BOEKEN
Literatuur werd laatste 15 jaar nieuws
Toekomst-satire van
Dimitri Frenkel Frank
Aangrijpende vertelkunst van Russische Boccaccio
Boeiende Van der Veen
over het ouder worden
Een nac
DIEPSTRA TEN EN KUYPER SCHREVEN 'DE VERBORGEN STEEG
VROUWENDECAMERONEVAN JULIA VOZNESENSKAJA
Om en om
Grapjes
De groeten vó
Hamijs
of
kaasijs
Verhuizing
OKKE: De hin
ZAlbHÜAÜ 28 JUNI 1986
Door Maria Klein Obbink
TIEN JONGE vrouwen op een
kraamafdeling van een Lenin-
grads ziekenhuis worden in
quarantaine geplaatst wegens
besmettingsgevaar. Een van
hen, Emma, een regisseuse, is
bezig met de voorbereidingen
van een toneeluitvoering van
Boccaccio's Decamerone. Dat
brengt haar op het idee om sa
men met de andere vrouwen
een eigen Decamerone samen
te stellen, gestoeld op die van
Boccacio. Want was het niet in
Boccaccio's Decamerone dat
de hoofdpersonen eveneens
tien dagen in quarantaine
moesten doorbrengen en met
het vertellen van verhalen de
tijd konden doden?
De vrouwen besluiten elk
aar elke dag om de beurt een
verhaal te vertellen over een
afgeproken onderwerp. Uit
eindelijk zal de Vrouwendeca-
merone honderd verhalen be
vatten. Over onderwerpen als
de eerste liefde, haat, ontrouw
en jaloezie, tederheid en ge
weld of het bedrijven van
liefde in komische situaties.
De dikke bundel verhalen
die daaruit voortvloeit is let
terlijk uit het leven gegrepen.
Menselijke verhalen, verteld
door personages van verschil
lend pluimage. Zo is daar Zi-
na, een van de opmerkelijkste
vrouwen uit het boek. Een
'rouwdouwer' en in alle op
zichten een zwerfster, met
mensonterende ervaringen in
'het kamp'. Haar tegenpolen
zijn in eerste instantie Valen-
tina, de hoge partijfunctiona
ris en Larisa, doctor in de bio
logie. Maar ook de elitaire
leefwereld waarin laatste
twee verkeren, wordt gedu
rende de relatief lange tijd
van hun verplichte samenzijn
tot op het bot genivelleerd.
Want is niet ieder mens het
zelfde als het om emoties gaat;
als dierlijke instincten de bo
ventoon gaan voeren als je in
het nauw komt? Zoals de
vrouwen die hun man aan een
andere vrouw dreigden te ver
liezen. Of, een ander onder
werp, als je zo door haatgevoe
lens wordt verscheurd dat je
al je principes overboord zet
en zint op wraak?.
Schrijfster Julia Voznesens-
kaja toont ons de mens - in dit
boek de vrouw - in goed en in
kwaad. In een heel subtiele
vormgeving, waarin, ondanks
de commentaren van de an
dere vrouwen op eikaars ver
haal, je de ruimte wordt gebo
den het gelezene naar de eigen
leefwereld te vertalen. Alles
doorspekt met humor en boor
devol wijsheid in een prach
tige vertelkunst. En tussen de
regels wordt een boeiend beeld
gegeven van de Russische we
reld van alledag. Een aangrij
pend boek.
Julia Voznesenskaja (44)
studeerde theaterwetenschap
pen in leningrad. In 1976 werd
zij gearresteerd omdat zij lid
was van een verboden cultu
rele beweging. Na een mis
lukte vluchtpoging werd ze in
1977 veroordeeld tot twee jaar
dwangarbeid in Goelag. In die
periode schreef ze een gedich
tenbundel en twee autobiogra
fische novellen. Deze zijn later
in het Westen gepubliceerd. In
1979 richtte Voznesenskaja
met drie andere vrouwen het
tijdschrift Vrouw en Rusland
op. Dit blad leverde veel kri
tiek op de gezondheidszorg en
de kinderopvang in de Sovjet
Unie (het tijdschrift werd in
1980 verboden). Na korte tijd
verliet Voznesenskaja de
groep om hun, naar haar me
ning, te marxistische ideeën.
