UITBLAZEN Machthebbers willen rust 'Verder bezuinigen op onderwijs onverantwoord even WERKGEl Reacties op 'twee van Breda' voorspelbaar NIEUWE KOV-VOORZITTER HOUDT GEMATIGDE KOERS AAN, MAAR: Twee van Brei De mythe-Kin Naar de kapper B WIM KOCK xm ©'jimraiL ■ACHTERGROND' Wetboek van strafrecht 100 jaar Etten-Leurenaar Van Overbeek voorzitter KOV DESTEMCOD I IJ DE dorpskapper is khet ook niet meer als vroeger. Jarenlang ben ik in de stad naar de kapper gegaan en voor het geval die kapper dit leest (er lag altijd minstens êén Stem in zijn salon): ik ben niet uit ontevredenheid bij hem weggegaan. Het komt ge woon omdat vorig jaar een van mijn vaste gewoonten moest veranderen waardoor ik niet langer wekelijks op de (stille) donderdagmorgen in zijn buurt kom. Zo gaan die dingen. Bij de stadse kapper vond ik het normaal dat niemand van de andere wachtenden een kik gaf. Als je bij het binnenkomen wat luid 'goede morgen' riep keken ze je al aan alsof ze een gevaarlijke gek op zich af zagen komen. Tegenwoordig ga ik in mijn woonplaats naar de kapper. De eerste keer was dat meteen een teleurstelling. Ik moest een nummertje trekken. Tegen de tijd dat ik dat in de gaten had, waren er al een paar na mij bin nengekomen die nu een lager nummer hadden dan ik zou krijgen als ik alsnog naar de automaat zou lopen. Dat deed ik natuurlijk niet. Ik speelde de druk bezette man die geen mi nuut meer te verliezen had, keek een paar keer op m'n hor loge en mompelde zoiets als: ik kan niet langer wachten. Ik kom volgend jaar wel eens te rug. Het was 31 december. Al gauw bleek mij dat ook in mijn veel kleinere woon plaats, waar niet iedereen iedereen kent, maar velen wel velen kennen, de stilte van het mortuarium heerste rond de ta fel met leesvoer uit de bladen map. Niemand deed een mond open, maar de meesten mom pelden bij binnenkomst en ver trek nog wel een vage groet. Toch had ik één keer een echt dorpsmazzeltje. De voorlaatste keer dat ik m'n haar wilde laten knippen stond ik voor de geslo ten deur. Het was donker bin nen. Achter me op straat stopte een bestelwagen. „Hè daar", riep de chauffeur, „lees jij je eigen krant niet? De kapper is verhuisd. Dat heeft in De Stem gestaan." Sinds de verhuizing was de nummertjesautomaat met bij behorende display verdwenen. Dat dacht ik tenminste. Maar vanmorgen zat ik goed en wel te zwijgen met de anderen, toen de man tegenover mij me plot seling toesprak. Dat bleek in eens zo'n merkwaardige sensa tie te zijn dat ik eerst niet goed begreep wat hij wilde. „Heeft u wel een nummertje getrokken?" herhaalde hij. Toch een num mertje! „Ze hangen daar bij de deur." Het was weliswaar niet druk - veel te warm weer voor de kapper - en er was na mij nog geen mens binnengeko men, maar ik vond het toch vriendelijk van m'n lotgenoot. Meer om hem een plezier te doen, slenterde ik naar de deur en daar zag ik inderdaad de rol nummertjes hangen; aan een sleutel die in de deur van de meterkast stak. Niemand riep mijn nummer af; ik kwam van zelf aan de beurt. Het was een vrouw die me knipte. Een zwijgzaam type, dacht ik, want ik had al zitten berekenen dat ik bij haar te recht zou komen en haar ter sluiks wat gadegeslagen. Ik had het mis. De stilte rond haar stoel was veroorzaakt door de zwijgzaamheid van de klant die mij was voorgegaan. Het was me al wel opgevallen dat hij roerloos in de spiegel had zitten staren naar zijn donkere kuif die onder de vaardige handen van de kapster langzaam de bollende vorm kreeg die het re sultaat is van föhn en kam. Het was de kapster die het gesprek opende. Zo hoort het ook eigenlijk. Even aftasten of de klant zin heeft in een praatje onder het geknipt worden. Bromt 'ie maar wat na de con statering dat het eindelijk mooi weer is, dan weet de kapper dat hij verder niets meer hoeft te zeggen; dat hij een zwijger on der het mes heeft. Zo lang ze maar niet over mijn werk of over het geloof beginnen mag ik die vrijblijvende praatjes wel. Je komt er je tijd goed mee door en je neemt eens kennis van andermans kijk op alle daagse zaken. Bij de stoel naast mij ging het gesprek over voetbal. Ik zie en hoor al genoeg voetbal thuis dezer dagen. Vannacht nog - het was absoluut geen weer om naar bed te willen, het onweer had nauwelijks koelte gebracht - had ik met m'n zoons zitten napraten; over België nog steeds en over de voetbalban dieten uit Uruguay die best nog een paar kaarten méér hadden verdiend in onze, langzaam wel wat bevooroordeeld geraakte ogen. 