuurli, Michiel zwemmen voor hem aan. Het eindigt g ook al moet hij daarvi bracht worden. Gelukk De Kindervuist is ve Utrecht: Oude Gracht een eigen winkel te beg kantie dan ook. Voor 1 ver, maar je kunt de 328410. Kindervuist is actief oj kinderen, verbetering dernemen kunnen ze je Voor al dat werk hebl wassenen, want kinder aanvragen, hebben hui de winkel staan. Ken je kinderen kunnen omg; dan even bellen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 30