Zo sloot zich aan bij Maria,
een feministische groep op re
ligieuze basis. Julia Vozne
senskaja protesteerde fel bij
de Russische invasie in Afgha
nistan. Dit leidde uiteindelijk
tot haar gedwongen vertrek
uit de Sovjet Unie in 1980. Zo
woont en werkt nu in West-
Duits land.
Julia Voznesenskaja: 'Vrou-
wendecamerone'. Uitg. A.W.
Bruna Zoon, prijs paper
back 37,50, gebonden 45.
'Gewoon een spannend jeugdboek'
Door Henk Egbers
„We wilden gewoon een
spannend jeugdboek schrij
ven". Als Johan Diepstraten
uit Breda uitlegt wat dat in
houdt, blijkt 'De Verborgen
Steeg' ook een reactie op de
heersende jeugdlectuur van
de jaren zeventig. Met
Sjoerd Kuyper, uit Wijde
Wormer, keek hij ook een
beetje over zijn schouder
naar zijn eigen jeugd, die
natuurlijk veel spannender
was dan hetgeen je nu als
volwassene om je heen ziet.
In 'De Verborgen Steeg' zit
ten de nodige kruidige in
grediënten om het verhaal
echt spannend te maken.
Dat het boek, bestemd
voor jongeren van 9-14 jaar
(dat zegt althans de kaft) ook
nog goed geschreven is, be
hoeft geen betoog. Johan en
Sjoerd -ze kennen elkaar
sedert hun Amsterdamse
studentenperiode - hebben
afzonderlijk en samen al de
nodige boeken en artikelen,
tv-spelen en dergelijke op
hun naam staan. 'De Ver
borgen Steeg' werd, zo ver
telt Johan, al in 1977 in
Chaam geboren. Toen ze
daar veertien dagen in een
verbouwde boerderij zaten
te werken aan het boek 'Het
Nieuwe Proza' (interviews
met jonge Nederlandse
schrijvers) haalden ze herin
neringen op aan de span
nende jeugdboeken uit hun
jeugd; tussen Dick Trom en
Dick Bos. „We kregen toen
gruwelijk de pest aan al die
sociaal-maatschappelij ke,
moeilijke kinderboeken van
dat moment".
Zij zouden het, vanuit die
nostalgie, wel weer eens
even anders gaan doen. „In
die twee weken bedachten
we tien hoofdstukken;
maakten het scenario voor
een ouderwets spannend
boek". Er gingen jaren over
heen. Notities gingen verlo
ren. „Twee jaar geleden zei
den we tegen elkaar: 'nu of
nooit!"'
Er werd opnieuw bedacht
ren. Daarbij speelt de buurt-
winkel van tante To een cen
trale rol; zeker als bij het
slopen naast haar pand een
geraamte in een bed wordt
gevonden. Een dichtgemet
selde kamer had dit jaren
verborgen gehouden.
Tante To wordt opge
bracht. Maar dat kan niet
waar zijn! De drie voelen dat
op hun klompen aan. Ze
gaan zelf, buiten de politie
om, op onderzoek uit en doen
merkwaardige ontdekkin
gen. De oorlog met joden en
NSB'ers, een ongelukkige
liefde, een veldslag met de
ME bij het ontruimen van de
buurt etcetera spelen daar
bij mee. Er volgt, zoals dat
hoort in spannende boeken,
een merkwaardige ontkno
ping.
Johan Diepstraten: „We
hebben er een jaar leuk en
gezellig aan gewerkt".
Sjoerd wilde ermee naar zijn
uitgever, In de Knipscheer.
Die zei 'nee', want hij vond
het boek te omslachtig. Jo
han bood het Bert Bakker
aan. Die vond de aanloop tot
de echte actie te lang. „We
hebben toen veertig pagina's
ingekort en daarna was
Bakker laaiend enthou
siast".
Maar dat het verleden niet
helemaal is te reproduceren,
merkten beide auteurs bij de
problemen rond de door hen
bedachte titel voor het boek:
'De dader ligt op het kerk
hof'. Johan: „Die uitdruk
king blijkt de jeugd van nu
niet meer te kennen; boven
dien verraadt de titel dan
iets van de inhoud. En zo
werd het 'De Verborgen
Steeg'. Bert Bakker liet er
door Gert Dooreman teke
ningen in de Dick Bosstijl bij
maken".