'Een vrouw begint niet zo gemakkelijk over voetbal', dacht ik. Dat was misschien een op seksistisch vooroordeel gebaseerde gedachte, maar in dit geval klopte zij toch weer. Na het weer te hebben be sproken kregen we het over de vakantie. En over onze voor keuren wat betreft het door brengen van de vrije tijd wan neer het mooi en warm weer is. Een praatje voor de vaak, maar toch heel verkwikkend want toen ik over de stille landweg, door bos en langs akkers en weilanden, naar de krant reed, kreeg ik zo'n vakantiegevoel dat absoluut niet past bij de werkdag die je nog te wacht, maar wel je stemming op een hoger peil brengt. Ik betreur het dat er bij de kapper niet meer, net als vroe ger bij de dorpskapper, wordt geroddeld en getwist over de plaatselijke politiek. Maar zo lang je met de kapper of kap ster zelf nog van gedachten kunt wisselen over het weer en de vakantie, kun je toch beter daar zitten dan bijvoorbeeld bij de tandarts. Illlllllllllllllllllimilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllrc Uitgave van uitgeversmaatschappij De Stem b.v. Directie: drs. J.H.M. Brader. Hoofdredactie: H. Coumans - hoofdredacteur. A. Theunissen en H. Vermeulen - adjunct-hoofdredacteuren. Hoofdkantoor: Spinveld 55, Breda. Postadres: Postbus 3229, 4800 MB Breda. 076-236911 Telex 54176. Centrale redactie Breda: Nieuwsdienst 076-236883. Sportredactie 076-236452. Rayonkantoren: Bergen op Zoom, Zuivelstraat 26, S 01640-36850. Postadres: Postbus 65, 4600 AB Bergen op Zoom. Breda, Nw. Ginnekenstr. 41, 236326 (alléén abonnementen). Postadres: Postbus 3229, 4800 MB Breda. Etten-Leur, Markt 28, 01608-21550. Postadres: Postbus 363, 4870 AJ Etten-Leur. Goes, Klokstraat 101100-28030. Postadres: Postbus 13, 4460 AA Goes. Hulst, Steenstraat 14, 01140-13751. Postadres: Postbus 62, 4560 AB Hulst. Oosterhout, Arendstraat 14, 01620-54957. Postadres: Postbus 4023, 4900 CA Oosterhout. Roosendaal, Molenstraat 45, 01650-37150. Postadres: Postbus 35, 4700 AA Roosendaal. Terneuzen, Nieuwstraat 9, 01150-17920. Postadres: Postbus 145,4530 AC Terneuzen Vlissingen, Torenstraat 5, 01184-19910. Postadres Postbus 50514380 KB Vlissingen. Openingstijden: Breda en Oosterhout 8.30-17.00 uur; overige kantoren 8.30-12.30 en 13.30-17.00 uur Abonnementsprijzen, bij vooruitbetaling te voldoen: 23,60 per maand; f 68,05 per kwartaal of 264,45 per jaar. Bij automatische betaling geldt een korting van 1,- per maand, 1,80 per kwartaal, 7,20 per jaar Prijzen: inclusief 5% B.T.W. Voor post-toezending geldt een toeslag. Heeft u de krant niet ontvangen? Onze excuses. Bel voor nabezorging tijdens kantooruren uw rayonkantoor. Lezersservice: Informatie over Stern-reizen en promotie 076-236911 Fotoservice 076-236573. Advertenties (tijdens kantooruren 8.30-17 00 uur): Rubrieksadvertenties 't Kleintje® 076-236882 Grote advertenties uitsluitend 076-236881 Geboorte- en overlijdensadvertenties 076-236442. (Buiten kantooruren maandag t/m vrijdag,van 19 00 tot 20.30 uur en zondag van 18.30 tot 21.30 uur 076-236394/236911 Rank relative Postgiro 1114111 - ABN rek. 520538447 NCB rek. 230301584-Rabo rek. 101053738. IlUCinOUHU IOÜUIMI laoo T5 PAUINA* Door Jan van de Ven MACHTHEBBERS wil len rust in de tent. On rust onder de bevolking ondergraaft autoriteit van leiders, tast de hechtheid van de sa menleving aan. Om on rust te voorkomen vaar digt een overheid voor schriften uit bij overtre ding waarvan straffen worden uitgedeelde Van daar het bestaan van strafwetgeving. De actualiteit leert dat er vormen van onrust zijn. Ge- weld-uitlokkende onvrede met machthebbers (zie Zuid- Afrika en in mindere mate Amsterdam, waarop nog wordt teruggekomen) of aan tasting van de persoonlijke vrede van een enkeling, de Heineken-affaire. Het van binnenuit komende 'kwaad' wordt van oudsher bestre den. Strafrecht is zo oud als de mensheid. De onrustbestrijding vindt zijn oorsprong, voor zover die valt na te gaan, in de clan. En de eerste machthebbers wa ren in voor-christelijke tij den priesters. Een constante macht, omdat zij er altijd waren en civiele leiders al leen werden aangesteld bij uitbreken van ruzie met een andere clan. Opkomst van het stamhoofd betekende eveneens dat de ordehandha ving bij hem terecht kwam. Controle over de gemeen schap was een pijler van de macht. De leider moest wel zorgen voor vrede in eigen kamp. De gevaren daarbuiten waren te groot om de eigen kracht met onenigheid te verzwakken. Moord, doodslag, diefstal, overspel mochten niet voor komen, omdat benadeelden - tot in het diepst van hun ziel getroffen - dan verhaal wil den halen bij de dader. Er zouden naar aanleiding van een misdaad vendetta's kun nen onstaan, die een gemeen schap uiteen lieten vallen. Zonder gemeenschap of met 'slechts een klein restant er van stelde de macht van een leider niets of niet veel meer voor. Mede uit eigen belang be hielden machthebbers zich het recht voor na misdraging van een lid van de gemeen schap de veroorzaker van on rust zelf aan de tand te voe len en te bestraffen. Na uit voering van het vonnis diende de rust te zijn weerge keerd. Een goed verstaander heeft al door, dat de orde handhavende en. rechtspre kende instantie in zijn oor deelvorming rekening diende te houden met het gevoelen van elk lid van de kleine sa menleving en bij het groter worden van gemeenschappen met het rechtsgevoel van de meerderheid. Zonder die steun was immers het weer keren van de rust niet gega randeerd. De historie van het straf recht gaat in het gedenkboek niet zover terug. O. Moorman van Kappen leverde een HONDERD jaar geleden werd het eerste nationale wetboek van strafrecht van kracht. Reden voor 31 vooraanstaande strafrecht juristen een gedenkboek te schrijven: het Gedenkboek Honderd jaar Wetboek van Strafrecht (1886-1986), uit gegeven door Gouda Quint in Arnhem. Aan de hand van dat boek besteden we in vier afleveringen aan dacht aan aspecten van het Nederlandse strafrecht. Vandaag de eerste aflevering hoofdstuk onder de titel Van Alva tot Modderman, (de drijvende kracht achter ons huidige wetboek). Verder te ruggrijpen op de eenvoudig ste leefvorm maakt het ech ter mogelijk de essentie van het strafrecht duidelijker weer te geven. Die essentie loopt tot in de huidige tijd als een rode draad door het strafrecht. Al is zij inmiddels door het ingewikkelder wor den van de samenleving niet zo eenvoudig meer te her kennen. G. Strijards haalt in zijn bijdrage over de ontwikke ling van het strafrecht na 1886 de essentie naar voren. Kenmerkte de eerste periode na de invoering zich door li berale denkbeelden. Na het verlies van de liberale meer derheid in de volksvertegen woordiging en het samen gaan met de confessionelen komen we terecht van een episode, waarin het 'denkend deel' der natie de scepter zwaaide, in een tijdperk, waarin het 'gelovend deel' zijn stempel drukt op wat niet is toegestaan. De uit drukkingen zijn van Strij ards. Als in het vervolg sprake is van machthebbers denken we niet meer aan de eenvou digste vorm, zoals geschetst. Onder dat begrip verstaan we nu niet meer een enkeling of een groepje, maar de hoe ders van de democratie. Aan tasting van hun positie is on dergraving van de democra tie zelf. Zo hebben liberalen en confessionelen samen accen ten gelegd op wat in Neder land niet te tolereren is en zich aan het begin van deze eeuw ook laten verleiden tot gelegenheidswetgeving. Hun meerderheid, zich mede af spiegelend in het burgerdom van de samenleving, kon bij voorbeeld niet tolereren, dat de minderheid - bestaande uit het opkomende socialisme - met ongewone acties de