Johan Diepstraten (links) en Sjoerd Kuyper: samen terug naar een spannende jeugd.
- foto bert bakker
en bekokstoofd. Ze schreven
om en om. Johan maakte ze
ven pagina's, stuurde die
naar Sjoerd, die de volgende
zeven schreef etcetera. Op
die manier ontstonden er 200
pagina s.
Het verhaal speelt in een
stad, in een buurt die afge
broken moet worden; al
thans, dat wil het gemeente
bestuur. De bewoners mobi
liseren zich onder leiding
van een zojuist uit een derde
wereldland teruggekeerde
archeoloog. Tussen de slo
pers door beleven Anton,
John en Fleur hun avontu-
Beide auteurs-neerlandici
hebben uiteraard allerlei
woord- en stijlgrapjes in de
tekst meegenomen. Natuur
lijk kennen ze ook de detec
tive-trucs, maar ook -als
docent - de psychologische
dieptes van een kinderziel.
De gepreviligeerde Fleur
(gezien haar milieu) kan stu
deren en schijnt schrijver te
kunnen worden, maar wordt
het niet. En Anton, die - ko
mend uit een hele ander ge
zinssituatie - het allemaal
niet zo best snapt, blijkt (via
een dagboek) schrijftalent te
hebben.
Johan is ook heel tevreden
over wat hij noemt hun 'een
seconde-theorie': mensen
doen vaak dingen in een
vlaag van verstandsverbij
stering. Die speelt een rol in
die verborgen steeg.
Nee, de rellen in de af
braakbuurt, de werkloze va
der, de gedroste academicus
als actie-leider etcetera slui
ten niet aan bij de maat
schappelijke kinderboeken
uit de jaren zeventig, meent
Johan, maar zijn uitsluitend
in functie van de sfeerteke
ning. Ook de gebruikte cli-
ché's staan in dienst daar
van. „De reacties van de kin
deren, die we het boek lieten
lezen, zijn heel positief. 'Oh,
zo spannend. Ik moet erom
huilen'. Wat ze mooi vinden
is de scene met de vader op
de brancard (neergeslagen
door de ME bij de ontrui-
mingsrellen) en tenslotte
Anton op het graf. Dat doet
het. Het is een héél mooi
boek!!"
Of ze samen zo doorgaan?
Niet direct. Sjoerd is in op
dracht van uitgeverij De Be
zige Bij bezig met het Grote
Mensenboek en Johan is een
thriller aan het schrijven,
over brandend Breda naar
aanleiding van een pyro
maan, die hier enkele jaren
geleden huishield. 'De Ver
borgen Steeg' kwam later uit
dan gepland en in een wat
ongelukkige tijd. Hoewel...
het is een prima vakantie
boek. En het zou best eens
kunnen zijn dat menig vol
wassene - wat heet - er in de
vakantie ook genoegen aan
beleeft. In de komende kin
derboekenweek in het na
jaar, dat als thema 'boeven'
heeft, komt het weer op
nieuw aan de orde.
Johan Diepstraten en Sjoerd
Kuyper: De Verborgen Steeg
(uitg. Bert Bakker - 19.90)
Door Henk Egbers
DE Stem en kranten in het al
gemeen geven op dit moment
veel meer ruimte aan nieuws
over boeken/literatuur dan in
1970. Hoe komt dat? Wat is er
veranderd in het literaire kli
maat sedertdien? In zeventien
artikelen van evenzoveel
auteurs die betrokken zijn bij
de Nederlandse literaire jet
set wordt geprobeerd ontwik
kelingen in die vijftien jaren
te kenschetsen. Gebundeld le
veren die het boek 'Het lite
raire klimaat 1970-1985' op,
waarin onder redactie van
Tom van Deel, Nicolaas Mat
sier en Cyrille Offermans
straatjes worden schoonge
veegd, collega's gekieteld en
verguisd en bepaalde ontwik
kelingen zeer subjectief wor
den verwoord. Een gewichtige,
vermakelijke, gesoigneerde,
kritische, overdadig boeiende
bundel.
Dit boek heeft een voorge
schiedenis. Eraan vooraf gin
gen de beide bundels 'Literair
Lustrum 1 en 2' geredigeerd
vanuit de Merlyn-hoek (Fens,
Jessurun d'Oliveira en Over
steegen). Daarin werden de ja
ren zestig beschreven. Wat af
wijkend van deze werkstuk
ken heeft 'de redactie gepro
beerd een boek te maken dat
een beeld geeft, op een meer of
minder essayerende wijze, van
een aantal verschijnselen en
ontwikkelingen in vijftien
jaar Nederlandse literatuur'...
Paul de Wispelaere wijst in
zijn bijdrage over de Vlaamse
literatuur op een verschil met
de vorige uitgaven. Vlaamse
en Noordnederlandse litera
tuur werden geïntegreerd be
handeld. In dit boek is de aan
dacht voor Vlaanderen het
sluitstuk. Hij beklaagt zich
over de afnemende interesse
voor hetgeen er in België ge
wrocht wordt; vaak met onei
genlijke motivering van Ne-
derlandse kant.
Een tweede opvallend punt
is dat deze bundel helemaal
vanuit de Randstad-mentali
teit is geschreven. Zowel de
behandelde thema's, schrij
vers als aangehaalde litera
tuur zijn vanuit het Amster
damse vaticaan der literatuur
bepaald. Er is zelfs geen po
ging gedaan om bijvoorbeeld
het functioneren van de regio
nale pers - op een enkele
sneer na - op dit punt bij dat
klimaat te betrekken. In rela
tie met de vorige opmerking:
in het begin van de zeventiger
jaren bracht De Stem, in eigen
produktie, een vijftiental in
terviews met opkomende
Vlaamse auteurs, die voorlo
pig door de landelij ke pers ge
negeerd zouden blijven.
Schrijvers als Walter van den
Broeck, Monica van Paemel,
Paul Koeck, Mireille Cottenjé,
Daniel Robberechts e.a., waar
van de meesten nu herhaalde
lijk daarin wel aan bod ko
men, werden toen al geïnter
viewd door ons, maar lande
lijk schouderophalend voorbij
gezien. Deze arrogantie be
paalt voor een belangrijk deel
ook nog het literaire klimaat
van de 300 pagina's van dit
boek. Desondanks staat er veel
in dat heel informatief terug
blikt. Het ene sluit het andere
niet uit.
Zo opent Rob Schouten met
de constatering dat schrijvers
geëtiketteerd worden en hangt
dan zelf groepen op aan de
tijdschriften Raster, Revisor
en Maatstaf. Jaap Goedege-
buure probeert eveneens de
Nederlandse critici onder de
duim te houden door ze te eti
ketteren binnen vier groepen.
Ook in De Stem werden een
Cyrille Offermans belicht het experiment in
'Het Literair Klimaat'. - foto archief de stem
aantal jaren bij toerbeurt we-
kelij kse boekrecensies ge
schreven die bewust afwisse
lend ingingen op de structuur
en dan weer op de inhoude-
lijk-maatschappelijke aspec
ten (dat was de tijd dat één li
terair boek per week mooi
meegenomen was!).
„De receptie-esthetica (le
zersgericht) heeft er zonder
twijfel toe bijgedragen dat
men in de afgelopen vijftien
jaar oog heeft gekregen voor
de historische relativiteit van
ons literatuurbegrip...", is een
opmerking van Anthony Mer-
tens die schrijft over universi
teit en literatuur. De meeste
kranten zullen zich niet be
wust zijn van de receptie-es
thetica in relatie met hun toe
genomen aandacht voor lite
ratuur...
„Ik heb de indruk dat er een
tendens bestaat om alles in
bladen méér op journalistieke
nieuwswaarde te bezien. Lite
ratuur heeft de laatste vijf
jaar weer nieuwswaarde," al
dus August Hans den Boef in
zijn bijdrage over de belang
stelling voor debutanten. De
keuze van de kranten betref
fende de te bespreken boeken
is derhalve nogal aanvecht
baar, evenals die 'literaire
clown' Büch, aldus deze
auteur.