aandacht op zichzelf vestig de. Stakingen mochten de rust van het dagelijkse leven niet verstoren en dus kwam er een verbod op stakingen door ambtenaren. Een ty pisch voorbeeld van gelegen heidswetgeving door macht hebbers, die interne onrust willen bestrijden. Het aan pakken van minderheden had en heeft echter geen lang leven. Strafwetgeving dient iedereen te beschermen. Niet alleen een meerderheid. Een andere vorm van in breuk komt sinds kort van de justitiabelen. Zij duiken van over de grenzen op, plegen aanslagen en verdwijnen daarna weer over de grenzen. Een lucratieve bezigheid, want overheden hebben er geen vat op. Bedreigend ook voor machthebbers, getuige een extreem maar duidelijk opereren van president Rea gan in Libië, omdat Gadaffi misdadigers de hand boven het hoofd zou houden. Aantasting van Ameri kaanse belangen grijpt de president persoonlijk aan, omdat bij niet reageren zijn burgers in de president een zondebok vinden. Hij ziet im mers geen kans een einde te maken aan de onrust. Zo'n duidelijk voorbeeld hebben we in ons land niet. Ook wij hebben echter te maken met misdaad over de grenzen. Om er een halt aan toe te roepen hebben onze machthebbers verdragen met andere overheden gemaakt. Afspraken om elkaar bij de bestrijding van misdaad te helpen. Een geheel nieuw element in de geschiedenis van het strafrecht. Overhe den, die ter handhaving van interne rust macht willen de len, kwamen nog niet eerder voor. Wel overheden, die sa men dreigingen van buiten probeerden te keren met af spraken elkaar daarbij te helpen. Nog steeds geldt en mis schien meer dan ooit, dat machtsuitoefening tot tevre denheid van de 'machtson derworpenen' moet leiden. Anders wordt de uitoefening van macht ontnomen. Zo is handhaving van orde een tweesnijdend zwaard. WOENSDAG 18 JUN11 Door Willem Reijn DE VOORSPELBAARHEID van de standpunten in de dis cussie rond de 'drie, nu twee, van Breda' is groot. Voor- en tegenstanders van vrijlating van de twee oorlogsmisdadi gers gebruiken al sinds het aantreden van Van Agt als minister van justitie in 1971 dezelfde argumenten om hun standpunt te schragen. Beide standpunten zijn vanuit de verschillende belevingswerelden zo volstrekt logisch, dat vijftien jaar later de reacties op de stellingname van de Bredase burgemeester drs. F. Feij nog precies hetzelfde luiden als naar aanleiding van het voornemen van Van Agt indertijd. Gisteravond benaderden we men sen die verenigingen vertegenwoor digen van verzetsmensen en oor logsslachtoffers. Hun mening is niet veranderd: de twee van Breda die nen hun levenslange gevangenis straf uit te zitten tot de dood op treedt. De oud-burgemeester van Hulst, P.J.G. Molthoff, is toevallig net op een congres van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Ge vangenen uit de Bezettingstijd (Ex- poge), waarvan hij secretaris is. „Het is een heel slecht idee om deze mensen vrij te laten", zegt hij reso luut. „De overgrote meerderheid van onze leden wil dat die mensen rustig blijven zitten. De pijn die heel veel mensen hebben geleden, is zo groot dat die pijn niet met 41 jaar gevangenisstraf mag worden afbe taald. Er zijn hier mensen die in de oorlog hun complete familie zijn kwijtgeraakt. Die mensen krijgen een vreselijke psychische klap, als de twee van Breda worden vrijgela ten". Hij denkt dat de leden van Expo- gé zeker in actie zullen komen, als het nieuwe kabinet op de suggestie van Feij zou ingaan. „Een burge meester kan zich beter bezighouden met de huishoudelijke aangelegen heden", schampert Molthoff. Dan. drs. F. Feij .Zware schade aan strafrecht. - FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP verzachtend: „Maar hij heeft wel het recht een eigen mening te heb ben". Mevrouw Eva Furth is secretaris van het Nederlands Auschwitz Co mité. „Wij zijn nog steeds van me ning dat deze twee hun straf moeten uitzitten. Levenslang is levenslang", zegt zij. „Fischer en Aus der Fünten zijn zulke grote misdadigers. Zij hebben zoveel mensen de dood inge jaagd! Denk