Tom van Deel zet boven zijn
bijdragen dan ook 'De veron
achtzaamden' en bekijkt hoe
publiciteit selectief is en
auteurs canoniseert en ter
zijde laat liggen. Hij vindt dat
bv Brakman en Alberts tussen
wal en schip gevallen zijn. Dit
boek werkt dan bevestigend
en laat via Fens en Raat de
vier groten uit deze periode,
Mulisch, Reve, Hermans en
Wolkers, behandelen. Diny
Schouten schrijft, om in stijl te
blijven, tweeslachtig over het
verschijnsel vrouwenlitera
tuur. Flauwekul en goed dat
het er is.
s De jaren zeventig waren de
jaren van de column, de stuk
jesschrijvers, het vervagen
van de grens tussen journalis
tiek en literatuur (door meer
dere auteurs opgemerkt). Door
Matsier ook weer opgehangen
aan 'de groten' als Blokker en
Komrij. Heel veel bijdragen in
dit boek kiezen de weg van de
minste weerstand; leveren
geen echt onderzochte ver
schijnselen op, maar verzan
den in het doorwrochte gele
genheidsstukje. Tot de betere
bijdragen behoort die van Of
fermans, die het experiment
doorlicht; van Schierbeek, via
Polet naar Michels en Voge
laar.
Kruithof komt er eerlijk
voor uit: 'Ik zonder, als steeds,
de Vlamingen van behande
ling uit', als hij het heeft over
de essayisten. Kuijper noemt
poëzie een 'kwestie van som
migen'. Dat zijn in zijn ver
haal Ouwens, Kopland, Fave-
rey, Kouwenaar en Vroman.
Dat Nederland in de bespro
ken periode een eigen toneel
schrijfkunst ontwikkelde
wordt door Hans van den
Bergh uiteengezet. „De prille
jaren tachtig betekenen een
afscheid van de vernieuwings
drang van de jaren zestig"...
En ook Aukje Holtrop consta
teert, als zij schrijft over kin
derliteratuur, dat 'de slinger
in 1985 weer aardig terugge
draaid is... de beweging van
begrip voor het kind is omge
slagen in het verwijt aan de
kinderen'...
Zoals gemeld is Vlaanderen
het sluitstuk met De Wispe-
laer over de Vlaamse uit
gangspunten, Gerits over
proza en Brens over poëzie (en
het Nederlands paternalis
me...)
„Heeft een zelfmoordcom
mando van essayisten de PC
Hooftprijs willen toekennen
aan een 'stukjesschrijver'?, zo
luidt een van de commerciële
teksten op de flap. Jammer
dat dit soort flauwekul nodig
blijkt om dit boek verkoop
baar te maken. Want, ondanks
enkele vraagtekens bij (de
eerlijkheid van) de betogen
vinden wij de veelzijdige be
perkte inhoud van deze bundel
alleszins de moeite waard.
Het Literair Klimaat 1970-
1985. Uitg. De Bezige Bij, prijs
ƒ32,50
- foto archief DE STE
Dimitri Frenkel Frank.
Dimitri Frenkel Frank is een
schrijver die constant leuk
poogt te zijn. Zowel in zijn
boeken als in zijn toneelstuk
ken is dat leuk zijn verpakt in
het op de korrel nemen van
actuele toestanden in onze sa
menleving en dan vooral de
relatieproblematiek en veran
derende (seksuele) normen.
Hij is dan wel niet zo begaafd
in zijn waarneming als de
vaak ronduit sublieme Kees
van Kooten, maar niettemin
komt hij toch vaak grappig uit
de hoek als hij hedendaags le
ven op de hak neemt.
In zijn nieuwste boek 'Me
moires van een lafaard' ver
plaatst Frenkel Frank dat he
dendaagse leven naar de toe
komst. Nederland gaat in 'Me
moires van een lafaard' ge
bukt onder een linkse dicta
tuur (voortgekomen uit de
Amsterdamse krakersbewe
ging), die een waar schrikbe
wind uitoefent. Uiteraard is
daar volgens goed Neder
landse traditie verzet tegen en
Frenkel Frank laat in dat ver
zet ultra rechts (hij situeert
veel van dat soort mensen in
Den Haag) en linkse lesbien
nes (veelal uit Amsterdam) sa
menwerken.
Hoofdpersoon en dus de laf
aard uit het boek is ene Carel
van Wetterstein Sluys, een li
terator uit gegoede Haagsche
kringen. Hij raakt tegen wil
en dank in het verzet verzeild
en weet zich daar met een
mengeling van lafheid en
moed der wanhoop in wankel
evenwicht te houden.
'Memoires van een lafaard'
biedt Frenkel Frank aldus
kans om bijtend uit te halen
naar allerlei Hollandsheii
anno nu. Toneel- en filmwe
reld, maar ook de journalis
tiek moeten er aan geloven en
het begrip 'collaboreren' krijg
een nieuwe dimensie. Eei
boek als 'Memoires van eei
lafaard' boeit bij de gratie vai
de overdrijving en vooral ii
zijn beschrijving van het Am
sterdamse straatleven In revo
lutietijd ziet Frenkel Franl
kans om heel komisch, zij he
hier en daar wat grof, de si.
tuatie te verwoorden.
'Memoires van een lafaarc
is dan ook een boek dat ziel
vlot laat lezen en dat per pa
gina goed is voor minstens eei
glimlach. Nadeel van het boek
en meer boeken van Frenke
Frank lijden aan dat euvel,
dat het, ondanks het feit da
het in de toekomst speelt, erj
tijdsgebonden is. Over pakwej
twee jaar zijn de toespelingei
op de huidige Nederlandse sa
menleving al lang en breei
achterhaald en dan zal 'Me
moires van een lafaard' zee
gedateerd aandoen. Wat we
actueel zal blijven, zijn de pe
rikelen van lafaard en bedro
gen echtgenoot Van Wetter
stein Sluys. De onbeholpei
kwetsbaarheid van die hoold
persoon is eigenlijk van alk
tijden en al doet Frenke
Frank er heel luchtig en ko
misch over, de ondertoon
soms best ontroerend.
WvL
Dimitri Frenkel Frank: 'Me
moires van een lafaard'. Uitg
De Prom, prijs 25,-.
Door Henk Egbers
„WAT IS aanlokkelijker voor
iemand die graag verantwoor
delijkheid voor anderen ont
vlucht, dan in eigen overbo
digheid te geloven", zo consta
teert Adriaan van der Veen
aan het slot van zijn roman
'Onvoltooid verleden'. Of be
ter: dat concludeert de ik-fi-
guur als hij zijn verslag aan
de psychiater over zijn proble
men met het ouder-worden
voltooit. Maar je bent geneigd
die persoon zó met de auteur
te identificeren, omdat Van
der Veen gelijkenissen met
zichzelf aanbrengt die de le
vensechtheid van deze interes
sante roman ondersteunen.
Adriaan van der Veen is een
vakman in de ambachtelijke
zin van het woord. Zijn oeuvre
is nogal omvangrijk. Al is het
ene boek niet altijd even sterk
als het andere, nooit kun je
zeggen dat het slecht gedaan
is. Zo ook deze roman: prima
vakwerk en een interessant
thema. Zijn taal is heel prettig
om te lezen - het steekt alle
maal vakkundig in elkaar - en
het onderwerp wordt behan
deld met de allure van een
goed doortimmerde scriptie,
die zichzelf overstijgt door
toch meer leven dan leer te la
ten ervaren.
De ik-figuur - een auteur,
die zulke menselijke boeken
schrijft - is, laten we zeggen,
een jaar of zestig. Hij heeft na
het overlijden van zijn echtge
note, een relatie aangeknoopt
met een veel jongere vrouw -
laten we denken aan de mid
den dertiger jaren. Na een
paar jaar loopt het tussen hen
spaak en is Elisabeth - zo heet
zijn tweede gezellin - inge
trokken bij Herman, een leef
tijdgenoot, die bovendien ook
nog zijn boeken bewondert.
Wat is er fout gegaan?
Het is dan bijna een cliché:
De psychiater zegt: Kom jon
gen, ga eens een tijdje naar
Zwitserland en schrijf alles op
wat je ervaren hebt. Dat ge
beurt en dit boek is dan het
verslag dat hij 'op vakantie'
geschreven heeft. Tenslotte
blijkt er - op andere basis -
een nieuwe ópenheid mogelijk
tussen Elisbeth en hem. Eigen
lijk een obligaat verhaal. Toch
brengt Van der Veen zulke
eigen karakteristieken aai
binnen dit gegeven dat hel
niet meer geijkt is, maar je at
lezer een authentiek procel
laat meebeleven.