eens aan de ontruiming van de psychiatrische kliniek, waarbij Aus der Fünten alle geeste lijk zieke mensen en hun verzorgers heeft laten afvoeren". De vrijlating van de twee van Breda zal hele nare effecten hebben, zo vreest mevrouw Furth. „Toen Reder en Lages werden vrijgelaten, werden zij als helden in hun land ontvangen en kregen meteen pen- sioen.Ik ben bang dat zij voeding zullen geven aan het herlevend fas cisme en anti-semitisme". Maar ook: „Zij zitten in de gevan genis, maar hebben relatief een vrij leven. Hun slachtoffers hebben geen kans gekregen oud te worden. Zij werden geliquideerd". Zij wijst op de afspraak die in '72 met Van Agt is gemaakt, dat bij een eventuele vrijlating eerst de oorlogsslachtof fers en verzetsmensen zouden wor den gehoord. Zij rekent erop dat ook in de toekomst de ministers van Justitie zich aan die afspraak zullen houden. De bekende verzetsman H.J. Teens Gerritsen, intimus van de be schermheer van het Nederlandse verzet Prins Bernhard, zegt dat zijn mening over de twee van Breda 'per se niet is veranderd'. Het enige mo ment waarop de misdadigers naar huis zouden mogen is 'in het aange zicht van de dood'. Dat moment is voor Teens Gerritsen niet gekomen. „Ons wordt de zwarte Piet van het lot van de twee toegespeeld, maar dat is niet terecht", zegt de verzetsman. „De fout is vlak na de oorlog gemaakt. Toen heeft een Ne derlandse rechtbank de drie ter dood veroordeeld, maar de toenma lige regering heeft het vonnis niet willen uitvoeren en de drie gratie verleend. Dat had toen wel moeten gebeuren". Teens Gerritsen merkt op dat de ambassadeur van de Bondsrepu bliek hem onlangs nog heeft verze kerd dat zijn regering Nederland niet meer om uitlevering zal verzoe ken. Als het kabinet niettemin toch zal besluiten de twee vrij te laten, dan moet zij de gevolgen van die be slissing onder ogen zien en ook dra gen, vindt Teens Gerritsen. „Als er één verzetsman zou sterven aan een hartaanval bij het horen van het be richt - zijn nu toch allemaal oude mensen - ,dan komt de dood van die man of vrouw op conto van de regering", waarschuwt Teens Ger ritsen politiek Den Haag. Eén dode verzetsman zou een veel te hoge prijs voor de vrijheid van het Duitse tweetal zijn, zegt hij. Hij wijst erop dat de twee oor logsmisdadigers nooit enige blijk van berouw hebben gegeven. „We hebben nooit een brief gekregen als 'het spijt ons'. Ik zie dan ook geen enkele reden ons standpunt te ver anderen". Vlak voor we ons gesprek beëin digen, geeft Teens Gerritsen nog een voorbeeld van de onverbeterlijkheid van de Bredase koepelbewoners. „Vlak voor zijn dood heb ik Kotalla nog één keer in zijn cel ontmoet. Hij stond op en bracht de Hitlergroet. Wat moet ik dan met die mensen?" Die vraag stelt de burgemeester van Breda, drs. F. Feij, zich ook. De aanleiding voor zijn betoog is de viering van het honderdjarig be staan van het Wetboek van Straf recht. „Er worden congressen ge houden en met veel voldoening wordt vastgesteld dat ons strafrecht er mag zijn. Ik vind dat ons straf recht zware schade wordt toege bracht als we dan tegelijkertijd wachten op de 'natuurlijke oplos sing' van het probleem van de twee van Breda". De informelere aanleiding voor het pleidooi van Feij is curieuzer. „Buitenlanders hebben onlangs stemrecht gekregen bij de gemeen teraadsverkiezingen en verwacht wordt dat gevangenen straks ook mogen stemmen. Dan zou het merk waardige feit zich voordoen dat die twee ook nog eens stemrecht zouden krijgen! Ik weet niet of het zo is - ik heb de chef afdeling bevolking gevraagd dat uit te zoeken - maar dat lijkt me bijzonder ongewenst". 'Het pleidooi van Feij houdt voor de burgemeester zeker risico's in. Het valt te verwachten dat er een storm van kritiek zal losbarsten.Hij heeft zijn hoofd ver uitgestoken, een handeling die Van Agt zó achter volgt dat de oud-minister van Justi tie nog altijd weigert over dit hete hangijzer te spreken. Feij: „Ik hoop dat ze over me heen zullen vallen. Ik wil juist de discussie weer op gang brengen. Sinds '72 is de kwestie on bespreekbaar, maar ik vind dat deze zaak niet mag worden toegedekt. Dat is fout". Een aantal voorstanders van vrij lating, zoals de Coornhert Liga en diverse rechtsgeleerden, hebben in het verleden hun betogen gebaseerd op de rechtsopvatting, dat straf bij deze gevangenen geen zin meer heeft. Een zinvolle straf is, naast wraking, een onmisbaar element om mensen opgesloten te houden. Feij wil zich niet in die juridische discussie begeven. Hij meent dat barmhartigheid een fundamenteel beginsel van de strafwet is. Dat te genstanders zich vasthouden aan de stelling 'levenslang is levenslang' is volgens hem niet sterk. „Levenslang betekent in Nederland 20 jaar, met aftrek van goed gedrag 13 jaar". Anderen zeggen wat opportunis- tisch dat het geen zin heeft om de twee in vrijheid te stellen, omdat de wereld in veertig jaar zo sterk is veranderd, dat de twee toch niet meer zouden kunnen aarden. Feij nuchter: „Dat is onze verantwoor delijkheid niet". Het verwijt dat hij als burge meester zich niet met de twee van Breda moet bemoeien, maar met ge meentelijke aangelegenheden, zegt Feij niets. „De twee zijn inwoners van deze stad, waar ik op afstande lijke wijze mee te maken heb". Hij merkt bij zijn vele buiten landse contacten dat de naam van Breda automatisch wordt geasso cieerd met de gevangenhouding van de twee Duitse oorlogsmisdadigers. Een weinig prettige associatie voor de eerste burger van de stad. Vooral ook omdat Nederland het enige Westeuropese land is dat nog niet heeft afgerekend met deze oorlog serfenis. Het is de burgemeester, zo zegt hij, het eerste te doen om de discus sie weer op gang te krijgen. Hij ver wacht niet dat zijn suggestie om de zaak in de kabinetsformatie te rege len zal worden overgenomen. Zelf geeft hij er de voorkeur aan dat een brede meerderheid van de tweede kamer zich voor vrijlating zal uit spreken. Maar ook die hoop is klein. Heeft het dan wel zin om de nek uit te steken? Heeft deze politieke waaghalzerij er misschien mee te maken dat Feij in Breda op zijn laatste post zit en zich geen zorgen over zijn politieke toekomst hoeft te maken? „Helemaal niet", zegt Feij onverstoorbaar. „Ik ben altijd mijn eigen weg gegaan". Door Willem Reijn „HET onderwijs draagt de verantwoordelijkheid voor toekomstige gene raties. Voor de ontwik keling van hen leggen wij de basis. Verdere be zuinigingen vinden wij dan ook niet verant woord". Een schot voor de boeg van de informateur en de onder handelaars van WD en CDA, afgevuurd door de Et- ten-Leurenaar drs. C.L.J. van Overbeek, de nieuwe voorzitter van de Katholieke Onderwijs Vakorganisatie (KOV). Hoewel het KOV zich niet van publi'citeitsgevoelige actiemiddelen als staking be dient zoals het rooie zusje ABOP, heeft ook de KOV bij informateur De Koning dui delijke eisen voor het onder wijsbeleid in de jaren '86 - '90 neergelegd. Die voorwaarden voor een gezond onderwijsbestel zijn - onder meer - het op peil houden van het aantal werk nemers in het onderwijs, het niet verder verhogen van het aantal leerlingen per klas en het instandhouden van de bestaande faciliteiten (hulp middelen als tv, bandrecor ders, etc.) op scholen. De nieuwe voorzitter brengt ze 's avonds, terwijl het naderend onweer in het klamme avondzweet als drukkende bezuinigingen zich aankondigt, nog maar eens op tafel. Hij hoort het in Den Haag donderen: de foe tus-coalitie zoekt nog twee miljard bezuinigingen. Ook bij het onderwijs zal nadruk kelijk het rode potlood zoe kend over de uitgavenposten glijden. „Dat zal betekenen dat er óf minder ambtenaren op het ministerie komen, óf bij het onderwijzend perso neel wordt bespaard óf het aantal faciliteiten afneemt", zegt Van Overbeek. Aan de intonatie is te horen dat het KOV zich net wat meer zor gen over de twee laatste pos ten maakt. Als er op het personeel wordt bezuinigd, merkt Van Overbeek op, betekent dat minder personeel of minder salaris. Beide leiden tot een afname van de kwaliteit van het onderwijs, zegt hij. Hij