In hoeverre die authentici
teit berust op marginaliteit el
op een veel voorkomend ver
schijnsel zal de psychiater'
psychotherapeut e.d. kunnen
uitmaken en zal bewezen wor
den door identificaties die df
lezers ondergaan. Als Van de;
Veen lijnen trekt naar bij
voorbeeld moederrelaties in 4
jeugd lopen we op geijkt freu
diaans pad. Maar met di
auteur is er méér aan de hand
Zijn eerste vrouw Katherini
had ook een sterk lesbisch'
kant (was dus bi-seksueel). Di
had zijn doorwerking in hu
huwelijk. Hij vroeg zich af»
hoeverre hij als man rem-
placant was binnen deze con
text. En op de tweede plaat
meende hij daardoor een alib
te hebben voor een tweede re
latie met een zekere Froukj'
Maar die vlieger ging niet op
In zijn relatie met Elisabetl
merkt hij dat hij het Kathefl-
ne-gedrag herhaalt ten aan
zien van Elisabeth; maar
met de mannelijke se#
„Vreemd dat ik hier niet eer
der over heb nagedacht: wa
Katherine toen door mij moes
uitstaan, is mij nu door Klisa
beth overkomen."
Het grondprobleem is echte
zijn ouder-worden. Het niet
accepteren ervan zoekt uitw'
gen; blokkeert zijn activite
als schrijver met het gevoe
van overbodig-worden. Hoe
wel dat niet woordelijk aani
orde komt, is een weggoo:
maatschappij natuurlijk ee
uitstekende voedingsboder
voor dit soort ervaringen. Dj
inertie openbaarde zich ook i
de seksuele relatie tussen i
auteur en Elisabeth. Er vil
geen balans meer tussen ef;
wederkerige inzet. De concl»
sie luidt, dat erkenning va:
elkanders identiteit - twee a'
zonderlij ke mensen - de bes'
basis is voor houdbare liefde
Dat heeft niets meer va
doen met leeftijd. En zo is Va
der Veens' roman een interes
sant gegeven voor jong en ou»
Adriaan van der Veen: '0»
voltooid verleden'. Uitg. Ma»
teau, prijs 24,50.
'ALS mensen heel ou
Hanneke. 'Mijn konijn,
In een radioprogramnr
jaar worden, daarom vi
komen. Zijn er kinder
mijne heet Knabbel, is
De vraag is dus 'Wie h
n
Als het aan mene
- Campina ligt, dan etc
alleen nog maar ijs. I
naar zalm smaakt, 1
kaas, tomatensoep of
en bijv. hazelnootijs
Nederlanders zijn nan
slechte ijseters, ze ete
liefst softijs en dat n
veranderen, vindt Can
IJs komt waarschijnli
China en bestond da
drieduizend jaar v<
Christus. Het werd gei
van melk, water, honi
vruchtensap. In de der
eeuw kwam Marco P<
één van zijn
ontdekkingsreizen in
terecht en die nam
i jsrecept mee terug
huis. Nou begrijp je w:
het Italiaanse ijs zo bei
is, ze hebben er eeuwe
op kunnen oefenen,
kennen ze geen kaasij
komt uit Nederlan
Michiel van Ierssel sti
vreemde droom waari:
recht komt. Hij maakt
Afrika terecht en wor
de kapitein hem redd
Daar gebeurt natuurli,
Michiel zwemmen voor
hem aan. Het eindigt g
ook al moet hij daarvi
bracht worden. Gelukk
De Kindervuist is ve
Utrecht: Oude Gracht
een eigen winkel te beg
kantie dan ook. Voor 1
ver, maar je kunt de
328410.
Kindervuist is actief oj
kinderen, verbetering
dernemen kunnen ze je
Voor al dat werk hebl
wassenen, want kinder
aanvragen, hebben hui
de winkel staan. Ken je
kinderen kunnen omg;
dan even bellen.