wijst op het proces dat goede leerkrachten, bijvoorbeeld op het gebied van informatica, door het bedrijfsleven wor den uitgekocht. Verlaging van de lonen zal die uittocht versnellen. En minder leer krachten betekent meer leer lingen per klas, dus minder individuele begeleiding van de kinderen. Wie er op de ministerszetel plaats neemt, is minder be langrijk dan welk beleid hij volgens het regeringsak- Drs. C.L.J. van Overbeek (40) is de nieuwe voorzitter van de Katholieke Onderwijs Vakorga nisatie (KOV), die ongeveer veertigduizend leden telt. Hij is opvolger van de in februari overleden N. Snel. Van de vak bond zijn 23.000 werknemers uit het basis- en 17.000 werk nemers uit het voortgezet- en hoger beroepsonderwijs lid. Daarmee is het KOV een van de twee grote onderwijsbon den in Nederland. De andere is de ongeveer even sterke ABOP. De Etten-Leurenaar Van Overbeek geeft nu nog de vak ken politiek en economie aan de Katholieke Academie voor de Journalistiek in Tilburg. Hij is daar tevens decaan en stu dieleider. In de periode '73- '80 gat hij maatschappijleer aan het Newmancollege te Breda en het Dr. Struyckenin- stituut in Etten-Leur. Hij stu deerde politieke en sociale we tenschappen in Amsterdam. Het voorzitterschap van de KOV is een full-time functie. Voor het werk dat hij eerder voor de vakbond verrichtte, genoot Van Overbeek reeds een vrijstelling van vijftig pro cent. koord zal moeten uitvoeren, zegt Van Overbeek. Van hem mag Deetman best terugke ren. „Deetman heeft oog ge had voor de kwaliteit van het onderwijs. Hij heeft het on derwijs ook sterk verdedigd en daar hebben wij waarde ring voor". Onafhankelijk van minis ters en beleidsakkoorden moet het onderwijs in ieder geval ook af van de eindeloze stroom van circulaires, te meer daar die circulaires ook nog eens te laat binnenko men. En waar de onderwijs bonden duidelijkheid ver wachten van Den Haag staan de Haagse stencilmachines helaas stil. Van Overbeek geeft het voorbeeld van de 'STC-ope- ratie (in onderwijsland pra ten de bewoners gemeenlijk in afkortingen), dat staat voor de schaalvergroting, taakverdeling en concentra tie in het Hoger Beroepson derwijs (HBO). De onder wijsbonden hebben bereikt dat vóór 1 januari 1990 er geen docent de deur uit hoeft. Maar tegelijkertijd heeft het ministerie niet gezegd hoe veel geld er beschikbaar blijft voor het HBO en hoe veel mensen er op nieuw jaarsdag 1990 op straat staan. Maar de onderwijsinstel lingen moeten wél voor 1 augustus van dit jaar een 'voorlopige personeelsplan' baren, waaruit zal blijken wie van de dames en heren docenten ZVi jaar later bo ventallig zijn. Het departe ment denkt ongeveer over een jaar te kunnen zeggen hoeveel mensen er werkelijk zullen moeten verdwijnen. De garantie dat die leraren na een her- of bijscholing alsnog in het onderwijs aan het werk kunnen, doet aan de absurditeit van deze situatie weinig af, vindt Van Over beek. Want de boventalligen missen dan wel een jaar om scholing. De onderwijskrachten mo gen zo wel eens worden afge leid van hun primaire taak (onderwijzen bijvoorbeeld), het KOV vindt toch dat ook na jaren van bespreken en besparen, van circulaires en andere Haagse bevelschrif ten, de strijd tussen regering en bonden op de onderhande lingstafel moet worden ge voerd, onderstreept Van Overbeek nog eens. „Dat is ons principe", zegt hij. „Bin nen de grenzen van de rede lijkheid moet je blijven on derhandelen. Staking is echt het allerlaatste wapen". Hij geeft het voorbeeld van de besparingen die Van Leij enhorst wilde opleggen aan het basisonderwijs. Die be zuinigingen zouden 1800 on derwijzers naar de WW brengen. „De ABOP koos toen voor het stakingsmid del", glimlacht Van Over beek fijntjes, „wij hebben geïnventariseerd welke ta ken de scholen dan niet meer zouden kunnen uitvoeren. Vervolgens hebben we tegen het ministerie gezegd: zorgt U maar dat die taken vanaf nu worden verricht. Het mid del geeft je minder publici teit dan een staking, maar sorteert wel effect". De nieuwbakken voorzit ter zal gezien het verwachte strakke financiële beleid van het kabinet Lubbers II me' goed zitvlees gespekt moeten zijn. Tenzij de symboliek van het naderende onweer zich doorzet: die avond bleef de achtertuin van de onderwijs- voorman ook gespaard van inslagen en regenvlagen. Van onze Haags, DEN HAAG - De werkj in de Sociaal Economise der bij slag verhogen als] mumuitkering in koopk] De werknemers willen ging voor de minima. Del wijzen elk belastingvoordeel toekennen van eenmalige ui Werkgevers en werknemers gaan vrijdag in de SER over deze voorstellen aan het kabi net beslissen. Behalve over een algehele verhoging van de kinderbijslag, zullen beide partijen elkaar niet vinden. De werkgevers komen met het voorstel opnieuw op de mi nimuminkomens te bezuini gen, door de hoogte van het in komen te koppelen aan het aantal kinderen per gezin. Dat zou een bezuiniging van 160 tot ƒ390 miljoen opleveren. Niet alleen via de bijstand, maar ook via de nieuwe Toe slagenwet en de IAOW. Als voor dit voorstel geen meerderheid te krijgen is, zul len de werkgevers voorstellen het minimumloon voor nieuw komers met 15% te verlagen en de minimumuitkeringen op het huidige peil te bevriezen. De vertegenwoordigers van de vakbonden verzetten zich te gen iedere aanpassing van de hoogte van de inkomens van de minima. Zij pleiten voor handhaving van de koppeling van minimumloon en netto uitkering aan de welvaarts stijging. Opnieuw nemen de werkge vers in hun voorstellen stel ling tegen het huidige mini mumloon. Zij vinden dat dit „IK ROEP REGERING en parlen Twee van Breda heen te zenden het recht maar de barmhartighe welijks worden gevonden". Met die zinnen in een zelf-ges delsblad rakelt Frans Feij, WD Breda, de aloude discussie op o\l twee in de Bredase Koepel geïnt' scher en Aus der Fünten. I Het honderdjarig bestaan vanl Feij een uitgelezen moment voorl eerste burger zich in het kamp sif hebben voor het psychisch lijda oorlogsslachtoffers veroorzaakt] gen het volstrekt zinloos vastt] mensen. Of, zoals Feij zegt: passing gelden humane en ethisJ Voor die opvatting, maar ook r op de geestelijke nood van landl den hebben, valt veel te zeggeJ premier Biesheuvel ruim veertiel dat de discussie over de vrijlatinl beslissingen is waar een regerirf kunnen zien". Juist omdat dit bijna onvermir. de oplossingen die Feij aandraag Feij wil afspraken over dit or| maar dat betekent dat de (in)foij derwerp tot nationaal discussiedf journalisten - die nu eenmaal dJ kabinet moeten volgen - op de f den in een onzindelijke vertonine gen. De tweede oplossing, een autl nister van Justitie en maar zien \l op dit moment, het nadeel dat zil in de discussie brengt. Geen en/ minister zo kort na de ambtsaan eigen oordeel over dat besluit. Aan de argumenten van Feijl voor het hoog houden van het Kil lemaal niet af. Maar een gedegen brief van aan de kabinets(in)formateur, g] delaar, was een logischer marsrj tikel in een avondblad. De thriller-King Kong - met allJ ten: een spion of een dubbelspil een geheimzinnige moord of zJ sn de mogelijkheid van een leegl een anti-climax. In de schemerol terdamse Crooswijk de stoffelijl alias King Kong, gevonden, zl ceerd als die van King Kong. Verdoezeling van veel feiten ll jaar levend gehouden. De openil een deel van die mythe afgerelj thij zou levend en wel in Zuid-Al ouden hem in het niets hebbej "taken. Dat is een goede zaak. h„, var King Kong zijn in de lod ,®°jvan een aantal naoorlog IQ4C t0* zelfs voor 0,6 Padeni 7o, aan toe. Het optreden vanl zetsstnjde,. en officier, tot in de 1 yenheid gebracht. De zwijgzaal rn Zafk-King Kong zijn een ide# schaff°t the0rieën' die zelfs Sl Jerwiji de affaire-King Kong ii jstene zal blijven, is sinds gi; In Kin9 Kon9 iS dood- srh.z en als deze komt naar i val voo®'dr' L0U de J°n9, re9el rnG,=arL.hel wezenlijke punt in d< Amh betekenis heeft gespeek S "hem-blijft overeind Op dit kan l'es met beweringen van I bi'iven stukie van de mythe in

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 2